Jacht (deel 1)

Met een zucht knipte ik het licht uit. Mijn slaapkamer was nu even aardedonker, tot mijn ogen konden wennen aan de duisternis. Langzaam werden de contouren van de dingen zichtbaar door het flauwe licht dat altijd van buiten kwam. Ik draaide op mijn zij en kon niet in slaap komen. Ik keek naar de rode cijfers van mijn wekkerradio; 23:06. Ik draaide naar mijn andere zij en sloot mijn ogen. Waarom had ik toch altijd zo’n moeite om in slaap te komen? Ik heb weer een flink eind gefietst vanavond. Heerlijk om in de vroege zomeravond een flink stuk te trappen. Samen met Marco was ik tot aan de grens gereden en via een omweg weer terug. We fietsten altijd samen. Wat deden we niet samen? We kenden elkaar al vanaf onze kleutertijd, maatjes door dik en dun, in voor en tegenspoed. Hij had me uitgelachen toen hij me er volledig uit had gereden. Marco zijn conditie is gewoon een stuk beter. Ik kon zijn spottende grijns nog voor me zien. Ik draaide weer op mijn andere zij en zag de rode cijfers weer. 23:28. Ik lag op mijn rug en staarde naar het plafond wat ik door de duisternis niet kon zien. Ik keek uit naar de vakantie. De laatste paar weken op school gingen trager dan de rest van het jaar. Ik had er geen zin meer in. Ik was toe aan vakantie. Niet dat het niet gezellig was op school. Ik had er geen problemen, was redelijk populair. Marco ook, samen waren we onderwerp van gesprek bij vele meisjes. Niet dat ons dat veel deed, we gingen gewoon onze eigen gang. Draai. 23:51. Ik zag op de gang het licht aan en even later weer uit gaan. Mijn ouders gingen naar bed. Ik ging op mijn buik liggen en probeerde regelmatig te ademen. Morgen nog een dag en dan was het eindelijk weekend. Zaterdag met Marco Duitsland in, op de fiets. Ik keek er nu al naar uit. Geen gezeur aan je hoofd, wind in je gezicht. 0:00.

‘Wat zie jij er uit?’
Ik kreeg een stomp tegen mijn schouder en zag Marco lachend naar me kijken.
‘Slecht geslapen,’ mompelde ik.
‘Morgen wel fit zijn hoor,’ lachte hij.
Ik grijnsde terug. ‘Maak je maar geen zorgen, ik fiets je er uit.’
We liepen het lokaal in en gingen zitten. Marco en ik zaten altijd naast elkaar. Ik gaapte een keer en Marco keek me grinnikend aan. De lessen kropen traag voorbij en Marco heeft me een paar keer moeten redden door me aan te stoten. Waarom kon ik moeilijk in slaap komen als dat moest en kon ik mijn ogen niet open houden als ik niet mocht slapen? Geen wonder eigenlijk, ik was doodmoe als de dag begon. Om eerlijk te zijn wist ik ook wel waarom ik niet goed kon slapen, maar dat wilde ik niet toegeven. Het zou allemaal wel goed komen.

Na een onrustige nacht stond ik al vroeg bij Marco voor de deur. We zouden een stevige tocht gaan maken en ik had er zin in. Marco deed open met een brede lach op zijn gezicht. Zijn zwarte krullen glommen, hij kwam net onder de douche vandaan.
‘Wakker?’ vroeg hij spottend.
‘Wat dacht je dan,’ lachte ik terwijl ik naar binnen liep en zette mijn tas in de gang.
We gingen de woonkamer binnen en ik groette zijn ouders en zijn broer. Marco zette een kop thee voor me neer en ging ook zitten. Vast ritueel, eerst nog wat drinken en dan op weg.
‘Waar gaat de reis naartoe vandaag?’ Zijn vader legde de krant weg en keek ons aan.
‘We gaan Duitsland in,’ zei Marco, ‘we zien wel tot hoever we komen.’
‘Kijken jullie wel uit,’ vroeg zijn moeder aan Marco toen we opstonden om te gaan.
‘Ja mam,’ zuchtte Marco en keek me even veelbetekenend aan.
Zijn broer Michiel glimlachte. Die kende dat maar al te goed. Hun moeder was af en toe een beetje te bezorgd.
‘Als jullie terug komen, eet je dan mee, Kas?’
Die laatste vraag was voor mij bedoeld. Vast ritueel. De ene keer vertrokken we vanuit mijn huis en bleef Marco daarna altijd eten, de andere keer was het andersom.
‘Graag,’ zei ik, ‘wat eten we?’
‘Verrassing,’ zei ze geheimzinnig, ‘veel plezier onderweg.’
Ik glimlachte en liep achter Marco aan naar buiten. Marco pompte nog wat lucht in zijn banden en liep met zijn fiets langs het huis naar de straat. Ik stapte op die van mij en we reden weg.

Marco had er de vaart flink in. Ik reed achter hem aan op het smalle fietspad. Naast het pad stonden kleine betonpaaltjes waar je niet met je trapper achter wilde blijven hangen. Wie die dingen had uitgevonden mocht wat mij betreft de Nobelprijs van sadisme krijgen. Na een paar kilometer werd het pad wat breder en reden we naast elkaar verder.
‘Nog een paar weken, Kas,’ lachte hij, ‘en dan eindelijk vakantie.’
‘Ik zal blij zijn als het zo ver is.’
‘Moeten de meiden ons wel een paar weken missen,’ lachte hij.
Ik keek hem even vragend aan.
‘Heb jij echt niet door dat Maaike tot over haar oren is op je?’
‘Maaike?’ zei ik verbaasd.
‘Zeg nou niet dat je dat niet wist.’
‘Nee, dat wist ik echt niet.’
‘Weet je het nu.’
‘Van wie heb je dat?’
‘Koen vertelde me dat, die heeft verkering met een vriendin van haar.’
Ik keek Marco een keer glimlachend aan. Ik wist er echt niets van, had ook nooit iets gemerkt. Marco bleef stil verder en fietste gewoon door in een hoog tempo. Ik zei er verder ook niets over. Ik kon het me ook niet voorstellen.
‘Dan moet Irene een oogje op jou hebben,’ zei ik plotseling.
Marco keek me aan met een grijns op zijn gezicht zonder iets te zeggen.
‘Klopt?’
Hij knikte. Irene was een hele goede vriendin van Maaike.
‘Klinkt logisch,’ zei ik lachend.
Marco grijnsde.
‘Zie jij haar zitten?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Niet echt.’
‘Ik ook niet,’ zei ik.
We stopten en gingen in het gras zitten. We aten een broodje en dronken wat.
‘Ik heb helemaal geen zin in dat gedoe,’ zei Marco ineens nadat we zwijgend wat hadden zitten eten.
‘Alsjeblieft niet zeg,’ lachte ik.
‘Dat gegiechel van die meiden de hele tijd. Wordt er niet goed van.’ Marco lachte.
Ik deed een imitatie van die twee en we lachten allebei.
‘Dat is nou precies wat ik bedoel,’ grijnsde Marco en stond op. ‘Kom, we gaan weer eens verder.’
Ik stond op, rekte me uit en pakte mijn fiets.
‘Jij voorop,’ zei Marco.
Ik reed weg en besloot mezelf niet te laten kennen. Ik zette er flink de vaart in. Ik hield de gaten in het fietspad goed in de gaten en hoorde dat Marco vlak achter me bleef. Ik keek niet om, maar ik wist dat hij met een glimlach op zijn fiets zat. We daagden elkaar altijd uit, dreven elkaar tot het uiterste. Vast ritueel. Terug in Nederland reden we rustiger. We reden over een fietspad waar ook altijd veel wandelaars waren, uitkijken dus. Rond half 4 waren we weer terug, flink bezweet. In het dorp reden we rustig naar het huis van Marco, langzaam uitrijden. In de tuin ploften we allebei in een stoel en keken elkaar lachend aan.
‘Was een mooie rit.’
‘Het had wat sneller gekund,’ grapte ik.
Marco schoot in de lach. ‘Jij bent meer kapot dan ik!’
Daar had hij gelijk in, dat wist ik ook wel. We dronken een groot glas water en kwamen langzaam tot rust. Marco stond op en liep naar binnen.
‘Douchen,’ zei hij.
Ik stond op, pakte mijn tas uit de gang en volgde hem. Op zijn kamer trok hij zijn shirt over zijn hoofd en deed zijn sokken uit. Hij liep naar de badkamer nadat hij een handdoek had gepakt.
‘Ben zo terug.’
Ik lag alleen in zijn kamer, op zijn bed. Ik staarde naar het plafond en wist wat er ging komen. Hij zou zo weer terug zijn, met de handdoek om zijn middel. Zijn haren glimmend, zijn huid fris met kippenvel. Na 10 minuten kwam hij inderdaad terug, handdoek om zijn middel, grijns op zijn gezicht.
‘Jij kunt.’
Dat zei hij altijd. Ik deed rustig aan, kwam langzaam omhoog van zijn bed. Zoals altijd. Hij pakte schone kleren en legde die op zijn bed. Terwijl ik er nog naast stond om mijn shirt uit te trekken liet hij de handdoek vallen, en in het stukje stilte keek ik altijd naar zijn kruis. Vast ritueel. Ik pakte een handdoek uit mijn tas en ging naar de douche. Onder de warme straal sloot ik mijn ogen en zag hem altijd weer voor me. Naakt. Hij was mooi, zo mooi. Hij wist er niets van, dat ik zo naar hem keek. Ik werd van binnen warmer dan het water. Ik douchte snel, droogde me af en kwam de slaapkamer weer in, handdoek om mijn middel. Marco lag meestal op zijn bed, aangekleed, op zijn zij en praatte altijd over de tocht die we gemaakt hadden. Ik hoorde altijd maar de helft. Mijn gedachten waren altijd bij het beeld van 10 minuten terug en gaf hem hetzelfde. Handdoek laten vallen, kleren uit mijn tas halen, naast het bed op een stoel leggen en mezelf aan kleden, vast ritueel. Eerst mijn shirt, daarna pas mijn short en broek. Zo lang mogelijk hem een blik gunnen. Uitdagen. Zonder resultaat tot nu toe. Gewoon vrienden zonder gene.

Die nacht lag ik nog lang wakker. Ik zag hem weer voor me, zijn mooie lichaam op mijn netvlies gebrand. Mijn hand gleed over mijn lichaam naar beneden en pakte mijn hard geworden paal. Ik zuchtte. Traag masseerde ik de hele lengte. Ik moest het hem een keer vertellen. Dit kon ik niet volhouden. 00:12. Mijn duim en wijsvinger vormden een ringetje en lieten mijn voorhuid langs de rand van mijn eikel glijden. Zou hij ook zo zijn? Hij moest er ook niet aan denken een vriendin te hebben. 00:14. Langzaam ging mijn hand op en neer in hetzelfde ritme. Waarom speelden we anders iedere keer hetzelfde spel? Hij wist dat ik altijd keek als hij zijn handdoek liet zakken, hij liet me ook altijd kijken. Hij keek ook altijd naar mij. 00:17 Langzaam voelde ik de tinteling opkomen en wist dat het niet lang meer ging duren. Ik draaide me op mijn zij en zorgde dat de zakdoek klaar lag. Ik zag hem weer voor me, zijn prachtige lichaam, zijn mooie kruis. Ik kreunde zacht en voelde de ontlading opkomen. Orgasme. 00:18.

Toen ik de volgende dag wakker werd kon ik me nog herinneren dat ik het half twee heb zien worden op mijn wekker. Gelukkig was het zondag en kon ik uitslapen. Ik kon die middag mijn hoofd niet bij mijn huiswerk houden. Mijn gedachten dwaalden iedere keer weer af naar Marco. Ik werd er langzaam gek van. Ik moest het hem vertellen. Ik wist alleen niet wanneer. Stel dat hij nou niet zo zou zijn, hoe zou hij dan reageren, zou ik daarmee niet onze jarenlange vriendschap op het spel zetten? Ik zuchtte en probeerde mijn gedachten weer bij de boeken te houden. Wat me nog gedeeltelijk lukte ook.

Die maandag fietste ik redelijk opgewekt naar school. De laatste week. Daarna nog wat proefwerken en dan zat het er op voor dit jaar. Die proefwerken waren geen probleem, ik stond er goed voor met mijn cijfers. Misschien dat ik daarom wel geen zin meer had, ik kon die laatste week wel missen. Het was een kwestie van het weekje doorkomen en dan was het voorbij. Dat voelde goed. Marco was net zo vrolijk toen hij op school aankwam.
‘Nog een weekje, Kas,’ lachte hij.
Ik grijnsde terug. ‘Zeker weten.’
‘Ze kijken,’ grinnikte hij.
Ik keek een keer rond en zag Maaike en Irene met elkaar praten en stiekem naar ons kijken.
‘Yep, ze houden ons goed in de gaten.’
‘Ze doen maar, Kas. Kom, we gaan naar binnen.’
De lessen begonnen en ik had het vreemde gevoel dat ik ieder jaar weer had. De laatste lessen van het jaar. Afronden, laatste vragen stellen. Ik kon er alleen maar vrolijk van worden. Marco naast me ook. Ik genoot van zijn vrolijke gezicht, de lichtjes in zijn pretogen. Melig gevoel in mijn maag. Staarde ik niet te lang naar hem? Ik keek weer naar de leraar die overduidelijk ook blij was dat het schooljaar er bijna op zat. Mijn gedachten dwaalden weer af. Ik moest het Marco gaan vertellen. Dat wilde ik ook voor de vakantie doen. Niet in deze laatste week, maar toch zeker voor de vakantie. Ik zat de mogelijkheden te overdenken maar kon geen plan maken hoe ik het moest doen. Zoals ik de laatste weken al had gedacht, er viel gewoon geen plan voor te maken. Ik zou het aan het toeval over moeten laten. Ik kreeg een stoot in mijn zij. Rondom mij heen stond iedereen op.
‘Wakker worden, slaapkop. Pauze.’
Ik mompelde wat en Marco keek me lachend aan.
‘Wat heb jij de laatste tijd?’
‘Hoezo?’ Ik trok mijn meest onschuldigste gezicht.
‘Je bent afwezig, Kas. Toch stiekem Maaike?’ Marco grijnsde.
‘Ben jij nou gek,’ lachte ik en gaf hem een stomp tegen zijn schouder.
‘Kon toch?’ lachte hij spottend.
Ik zuchtte een keer en liet het maar zo. Hij moest eens weten.

De laatste schoolweek ging sneller voorbij dan ik had gedacht. Ik werd nerveus. Niet door de proefwerken. Ik werd nerveus door Marco. Hij had door dat er iets met me was. Hij had er ook een paar keer naar gevraagd. Ik had niets durven zeggen. Nu nog niet. Maar voor de vakantie begon moest het eruit zijn.

Ondanks dat ik mijn gedachten er niet goed bij kon houden verliepen de proefwerken toch goed. Het viel allemaal wel mee, ik had het moeilijker verwacht. Na het laatste proefwerk op vrijdag zaten Marco en ik buiten in de zon met een paar schoolvrienden te praten. Iedereen was vrolijk en uitgelaten. Maaike en Irene kwamen er ook bij zitten. Marco keek me een keer grijnzend aan.
‘Volgende week nog wat punten ophalen, en dan zien we dit gebouw een paar weken niet meer,’ lachte Marco.
‘Gelukkig niet,’ grijnsde ik.
Maaike en Irene lachten vrolijk mee, wat bij Marco weer een grijns uitlokte. Hij keek me een keer veelbetekenend aan en trok zijn wenkbrauwen een keer op. Er liepen steeds meer mensen weg naar de fietsen, het weekend tegemoet. Marco stond ook op. Ik volgde hem en zag dat Maaike en Irene ook opstonden en achter ons aan kwamen. In de fietsenstalling wenste Maaike ons een fijn weekend.
‘Ja, jullie ook,’ zei Marco, ‘tot woensdag.’
Ze bleven even stil tot Irene een keer diep adem haalde en naar ons bleef kijken. Marco keek haar een keer aan terwijl hij zijn jas onder de snelbinders van zijn fiets bond.
‘Hebben jullie zin om vanavond mee naar de film te gaan,’ vroeg Irene toen.
Marco keek me een keer vragend en grijnzend aan. Ik haalde mijn schouders een keer op waarmee ik duidelijk maakte dat ik het best vond.
‘Leuk,’ zei Marco toen. ‘Welke film draait er?’
‘Geen idee,’ zei Irene, ‘dat zien we wel.’
Maaike glimlachte. We spraken af om elkaar om 7 uur te zien bij de bushalte midden in het dorp. Op de fiets natuurlijk. Marco en ik trapten samen weg en lieten de twee achter bij de fietsenstalling. Hij keek me grinnikend aan toen we de straat uit fietsten.
‘Ik zag ze al de hele tijd kijken,’ lachte hij.
‘Viel het jou toch ook op.’
‘We zien het wel vanavond.’
‘Heb je geen zin dan?’
‘Jawel,’ zei Marco. ‘Jij?’
‘Best wel. Beetje spannend is het wel.’
‘Het zal wel loslopen, Kas. We maken er gewoon een gezellige avond van.’
Ik sloeg hem een keer op zijn schouder en sloeg de straat in waar ik woonde.
‘Ik ben om half 7 bij je,’ riep hij.
Ik zwaaide een keer en reed verder.

Marco was ruim op tijd. We zaten op mijn kamer en Marco praatte aan een stuk door. Die was een beetje nerveus, dat kon ik merken. Anders ik wel. Ik had vanaf die middag de hele tijd aan deze avond zitten denken. Eigenlijk meer piekeren. Wat nou als het klikte tussen Marco en Irene? Ik moest er niet aan denken.
‘Wat vind je eigenlijk van Irene?’ Ik moest het weten.
Marco haalde zijn schouders op. ‘Geen idee.’
‘Misschien wordt het wel wat vanavond,’ grapte ik.
Vissen, ik moest het weten.
Marco haalde zijn schouders op. ‘Denk het niet.’
‘Waarom niet?’ plaagde ik.
‘Waarom wel? Ik heb daar allemaal geen zin in, in dat gedoe. En zo speciaal is ze nou ook weer niet.’
‘Je weet maar nooit,’ zei ik.
‘Wat heb jij ineens? Sinds wanneer zie jij dat wel zitten? Stiekem toch verliefd op Maaike?’
‘Nee joh, alsjeblieft zeg.’
‘Zeker weten?’ Hij grijnsde.
‘Ja, zeker weten.’
‘We maken er gewoon een gezellige avond van.’
‘Zo is het,’ beaamde ik.
‘Kom,’ zei Marco terwijl hij opstond, ‘we moeten gaan.’
We liepen de gang in en voor we naar buiten gingen keken we allebei een keer in de spiegel.
‘Ja, je haar zit goed hoor,’ lachte ik.
Marco grijnsde en gaf me een stomp in mijn zij.

Maaike en Irene stonden al bij de bushalte te wachten. Samen stonden we even stil en zeiden weinig. Verlegen, alle vier.
‘ Zullen we maar?’ vroeg Irene en maakte aanstalten om weg te rijden.
Zonder iets te zeggen fietsten we weg. Marco reed naast Irene, ik naast Maaike. We zeiden niet veel. Voor ons had Irene hele verhalen tegen Marco. Ik kon niet volgen waar ze het over hadden. Iets van een jaloers gevoel schoot door me heen. Ik keek een keer naar Maaike en glimlachte. Ze glimlachte terug.
‘Blij dat het schooljaar er weer op zit?’ vroeg ik.
‘Best wel,’ zei ze.
‘Eindelijk vakantie,’ lachte ik.
Ze lachte terug.
‘Ga jij nog ergens naar toe?’ vroeg ik. Je moest het toch ergens over hebben.
‘We blijven dit jaar in Nederland,’ zei ze. ‘En jij?’
‘We gaan drie weken naar de Ardennen, met een tent.’
‘Als je maar goed weer hebt,’ lachte ze.
‘Dat zal voor jullie wel hetzelfde zijn.’
‘Mijn ouders hebben een huisje op Terschelling gehuurd.’
‘Da’s beter dan een tent,’ lachte ik.
Ons gesprek kabbelde voort en voor we er erg in hadden waren we bij de bioscoop aangekomen. We zetten onze fietsen op slot. Naast me stond Marco voorovergebogen aan zijn slot te prutsen en keek me over zijn schouder een keer grijnzend aan.
‘Alles goed?’ vroeg hij.
‘Ja hoor, al zei ze in het begin niet veel.’
‘Irene lult me de oren van me kop.’
We schoten in de lach en gingen samen met Maaike en Irene naar binnen. We zochten een film uit en kochten kaartjes. Een romantische comedy, mooi compromis. Maaike en Irene hadden het goed geregeld, voor we er erg in hadden zaten ze naast elkaar, Marco aan de ene kant en ik aan de andere. Tijdens de eerste helft van de film bleven we gewoon zitten, ik zag Maaike af en toe wel een keer kijken maar verder gebeurde er niets. In de pauze gingen Marco en ik iets te drinken halen.
‘Gaat ie?’ Marco keek me onderzoekend aan.
‘Ja hoor,’ lachte ik. ‘Bij jou?’
‘Ze zoekt toenadering, maar dat kan ze mooi vergeten. Ik word nou al gek van d’r.’
‘Toenadering?’
‘Beetje hangen,’ zei Marco terwijl hij zijn bestelling deed aan de bar.
We liepen terug de zaal in met de flesjes.
‘En ze overleggen regelmatig met elkaar.’
‘Nog niets van gemerkt,’ zei ik.
‘Beter opletten,’ grinnikte hij en liep de rij in.
Ik gaf Maaike haar flesje en ging weer zitten. De film begon weer. Maaike kwam wat dichter tegen me aan zitten en zei af en toe dingen tegen me over de film. Hoe leuk die wel niet was, hoe het af zou moeten lopen en meer van dat soort dingen. Ik vond het wel gezellig zo. Gekker moest het niet worden. En dat werd het ook niet. Ze hadden duidelijk het idee dat wij de eerste stap moesten zetten. Daar had ik geen zin in. Ik vroeg me de hele tijd af hoe het bij Marco ging maar kon het niet zien. Twijfel borrelde weer op. Na de film liepen we naar buiten en besloten in een café nog wat te gaan drinken. De meiden gingen samen naar het toilet terwijl wij wat bestelden.
‘Bij jou nog spannende dingen gebeurd?’ vroeg Marco toen hij ging zitten.
‘Nee, bij jou?’
‘Nee, wat denk je wel,’ lachte hij.
En zucht van verlichting ging door me heen.
‘Wat grijns je nou?’
‘Niets, zomaar,’ zei ik.
Maaike en Irene kwamen er bij zitten en het werd nog heel gezellig. We praatten over de komende vakantie, over school en Irene hield ons op de hoogte van de laatste roddels over de verschillende stelletjes bij ons op school. Af en toe keken Maaike en Irene elkaar een keer glimlachend aan. Marco en ik deden hetzelfde, al hadden wij een wat meer spottende blik in onze ogen.

Na nog een rondje reden we terug naar huis. Ze moesten weer een beetje op tijd thuis zijn en het was toch nog een aardig stukje fietsen. Terug in het dorp stonden we nog even wat te praten bij dezelfde bushalte.
‘Hebben jullie zin om morgen mee naar de stad te gaan?’ vroeg Irene.
Ik keek Marco een keer aan.
‘We gaan morgen een eind fietsen,’ zei Marco net iets te snel.
‘Jammer,’ zei Irene.
‘Misschien volgende week,’ zei Maaike.
‘Dan ben ik al op vakantie,’ zei Marco en hij glimlachte. ‘Drie hele weken.’
Irene wilde weer verder fietsen, het werd al laat. Marco bracht Irene naar huis, ik fietste met Maaike mee.
‘Zie je zo nog wel,’ zei Marco nog snel voordat hij wegfietste.
Ik grijnsde en reed met Maaike mee. Ze zei niet veel meer, de verlegenheid deed erg zijn best. Bij haar huis aangekomen stonden we nog even stil.
‘Ik zie je woensdag op school wel weer,’ zei ze, ‘bij het ophalen van de punten.’
‘Is goed,’ zei ik.
‘Doeg,’ zei ze iets te zacht.
‘Doeg’, zei ik en reed weer weg.

Op weg naar mijn huis kwam ik Marco tegen. Hij lachte toen we stil stonden.
‘Nog iets drinken bij mij thuis?’ vroeg ik.
‘Nee, ik ga zo verder. Morgen weer op tijd op jongen, we gaan trappen.’ Hij lachte.
‘Bij jou nog iets gebeurd?’
‘Nee. Bij jou?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Zei ze verder nog iets?’
‘Nee, niet echt. Volgens mij baalde ze wel.’
Ik grijnsde. Marco zette zijn voet op de trapper.
‘Ik zie je morgen wel weer. Kom je op tijd?’
’10 uur?’
‘Mij best. Zie je morgen.’ Hij lachte en gaf me een duw tegen mijn schouder.
Ik keek hem zuchtend na.

Die nacht in bed draaide ik nog lang. Ik kon niet echt in slaap komen. Ik zag er dan ook redelijk duf uit toen ik aanbelde bij Marco de volgende ochtend. Hij lachte toen hij de deur open deed.
‘Goed geslapen zie ik?’
Ik haalde lachend mijn schouders op.
‘Nog lang over Maaike na liggen denken zeker?’
‘Tuurlijk, Marco.’
We liepen lachend de kamer binnen en dronken nog wat voor we zouden gaan vertrekken. Echt warm was het niet toen we eenmaal op de fiets zaten. Marco reed voorop. In het dorp zagen we Maaike en Irene nog lopen. Ze zwaaiden en wij zwaaiden terug. Toen we ze voorbij waren keek Marco nog een keer grijnzend om naar mij. Ik knipoogde terug. Hij ging op zijn pedalen staan en maakte vaart. Ik volgde en had goede zin. Het werd een flinke rit. Twee keer zijn we gestopt onderweg. De tweede keer zijn we in het gras gaan liggen en dronken een blikje wat we gekocht hadden.
‘Toch was het wel gezellig gisteren,’ zei Marco terwijl hij op zijn rug naar boven staarde.
‘Zeker wel.’
Ik lag op mijn zij en steunde met mijn hoofd op mijn hand. Marco keek me een keer schuin aan en lachte. Ik voelde een warme golf door mijn lichaam stromen.
‘Je kijkt verliefd,’ zei hij, ‘toch Maaike?’
‘Nee, echt niet,’ lachte ik gemaakt.
Hij keek me nog een keer spottend aan en staarde toen weer naar boven. Ik voelde me betrapt.
‘Wat staar jij dan naar de lucht? Toch Irene?’ spotte ik.
Terugslaan, aandacht afleiden. Hij keek me weer schuin aan en glimlachte.
‘Nee. Ik heb ook helemaal geen zin in verkering. Jij?’
‘Nee, heb ik net toch al gezegd?’
‘Niet met Maaike nee, maar misschien iemand anders?’
Ik haalde mijn schouders op, tijd rekken. Verschillende gedachten schoten door mijn kop. Ik durfde het niet te zeggen. Marco lachte en bekeek me nog een keer onderzoekend. Hij ging weer zitten. Het liefst had ik hem nu gekust en gezegd ‘ja, met jou’. Maar ik deed niets, bleef stil. Hij stond op en liep naar de fiets.
‘Jij voorop, wazige,’ grijnsde hij, ‘laat maar eens zien wat je kunt.’
Ik stond op, pakte mijn fiets en reed weg voor hij kon reageren. Ik was al een eindje weg toen ik omkeek en zag dat hij net opgestapt was.
‘Waar blijf je nou?’ lachte ik.
Hij ging op zijn pedalen staan en kwam in beweging. Ik trapte door zo hard ik kon. In volle vaart raasden we over het fietspad, langzaam kwam hij dichterbij. Zo had ik hem het liefst, altijd in voor een geintje. We naderden een dorpje en stopten met trappen. We dreven uit en hadden weer een normale snelheid toen we tussen de huizen fietsten. Hij kwam naast mij fietsen.
‘Lul,’ hijgde hij.
Ik keek hem grijnzend aan. ‘Beetje scherp blijven jongen.’
Hij grinnikte. We reden in een normaal tempo terug naar huis, naast elkaar. Af en toe keek ik een keer naar hem. Zijn haren glommen van het zweet, rode wangen, glinsterende ogen. Van binnen zuchtte ik.

Bij hem thuis volgde hetzelfde ritueel. We dronken wat en gingen daarna naar boven om te douchen. Hij stond onder de douche terwijl ik wachtte op zijn kamer. Ik besefte me dat ik hier op gewacht had, ik wilde hem nog één keer naakt zien voor ik het hem zou vertellen. Die kans zou ik niet zo makkelijk meer krijgen als hij er van zou schrikken. Hij kwam glimlachend de kamer weer in. Hij pakte wat kleren uit de kast en liet zijn handdoek vallen. Mijn ogen schoten naar zijn kruis. Ik voelde me een jager die zijn prooi in de gaten hield. Wachtend op het juiste moment om aan te vallen. Ik stond op en liep de douche in. Ik draaide de kraan open en liet het water over me heen stromen. Ik zuchtte. Met mijn ogen dicht zag ik zijn naakte lichaam weer voor me. Ik had het gevoel dat ik kon janken. De douche draaide om me heen. Ik schudde een keer met mijn hoofd en draaide de kraan dicht. Ik liep met de handdoek om mijn middel de slaapkamer weer in. Ik liet de handdoek vallen en zocht mijn schone kleren in mijn tas. Ik keek naar hem, hoe hij op zijn bed lag en tegen me praatte. Zag ik zijn ogen nou naar me kijken? Ik kleedde me traag aan, eerst mijn shirt, daarna pas mijn broek. Laat maar kijken, dacht ik. Het wond me ook wel op. Ik werd wakker geschud door zijn moeder, die beneden aan de trap riep dat het eten klaar was.

Na het eten zijn we weer naar zijn kamer gegaan.
‘Toch ben je maar stil vandaag,’ grijnsde hij.
‘Hoezo, valt toch wel mee,’ reageerde ik tegen beter weten in.
‘Volgens mij heeft Maaike je meer geraakt dan je wilt toegeven.’
‘Hou nou eens op over Maaike, alsjeblieft.’
Marco lachte. ‘Zeker weten?’
‘Ja, heel zeker weten.’
Hij keek me vol ongeloof aan.
‘Volgens mij had jij het anders ook wel naar je zin met Irene gisteren.’
‘Het was gezellig.’
Ik schoot in de lach. ‘Zie je nou wel!’
‘Alsjeblieft zeg.’
‘Waarom niet?’
‘Waarom wel?’
Ik grijnsde.
‘Ik moet er niet aan denken.’ Hij keek me aan. ‘Jij wel?’
Ik haalde mijn schouders op en schatte mijn prooi in. Hij keek me glimlachend en spottend aan.
‘Zie je nou wel.’
‘Wat?’
‘Vooruit, Maaike is het niet, dat geloof ik wel, maar wie is het dan wel?’
Ik hield me stil en dacht na. Ik moest het nu toch eigenlijk gewoon zeggen maar ik durfde niet. Ik sloeg dicht.
‘Vertel op,’ lachte hij. ‘Je kunt het mij toch wel vertellen?’
‘Weet ik niet,’ mompelde ik.
‘Zit ze bij ons op school?’
Ik knikte en besefte me meteen dat ik nu niet meer terug kon.
Marco sloeg tegen mijn arm. ‘Nou, wie?’
Ik keek hem nog een keer aan en haalde een keer diep adem. Toen schoot het er uit. ‘Jij.’
Marco keek me verbaasd aan. ‘Ik?’
‘Ja, sorry, jij.’
Zijn mond viel open zonder dat hij nog wat zei. Te verbaasd over wat er gebeurde. Prooi geraakt.

Het bleef een tijdje stil, ik staarde naar de grond en durfde hem niet meer aan te kijken.
‘Jezus, Kas.’
Ik zei niets, bleef voor me uit kijken.
‘Sinds wanneer?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Weet ik veel, een tijdje.’
‘En al die tijd ben je stiekem verliefd op mij geweest?’
Werd hij nou kwaad?
‘Al die tijd heb je stiekem naar mij zitten kijken?’
Ja, hij werd dus kwaad.
‘Waarom heb je dit nooit eerder verteld?’
‘Weet ik veel. Alsof dat zo makkelijk is.’
Ik zag hem nadenken en hij werd weer wat rustiger.
‘Jezus, Kas.’
‘Sorry.’ Waarom zei ik dat nou weer?
‘Denk je ook aan mij als je jezelf aftrekt?’
‘Alsof jij gaat vertellen waar jij aan denkt als je dat doet.’
Marco zweeg.
‘Ik vond gewoon dat je het moest weten, ik kon het niet voor altijd verborgen houden.’
‘Had je gehoopt dat ik ook verliefd op jou zou zijn?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Je gaat me toch niet vertellen dat je had gedacht dat ik homo zou zijn, of wel?’
Weer haalde ik mijn schouders op. Ik voelde me niet goed. Dit ging helemaal verkeerd.
‘Nou, forget it, Kas. Dat ben ik dus niet.’
We zwegen. Het was me wel duidelijk nu. Marco keek naar buiten.
‘Ik weet even niet wat ik hier nu mee moet, Kas.’
‘Gewoon, gewoon doen zoals we altijd tegen elkaar gedaan hebben.’
‘Ik weet het niet, Kas, ik weet niet wat ik hier van moet denken.’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Volgens mij kun je nu maar beter gewoon gaan.’
Ik bleef zitten, keek hem verbaasd en vragend aan.
‘Kas, ik wil dat je nu gaat.’
Ik stond op en liep naar de deur. Ik keek hem aan en daarna naar de vloer.
‘Vergeet je tas niet,’ zei hij droog.
Ik pakte mijn tas en draaide me bij de deur nog een keer om.
‘Marco, kom op, alsjeblieft, doe normaal.’
‘Moet jij zeggen.’
‘Kom op nou.’
‘Kas, ga alsjeblieft. Mag ik ook even nadenken hierover?’
‘Zie ik je deze week nog?’
‘Waarschijnlijk woensdag op school, he? Punten ophalen.’
Hij was bot en ik besefte dat ik hier niet mee verder kon. Ik liep de slaapkamer uit en de trap af naar beneden. Ik liep naar buiten, pakte mijn fiets en reed weg. Bang reed ik naar huis. Bang voor wat er nog zou komen. Het was mijn eigen stomme schuld. Had ik mijn mond maar gehouden. Ik had zonodig moeten jagen. Ik had aangevallen en geraakt. Alleen had mijn prooi terug gebeten. En hard ook.

© 2004 Oliver Kjelsson