Mysterie (deel 15)

Ik moet achterdochtig gekeken hebben, want Loïc nam me mee naar een tafeltje. Maurice ging terug de keuken in, na de belofte iets lekkers voor ons klaar te maken. Loïc keek me half grijnzend aan.
‘Is dat…’ begon ik.
Loïc knikte. Mijn mond viel open.
‘Snap je nou waarom dat nooit iets had kunnen worden?’
‘Ik begin het te begrijpen.’
Maurice zette twee borden op tafel. Loïc maakte een compliment, Maurice bedankte hem met een hand op zijn schouder. Ze glimlachten naar elkaar. Ik kreeg er een raar gevoel bij. Dit moest ik even verwerken. Ik had van alles verwacht, door de verhalen van Loïc snapte ik wel dat er iets speciaals was met die Maurice, maar dit? Loïc zag het aan me.
‘Ik zei toch al dat het een heel verhaal was?’
‘Ja, maar dit had ik niet verwacht.’
Maurice was druk bezig met andere klanten. Ik keek nog een keer naar hem. Ik kon het niet bevatten. Loïc keek serieus.
‘Het overviel mij ook toen hoor.’
Ik haalde nog een keer mijn schouders op terwijl ik Maurice rond zag lopen. Loïc had zijn borg leeg. Ik nam mijn laatste happen. Maurice kwam weer aan tafel en vroeg of we nog wat wilden drinken. Loïc schudde zijn hoofd. Ze zeiden nog wat tegen elkaar. Loïc glimlachte naar hem. Er lag een heel verleden in die blik. Maurice maakte een gebaar dat we niet hoefden te betalen. Loïc bedankte hem en zei nog wat, Maurice glimlachte en knikte. Ik kreeg een hand van hem, Loïc en hij hielden elkaar even vast. Daarna gingen we naar buiten. Dat afscheid, zo vriendelijk… zo gespeeld. Zo geforceerd. Loïc keek recht voor zich uit en liep door. Ik volgde hem en zag dat hij weer naar de boulevard liep. Daar ging hij zitten, op een muurtje.
‘Weet je,’ begon hij zonder dat ik er naar hoefde te vragen, ‘ik wist ook niet wat me gebeurde. Ik wist dat ik homo was, dat viel niet meer te ontkennen. Ik kreeg een bijbaantje in dat restaurant. Maurice en ik konden het meteen goed met elkaar vinden. Ook de anderen die er werkten. Altijd lachen. Af en toe bleef ik na het werk nog even, als het al wat rustiger was. Maurice had al snel door dat er wat aan de hand was. Ik heb het hem verteld, over mijn twijfels, mijn gevoel. Hij begreep me. Ik wist het toen al van hem. Daarom vond ik ook dat hij de beste was om er over te praten. Ik wist niet met wie anders.’
‘Bij jullie op school zal het wel hetzelfde zijn als bij ons.’
‘Precies. Al bleek later dat ze er heel relaxed mee omgingen, toen met Max. Maar ik was als de dood dat ze het zouden ontdekken toen. Ik moest toch mijn verhaal kwijt. Maurice was de ideale persoon. Ik vertrouwde hem. Van het een kwam het ander.’
Ik keek hem vragend aan.
‘Nee, hij begon niet. Ik. Hij heeft het ook nog lang tegen gehouden. Ik probeerde van alles, tegen hem aan hangen, een kus geven als ik weg ging na het werk. Ik wilde hem. Hij had het wel door, maar deed er niets mee.’ Hij glimlachte naar me. ‘Maar toch gebeurde het.’
Ik was alles nog steeds op een rijtje aan het zetten.
‘Hij was alles voor me, echt. Ik kon alles bij hem kwijt. Mijn maatje. Problemen op school, verliefdheden, hij luisterde altijd. Troostte me als dat nodig was.’ Hij staarde voor zich uit. ‘Mijn maatje. Beste vriend.’
‘Maar wat jullie hadden was toch een flinke stap verder.’
‘Ik was nieuwsgierig. Ik wilde weten hoe het was.’ Hij grinnikte. ‘Oké, ik was gewoon geil, wilde seks. En vooral met hem. Als je me vooraf had gezegd dat ik met een volwassen man seks zou hebben dan had ik heel hard gelachen. Maar met hem klopte het gewoon. We hadden een band.’
‘Ik kan het wel begrijpen denk ik.’
Loïc sloeg een arm om me heen. ‘Dank je. Je bent de eerste.’
‘Maar daarom begon je over dat leeftijdsverschil toen ik naar Petra keek?’
Hij knikte. ‘En dan valt dat bij jullie nog mee. Maar iedereen om je heen snapt er niets van. En dan moet je stevig in je schoenen staan. Bij Maurice en mij was dat onmogelijk.’
Nu zat ik voor me uit te kijken en na te denken.
‘Bij jullie is dat verschil er straks niet meer. Bij mij en hem wel. Als ik twintig ben, is hij al bijna veertig. Dat verschil blijf je zien.’
‘En merken.’
‘Ja. Dat feest vanavond… Als ik nog iets met hem zou hebben dan had ik hem niet mee kunnen nemen. Daar had hij niet tussen gepast.’
Ik knikte.
‘Misschien komt het ook wel omdat mijn ouders mij vrij hebben gelaten. Ik stond al vroeg op eigen benen. Ze waren ook vaak niet thuis. Werk. Terwijl vrienden nog alles door hun ouders lieten doen deed ik veel zelf. Dat merkte ik aan Max. Die kon mij af en toe niet bijhouden, leek het wel. Maurice wel. Die zorgde ook voor zichzelf.’
Ik knikte.
‘En de seks was goed. Fantastisch zelfs, dat hielp ook wel mee.’
Ik keek naar hem en zag zijn brede grijns.
‘Ik heb veel van hem geleerd.’
‘Ik wil geen details.’
Loïc lachte. ‘Albert had er een hoop plezier van.’
Ik keek naar hem maar hij lachte niet meer.
‘Hij moest eens weten,’ zuchtte hij.
‘Je hebt hem niets over Maurice verteld?’
‘Jawel, net zoveel als ik jou verteld heb. Niets over zijn leeftijd, over hoe het precies zat.’
Ik zuchtte en schudde mijn hoofd.
‘Wat?’
‘Ik weet niet. Is dat de reden dat je hem niet meer wilde zien?’
‘Beetje. Josh, hij is nog zo groen, zo onschuldig in zijn ideeën. Dit snapt hij nooit.’
‘Als je het hem nooit vertelt dan kom je daar nooit achter.’
‘Vergeet het. Dat ga ik hem niet vertellen.’
‘Zelf weten.’
‘Als jij zo’n geschiedenis had, zou jij dat aan je nieuwe vriend vertellen?’
‘Weet ik niet.’
‘Dat bedoel ik.’
‘Maar als je vindt dat je zoiets niet kunt vertellen, dan vindt je nooit meer iemand.’
‘Misschien wel niet.’
Loïc stond op en liep bij me weg, terug naar de camping. Ik sprong van het muurtje en liep snel achter hem aan.

Ik hoorde de muziek al achter het huis toen we bij de voordeur stonden. Mooi huis, dat wel. Loïc grijnsde naar me.
‘Ik ruik een barbecue.’
Ik snoof. ‘Nou je het zegt.’
Hij lachte en trok me mee. We liepen om het huis heen, de tuin in. Loïc werd met een hoop gejoel onthaald. Hij bloosde. Ze feliciteerden hem, er waren cadeaus. Hij genoot van de aandacht van zijn vrienden. Ik werd voorgesteld, ze praatten tegen mij en kwamen er al snel achter dat mijn Frans niet goed genoeg was. Dat werd krakkemikkig Engels. Het maakte niemand wat uit. Ik was de vriend van Loïc dus ook een vriend van hun. De vriend van Loïc? Dat had ik goed verstaan? Ze gingen er maar meteen vanuit dat ik de vriend van Loïc was? Op zich niet gek natuurlijk. Loïc had niets in de gaten. Ik werd meegenomen naar de barbecue en ik kreeg een limonadeglas rode wijn in mijn handen geduwd.
‘Ze hebben ook witte als je wilt hoor,’ zei Loïc toen hij naast me kwam staan.
‘Misschien is dat beter.’
Loïc pakte het glas uit mijn handen en gaf me er eentje met witte wijn.
‘Je bent wel homo als je als jongen witte wijn drinkt hè?’
‘Dat moet dan maar,’ grijnsde ik.
Ik nam een slok en trok een raar gezicht. Hij lachte.
‘Beetje zuur zeker?’
‘Beetje maar,’ grinnikte ik.
‘Na het eerste glas heb je niets meer in de gaten. Dat went.’
‘Ik ga mijn best doen.’
Iemand gaf me een bordje en wees naar de barbecue. Ik glimlachte dankbaar. Er kwamen nog wat mensen de tuin in gelopen. Ze liepen meteen op Loïc af en feliciteerden hem. Ik bekeek het van een afstandje. Een meisje begon tegen mij te praten. Hoe leuk dat Loïc er weer eens was. En zo leuk dat ik was meegekomen. Ik knikte maar, zei dat ik het ook erg leuk vond zijn oude vrienden eens te ontmoeten omdat ik al zoveel over ze gehoord had. Wat moest ik anders? Ze glimlachte veelbetekenend. Ja, het was erg allemaal wat er toen gebeurd was. Maar Loïc was vrolijk en daar bedankte ze me voor. Hij moest wel veel van mij houden. Ik zag een jongen kijken. Ik keek even terug maar hij draaide zich om en begon tegen iemand anders te praten. Loïc kwam weer naar me toe.
‘Gezellig?’
‘Ja hoor. Leuke lui. Ze denken alleen dat ik jouw vriendje ben geloof ik.’
Loïc lachte. Daarna keek hij serieus. ‘Max is er ook.’
‘Waar?’ vroeg ik nieuwsgierig.
Hij keek even rond. ‘Daar, bij die tafel.’
Ik zag de jongen staan die net nog naar me had staan kijken. Hij keek weer even en draaide meteen zijn hoofd weer weg.
‘Hij is alleen,’ zei Loïc.
‘Zijn vriend is er niet bij?’
Loïc schudde zijn hoofd. Hij staarde.
‘Ga met hem praten dan,’ raadde ik zijn gedachten. ‘Vraag hoe het met hem gaat.’
‘Misschien.’
‘En leg uit dat ik jouw vriendje niet ben. Hij kijkt jaloers.’
‘Zou je denken?’
‘Dat zie je toch zo?’
‘Ik kan me niet voorstellen dat hij jaloers is.’
Ik schudde mijn hoofd nog maar een keer. Met mijn lege bordje liep ik weer naar de barbecue. Meteen werd mijn glas aangevuld. Voor de hoeveelste keer was dat ondertussen? Het meisje begon weer tegen me te praten. Weer over Loïc. Ik volgde het maar half, haar Engels was niet zo goed. En mijn Frans nog slechter. Ze vroeg hoe lang ik al iets met Loïc had, dat begreep ik dan weer wel. Ze keek verbaasd om mijn gezicht. Ik schudde mijn hoofd.
‘He’s just a friend’ zei ik. ‘Nothing more.’
Ze keek zover dat kon nog verbaasder. ‘Not?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Everybody sais so.’
Mooi accent had ze. ‘I’m not even gay.’
Nu glimlachte ze. Zonder te vragen vulde ze mijn halve glas weer tot de rand. Ik moest blijven eten, bedacht ik me. Dat ging anders niet goed met mij. Ik liep wat rond, was haar uit het oog verlopen maar een tijdje later stond ze ineens weer naast me. Ze nam me mee naar de rand van de tuin en ging zitten. Ze praatte de hele tijd tegen me. Ik kletste maar terug, ik begon me steeds meer op mijn gemak te voelen. In het begin liep ik een beetje onwennig rond, kende niemand, maar nu had ik het gevoel alsof ze al jaren een goede vriendin was. Het werd al snel later, ik had Loïc niet meer in de gaten. Waar was die trouwens? Ik zag hem nergens meer. Het meisje liep naar de tafel met glazen, ik stond op om te kijken waar Loïc was. Achter in de tuin zag ik een pad naar de duinen. Ik hoorde het water van de zee. Dat wilde ik zien. Ik liep tussen twee bomen door, er stond een hek open. Daarna kuierde ik door het zand. De zee was rustig, er was genoeg licht van de maan. Ik vergat alles om me heen en liep een stukje verder het strand op. Dit was mooi. Ik nam nog een slok wijn. Best lekker eigenlijk. Loïc had gelijk, na een paar glazen was het best lekker. Ik liep een stukje door. Even weg van alles. Ik ging in het zand zitten en keek in de donkerte. Ik dacht weer aan Maurice, aan Loïc. En aan Petra. Ik had hier best graag met haar willen zitten nu. Gewoon, dicht tegen elkaar aan. Ik hoorde iemand achter me. Ik keek niet om, het kon me niet interesseren, ik zat hier even op mezelf, met mijn gedachten en een glas wijn. Dat overigens al weer leeg was. Ik keek opzij en zag het meisje staan. Ze glimlachte en kwam naast me zitten. Ze pakte mijn arm, trok hem naar zich toe en goot de helft van haar glas in dat van mij. Ik nam weer een slok en bleef voor me uit in de verte staren. Waar was ik terecht gekomen? In Loïc zijn verleden, en hij liet het me allemaal zien. Als Albert hier eens bij had kunnen zijn. Hij had zoveel meer voor Loïc kunnen doen dan ik. Als Albert… Ik schrok van een kus op mijn wang en tegelijkertijd ook helemaal niet. Verrast was een beter woord. Ze sloeg een arm om me heen en kuste me nog een keer. Ik keek opzij en zag meteen haar gezicht dichtbij. Ik glimlachte, wilde uitleggen waar ik aan dacht.
‘Sssht,’ zei ze zachtjes.
Ze trok me tegen zich aan en hield me stevig vast. Petra flitste door me heen, daarna Loïc en daarna niets meer. De wijn deed de rest. Ik hing tegen haar aan, mijn hand wreef over haar rug. Langzaam verslapte haar greep, ze duwde zich wat van me af en keek me aan. Ze zei wat in het Frans maar ik snapte het niet. Ze zag mijn gezicht en lachte.
‘N’importe.’
Niet belangrijk? Het zal wel. Ik boog naar haar toe en kuste haar voorzichtig. Ze glimlachte en kuste me terug. Daarna ging ze staan. Er kwam iemand aan lopen. Het werd nog druk hier. Hij praatte tegen haar, ik hoorde de naam van Loïc. Was er iets met Loïc? Ik draaide mijn hoofd, keek ze onderzoekend aan. De jongen keek in de verte en glimlachte. Daar kwam hij aan. Loïc, samen met Max. Zou hij hetzelfde gedaan hebben als ik? Ik zou het nog wel horen. Met zijn allen liepen we terug naar de tuin. Loïc wierp me kort een spottende blik toe. Max grijnsde alleen maar.
‘Max en ik kwamen terug gelopen en zagen je zitten,’ zei hij even later tegen me.
Ik grijnsde.
‘We zijn maar even een stukje terug gelopen en blijven wachten.’
‘Je had wel door mogen lopen hoor.’
‘Ik was wel nieuwsgierig hoe dat af zou lopen.’
‘Vieze gluurder.’
Loïc lachte. Hij had duidelijk gedronken.
‘En wat heb jij met Max uit liggen spoken op het strand?’
Hij keek weer serieus. ‘Niets. Gepraat. Over zijn vriend.’
‘Die heeft hij nog?’
Loïc knikte.
‘Jammer?’
‘Nee. Het is goed zo.’
‘Gelukkig.’ Mijn blik volgde het meisje, ze liep naar de tafel met drank.
Niet verliefd worden,’ zei Loïc toen hij mijn blik volgde.
‘Wie is ze? Ze kwam net zomaar bij me zitten op het strand en kuste me.’
Loïc grinnikte. ‘Ze vindt je leuk. Zei ze aan het begin van de avond al. Je kende hier niemand, je stond een beetje hulpeloos rond te kijken, dat vond ze lief en aandoenlijk.’
‘Maar…’
‘Ze heeft gedronken en een vriend, Josh.’
Daar schrok ik toch van. ‘Is die er ook?’
‘Nee. Maak je geen zorgen. Hoewel… Hij is gewapend.’
‘Wat?’
Loïc lachte nu voluit. ‘Hij is militair, Josh. Geen paniek.’
‘Ik blijf wel uit haar buurt.’
‘Zelf weten.’
Er gingen al weer mensen naar huis. Ze namen afscheid van Loïc wat hem een beetje stil maakte. Hij dronk nog een glas wijn, snel. Het werd voor ons ook weer eens tijd om te gaan. Het meisje zag dat we gingen en kwam ons achterna toen we al op straat stonden. Ze zei wat tegen me, maar ik kon het niet verstaan. Zei ze nou hetzelfde als op het strand?
‘Je bent lief. En je moet niet zo piekeren,’ zei Loïc naast me met een grijns.
‘Ik zal het proberen,’ zei ik.
Loïc vertaalde het waarna ze glimlachte.
Ze pakte mijn handen en kuste me nog een keer. Het ging langzaam over in een trage korte zoen. Loïc was een eindje doorgelopen en wachtte op me. Ze kneep in mijn arm, keek me aan en liet me toen los. Nadat ze me nog een keer over mijn wang streelde draaide ze zich om en liep weer terug naar het huis. Ik bleef haar verdwaasd nakijken en liep nog meer in gedachten naar Loïc. Die zag mijn gezicht, sloeg een arm om mijn schouders en nam me mee terug naar de camping.

Hij liet zich met een zucht in bed vallen. Ik lag al op mijn zij, het bed draaide een beetje.
‘Waarom deed ze dat?’
‘Ze voelt zich alleen, ze dacht dat jij dat ook deed.’
‘Jullie hebben het echt over mij gehad hè?’
‘Ze wilde alles weten. Ik heb haar over Petra verteld.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Waarom?’
‘Ik wist niet wat ik anders moest zeggen. En volgens mij stond je daar ook aan te denken.’
‘Niet echt. Nou ja, een beetje.’
Ik hoorde hem glimlachen. Hij draaide zich op zijn zij. ‘Slapen.’
‘Leuke verjaardag gehad?’
‘Ja.’
Dat kwam er kort uit. In de stilte die viel hoorde ik hem zwaar ademhalen.
‘Loïc?’
Het bleef stil, hij draaide zich met een ruk om.
‘Loïc?’
Ineens stond hij op, liep het slaapkamertje uit en klapte de deur dicht. Ik duwde het dekbed weg en stond op. Loïc zat op de bank, benen gestrekt voor zich uit en duidelijk zijn tranen in te houden.
‘Loïc,’ zei ik zachtjes terwijl ik een arm om hem heen sloeg.
‘Waarom is alles zo moeilijk?’
Daar had ik geen antwoord op. Ik trok hem dichter tegen me aan. Loïc herstelde zich een beetje. Ik was weer een stukje nuchterder maar wilde toch echt gaan liggen.
‘Loïc, alsjeblieft. Kom mee terug naar bed. We gaan slapen.’
Hij knikte, liet zich meenemen. Ik bed kroop hij dicht tegen me aan.
‘Je bent lief.’
‘Jij ook, Loïc.’
Hij zuchtte. Ik deed mijn ogen dicht en viel langzaam in slaap. Kort daarna werd ik wakker van Loïc. Hij murmelde in zijn slaap. In het Frans, ik kon niet verstaan wat hij zei. Ik ging op mijn rug liggen en zakte weer langzaam weg toen Loïc stil was. Het meisje dwarrelde weer door mijn gedachten. Ze sloeg een arm om me heen, kroop tegen me aan. Ze streelde mijn buik, sloeg haar been over die van mij heen. Haar erectie duwde tegen mijn been. Haar wat? Ik werd wakker, Loïc mompelde weer.
‘Sorry.’ ‘Het spijt me zo.’
Waar zat hij met zijn gedachten. Ik voelde zijn lichaam dicht tegen me aan, hij wreef langzaam met zijn erectie tegen mijn heup. Wat was dit nou weer? Ik wilde kwaad worden, had even het idee dat hij verrekte goed wist wat hij aan het doen was. Maar toen hij weer mompelde snapte ik dat hij sliep. In ieder geval zich niet bewust van wat hij aan het doen was. Hij fluisterde weer.
‘Ik hou van je.’ ‘Albert?’
Ik sperde mijn ogen nu wijd open. Hoorde ik dat goed?
‘Loïc…’
Zijn gemompel zakte weer weg. Loïc lag weer stil, zijn arm hield me stevig in zijn greep. Ik voelde hem langzaam weer zacht worden tegen mijn been. Wat ging er toch allemaal door zijn hoofd heen? Dit was een rare dag geweest.

We werden pas laat wakker. Loïc lag nog steeds dicht tegen me aan, mijn arm lag nu ook over hem heen. Ik voelde me niet fris. Ik had een zwaar hoofd, mijn mond plakte en mijn arm tintelde. Ik draaide me op mijn rug, voorzichtig om Loïc niet wakker te maken. Hij kreunde zachtjes maar sliep gewoon door. Ik liet hem maar. Voorzichtig kroop ik over hem heen en ging naar het toilet. Ik was nog steeds moe. En ik had het koud. Het weer was duidelijk een stuk minder vergeleken met de dag ervoor. Ik was nog niet wakker. Ik wilde terug mijn bed in. Loïc had mijn plek in bed ingenomen. Hij lag dwars over het bed heen. Ik glimlachte. Ik draaide me om, de vloer van de caravan kraakte. Loïc deed zijn ogen open en keek naar me.
‘Morgen.’
‘Morgen,’ zei hij zacht.
Hij wreef in zijn ogen en rekte zich uit.
‘Ik ga even douchen.’
Hij knikte. Ik gooide mijn boxer op de grond en liep de douche in. Dat scheelde. Het water maakte me weer een stuk frisser. Straks nog een ontbijtje en dan was alles weer in orde. Ik droogde me af, stootte regelmatig tegen de wand aan en liep terug de slaapkamer in. Loïc lag nog in bed. Hij keek me aan.
‘Gadverdamme, wat zie jij er ineens wakker uit.’
Ik lachte. ‘Ga douchen, dat helpt.’
Loïc gooide het dekbed van zich af, trok zijn boxer uit en ging naast het bed staan. Het was smal. Ik kwam net overeind om een nieuwe broek uit mijn tas te pakken. Loïc pakte mij stevig vast. Hij kuste mijn wang.
‘Sorry voor het dipje gisteravond. Het was een leuke dag.’
Ik glimlachte. ‘Gelukkig.’
Loïc wreef over mijn rug, gaf me nog een korte kus en griste toen zijn handdoek mee. Ik bleef glimlachend achter. Ik trok mijn boxershort aan, pakte mijn broek en trok als laatste een T-shirt over mijn hoofd. Naast me bonkte Loïc tegen de wand en mopperde.
‘Loïc,’ zei ik door de deur heen, ‘zal ik broodjes gaan halen of zijn die crackers genoeg?’
Het water stopte, hij deed de deur een stukje open.
‘Crackers is genoeg hoor. Tenzij jij echt broodjes wil hebben.’
Ik schudde mijn hoofd. Hij grijnsde. Zijn haren waren nat, plakten op zijn hoofd. Druppels op zijn schouders, er liep een straaltje water van zijn schouder over zijn borst naar beneden. Loïc grijnsde en trok de deur weer dicht.

Na het ontbijt wilde Loïc het strand weer op. Hij was weer een stuk stiller.
‘Denk je nu?’ vroeg ik na een kwartier zwijgend zitten.
Loïc haalde zijn schouders op.
‘Max?’
‘Nee.’
‘Albert?’
‘Nee. Nou ja, ook een beetje.’
‘Maurice?’
Hij knikte.
‘Wat is er dan?’
‘Dat ik echt verliefd op hem ben geweest, maar hij niet op mij.’
‘Waarom denk je dat?’
‘Omdat hij een hekel aan me heeft.’
‘Zo zag het er niet uit, gisteren. Hij vond het leuk je weer te zien.’
‘Vond je? Hij bleef beleefd, mensen in de zaak.’
‘Oké, het zag er wat geforceerd uit. Maar dat is toch niet gek? Jullie hebben elkaar een tijd niet gezien, hij wist niet dat je zou komen, er zaten inderdaad mensen…’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Er is meer.’
‘Meer?’
‘We zijn niet leuk uit elkaar gegaan, Josh.’
Loïc staarde weer voor zich uit, zonder verder iets te zeggen.
‘Praat eens verder.’
‘Nee.’
Ik zuchtte. Ik snapte er helemaal niets meer van.
‘Dan zeg je niks,’ zei ik een beetje pissig.
Ik stond op, klaar om weg te lopen.
‘Ik heb hem toen voor het blok gezet, en niet te zuinig,’ zei Loïc voor zich uit. ‘Ik dacht alleen maar aan mezelf.’
Ik ging weer zitten.
‘Toen ik uit het ziekenhuis kwam wilde ik bij hem gaan wonen. Hij vond dat ik met mijn oom en tante mee moest gaan, dat was veel beter. Niemand zou het snappen als ik bij hem zou blijven. Ik vond dat onzin.’ Hij keek opzij, glimlachte flauw en staarde toen weer voor zich uit. ‘Ik heb er zelfs met mijn tante nog flinke woorden om gehad.’
‘Over Maurice?’
‘Over dat ik bij hem wilde gaan wonen.’
‘Vond ze dat niet goed? Goh, wat raar,’ zei ik spottend.
‘Het was ook een belachelijk idee. Dat weet ik nu ook wel. In het begin heb ik veel met hem zitten bellen. Ik bleef maar aandringen, ik wilde terug, bij hem zijn. Hij bleef maar volhouden dat het niet kon. Niet goed zou zijn. Het hele dorp zou er ook schande van spreken waarschijnlijk, hij zou zijn zaak wel kunnen sluiten en dan hadden we allebei niets meer. Ik heb hem toen verweten dat hij alleen maar aan zichzelf dacht.’
Ik keek verbaasd.
‘Ja, ik ben een lul, dat heb ik je al eens gezegd.’
‘Nee, je was verliefd.’
‘Ik ben een lul. Gisteren ook. Ik wilde hem nog een keer zien, dat geef ik toe. Ik durfde het niet. Hij was zo kwaad op me toen. Jij bleef maar vragen stellen over hem. Toen heb ik je ineens meegenomen. Twee vliegen in één klap, jij wist meteen hoe het nou allemaal in elkaar zat en hij zou niets kunnen doen.’
Mijn mond viel open. Loïc keek schuldig. Hij gaf me een hand.
‘De echte Loïc,’ zei hij, ‘aangenaam kennis te maken.’
‘Maar…’
‘Zo ben ik. Als ik iets wil dan wil ik het ook. Dan kan ik niet meer normaal denken. Ik ga over lijken.’
Ineens was hij stil, keek voor zich uit en draaide zijn hoofd iets van me weg.
‘Zo ken ik je niet.’
‘Wen er maar aan.’
‘Maar…’
‘Joshua, laat het. Ik ben zo. Ik wilde dat hij van me hield. Ik heb hem verleid, niet andersom. Hij wilde het niet, vond dat het niet kon, ik heb hem voor het blok gezet. Toen al. Ik kneedde hem iedere keer weer. Toen, daarna na dat ongeluk… En gisteren weer. Zomaar binnen stappen, alsof er niets gebeurd is. Ondertussen zitten er klanten in de zaak, ziet hij jou, weet hij dat hij niets kan zeggen.’
Ik werd achterdochtig. ‘Wat heb je tegen hem gezegd over mij?’
‘Niets. Hij vroeg met een omweg of jij mijn nieuwe vriendje was. Ik heb geen antwoord gegeven.’
‘Dus die denkt nu dat ik…?’
‘Misschien.’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Ik had het niet moeten doen gisteren.’
‘Misschien niet, misschien wel.’
‘Nee.’
‘Ga nog een keer terug dan. Zonder mij. Buiten openingstijden. Ga met hem praten. Leg het hem uit.’ Ik spreidde mijn handen voor me uit. ‘Zeg sorry voor mijn part.’
Loïc bleef voor zich uit kijken en haalde zijn schouders op.
‘Ik meen het. Ik denk dat je met hem moet gaan praten. Voor je weggaat hier. Nu is je kans.’
Loïc staarde voor zich uit.
‘Anders kun je het nooit afsluiten, Loïc.’
Hij haalde een keer diep adem.
‘Durf je niet?’
Hij keek me aan en schudde triest zijn hoofd.
‘Waarom durf je niet?’
‘Daarom niet.’
‘Waar ben je bang voor dan?’
‘Zoveel, Joshua, zoveel.’
‘Ik probeer me voor te stellen hoe dit allemaal voor jou zou moeten zijn, maar het lukt me niet. Ik mis iets volgens mij.’
Loïc keek me schamper lachend aan.
‘Je vertelt nog steeds niet alles.’
‘Nee, klopt,’ antwoordde hij kort.
‘Waar ben je bang voor dan?’ vroeg ik nog een keer.
Loïc zuchtte.
‘Bang dat hij gaat zeggen dat hij nooit verliefd op je is geweest?’
‘Dat was ook niet zo.’
‘Weet je dat, of denk je dat?’
Loïc staarde weer voor zich uit.
‘Loïc, alsjeblieft, ga nog een keer naar hem toe. Je krijgt er spijt van als je dat niet doet.’
‘Vergeet het.’
Zo bleven we zitten. Niets zeggend, voor ons uit kijkend. Ik kreeg niets meer uit hem.
‘Ik zou zo weer even kunnen gaan slapen,’ zei ik een tijd later.
Loïc lachte. ‘Ik ook.’
Ik ging achterover in het zand liggen. ‘Waarom doen we dat dan niet?’
Hij bleef zitten, keek op me neer. ‘Bed ligt beter.’
‘Geen zin om terug te lopen.’
‘Luilak.’
Hij duwde tegen me aan, ik protesteerde. Hij pakte mijn hand en trok me omhoog. Niet veel later lagen we op bed, en nog een paar tellen later sliep ik.

Ik werd twee uur later wakker. Loïc lag niet meer naast me. Het dekbed lag aan mijn voeten, Ik had het koud in alleen mijn boxershort. Ik zocht mijn kleren en kleedde me aan. Loïc was niet meer in de caravan. Dat kon van alles betekenen maar hij was waarschijnlijk naar het strand. Die zat na te denken. Dat deed ik ook. Ik kon echt niet snappen wat nou zo dwars zat bij Loïc. Er knaagde nog wat aan hem, maar hij wilde niet vertellen wat het was. Ik had maar één vermoeden: Maurice was waarschijnlijk de enige die hem kon helpen. Ik maakte me er zorgen over. Als Loïc nou eens niet zo koppig was en met hem ging praten. Ik pakte wat te drinken en zapte door de tv kanalen. Ik volgde er geen bal van, tot ik de muziekzender gevonden had. Dat stukje slapen had me goed gedaan. Na een half uur kwam Loïc weer binnen.
‘Hey, ben je wakker?’
‘Al een tijdje.’
‘Je sliep vast.’
Ik lachte. ‘Dat zal best.’
Loïc was vrolijk, dat was duidelijk te zien.
‘Waar ben je geweest?’

Hij glunderde bijna. ‘Maurice.’

© 2010 Oliver Kjelsson