Vlucht (deel 10)
Hij sliep onrustig. Draaide de hele tijd. Even later deed hij zijn ogen weer open. ‘Gaat het?’ ‘Beetje.’ ‘Waarom was je nou ineens weg?’ ‘Ik had het zo gehad,’ zuchtte hij, ‘die werkgroep van de kerk, dat gecontroleer van mijn ouders. Ik werd gek. Vandaag op school moest ik bij de mentor komen, die wist blijkbaar ondertussen ook van mijn “probleem”. Hadden mijn ouders verteld. Toen knakte er iets. Op het station ben ik weggegaan, terug de stad in. Nadenken.’ ‘En?’ ‘Weet ik niet. Er [ verder lezen ]