Mysterie (deel 7)
Ik was boos, kwaad en over de zeik. En dat was aan me te zien. Iedereen in de klas keek af en toe kort naar me. Door die strakke blik maakte ik mezelf alleen maar meer verdacht. Ik keek naar Loïc. Die zat gewoon voor zich uit te kijken, nonchalante houding. Hoe deed hij dat toch? Ik voelde me schuldig, omdat ik het woord “verdacht” door mijn hoofd had laten gaan. Dat klonk niet goed. Er was niets verdachts aan. Toch was ik het. Dat [ verder lezen ]