Alle verhalen die hier geplaatst zijn, zijn eigen werk. Niets van deze verhalen mag gebruikt worden voor welk doel dan ook, zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver. Vragen? Neem contact op met de schrijver.
Levy zit op school, heeft leuke vrienden, een hele goede vriendin die hij alles kan vertellen en hij heeft een bijbaantje in de supermarkt. Levy kijkt rond, Levy wil wel. Vooral iemand speciaal leren kennen. En dat lukt…
Aanvullen (deel 1)
‘Ik heb je!’
Ik hoorde gelach bij mijn oor, armen om me heen, terwijl ik op mijn buik op de grond lag.
Aanvullen (deel 2)
‘Hey!’
Ik glimlachte toen ik mijn fiets naast hem stopte.
Aanvullen (deel 3)
Ging ik Mitchel nog appen dat ik al klaar was met werken? Nee, even niet.
Aanvullen (deel 4)
‘Tes,’ zuchtte ik. ‘Help.’
Aanvullen (deel 5)
Ik stond nog te staren terwijl Joep de laatste dingen het schap in duwde. Hij keek strak.
Aanvullen (deel 6)
Ik lag nog lang na te denken toen ik in bed lag.
Aanvullen (deel 7)
‘Hey loverboy, hoe is het?’
Aanvullen (deel 8)
‘Joep? Levy? Hebben jullie zo even?’
Aanvullen (deel 9)
‘Noah,’ zuchtte mijn moeder.
‘Wat?’ vroeg hij geërgerd.
Aanvullen (deel 10)
Ik had er voor gezorgd dat we met zijn vieren waren, Noah en Bram gingen met Melle en mij op pad.
Aanvullen (deel 11)
Tessa keek me met grote ogen aan. ‘Nee!’
Ik grijnsde. ‘O jawel.’
Aanvullen (deel 12)
Ik was verdwaasd, bleef denken aan dat moment op het bankje in het park.
Aanvullen (deel 13)
Ik liep gapend naar Adam toe.
‘Ook goedemorgen,’ lachte hij.
Aanvullen (deel 14)
Tessa had me nog geappt toen ik bij Joep was, maar daar had ik mooi nog niet op gereageerd.
Aanvullen (deel 15)
‘Wat een lul.’
Aanvullen (deel 16)
‘Hey Adam.’
Hij keek me aan. ‘De week gaat weer beginnen.’
Aanvullen (deel 17)
Oké, ik vond het spannend. Joep naast me ook.
Aanvullen (deel 18)
Ik zat in gedachten achter in de auto. Op weg naar Melle.
Aanvullen (deel 19)
Ik keek mijn moeder weer aan.
Ze lachte. ‘Denk je dat wij gek zijn?’
Aanvullen (deel 20)
Ik hoorde meteen aan zijn stem: dat klonk dringend.
Aanvullen (deel 21, slot)
Noah zat tegenover mij.