Mysterie (deel 16)
Ik keek naar Loïc en glimlachte. ‘Hoe was het?’ ‘Goed, echt,’ zei hij nog steeds glunderend. Ik stond op, zette de twee stappen naar hem toe en pakte hem vast. ‘Ik zei toch dat je moest gaan.’ ‘Ik ben blij dat ik naar je geluisterd heb.’ ‘Helemaal gelukkig nu?’ Zijn armen trokken samen om mijn lichaam. Hij zuchtte. Zijn ademhaling werd zwaarder. Ik aaide over zijn rug en kuste hem boven op zijn hoofd. Dat deed het hem. Loïc brak en liet zijn tranen stromen. [ verder lezen ]