Niets anders kan mij raken
Naar jou kijk ik het liefst
‘Thor, ik ben er klaar mee.’
Hij lachte. ‘Weer een kaart?’
Ik knikte, hield de kaart voor me omhoog.
‘Lief beertje.’
‘Zonder naam,’ spotte ik.
‘Wat raar, hoe lang wil ze dat nog volhouden?’
‘Geen idee, maar ze zijn toch echt voor mij. Deze keer stond mijn naam op de envelop.’
‘Ik ben bijna jaloers.’
Ik lachte naar mijn scherm, zag hem verlegen kijken. Ik kreeg het warm. Wat bedoelde hij nou?
‘Je mag haar hebben,’ zei ik spottend.
‘Nee, laat maar. Haar hoef ik niet te hebben.’
Zei hij dat nou met een extra klemtoon op “haar”? Nu glimlachte ik verlegen. Ik keek naar hem, hij grijnsde.
‘Je kijkt lief als je verlegen bent.’
We zeiden niets meer, keken en glimlachten alleen maar. Ik wist echt niet meer wat ik moest zeggen.
‘Jij ook,’ wist ik nog uit te brengen.
‘Ik moet nog even wat dingen doen,’ zei hij toen. ‘Spreek ik je morgen nog?’
‘Is goed,’ zei ik. ‘En anders zaterdag, ik ben morgen zwemmen.’
‘Hier heb je mijn nummer, app me maar als je online komt.’
Ik glimlachte, zette zijn nummer in mijn telefoon en stuurde een berichtje. Ik hoorde zijn telefoon piepen nadat ik dat deed. Hij keek en glimlachte.
‘Top! Zie je morgen!’
Daarna was hij weg. Ik staarde nog even naar mijn lege scherm. Ik was vrolijk.
Ja, ik bekeek Julian anders dan de afgelopen maanden. Toen ik hem weer bekeek in het zwembad dacht ik eigenlijk maar één ding: “zou Thor er ook zo lekker uitzien?”. Jurn was zijn baantjes aan het trekken, al voordat wij goed en wel in het water waren. Hij tikte de rand aan en draaide om. Ik zag het meisje van de week ervoor het water in duiken. Ze kon hem niet bijhouden, maar het scheelde niet veel. Toen hij wat rustiger ging zwemmen met trage slagen haalde ze hem in. Ze was net iets eerder bij ons dan hij. Ze lachte triomfantelijk toen hij boven kwam.
‘Ik was eerder!’
Hij grijnsde. ‘Ik deed op mijn gemak.’
‘Echt niet!’
‘Lach me niet uit of ik sleep je mee die glijbaan op.’
‘Nee! Dat doe ik echt nooit meer.’
Ik keek rond, was ze nou alleen? Nee, haar twee vriendinnen waren een eindje verderop. Die hadden duidelijk geen zin in Julian en Mats volgens mij. Niek tikte me aan.
‘Kom.’
Ik volgde hem, wie liepen naar de trap. Ik zag haar vriendinnen kijken, ze kwamen langzaam in beweging. Ik dacht al dat ik ze naar Niek had zien kijken. Niek keek nog een keer om, Julian en Mats kwamen ook in beweging.
‘Mooi,’ zei Niek toen hij de trap op ging naar de glijbaan, ‘we laten Jurn maar even alleen.’
Ik lachte. ‘Komt Elske ook nog vanavond?’
‘Met hun erbij?’ Niek lachte. ‘Echt niet.’
We stonden bij elkaar, Niek en ik voorop, de vriendinnen van dat meisje en daarachter Julian en Mats. Ze hadden weer praatjes genoeg.
‘Gaan jullie maar eerst,’ zeiden ze al snel.
Eigenlijk wilden Julian en Mats daar niets van weten, maar ze konden niet anders. Ik zag Jurn de trap op komen, met dat meisje voor hem uit. Niet veel later zat Julian alweer achterstevoren te wachten, ik had zijn enkels al vast. Daar ging ik toch even mooi gebruik van maken. Langzaam gleed hij achteruit, gretig trok ik mezelf naar hem toe. We grijnsden naar elkaar. Durfde ik mijn hoofd weer op hem neer te leggen? Iets langer dan de vorige keer. Ik kon het niet laten. Kijken, daarna ogen dicht. Meteen zag ik Thor weer voor me, maar ik voelde Julian duidelijk zitten.
‘Nu!’
Ik liet hem gaan, hij lachte. Ik probeerde hem bij te houden, we doken bijna tegelijk het waterbadje in. Bijna meteen dook Niek over mij heen. Hij duwde me tegen Julian aan, die probeerde me af te weren maar duwde daardoor alleen maar in mijn kruis. Ik had mijn armen om hem heen. Extraatje, waar ik niet op had gerekend. Hij liet me ook al snel weer los. Hij lachte. Damn, waarom waren die kaarten niet van hem? Toen ik stond sloeg hij zijn arm om me heen.
‘Dat was een mooie Tim!’
‘Volgende keer nog harder.’
Hij trok me dicht tegen zich aan. Damn, waarom waren die kaarten niet van hem?
Mats kwam uit de buis geschoten, daarna hoorde we gegil. Ik lachte, herkende die gil.
‘Nee! Nee! Lùùùùùùl!’
Sarcastische lach van Jurn.
‘Waaaaaaaah!’
Ze donderde flink spartelend in het water. Jurn er meteen achteraan. Ze sloeg hem, lachte.
‘Je zou niet duwen!’
‘Klein duwtje….’
‘Klein? Klein? Je lanceerde me, gek!’
Jurn lachte nog steeds. Haar vriendinnen kwamen naar beneden.
‘Hij duwde me weer!’ zei ze tegen hen.
Ze lachten. ‘Stel je niet aan.’
‘Nee, laat jezelf duwen.’
Jurn keek naar ze. ‘Nog een keer?’ vroeg hij droog.
Ze grijnsden.
‘Julian, Mats, kom, ik heb jullie hulp nodig.’
Daar gingen we weer, de trap op. Ze bleef vlak bij Jurn staan, Julian en Mats bleven strak in de buurt. Haar vriendinnen gingen eerst, de eerste met Mats, daarna ging de tweede zitten met Julian vlak achter haar. Oké, ik was jaloers. Hij grijnsde, die ging haar een gruwelijke duw geven. Lomp als hij is. Jurn keek lachend, zij stond te kijken, beetje nerveus, haar rug tegen zijn borst geleund.
‘Echt rustig deze keer hè?’ vroeg ze voorzichtig toen ze even schuin omhoog keek naar hem.
‘Is goed. Denk ik.’
Ze lachte, duwde nog een keer met haar rug. ‘Nee, echt.’
Hij legde zijn handen op haar schouders, bewoog zijn hoofd wat naar voren. ‘Beloofd.’
Toegegeven, ik hoorde haar niet gillen. Haar vriendinnen wel, maar ze lachten hoorde ik. Dat ijs was wel gebroken volgens mij. Niek ging voor mij, ik volgde. Toen ik beneden kwam stonden ze op ons te wachten. Jurn liep met haar naar het grote bad. Haar vriendinnen gingen er achteraan, met Julian en Mats. Ze doken het water in, lachten, stoeiden. Niek ging aan de kant hangen en bekeek het van een afstandje. Ik ging naast hem hangen.
‘Even lekker laten gaan,’ zei Niek.
‘Volgens mij zaten ze naar je te kijken.’
‘Daarom, even afstandje houden.’
Ik grinnikte.
‘Op zulke momenten vind ik het jammer dat Elske er niet bij is,’ zei hij serieus voor zich uit.
Ik keek naar hem en glimlachte.
‘En Julian moet eens manieren leren,’ zei hij er droog achteraan.
Ik keek naar Julian en lachte. Maar ze pikte het wel van hem.
‘Wanneer zie je haar weer?’ vroeg ik.
Niek glimlachte. ‘Morgen. Na haar werk. Maar dat ga je niet tegen de rest zeggen.’
‘Hebben jullie nou iets?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Wat mij betreft wel. Geen idee. Moet je dat eerst officieel aan elkaar verklaren?’
‘Geen idee.’
‘Wanneer is het “aan”?’
‘Gezoend al?’
‘Zeker weten,’ grijnsde hij.
‘En morgen weer afgesproken? Dan is het wel “aan” toch?’
Niek lachte. ‘Ik vind van wel.’
‘Na morgen zeker.’
‘Ja.’
Ik keek naar hem en lachte. ‘Mooi man.’
Hij knikte. Keek serieus. ‘Zeker weten.’
Julian zou Julian niet zijn als hij geen grap maakte dat hij wel met haar een kleedhokje wilde delen. Dat deed ze mooi niet. Volgens mij was er ook verder niets gebeurd tussen die twee. Nou, dat wist ik wel zeker. Ik had ze de hele tijd in de gaten gehouden. Ze fietsten ook alleen weg. Mooi. Mats had een rare grijns op zijn gezicht. Die waren we ook even kwijt geweest. Snelle jongen. Ik fietste naast Niek, Julian en Mats vol bravoure voorop. Jurn bleef wat achter, hij was stil, zoals zo vaak. Ik keek even op mijn telefoon terwijl ik reed. Berichtje van Thor. Dat bekeek ik thuis wel.
‘Ik ga er vandoor jongens,’ zei Niek.
Julian en Mats draaiden zich om. ‘Hoi!’
‘Veel plezier morgen,’ grijnsde ik.
Niek knipoogde. ‘Komt goed!”
En weg was hij. Jurn kwam naast me fietsen.
‘Ik ben moe.’
Ik lachte. ‘Moe?’
‘Jezus, wat kan die meid zwemmen.’
‘Weet je ondertussen hoe ze heet?’
‘Ja,’ lachte hij, ‘Lauren.’
‘Leuk. Toch?’ vroeg ik veelbetekenend.
Hij grijnsde. ‘Haar vriendinnen zien hun dus echt niet zitten hè?’
‘Niet?’
‘Heb je niet van mij, ik moet hier rechts.’
Ik lachte, misschien wel iets te enthousiast. Hij sloeg op mijn schouder, riep nog iets naar Julian en Mats en was toen weg. Ik reed tevreden achter ze verder. Mooi.
Ik deed het er niet om, het was echt toevallig, maar ik stond ineens bij Jasmine in de pauze. Schuine blik van de jongens.
‘Gezellig geweest vrijdagavond hoorde ik?’
‘Van wie heb je dat?’
‘Julian begon er over vanmorgen.’
Ik lachte. ‘Ja, het was gezellig.’
‘Zal ze niet leuk vinden.’
‘Wie?’
Ze zuchtte lachend. ‘Dat meisje van die kaarten, wie anders?’
Ik zag Huub binnen komen, hij keek en liep door. Ik wenkte hem.
‘Kom er vooral bij staan,’ zei ik tegen hem, ‘ik wordt een beetje nerveus van die blikken als ik alleen sta met Jasmine.’
Huub lachte. ‘Zullen we zogenaamd ruzie gaan maken? Dan snappen ze het helemaal niet meer.’
Ik keek hem aan, op en neer. ‘Nee, je bent te sterk. Laat maar.’
Jasmine lachte. ‘Maar die gaat dat dus niet leuk vinden.’
‘Haar probleem. Echt.’
‘Die kaarten?’ vroeg Huub.
Ik knikte. ‘Het zijn er al vier ondertussen. Als je er eentje anoniem stuurt, om uit te dagen of zo, dat snap ik allemaal nog wel. Maar vier?’
Huub lachte. ‘Dan ben je wel wanhopig ja.’
‘Volgens mij zoeken we helemaal op de verkeerde plek,’ zei Jasmine. ‘Misschien is ze van een paar klassen lager.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Kan.’
‘Alles kan,’ zei Huub.
‘Ja,’ zei ik afsluitend. ‘Het zal ook allemaal wel. Ze zoekt het maar lekker uit.’
‘Meen je dat?’ vroeg Jasmine verbaasd.
‘Ik voel me bekeken,’ mopperde ik.
Huub grinnikte en legde zijn hand tegen mijn rug. ‘Niet over nadenken.’
Hmm, stevige hand.
‘Dus ja. Ik ben er een beetje klaar mee. Als ze niet wil vertellen wie ze is, wat heeft het dan voor nut?’
Huub lachte. ‘Je hebt gelijk.’
Het had ook geen nut, ik had andere plannen. Heel andere plannen. Maar eerst gewoon op vrijdagavond zwemmen. Opvallend, de meiden waren er niet. Ik hoorde Julian en Mats overleggen.
‘Ze zullen wel naar de Mazzo zijn.’
Julian haalde zijn schouders op. ‘Denk het.’
Ik was een beetje verbaasd. Jurn kwam terug van zijn vaste baantjes, hing daarna naast me met zijn armen op de rand.
‘Moeten jullie niet naar de Mazzo?’
‘Neh.’
‘Is Lauren daar niet dan?’
‘Geen idee.’
Ik keek verbaasd. Jurn zag het een lachte.
‘Ey, leuk om mee te zwemmen, maar dat is het wel hoor.’
‘Oké…’
Hij sloeg lachend op mijn schouder. ‘Ze doet me aan mijn zusje denken, dus laat maar.’
‘Dan snap ik nog niet dat Julian en Mats niet daarheen willen.’
Hij grinnikte. ‘Dat snap ik ook niet.’
‘Niek had ze nog mee gevraagd.’
‘Gaat goed met die Elske, of niet?’
Ik knikte lachend. ‘Dat zit wel oké ja. Zijn vorige week ook samen de stad in geweest.’
‘Nice.’
‘Maar dat zij dan niet mee naar de Mazzo willen.’
‘Durven ze niet, Tim.’
Ik lachte.
‘Schijters zijn we, allemaal.’
‘Behalve Niek.’
Jurn knikte. ‘Die heeft mazzel.’
Ik liep de trap van het perron af, hield mijn kaart bij de lezer en liep door de poortjes. Ik keek rond en zag hem staan. Hij kwam al breed grijnzend op me af gelopen. Nog mooier in het echt.
‘Hey.’
Oké, ik was nerveus. Bloednerveus. ‘Hey.’
Hij gaf me een hand, hij moet mijn klamme hand gevoeld hebben. Hij glimlachte en nam me mee.
‘Kom, we gaan de stad in.’
Eventjes liep ik schuin achter hem, om wat mensen langs te laten. Hij was mooi, prima kont in die broek, hij was zelfverzekerd. Iets wat ik nog steeds niet was. Ik vroeg me ineens af hoeveel van dit soort dates hij al achter de rug had. Veel tijd om er over na te denken kreeg ik niet, hij keek over zijn schouder en kwam naast me lopen toen we het station uit gingen.
‘Nog een kaart gekregen?’ vroeg hij lachend.
‘Nee, het is even rustig.’
‘Jammer.’
‘Gelukkig.’
‘Gelukkig?’
‘Thor, wat moet ik er mee? Eén anonieme kaart vooruit, maar dit schiet echt niet op.’
‘Wel spannend.’
‘Nee, creepy,’ zei ik fel. ‘Er zit dus iemand al een paar weken naar me te kijken. Ik weet af en toe niet meer hoe ik moet bewegen op school.’
Thor lachte en wreef over mijn rug. ‘Rustig. Haar probleem.’
Hmm, dat voelde goed die hand. Thor keek me aan en lachte.
‘De enige plek waar ik me niet bekeken voel is buiten school, bij mijn vrienden.’
‘En daar kijk jij weer naar die ene vriend van je.’
‘Touché,’ grijnsde ik. ‘Maar hij weet het niet.’
Thor keek uitdagend. ‘Jij bent slecht.’
‘Soms,’ lachte ik balorig.
Hij lachte. ‘Maar dat wordt dus niets?’ vroeg hij toen serieus.
‘Nee, dat is wel duidelijk.’
‘Zeker?’
‘Heel zeker.’
We waren een park in gelopen. Aan de rand van het water ging hij onder een boom in het gras zitten. Ik zakte naast hem neer. Hij lag op zijn zij, leunend op een arm.
‘Hoe weet je dat zo zeker?’ vroeg hij ineens.
‘Omdat hij het nergens anders over heeft dan over leuke meiden.’
‘Ja? En? Camouflage?’
‘O ja, en omdat hij de hele tijd achter de meiden aan zit in het zwembad,’ ging ik verder.
Thor lachte. ‘Duidelijk ja.’
‘Heel duidelijk.’
‘Lijkt me ook kut.’
‘Wat?’
‘Omdat de hele tijd te zien. Hem achter de meiden aan, terwijl jij het liefst…’
Thor keek me aan, balorig, grijnzend. Ik lachte.
‘En jij?’ vroeg ik. ‘Nog leuke jongens daar bij jou op school?’
Thor draaide op zijn buik, dichter naar me toe. ‘Nah, niet echt. Beetje saai allemaal.’
‘Geen speciale vriend?’
‘Vrienden genoeg. Maar niemand waarvan ik denk… Wat dat betreft heb jij het beter voor elkaar.’
Ik lachte.
‘Beetje stiekem kijken… Tegen hem aan schurken in het zwembad.’ Hij lachte. ‘Je hoofd op zijn pik leggen in de glijbaan.’
Ik lachte mee. ‘Dat was lekker ja.’
‘Lekker zacht.’
Ik grinnikte. Thor draaide zich op zijn rug, haaks tegen mij en voor ik er erg in had lag zijn hoofd op mijn been. Blik omhoog. Hij kwam gevaarlijk dichtbij zo.
‘Hard was hij niet nee. Op zich wel jammer.’
Thor lachte, ik voelde zijn hoofd mee schudden op mijn been. Hij draaide zijn hoofd om me aan te kijken.
‘Zacht is ook prima,’ zei hij.
Mijn god. Hij lag nu met zijn wang… Dat was lekker, en zo lang kon dat niet zacht blijven als hij zo bleef liggen. Dat deed hij niet. Na een paar tellen ging hij zitten, keek me lachend aan. Ik glimlachte terug. Die blik. Zijn heup tegen die van mij, een hand aan de andere kant op de grond. Ik bleef achterover op mijn ellebogen leunen. Ineens leunde hij naar voren, hand laag op mijn buik. Hij kuste me snel.
‘Kom,’ zei hij toen hij meteen weer recht ging zitten. ‘We gaan wat eten. Ik heb honger.’
Een beetje verbaasd stond ik mee op. Ik haalde hem in, ging naast hem lopen. Had ik nu zin om zijn hand vast te pakken? Hij deed het ook niet. Hij liep rustig door, het park uit, straat in. Ik had geen idee waar we naar toe gingen. Ging hij nu naar zijn huis? Om de hoek was een winkelstraat, toch het centrum. Op de hoek was een terras, waar hij in een rechte lijn naar toe liep. Toch niet naar zijn huis. Mooi. Ik moest nog even die kus verwerken.
Stiekem was ik jaloers op hem. Hij was zelfverzekerd. Ik was nog steeds op een of andere manier nerveus. Hij niet. Totaal op zijn gemak. Of hij deed heel erg goed alsof. Alsof hij me door had, hij keek naar me en glimlachte. Hij zat lui onderuit, twee kussens in zijn rug. Ik zelf zat op een rechte stoel, laag tafeltje er tussen. Hij had zijn schoen op de rand gezet.
‘Die stoelen zitten voor geen meter,’ lachte hij toen ik wat ging verzitten.
‘Het gaat.’
‘Kom hier op de bank zitten, veel comfortabeler.’
Ik pofte naast hem op de bank, veel beter. Ik zat zo ook niet meer met mijn rug naar de straat, kon nu iedereen voorbij zien lopen. Onze broodjes werden op tafel gezet, hij dook er meteen op. Hij praatte, over zijn school, zijn vrienden. Alsof die hele kus niet gebeurd was. We bestelden nog wat te drinken, lieten de tijd voorbij lopen.
‘Heb je een foto van die vriend van jou?’ vroeg hij ineens.
‘Vast wel,’ zei ik terwijl ik mijn telefoon pakte. ‘Even zoeken.’
Er waren er genoeg, maar de meeste waren zo debiel als het maar zijn kon. Flauwekul foto’s. Toch kwam ik nog een foto tegen, waar we met bijna de hele groep op stonden. Mats had die een tijdje geleden gemaakt.
‘Deze,’ zei ik terwijl ik de telefoon naar hem toe hield. ‘Hij staat links, naast mij.’
Meteen hing hij tegen me aan. Zijn been tegen de mijne, schouder tegen schouder.
‘Knappe gast, je hebt smaak,’ grijnsde hij.
Ik glimlachte. ‘Maar hetero.’
‘Je kunt niet alles hebben. Wie is die andere?’
‘Jurn? Die aan de andere kant naast me?’
‘Die daarnaast.’
‘Dat is Niek.’
‘Lekker.’
‘Heeft een vriendin. Sorry. Meisje van de kassa van de supermarkt bij ons in het winkelcentrum.’
‘Heeft hij haar daar leren kennen?’
‘Uhu. Boodschappen doen heeft zijn voordelen.’
‘Cool. Knappe gast.’
‘En relaxed. Misschien heeft hij daarom ook wel een vriendin en Julian niet.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Julian is zo irritant bezig als hij een leuk meisje ziet. Beetje de macho uithangen, vooral willen opvallen.’
Thor duwde met zijn schouder. ‘Je bent gewoon jaloers.’
Ik lachte. ‘Nee, echt. Wat dat betreft is het wel een afknapper, als ik hem zo bezig zie.’
‘Snel vergeten dan.’
‘Makkelijk gezegd als hij je weer mee die glijbaan in trekt.’
Thor lachte. ‘Ik zou wel eens mee willen.’
‘Beetje naar die Niek gluren zeker?’
‘Nah…. Naar jou denk ik.’
En hij zat weer rechtop. Alsof hij het niet gezegd had. Wat was dit? Stille hint? Was ik aan zet? Ik wist niet wat ik moest doen. Hij had het helemaal in de hand. We waren best lang blijven zitten op dat terras. Gepraat, gelachen, vooral niet moeilijk doen. Ondertussen had ik hem goed zitten bekijken. En hij mij, dat merkte ik wel. Leuke jongen, alleen kon ik er geen peil op trekken. Aan het einde van de middag stonden we op, langzaam terug naar het station. Ik wilde nog van alles weten, maar durfde er niet over te beginnen.
‘Date jij vaak?’ vroeg hij ineens.
Ik schrok. Kon die gast gedachten lezen of zo?
‘Nee,’ zei ik.
Ging ik toegeven dat dit de eerste keer was voor mij?
‘Jij?’ vroeg ik toen.
‘Soms. Niet regelmatig hoor. Gewoon soms.’
‘Ik eigenlijk nooit.’
‘Is wel leuk hoor. Heb al best wat leuke jongens leren kennen.’
‘Maar de ware zat er nog niet tussen?’
‘Moet dat dan? Maakt ook niet uit. Gewoon een leuke dag hebben.’
We waren bijna bij het station. Ik keek op mijn telefoon.
‘Mijn trein rijdt nu net weg.’
‘Hoe laat gaat de volgende?’
‘Over een half uur.’
‘Mooi,’ zei hij.
‘Maar die moet ik wel echt hebben, anders ben ik te laat thuis.’
Hij pakte mijn arm en trok me mee naar een bankje. Hij ging zitten, aan iedere kant een been. Ik ging tegenover hem zitten. Oké, ik keek meteen tussen zijn benen, dat was ook niet de eerste keer. Hij glimlachte, schoof wat dichterbij, knieën tegen elkaar.
‘Ik vond het een leuke dag. Moeten we nog eens doen. Kom ik jouw kant op.’
‘Is goed,’ antwoordde ik vrolijk.
Het gesprek viel stil, allebei met eigen gedachten.
‘Je laat me wel weten als er weer een kaart komt hè?’ zei hij wat later.
Ik lachte. ‘Tuurlijk.’
‘Vroeg of laat moet je er toch achter komen lijkt me. Dat doet ze niet zomaar.’
Ik haalde mijn schouders op.
‘En vergeet die Julian.’
Nu lachte ik echt. ‘Ik ga mijn best doen.’
‘Maak desnoods die Niek homo.’
Ik schudde lachend mijn hoofd. ‘Gaat niet gebeuren.’
Ik keek nog een keer op mijn telefoon. Nog twintig minuten. Aan de ene kant wilde ik gewoon gaan, aan de andere kant niet. Dit was gewoon relaxed op een of andere manier, ook al was ik nerveus geweest. Thor hing wat naar voren.
‘Wat denk je?’
‘Niks. Gewoon een leuke dag gehad.’
Hij keek weer verlegen. ‘Ik ook.’
Hij keek me aan, mooie ogen ook. Ik verraste mezelf, en hem helemaal. Zonder er bij na te denken boog ik nog iets verder naar voren en kuste hem. Zijn ogen werden groot, staarden in die van mij. En ik kuste hem nog een keer. Ik voelde zijn hand op mijn been, hij kneep. Ik pakte zijn knie, schoof mijn hand over zijn been. Toen zoenden we.
Lang. Ik moest rennen om mijn trein te halen.
© 2018 Oliver