Jeumig (deel 17)
Ik keek lachend naar Kjeld. ‘Mooi man.’ Hij keek verlegen. Ik sloeg een arm om hem heen en gaf hem een kus op zijn wang. ‘Ik gun het je, echt waar.’ Hij haalde een keer lachend zijn schouders op, zijn ogen schitterden, hij glunderde. ‘Vertel op, waar ken je haar van?’ ‘Ze is de dochter van die man waar ik mee handel.’ ‘Ze zit ook in de konijnen?’ Hij lachte. ‘Ze heeft er ook een paar.’ ‘Maar dan ken je haar al lang.’ ‘Al zolang [ verder lezen ]