Aanvullen (deel 20)
Joep kroop meteen tegen me aan toen we op mijn kamer waren. Hij had me gebeld en gevraagd of ik thuis was. Ik hoorde meteen aan zijn stem: dat klonk dringend.‘Hé,’ vroeg ik bezorgd. ‘Wat is er?’‘Ze weten het thuis.’Meteen zuchtte hij, duwde zijn gezicht in mijn nek.‘Joep?’Hij kreunde kort.‘Ging het niet goed?’‘Jawel. Ze vonden het te gek zelfs.’‘Wat is er?’Hij haalde zijn schouders op. Huilde hij nou?‘Ik was zo nerveus,’ zei hij zachtjes. ‘Ik weet niet, we hadden het over dat weekend met jullie, [ verder lezen ]