Mysterie (deel 3)

Ik moest er nog even over nadenken. Ik kreeg het al benauwd bij het idee.
‘Kom op man, ga gewoon mee.’
‘Ik weet nog niet hoor.’
‘Waarom niet?’
‘Weet ik veel. Voelt ongemakkelijk.’
‘Ga je nou meedoen aan die vooroordelen? Ze doen niks hoor.’
Daar had hij me klem. Hij had wel gelijk. Maar ik zei niet meteen ja. Daar wilde ik toch nog even een nachtje over slapen.

‘En, wat vonden jullie van het museum?’
We protesteerden wat, de leraar vroeg het ook wel heel erg uitdagend.
‘Fijn om te zien dat het indruk heeft gemaakt. En omdat jullie het ook zo boeiend vonden krijgen jullie een werkstukopdracht. Met twee mensen een werkstuk over het onderwerp van de tentoonstelling.’
Nu protesteerde iedereen wel hard.
‘Ik wil de volgende les graag de namen hebben van de koppels die samen een werkstuk maken. Gaan we nu door met de les.’
Gert en ik keken elkaar aan en knikten kort. Dat was met een blik zonder woorden geregeld, wij maakten dat werkstuk samen. Om ons heen waren meer mensen die het al meteen afspraken. Langzaam maar zeker keerde de rust weer terug in het lokaal. Ik zuchtte een keer. Dat werd opzoeken op de website van het museum waar het over ging. Zoveel had ik niet gezien. Ik had een groot deel van de tijd op dat bankje gezeten met Loïc. Aan Gert had ik waarschijnlijk ook niet veel. Die had natuurlijk de hele tijd Mariska in de gaten lopen houden. Ik grinnikte zonder dat ik er echt erg in had. Gert stootte me aan.
‘Wat is er?’ fluisterde hij.
Ik schudde mijn hoofd. ‘Niks.’

‘Ik heb bijna niks gezien,’ zei Gert in de pauze.
‘Nee, jij hebt de hele tijd Mariska in de gaten lopen houden.’
Ik kreeg een stomp tegen mijn arm.
‘We pakken internet er wel bij,’ zei ik, ‘en ik heb een folder meegenomen.’
‘Jij hebt de hele tijd op dat bankje gezeten met Loïc. Jij hebt helemaal niets gezien.’
‘Nee. Maar daar komen we wel uit. Waar is hij eigenlijk?’
‘Geen idee. Maakt dat wat uit?’
‘Nee, niet echt.’
We liepen naar binnen, waar een stel klasgenoten aan een tafel zaten te kaarten. Gert en ik pakten er een stoel bij en bleven kijken. Ik zag Loïc binnen komen. Hij keek een keer rond, zag ons aan de tafel zitten en kwam langzaam naar ons toe gelopen. Hij bleef staan, keek naar het spelletje wat gespeeld werd. Het potje was uit, sommigen hadden geen zin in nog een ronde. De stapel kaarten lag midden op tafel.
‘Jullie meespelen?’ vroeg iemand aan Gert en mij.
Ik schudde mijn hoofd. Ook Gert had geen zin.
‘Jij?’ De jongen vroeg het met een schuine blik omhoog, naar Loïc.
‘Ik ken de spelregels niet,’ zei Loïc terwijl hij ging zitten op een vrijgekomen stoel.
‘Dat leren we je wel maar we komen nog iemand te kort.’
Loïc zei niets maar hij pakte de stapel kaarten van tafel en begon ze te schudden. Even zoals je dat normaal doet, daarna ging hij verder met één hand. De jongen viel stil en bleef met grote ogen kijken. Loïc legde ze met één hand in een strook op tafel, liet ze als een soort domino-effect allemaal omdraaien. Ineens gingen zijn handen sneller, twee stapeltjes ritselden kaart voor kaart, om en om in elkaar. Loïc had door dat we zaten te kijken en kreeg een grijns op zijn gezicht. Hij maakte er een waaier van en hield ze voor mijn neus.
‘Pak een kaart.’
Ik voelde ogen op me gericht, pakte een kaart en keek.
‘Mij niet laten zien.’ Hij maakte een stapeltje in zijn hand en hield een deel ervan omhoog.
‘Stop maar weer terug.’
Ik stopte hem terug, Loïc schudde een keer en gaf het stapeltje toen aan mij.
‘Schud maar een keer.’
Ik deed het, een beetje stuntelig, en gaf het aan hem terug.
‘Let op.’
Hij maakte een waaier, hield die voor zich en liet langzaam een kaart naar boven komen.
‘Pak hem maar,’ zei hij.
Ik pakte hem en draaide hem om.
‘Is dat ‘m?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Merde.’ Hij deed alsof hij schrok van zijn eigen woorden. ‘Sorry. Zijn die kaarten van jou?’ Hij keek naar de jongen die naast hem zat. Die knikte.
‘Slechte kaarten,’ zei Loïc. ‘Daar kan ik niks mee.’
De jongen keek verbaasd, net als wij.
‘Ze luisteren niet,’ ging Loïc verder, ‘gaan hun eigen gang. Ongehoorzame kaarten zijn het ergste wat er is. Die lopen weg.’
Voor de jongen iets kon zeggen had Loïc zijn hand in de jongen zijn open vest gestoken, om hem meteen weer terug te trekken, met de kaart tussen zijn wijs- en middelvinger.
‘Kijk,’ zei Loïc droog, ‘daar is ie.’
Meteen daarna toverde hij een grijns op zijn gezicht. Er vielen monden open. Even keken Loïc en ik elkaar aan en glimlachten.
‘Nog eentje,’ zei de jongen naast hem.
‘Morgen,’ zei Loïc, ‘dan neem ik zelf kaarten mee.’
De jongen keek teleurgesteld, net als wij.
‘Mijn kaarten. Betere. Die wel gehoorzamen.’
Loïc stond op, klopte een keer op zijn schouder en lachte naar de jongen. Hij liep naar buiten, ons achterlatend, met een hoop geroezemoes. Gert keek naar mij. Ik kon alleen maar glimlachen.
‘Ik zei het je al, rare gast.’
‘Ja,’ knikte ik, ‘erg raar.’
‘Wat is dat met die jongen?’
‘Niemand weet het,’ zei ik.
Maar ik wilde het weten. Ik wilde weten wat voor verhaal achter Loïc zat.

De dag erna was het tijd om de werkstukken te regelen. De leraar ging de namenlijst langs en noemde namen. Toen hij Gert zijn naam opnoemde keek Gert me eventjes aan.
‘Joshua,’ zei hij.
De leraar schreef het op en ging verder.
‘Loïc?’
Loïc bleef voor zich uit kijken. ‘Albert,’ zei hij droog.
De leraar schreef het op en ging de lijst verder af. Er schoten wat blikken heen en weer. Ook ik vond het verrassend. Ze hadden samen even door het museum gelopen, maar meer ook niet. Mariska keek naar Loïc, toen naar Albert waarna haar blik bij mij bleef hagen. Ik keek maar gewoon neutraal. Ik wist het verder ook niet. Ik zag ook niets raars aan het gezicht van Albert. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was.

‘Hoe lang moet dat werkstuk zijn?’ Gert zuchtte.
‘Minimaal duizend woorden, maximaal weet ik niet, dat heeft hij er niet bij gezegd.’
‘Alsof iemand meer dan duizend woorden gaat doen,’ grinnikte hij.
‘Precies. En dan moeten er nog plaatjes bij.’
‘Die plukken we wel van het net.’
‘Als we daar eens mee beginnen, dan kunnen we kijken wat we daar bij kunnen verzinnen.’
Gert zuchtte. We zaten bij hem thuis, in de woonkamer aan de eettafel, achter hem stond de computer. Hij draaide zijn stoel en begon te zoeken op internet.
‘Hoe heette dat museum ook alweer?’
Ik schoot in de lach.
‘Ja, hallo, ik zei toch dat ik het niet interessant vond?’
Ik viste de folder uit mijn tas en gooide die voor hem op het toetsenbord. ‘Achterop staat het webadres.’
‘Wow. Jij hebt je echt voorbereid.’
‘Goed hè?’
‘Nog meer tips?’
‘Nee, ik ben even leeg.’
‘Jammer,’ zei hij voor zich uit met zijn blik op het scherm. Hij klikte verder.
‘Deze doen?’
‘Is goed, dat stond in de hal toen we binnen kwamen.’
‘Het kwam me al bekend voor,’ lachte hij.
Grinnikend werkten we verder. Zijn zus kwam binnen.
‘Hoi,’ zei ze redelijk ongeïnteresseerd.
‘Hey,’ reageerde Gert koeltjes.
Typisch broer en zus.
‘Hoi Joshua.’ Dat kwam er een stuk vrolijker uit.
‘Hoi Petra.’
‘Mag ik zo op de computer?’
‘We zijn met een werkstuk bezig,’ mompelde Gert. Hij haalde zijn gezicht niet van het scherm. ‘Deze ook doen?’
Ik keek weer met hem mee. ‘Is goed.’
‘Hier staat tenminste bij wat het is.’
‘Ja, daarom.’
‘Wanneer zijn jullie klaar?’ hoorden we achter ons.
‘Dat weet ik niet,’ reageerde Gert bits.
‘We moeten dit werkstuk aan het einde van de week af hebben,’ zei ik bemiddelend. ‘En de rest van de week moet ik repeteren voor toneel.’
Ze keek geërgerd door de opmerking van haar broer, maar na mijn uitleg trok haar gezicht weer bij.
‘Oké,’ zei ze.
Ik glimlachte verontschuldigend. Ze glimlachte terug en ging naar boven.
‘Zeur,’ mopperde Gert.
‘Zo erg is ze niet.’
‘Het is jouw zus niet. Dat scheelt. Ik denk dat we genoeg plaatjes hebben.’
‘Meer dan genoeg. Bovendien kunnen we ze nog groter of kleiner maken. Nu de tekst nog.’
‘O ja.’
Ik lachte, Gert stond op en nam onze twee lege glazen mee.
‘Ik schenk nog wat in, dan kun jij vast met de inleiding beginnen.’
‘Ja, bedankt weer.’
Gert lachte. ‘Maak je nuttig, Joshua,’ zei hij terwijl hij de twee glazen optilde, ‘dat doe ik ook.’
‘Als ik Mariska was geweest, had je dat dan ook gezegd?’ vroeg ik toen hij weer naast me kwam zitten.
‘Dan waren we niet met dat klote werkstuk bezig geweest en had ik nu met je zitten zoenen.’
‘Je zult het toch met mij moeten doen.’
‘Wat? Zoenen?’
‘Dat werkstuk, lul.’
Gert lachte en schoof het toetsenbord naar mij toe. Ik kon even geen woord op het scherm krijgen. Zoenen. Met Gert? Nooit. Maar door dat toneelstuk dacht ik er toch over na. Ik keek even naast me, zag de zijkant van zijn gezicht. Ik zag Kelvin weer naast me. De dag erna zou hij weer langs komen. We zouden weer samen gaan repeteren. Ik wilde hem verrassen. Voor hij er erg in had een kus geven. Wat dat betreft werkte zijn uitdagende gedrag aanstekelijk. Ik had me voorgenomen hem een flinke kus te geven. Hij wilde verrassen? Hij wilde iedereen versteld laten staan? Dat ging hij dan maar eens meemaken, wat dat was. Ik ging hem een kus geven. In ieder geval op zijn wang. Voorzichtig. Ik vroeg me af hoe dat zou zijn. Hoe hij zou reageren. Hoe het zou voelen. Hoe het zou zijn als ik mijn lippen op die van hem zou drukken, of op zijn wang. Het zou vast anders zijn dan een kus geven aan mijn moeder. De mond van iemand van mijn eigen leeftijd, een jongen. Of de huid van zijn wang, zou die zacht zijn, of juist….
‘Hallo, waar ben jij ergens?’
Ik knipperde een keer met mijn ogen.
‘Aarde aan Joshua. Oehoe. Werkstuk. Inleiding. Joshua. Typen. Weet je wel? Waar zat je ergens?’
‘Nergens.’ Ik trok het toetsenbord nog wat dichter naar me toe en begon wat te typen. Gert las tegelijk mee.
‘Mooi,’ zei hij. ‘Alsof we er echt geweest zijn.’

‘Eerst de tekst zo weer een keer doen?’
Ik knikte. Ik zat op mijn bureaustoel, hij zat op mijn bed. We oefenden de zinnen weer, die we moesten zeggen. Het gesprek tussen ons. Ik vond het nog steeds mooi in elkaar gezet. Als je niet wist wat er zou gebeuren dan had je niets in de gaten, maar als je naderhand zag wat er gebeurde dan snapte je de zinnen ineens op een heel andere manier. Knap gedaan. Ik ging er bijna mechanisch doorheen.
‘Nog een keer,’ zei Kelvin, ‘nu zonder het script.’
Ik begon weer.
‘Met gevoel, Joshua. Meer met gevoel.’
Ik keek verstoord.
‘Je leest het gewoon op uit je hoofd, lijkt het wel. Je moet nerveus zijn.’
Ik knikte en begon weer opnieuw. Hoofd leeg, inleven in de situatie.
‘Gaat goed,’ zei Kelvin naderhand. ‘Die trilling in je stem bij die zin als je dichter tegen me aan komt zitten. Vasthouden. Die is steengoed.’
Ik glimlachte maar.
‘Kom,’ zei hij terwijl hij naast zich op mijn bed klopte, ‘zitten. Doen we nog een keer.’
Ik stond op, ging naast hem zitten, op mijn bed. Mijn bed. Mijn veilige haven eigenlijk, maar nu voelde ik me zwaar ongemakkelijk. We keken even naar elkaar.
‘Goed,’ zei hij. ‘Jij begint.’
Ik haalde diep adem en begon, hij viel in. Het ging goed, mijn stem trilde weer bij die ene zin terwijl ik mijn schouder tegen die van hem drukte.
‘Gaaf hoe je dat doet,’ zei Kelvin enthousiast naderhand, ‘alsof je echt nerveus bent.’
‘Het begint steeds meer te wennen,’ zei ik maar.
Onzin. Ik was écht nerveus. Ik wist wat ik wilde doen. En ik voelde me erg ongemakkelijk.
‘Nog een keer,’ zei ik, ‘nu met alles erbij.’
‘Ja,’ zei Kelvin kort.
Ik begon weer. Mijn knie drukte tegen die van hem, ik leunde zijn kant op, hij drukte met zijn schouder terug. Ik ging het doen. Hij zou schrikken, maar ik zou zijn respect krijgen, dat wist ik zeker. Wat me een beetje dwars zat was dat in het script niet stond wie van ons twee de eerste kus gaf. We deden het eigenlijk tegelijk. Het was zover. Zijn laatste zin was eruit. De kus moest meteen volgen. Kelvin en ik keken elkaar aan, we sloten onze ogen. Mijn hoofd ging dichter naar die van hem en voor ik het wist zat mijn neus weer tegen zijn schouder. Ik zuchtte. Ik kon het niet. Dat was niet waar. Als ik echt wilde kon het gewoon. Ik durfde gewoon niet. Ik hield mijn arm om hem heen, duwde mijn neus nog wat dieper in zijn nek. Hij liet zijn hand wat heen en weer bewegen over mijn rug.
‘Nog een keer?’ vroeg hij voorzichtig.
‘Nog een keer,’ zei ik maar.

Beneden, bij de voordeur baalde ik van mezelf. Ik had dus niet genoeg lef gehad. Ik had hem niet gekust.
‘Ging goed,’ zei Kelvin. ‘We komen dicht in de buurt van hoe het moet zijn.’
‘Ja,’ zei ik, ‘gaat goed.’
‘Corné en de rest vallen om als ze ons zien bij de repetitie.’
‘Zeker weten.’
We lachten. Dit voelde goed. We hadden het al goed in onze vingers, dat ging bij de repetitie indruk maken bij de anderen. Ik keek naar Kelvin. Hij keek me even serieus aan.
‘Ik had je willen verrassen,’ zei hij. ‘Ik had je zonder te vooraf te zeggen willen kussen.’
‘Ik jou ook.’
‘Echt?’ Zijn mond viel half open.
‘Ik had je voor het blok willen zetten.’
‘Moeilijk hè?’
Ik knikte. ‘Ik word er gek van. Af en toe denk ik dat ons idee om het vooraf te oefenen alles alleen maar erger maakt.’
Hij glimlachte verlegen. ‘Het gaat ons wel lukken. Zeker weten.’ Hij keek nog even naar de grond, de voordeur stond al open. ‘Ga je mee vrijdag?’
Hij overviel me met die vraag. Ik had er genoeg over nagedacht, maar ik wist niet of ik dat wel durfde.
‘Kom op man, ga mee.’
Ik grinnikte. ‘Durf je niet alleen?’
Dat trof doel.
‘Nee,’ zei hij. ‘Dat durf ik niet. Alsjeblieft, ga mee. Ik heb je nodig. Wij hebben het nodig denk ik. Gewoon, kijken hoe het daar is, hoe dat allemaal gaat. Misschien raken we wel aan de praat, kunnen we uitleggen waarom we daar zijn. Misschien hebben ze wel tips voor ons.’
Ik knikte.
‘Dat is een ja?’
Ik knikte nog een keer. ‘Ja. Zeg maar hoe laat.’
Hij pakte mijn schouder en kneep. Hij kwam naar me toen en hield me even vast.
‘Gaaf Joshua. Ik denk dat we een te gekke avond gaan krijgen.’

‘En gaat het een beetje goed?’
Ik knikte naar mijn moeder. Ik had Kelvin uitgezwaaid en was in de bank geploft, met mijn blik naar de tv. We keken elkaar even aan, haar spottende blik zei me genoeg.
‘Wat zit je dwars?’
‘De tekst zit er in, dat is het probleem niet.’
‘Maar?’
‘Weet ik veel.’
‘De kus?’
Ik zuchtte en knikte. Ze glimlachte naar me.
‘Lach niet. We oefenen, maar die kus is zo’n drempel… We kunnen het niet. Het voelt zo raar, alleen al als ik er aan denk. Kelvin heeft hetzelfde. Hij wil voordat we het op de toneelclub gaan repeteren al gedaan hebben, om ze te verrassen, gewoon repeteren en zoenen, alsof er niets aan de hand is. Iedereen heeft het script gelezen, ze weten dat het gaat gebeuren. En dan bij de eerste repetitie van dat stuk gewoon bam! Zoenen. Iedereen verrassen.’
Ze glimlachte.
‘Maar het is moeilijker dan we dachten.’
‘Het is denk ik hetzelfde als een meisje zoenen, alleen nu is het met iemand waar je verder niets voor voelt.’
Ik keek naar haar. Ze keek terug alsof ze me meteen begreep.
‘Nee, inderdaad, ik heb nog nooit gezoend. Ook niet met een meisje.’
Ze glimlachte weer.
‘Wat lach je nou?’
‘Ik heb nu een gesprek,’ glimlachte ze, ‘dat bijna geen moeder heeft met haar zoon.’
‘Mam, dat is niet grappig.’
Ze stond op uit haar stoel, kwam naast me zitten op de bank en sloeg haar arm om me heen. Ze gaf een kus op mijn wang.
‘Ik mag het toch wel fijn vinden dat je dat soort dingen gewoon tegen mij vertelt?’
‘Zo gewoon is het niet hoor.’
‘Jongen toch. Denk je nou echt dat iedereen van vijftien al gezoend heeft? Kom op nou. Ga eens met je vader praten.’
‘Pap?’
‘Ik was zijn eerste. Hij was toen zestien, Joshua.’
‘Dat ben ik ook bijna.’
Ze knuffelde me. ‘Wat je kunt doen is aan een leuk meisje denken als je met Kelvin moet zoenen.’
Of ik wilde of niet, ik kreeg een rood hoofd.
‘Hoe heet ze?’ grinnikte ze.
‘Dat ga ik niet zeggen.’
Ze kuste mijn wang weer. ‘Hoeft ook niet. Maar misschien helpt het.’
‘Mam?’
‘Ja?’
‘Ben ik nou gek als ik wil dat mijn eerste zoen met haar is, in plaats van met Kelvin?’
Nu lachte ze. ‘Nee, dat is niet gek. Je eerste zoen vergeet je nooit meer.’
‘Maar ik denk niet dat het ooit gaat gebeuren.’
Ze lachte, hard. ‘Dat denkt iedereen op die leeftijd.’
‘Mam?’
‘Zeg het eens?’
‘Ik ga vrijdag uit met Kelvin.’
‘O?’
‘Er is een jongerenavond in de gaykroeg in de stad. Daar willen we naar toe, om te kijken hoe het is, hoe het daar gaat.’
‘Maar?’
Ze had de twijfel in mijn stem gehoord.
‘Ik weet niet of ik moet gaan.’
‘Ik ben misschien de eerste moeder die blij is dat haar zoon naar een homokroeg gaat. Ik vind dat je het moet doen. Open je ogen, verbreed je horizon. Goed dat je het doet. Ook al ben je zelf niet zo, goed dat je daar gaat kijken, hoe het gaat, zien dat het ook gewoon mensen zijn.’
Ik knikte. ‘Ik ga.’
‘Goed zo. Of probeer je me nou te vertellen dat je echt homo bent?’
‘Mam!’
Ze lachte en aaide een keer door mijn haar. ‘Maakt niet uit, jongen. Of je het nou bent of niet. Als je maar gelukkig bent.’
‘Ik ben géén homo.’
‘Eigen keus. Des te sterker dat je deze rol wil spelen.’
Daar kon ik om glimlachen. Ze had ook wel gelijk. Ik gaf haar een kus op haar wang en ging naar boven. Ik was moe, ik wilde naar bed. Haar wang voelde vast anders dan die van Kelvin.

‘Nou, klaar voor?’
Ik knikte, maar nerveus was ik wel. Kelvin trok de deur van zijn huis achter zich dicht en pakte zijn fiets.
‘Ze moesten eens weten waar we heen gaan,’ zei hij samenzweerderig.
‘Weten jouw ouders dat niet dan?’
‘Nee, jouw moeder wel dan?’
‘Die heb ik het gewoon verteld ja.’
‘Wat zei ze?’
‘Volgens mij dacht ze even dat ik echt homo was,’ lachte ik. ‘Maar ze vond het goed dat ik daar eens ging kijken.’
‘Gaaf.’
Ik mompelde nog wat dat ik dat ook vond, maar verder zeiden we niet veel meer. Ieder zijn eigen gedachten. We fietsten traag. Alsof we probeerden het uit te stellen. In de stad zetten we onze fietsen in de stalling en liepen langzaam naar de homokroeg. Er liepen twee jongens voor ons.
‘Zouden die er ook naar toe gaan?’ vroeg Kelvin.
‘Geen idee. Ze zien er niet zo uit.’
Niet veel verder gingen de twee jongens een andere kroeg binnen.
‘Nee, dus,’ zei Kelvin droog.
Ik lachte.
‘Als er een jongen achter me aan gaat zitten, dan zeg ik dat jij mijn vriendje bent hoor.’
‘Dat had ik ook al bedacht.’
Kelvin lachte. ‘Als ze dan bewijs willen hebben dan moeten we wel zoenen.’
Voor we er erg in hadden stonden we voor de deur. We aarzelden.
‘Naar binnen?’ vroeg Kelvin voorzichtig.
‘Daar zijn we voor de stad in gegaan.’
Hij haalde een keer diep adem. ‘Daar gaat ie dan.’
‘Ja,’ zei ik alleen maar.
Toen ging de deur al open. We hadden ook al een tijdje voor de deur staan treuzelen.
‘Hallo, kom binnen.’
Een kolos van een uitsmijter hield de deur open, maar hij klonk vriendelijk en vrolijk. Ik liep achter Kelvin aan. We betaalde entree, kregen een kaart waarop de drankjes werden bijgeschreven zodat we bij de uitgang alles ineens konden betalen.
‘Samen op één kaart?’
We knikten maar.
‘Dan moeten jullie ook tegelijk weer naar buiten, maar jullie zien er zo gelukkig uit samen, dat zal wel lukken.’
We glimlachten verlegen.
‘Eerste keer hier?’ vroeg de uitsmijter.
We knikten.
‘Jas kun je daar ophangen voor een euro, door die deur heen ga je naar binnen. Veel plezier.’
We glimlachten terug naar zijn vette knipoog. Voorzichtig gingen we de deur door, ik was nieuwsgierig wat ik zou aantreffen. Het was nog niet echt druk, er stonden jongens aan de bar en aan de rand van de dansvloer. Gewone jongens, viel me meteen op. Niks bijzonders. Ik voelde me meteen schuldig dat ik dat dacht.
‘Iets drinken?’
Ik knikte.
‘Bier?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Je ziet er uit als zestien, anders hadden ze je niet binnen gelaten denk ik.’
Ik grijnsde. Kelvin liep naar de bar, ik bleef dicht in zijn buurt. Naast ons aan de bar stonden twee jongens, die me even aankeken. Ik voelde me ongemakkelijk. Ik glimlachte maar een keer, ze glimlachten terug. Dat waren dus homo’s. Zouden ze me nu aan het bekijken zijn? Zouden ze nu iets denken? Man, wat was dit ongemakkelijk. Kelvin bestelde en gaf mij niet veel later mijn biertje.
‘Eerder bier op?’
‘Jawel.’
‘Oké, dan hoef ik niet de hele tijd op je te letten.’
Ik lachte om de manier waarop hij het zei. We bleven bij de bar staan en keken rond.
‘Nou,’ zei Kelvin, ‘dit is het nou.’
‘Ja. Net een gewone kroeg eigenlijk.’
‘Beetje te normaal naar mijn zin. Straks ga ik naar huis zonder iets geleerd te hebben en dan heb ik me nerveus gemaakt voor niks.’
Ik lachte. Kelvin hing dicht tegen me aan, zijn mond vlak bij mijn oor om zich verstaanbaar te maken. De muziek stond redelijk hard. Normaal op feestjes vond ik dat nooit een probleem, hier voelde het ineens raar. De twee jongens naast ons bleven gewoon bij elkaar staan, ik zag dat de een zijn hand op de rug van de ander had gelegd. Ze praatten, lachten. Er kwamen nog twee jongens bij staan, ze gaven elkaar een kus op de wang en bestelden nog wat te drinken. Die kenden elkaar dus duidelijk al wat langer. Het werd snel drukker. De dansvloer stroomde ook een beetje voller. Kelvin bestelde nog wat te drinken. Hij stond met zijn rug naar me toe, ik keek wat rond. Eén van de jongens keek toevallig net naar me toen ik hem aan keek. Hij glimlachte naar me. Ik kreeg het warm, maar ik glimlachte meteen terug. Kelvin draaide zich om met twee glazen en keek ook meteen de jongen aan. Die bleef daardoor kijken. Dit voelde ongemakkelijk en dat moet van mijn gezicht af te lezen zijn. Hij glimlachte weer en zette de twee stappen om naast me te komen staan.
‘Eerste keer hier?’
Ik knikte.
‘Ik kan het aan je zien. Geeft niets. Vind je het leuk hier?’
‘Jawel, ziet er leuk uit.’
‘Is hij je vriend?’
‘Nee, gewoon een vriend.’
‘Ik ben Patrick.’
‘Joshua. Dat is Kelvin.’
Kelvin was er bij komen staan en gaf Patrick een hand.
‘Ik zou toch zweren dat jullie een relatie zouden hebben.’
Ik glimlachte maar.
‘Echt. Hoe jullie bij elkaar staan, hoe jullie naar elkaar kijken.’
Kelvin grijnsde. ‘De eerste die we voor de gek houden met ons acteertalent.’
Patrick keek vragend.
‘We hebben niets, en dat zal ook nooit gebeuren,’ zei ik.
‘Wat niet is…’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Echt niet. Gewoon goede vrienden. We zitten bij elkaar op toneel.’
‘O, vandaar die opmerking.’
‘Zoiets,’ ontweek ik het maar een beetje.
Ik had geen idee hoe hij zou reageren als hij zou horen dat we eigenlijk alleen maar kwamen gluren. Van binnen kon ik er ook wel weer om lachen. De ongekeerde wereld; proberen te verbergen dat ik hetero was.
‘Dansen?’
Ik keek naar de dansvloer. Het was nu echt druk, de zaak zat goed vol. Ik twijfelde. Kelvin porde me in mijn rug.
‘Doen,’ siste hij.
Voor ik er erg in had trok Patrick mij de vloer op en stond hij voor me te bewegen. Ik voelde me ongemakkelijk, zo vaak danste ik niet. Toch wist ik me goed te redden. Dat toneel was niet voor niets geweest. Daar had ik wel wat geleerd. Patrick kwam even dicht bij me staan.
‘Je danst goed. Waar heb je dat geleerd. Ook op toneel?’
Ik knikte. ‘Onder andere.’
Meer zei ik maar niet. Dat ik thuis wel eens in mijn eentje oefende als niemand het kon zien vertelde ik er maar niet bij. Zijn hand bleef even tegen mijn arm liggen, daarna liet hij hem gaan en danste gewoon verder. Na een tijdje pakte hij mijn arm weer.
‘Nog iets drinken?’
‘Is goed.’
Ik was blij weer van die dansvloer af te kunnen. Patrick liep schuin voor me, zijn hand had nog steeds mijn arm vast. Die vond me leuk, dat was wel duidelijk. Kelvin zag het ook. Toen Patrick iets voor me bestelde stootte hij me aan.
‘Je hebt sjans geloof ik.’
‘Lach niet. Ik ga het hem zo uitleggen hoor, anders is het wel heel lullig.’
Kelvin keek nadenkend en knikte toen. Patrick kwam al weer terug en gaf me mijn biertje.
‘Proost,’ zei hij met een knipoog.
Ik tilde mijn glas een keer op, knikte lachend en nam een grote slok. Mijn maag begon een beetje raar aan te voelen. Niet door de drank, maar het idee dat Patrick me wel leuk vond maakte me nerveus. Hij stond weer dicht bij me. We praatten met Kelvin en lachten. Af en toe hing hij tegen me aan. Daarna voelde ik zijn hand tegen mijn rug die daar ook bleef liggen.
‘Patrick,’ zei ik zachtjes in zijn oor.
‘Sorry, ga ik te snel?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Je bent leuk.’
‘Jij ook, maar…’
‘Maar?’
Ik zuchtte.
‘Iemand anders? Sorry. Ik had me niet zo op moeten dringen.’
‘Nee, dat is het niet, maar…’
Hij keek me weer aan.
‘Ik ben hetero. Sorry.’
Nu keek hij verbaasd.
‘Sorry. Kelvin ook. We zitten op toneel, en we moeten twee jongens spelen die verliefd op elkaar zijn. Daarom zijn we hier. Om te kijken hoe dat nou gaat, om de sfeer te proeven,’ flapte ik eruit.
Zijn mond zakte open, zijn ogen werden groot van verbazing. ‘Echt?’
Ik knikte.
Zijn mond veranderde in een brede glimlach. ‘Wat gaaf.’ Hij zette een stap opzij, tikte een van zijn vrienden aan en haalde ze erbij. Hij vertelde hun het hele verhaal. Ze reageerden enthousiast.
‘Wat gaaf dat jullie dat doen. En leuk dat jullie dan hier komen kijken,’ ratelde Patrick door. ‘Als ik jullie ergens mee kan helpen dan zeg je het maar. Ik geef je zo mijn telefoonnummer wel. Moeten jullie ook zoenen op toneel?’
Voor ik iets kon zeggen had hij het al aan mijn gezicht gezien.
‘Kicken! Super, lachen man. Al geoefend?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee. Het is zo raar om te doen.’
Toen keek hij serieus. ‘Kan ik me ook wel voorstellen. Nou ja, als je een keer wilt oefenen dan bel je me maar.’
Ik keek een beetje verschrikt.
‘Grapje,’ lachte hij. ‘Maar jullie moeten er wel aan wennen dat jullie een stelletje zijn.’
‘Ja,’ zei Kelvin, ‘maar dat gaat steeds makkelijker op den duur, hoop ik.’
‘Waarom begin je nu niet? Sla je arm eens losjes om zijn middel. Gewoon, rustig, niet krampachtig.’ Hij lachte. ‘Hier mag dat.’
Kelvin keek me aan en grijnsde. Ik grijnsde terug. Het bier begon toch te werken. Balorigheid, dat was het. We hielden elkaar losjes vast. Voor het eerst met anderen erbij. We praatten verder over het stuk, waar het over ging en wat er zou gebeuren.
‘Meer vertellen we je niet,’ zei Kelvin ineens. ‘Anders verraden we het hele stuk. Je moet maar gewoon komen kijken.’
‘Is goed. Graag zelfs. Leuk dit,’ zei Patrick.
Hij draaide zich weer om en haalde nog wat te drinken.
‘Op het verliefde stel,’ proostte hij even later.
Kelvin trok me dicht tegen zich aan. ‘Op ons,’ zei hij zacht.
Ik drukte even verlegen kijkend mijn hoofd tegen zijn schouder. Dit voelde nog natuurlijk ook. Eindelijk. Meteen daarna kreeg ik een tik op mijn schouder.
‘Joshua,’ hoorde ik een bekende stem achter me zeggen.
Ik schrok en keek om.

Ik keek recht in het gezicht van Loïc.
© 2009 Oliver Kjelsson