‘Dus jij gaat?’ vroeg Marloes verbaasd in de pauze.
Ik knikte naar haar. Ik had het Jelle nog op weg naar school verteld. Linda keek alleen maar naar me met een kleine glimlach.
‘Kjeld heeft gevraagd of ik mee ging.’
‘Heb je die nog gezien dan?’ ging Marloes verder.
‘Gistermiddag.’
‘Goed van je.’
Toen we terug naar binnen liepen pakte Linda mijn arm.
‘Knap van je.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik zie er anders flink tegen op. Maar als hij vraagt of ik mee ga…’
Ze knikte betrapt. ‘Ik kon het echt niet. Daar heeft hij helemaal niets aan.’
‘Maakt niet uit.’
Ik liep ondertussen weer door. Ze hield me nog even tegen. ‘Wens hem sterkte van mij.’
‘Doe ik,’ zei ik terwijl ik me omdraaide.
‘Mark?’
Ik keek even om.
‘Je doet goede dingen met hem.’
Ik draaide weer terug en liep het lokaal in. Wat bedoelde ze daar nou weer mee?
Na het derde uur ging iedereen naar het volgende lokaal terwijl ik naar de garderobe ging. Jelle sloeg nog een keer tegen mijn arm. ‘Succes.’
Ik knikte maar een keer, werd met de minuut nerveuzer. Ik trapte naar huis, trok andere kleren aan en ging naar Kjeld. Ik zou met hem en zijn ouders meerijden. Kjeld zat klein en wit op de bank toen ik binnen kwam. Hij keek naar me, probeerde een flauwe glimlach. Ik ging naast hem zitten, zei niets. Wat moest je ook zeggen? We dachten hetzelfde. Zijn moeder kwam de kamer in, keek een keer.
‘Zullen we gaan jongens?’
Kjeld knikte. We gingen met de auto. Kort stukje maar. De kerk zat goed vol. We tekenden het register, gingen ergens achteraan zitten. Voorin stond de kist al, ik zag de ouders van Hendrik zitten, zijn broers en zussen. Grote familie. Daarachter andere familie en zijn vrienden. Kjeld keek voorzichtig rond. Hij zat tussen zijn moeder en mij in. Niemand keek hem aan, als ze het al deden knikten ze kort naar hem. Ik had het idee dat ze het wel waardeerden. De muziek begon. Kjeld zuchtte.
‘Het was een aparte jongen,’ begon de dominee.
Dat kon je wel zeggen ja.
‘Vol in het leven, vol bravoure ook, die hem helaas noodlottig is geworden.’
Ik had hier helemaal geen zin in. Ik luisterde nog maar half naar wat voor een goede jongen het toch was geweest, keek naar mijn schoenen, hield Kjeld in de gaten. Ik hoorde de dominee praten over oprechtheid, het eerlijk behandelen van je naasten. Ik dacht aan Hendrik, werd bijna misselijk van dit schijnheilige geouwehoer. Nog even en ik werd nog kwaad ook. Ik keek weer naar Kjeld, die keek strak voor zich uit. Ik wilde niet luisteren. Ineens ving ik weer wat woorden op. “Handelen naar feiten, niet naar aannemingen. Roddel en ongerechtigheid zijn twee van de vele wortelen van het kwaad.” Het was even stil.
‘Laten we troost vinden in het feit dat het een ongeluk was. Een ongelukkige samenloop van omstandigheden. Even de aandacht weg, toch die bravoure. Laten we troost vinden in het feit dat er geen opzet in het spel was. Er zijn geen schuldigen, alleen maar verliezers.’
Naast me hoorde ik Kjeld sniffen. Zij moeder klopte even op zijn knie. Hij zuchtte. Hij hield zich wonderbaarlijk groot, ik had bewondering voor hem. De dienst ging verder. Vrienden van hem lazen nog wat voor, gebroken stem. Nederig bijna. Mijn aandacht verslapte weer, ik hield Kjeld weer in de gaten, keek rond. Ik zag Jeroen zitten, naast Martijn en zijn broer.
‘Laten we bidden.’
Het was stil in de kerk.
‘Laten we bidden en vragen om kracht om dit samen te verwerken. Laten we bidden voor de kracht om door te gaan. Voor zijn ouders, zijn broers en zussen, voor de familie. Laten we bidden om kracht voor zijn vrienden, die door moeten met die lege plek in hun midden. Laten we bidden om kracht voor de jongen die het allemaal heeft zien gebeuren, die hem nog tevergeefs heeft proberen te helpen.’
Naast me piepte Kjeld kort. Daarna brak hij. Hij verborg zijn gezicht in mijn jas om geen geluid te maken. Jeumig. Ik sloeg mijn arm om hem heen, voelde de hand van zijn moeder. Ook ik hield het niet meer echt droog. De vader van Kjeld stak me een papieren zakdoekje toe. Ik zag Jeroen om kijken, Martijn, Auke. De halve kerk. Kjeld ademde zwaar. Er werd gebeden. De dienst kwam ten einde. Iedereen ging staan, traag kwam de kist langs door het middenpad naar de deur achter in de kerk. Zijn ouders er achteraan. Kjeld schokte, greep mijn hand. Ik kneep. De moeder van Hendrik keek even kort, knikte met betraande ogen. Kjeld keek niet, ik probeerde terug te knikken. Hij kneep nog harder. Bank voor bank liep leeg, iedereen liep aan onze rij voorbij, iedereen keek. Het zag er naar uit dat ze medelijden hadden. Jeroen en Martijn treuzelden, zorgen ervoor dat ze bij ons kwamen te lopen toen wij de rij uit gingen. Ze klopten Kjeld een keer op zijn rug. Die liet me niet los. Hij keek even naar me.
‘Ik wil hier weg,’ fluisterde hij wanhopig.
Zijn moeders hand lag op zijn schouder. ‘We gaan naar huis.’
We liepen de kerk uit, iedereen volgde de rij naar het kerkhof achter de kerk. Wij liepen het pad af, terug naar de auto. Kjeld liep gebroken naast zijn moeder, de hand van zijn vader op zijn schouder. Ik was eigenlijk ook wel blij dat we niet naar het kerkhof gingen. Ook ik was even op. Kjeld zat stil naast me in de auto, thuis in de kamer huilde hij opnieuw. Ik stond er maar een beetje bij, wist me geen houding te geven.
‘Ga anders even op bed liggen,’ zei zijn moeder.
Hij knikte, keek me eventjes verontschuldigend aan. Ik knikte terug, het was goed zo. Kjeld ging naar boven, zijn moeder liep mee.
‘Wat wil je drinken Mark?’ vroeg zijn vader.
‘Ik denk dat ik maar naar huis ga,’ zei ik zachtjes.
Hij schudde zijn hoofd. ‘Jij drinkt eerst nog wat.’
‘Cola alstublieft,’ zei ik en ging aan tafel zitten.
Ik kreeg een glas voor mijn neus. Ik nam een slok, het deed me nog goed ook.
‘Even tot rust komen voor je naar huis fietst, het was niet niks.’
Ik zuchtte, schudde mijn hoofd. Kjeld’s moeder kwam weer terug, ging bij ons aan tafel zitten.
‘Fijn dat je er bij was,’ zei ze. ‘Fijn wat jullie voor hem gedaan hebben de laatste paar dagen. Jij en Linda.’
Ik haalde mijn schouders een keer op.
‘Mooi wat de dominee heeft gezegd,’ zei zijn vader.
Ik knikte, probeerde in mijn hoofd te herhalen wat hij allemaal zei, liet zijn ouders doorpraten.
‘Ik had al zo’n vermoeden nadat zijn ouders hier waren geweest.’
‘Knap dat ze dat zo gedaan hebben.’
‘Laten we hem morgen naar school gaan?’
‘Laat hem zelf maar bepalen. Het is maar voor een dag. Misschien juist wel goed. We kijken morgen wel.’
‘Ik kan hem ook brengen, of heb jij de auto morgen nodig?’
‘Niet perse. Ik kan ook met de fiets gaan.’
‘We kijken wel,’ zeiden ze tegelijk.
Ik had mijn glas leeg.
‘Ik ga zo maar eens,’ zei ik.
‘Is goed jongen. Heel erg bedankt dat je er was vandaag,’ zei zijn moeder.
Zijn vader knikte, glimlachte naar me.
‘Kjeld vroeg of je nog even dag kwam zeggen als je ging.’
Ik knikte. Ze liep voor me de trap op.
‘Kjeld? Ben je nog wakker? Mark gaat naar huis.’
Ik hoorde hem mompelen. Ze liet me voorbij lopen, ging de trap weer af. Voorzichtig duwde ik de deur verder open. Hij lag op zijn bed, op zijn zij, keek met lege ogen naar me. Gewone jongenskamer, zag ik.
‘Ik ga naar huis.’
‘Is goed. Dank je wel Mark,’ zei hij met krakende stem.
Hij had geslapen, dat hoorde ik. Ik glimlachte om zijn slaperige kop.
‘Ik ben blij dat het voorbij is,’ zei hij.
Ik ging op de rand van zijn bed zitten. ‘Ik ook.’
‘Gaaf dat je mee bent gegaan,’ zei hij.
Zijn ogen werden weer waterig. Ik legde mijn hand op zijn schouder. Dat had ik misschien niet moeten doen, hij huilde nu weer.
‘Slaap nog maar wat,’ zei ik zacht.
Hij knikte sniffend.
‘Ik zie je morgen,’ zei hij.
‘Zie maar,’ zei ik met het gesprek van zijn ouders beneden in mijn achterhoofd.
‘Ik ben zo moe,’ zuchtte hij.
Ik streelde zijn schouder en arm. ‘Welterusten.’
Hij legde zijn hand op mijn been. ‘Dankjewel.’
Daar ging ik weer. Ik streek een keer over zijn hoofd, kuste zijn voorhoofd. Ik vond dat ik het moest doen. Daarna stond ik op. Hij keek me glimlachend aan met zijn ogen. Bij de deur stak ik nog even mijn hand op, ik zag hem draaien en zijn ogen dichtdoen. Zachtjes sloot ik de deur. Ik vroeg me af of hij er morgen zou zijn. Ik zei nog even gedag in de keuken.
‘Rij voorzichtig naar huis jongen,’ zei zijn vader.
Zijn moeder liep mee naar de deur.
‘Hij slaapt weer, denk ik.’
Ze glimlachte. ‘Komt wel goed met hem.’
Hij was er, de volgende dag. Stilletjes, maar hij zag er een stuk beter uit dan de dag ervoor. Hij glimlachte naar me toen hij me zag in de pauze, blik van verstandhouding. Linda sloeg even een arm om hem heen wat hij gelaten liet gebeuren. Hij wilde door, dat zag ik wel aan hem. Het was gebeurd, de begrafenis geweest. Klaar. Niet meer terug kijken. Hij wilde weer gewoon dezelfde Kjeld zijn, vooral niet in het middelpunt staan. Jelle zorgde daar wel voor. Ik kreeg het idee dat hij doorhad hoe de verhoudingen zaten tussen Linda en Kjeld, dat ze een stuk minder close waren dan we allemaal in het begin dachten. Hij praatte veel tegen haar, maakte grappen. Af en toe zag ik haar naar Marloes kijken, ik kon alleen niet zien of dat nou een goede blik was of niet. Ze lachte wel om hem en wat hij zei. Jelle glunderde. Kjeld keek alleen maar een keer naar me. Zijn ogen spraken boekdelen. Ik kon niet anders dan terug lachen. Op weg van school terug naar huis reed Jelle enthousiast naast me.
‘Gaat goed tussen jou en Linda, of niet?’
‘Zeker wel,’ reageerde hij blij. “Vanavond in de schuur…’ Hij maakte zijn zin niet af, keek me even vragend aan. ‘Hoe ging dat bij jou en Ulrike?’
‘Eigenlijk vanzelf,’ zei ik. ‘Veel heen en weer kijken in het begin. We stonden ineens dicht tegenover elkaar, weet ik veel. Het gebeurde gewoon ineens. Alsof het niet anders kon.’
‘Wat gebeurde er toen?’
‘Je kijkt elkaar aan, en dan weet je het eigenlijk al.’
‘Maar hoe ging dat nou precies?’
‘We stoeiden een beetje, gewoon voor de flauwekul. En toen stonden we ineens stil, keken elkaar aan. Ik ging nog wat dichterbij, kijken wat ze zou doen, maar ze bleef gewoon kijken. Toen heb ik haar gekust.’
‘Gaaf.’
Ik zag hem denken.
‘Doe nou maar rustig aan, jij.’
‘Jawel,’ zei hij onzeker.
Ik lachte. Wat moest er allemaal wel niet in die kop van hem rondgaan?
Jelle maakte een nerveuze indruk aan de bar van de schuur. Ik kon er alleen maar om lachen. Linda was er nog niet. Jelle praatte wat maar hield met een schuin oog de deur in de gaten. Jeroen kwam bij me staan.
‘Indrukwekkend gisteren.’
Ik knikte.
‘Ik had het echt met Kjeld te doen.’
‘Hij zat er helemaal doorheen. Hoe was het op het kerkhof?’
‘Kort, duurde niet zo lang. Zwaar, vooral voor zijn ouders en zo. Raar idee, die kist boven dat gat in de grond.’
Ik knikte.
‘Ik was even verbaasd om jou daar te zien, met Kjeld.’
‘Ik was de dag ervoor nog even bij hem op bezoek geweest. Hij vroeg of ik mee wou gaan.’
Jeroen knikte alleen maar goedkeurend.
‘Wat heeft Jelle eigenlijk vandaag?’ vroeg hij toen.
‘Geen idee. De lente in zijn kop lijkt het, ook al is het bijna november.’
Jeroen lachte, hield mijn lege flesje vragend omhoog. Ik knikte.
‘Doe er nog maar een.’
Jelle viel me bij. ‘Voor mij ook.’
‘Kijk je een beetje uit,’ zei ik, ‘ik breng je vanavond niet weer te voet naar huis.’
‘Beetje moed indrinken, Mark.’
‘Niet teveel, dan maak je jezelf alleen maar belachelijk.’
Zijn hoofd draaide ineens naar de deur. Marloes kwam binnen, dan kon Linda niet ver weg zijn. Linda lachte naar hem toen ze binnen kwam, liep ook meteen op ons af. Dat ging alvast goed. Jelle sloeg dicht, ik praatte nog het meest. Naast me nam hij een flinke slok. Marloes deed alsof er niets aan de hand was, ik vroeg me af of ze het nou doorhad of niet. Toch wel, bleek wat later, ze nam me apart, weg van Jelle en Linda.
‘Heeft Jelle een oogje op Linda?’
‘Geen idee. Hoezo?’
‘Gewoon,’ zei ze ontwijkend. ‘Hij doet zo blij al ze in de buurt is.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Hij is toch altijd blij?’
Ze lachte een keer. ‘Heb je ook weer gelijk in.’
Ik keek een keer, zag Linda lachen. Er stonden nog wat jongens en meisjes bij. Marloes en ik bleven bij de deur staan. Linda lachte weer, gaf Jelle een duw. Jelle greep zijn kans, dat zag ik aan heel zijn houding. Van binnen lachte ik. Stoeien. Ze stonden niet ver meer bij ons vandaan. Kijken wat hij ging doen. Ze hadden elkaars handen vast, probeerden elkaar te kietelen, zag ik. Toen stonden ze stil, keken lachend naar elkaar. Ik zag hem steeds serieuzer kijken, haar ook. Hij trok zachtjes haar handen naar zich toe, bleef haar aanstaren. Ik herkende het helemaal. Jeumig, hij ging haar toch niet nu…? Jawel, dat probeerde hij wel. Ze schrok toen ze merkte wat hij wilde, ging achteruit, trok haar handen los. Jelle keek verbaasd, licht in paniek ook. Ze liep naar de deur. Ik kreeg medelijden met Jelle. Plan mislukt. Toen hoorde ik nog net wat Linda zei.
‘Niet hier gek, mijn broer loopt hier ook rond.’
Ik keek even naar haar, daarna naar Jelle. Die stond als genageld aan de grond. Marloes zag Linda naar buiten gaan, zag Jelle stil staan, naar de deur staren. Ze knikte.
‘Wat sta je daar nou, naar buiten jij. Er achteraan.’
Ik lachte.
‘Eindelijk,’ zei ze. ‘Ze heeft het voor elkaar.’
Ik keek haar verbaasd aan.
‘Ze vindt hem al een tijdje leuk. En hij haar ook, zeg nou niet dat je dat niet wist.’
Ik lachte alleen maar. Voelde meteen ook een steek van binnen. Ik zag Peter weer voor me, naakt in die bergbeek, zijn handen vast aan die van mij, die starende verliefde blik in zijn ogen. Ik voelde die eerste kus weer. Toen ik weer een beetje in de gaten had wat er om me heen gebeurde was Jelle allang verdwenen. Toen ik naar huis fietste later die avond zag ik hem pas weer. Midden in het dorp, zittend op een bankje. Met Linda vlak naast hem.
Ik belde hem de volgende ochtend. Ik kreeg hem vrolijk aan de lijn.
‘Hoe is het, jongen? Zag er goed uit gisteren.’
‘Ja, man. Gaaf.’
‘Ik zag jullie nog op het bankje zitten vannacht.’
‘Ik heb je niet voorbij zien komen.’
‘Goh, nee,’ grinnikte ik. ‘Echt niet?’
‘Ze zag me al een hele tijd zitten, wist je dat?’
‘Nee,’ lachte ik. ‘Maar Marloes wel geloof ik.’
‘Dit is zo gaaf,’ zei hij weer.
‘Zie je haar nog dit weekend?’
‘Vanmiddag.’
‘Leuk man. Condooms terug hebben?’
Hij lachte. ‘Heb je die nog over dan na die week?’
Ik lachte maar. Die had ik nog allemaal over ja. Ik dacht weer aan Peter. Hoe zou dat zijn met hem? Februari was nog zo ver weg.
‘Mark, ben je er nog?’
‘Ja,’ zei ik snel, ‘ik ben er nog. Veel plezier vanmiddag, ik wil alles horen naderhand.’
‘Tuurlijk.’
Ik lachte. Hij was echt door het dolle heen. We hingen weer op, ik keek nog even voor me uit. Ik dacht weer aan die condooms, aan Peter. Er draaide van alles door mijn hoofd, mijn lichaam. Ik zag hem weer voor me, boven op me, die blik in zijn ogen. Als hij toch eens… in plaats van over mijn buik te glijden… Ik kreeg het warm. Ik ging weer naar boven, trok mijn slaapshirt en boxer uit en dook onder de douche. Ik was al hard. Van het idee alleen al. Toen ik even later terug in de slaapkamer kwam zag ik dat Peter een berichtje had gestuurd. “Vanavond online? Ik wil je zien.” Ik glimlachte. “Ik jou ook. Vanavond zie ik je,” stuurde ik terug. Het maakte me vrolijk. Ik besloot een eindje te gaan fietsen die middag, even uitwaaien. Ik moest mijn vrolijke energie afreageren. Tot mijn verbazing zag ik Marloes met Jelle en Linda in het dorp zitten. Ze zwaaiden. Linda zat dicht tegen Jelle aan, Marloes knipoogde grijnzend naar me.
‘Ik kwam ze toevallig tegen,’ zei ze lachend.
Af en toe hing Linda tegen de schouder van Jelle aan. Jelle had een glimlach op zijn gezicht die er waarschijnlijk de komende dagen niet meer af te branden was. Kjeld kwam voorbij rijden. Hij zwaaide, remde en draaide zijn fiets. Hij bleef op zijn zadel zitten, Linda en Jelle stonden op het punt om samen weg te gaan. Marloes stond ook op.
‘Ik moet weer verder,’ zei ze, ‘moest eigenlijk alleen maar een boodschapje doen, ze zullen zich wel afvragen waar ik blijf.’
We groetten, daarna waren ze weg.
‘Ik moet ook weer terug,’ zei Kjeld. ‘Ik heb jonkies.’
‘Zijn ze er?’ vroeg ik nieuwsgierig.
Hij knikte vrolijk.
‘Mooi,’ zei ik.
‘Zeker. Wil je komen kijken?’
‘Graag,’ zei ik en pakte mijn fiets.
Naast hem reed ik naar zijn huis. Hij was enthousiast, reed snel. We liepen langs zijn huis af meteen door naar achteren. In een van de hokken lagen ze. Lief, klein, hulpeloos nog. Ik zat op mijn hurken bij hem, vertederend gezicht om naar te kijken. Hij zat vlak naast me, keek me een keer glunderend aan.
‘Dit is iedere keer weer zo gaaf,’ zei hij zacht.
Het raakte hem, dat was aan alles te merken.
‘Zou je hem niet even wat te drinken aanbieden,’ hoorde ik ineens zijn moeder achter me.
Ik keek om, zei lachend hallo. Kjeld keek me even aan.
‘Sorry, wil je wat drinken?’
‘Is goed.’
‘Als je tijd hebt hoor.’
‘Ik heb de hele middag.’
Hij glimlachte, was vrolijk. In de keuken praatte hij honderduit over zijn beesten. Hoe het gegaan was vrijdag, vlak nadat hij thuis kwam. Daarna begon hij ineens over Jelle.
‘Hebben hij en Linda nou iets met elkaar?’
Ik lachte. ‘Volgens mij wel. Geen idee of het geheim moet blijven, maar gisteravond waren ze ineens weg uit de schuur en zaten ze toen ik naar huis ging midden in het dorp op een bankje.’
‘Altijd al gedacht. Hij keek zo vaak naar haar. Ik heb het je al gezegd.’
‘Jelle was door het dolle heen.’
Kjeld lachte. Hij keek een keer op de klok.
‘Ik moet straks nog wel even het water en het voer doen,’ zei hij verontschuldigend.
‘Helpen?’
‘Als je wilt,’ zei hij hoopvol.
Ik knikte. Even later zaten we op onze hurken, flesje leeg laten lopen, onderdompelen, terughangen. Hokken open, nieuw voer. Ik kroelde ieder beest even op de kop, de een snuffelde, de ander sprong geschrokken rond. Kjeld lachte. Hij had het konijn vast dat laatst nog ziek was geweest. Hij hield het zorgzaam in zijn arm, streek zijn oren plat. Hij praatte er zachtjes tegen. Even keek hij betrapt naar me toen hij besefte wat hij aan het doen was. Ik glimlachte alleen maar, aaide het beestje ook een keer. Het was wel oké allemaal. Hij keek nog een keer in het hok waar de jonkies lagen, glimlachte.
‘Nieuw leven,’ zei hij.
‘Het ene gaat, het volgende komt,’ zei ik.
Hij keek me met een schok aan. Ik had meteen spijt dat ik het gezegd had.
‘Dat is waar,’ zei hij, ‘maar om Hendrik nou met een konijn te vergelijken…’
‘Konijnen zijn liever,’ zei ik.
Het interesseerde me even niets wat hij er van dacht. Ik wilde het gezegd hebben. Hoe lomp het misschien ook van me was.
‘Ik kan ook beter met konijnen omgaan.’
‘Dan met Hendrik?’
‘Dan met mensen misschien wel.’
‘Dat moet je niet zeggen, Kjeld. Dat is niet waar.’
Hij haalde zijn schouders op. Keek even naar de hokken, haalde er weer een konijn uit. Terwijl hij die aaide praatte hij verder, zonder me echt aan te kijken.
‘Hendrik had me helemaal door. Mensen kunnen me zo klein krijgen. Ik sla dan dicht, Mark, ik weet dan niet meer wat ik moet zeggen. Hij zag het aan me. Ik was makkelijk om van te winnen, makkelijk om zijn status hoog te houden.’
‘Toch heb je hem geslagen.’
‘Ik was in paniek,’ zuchtte hij. ‘Ik wist ook meteen dat ik het niet had moeten doen.’
‘Waarom niet? Hij kon toch niet door blijven gaan?’
Hij keek nog een keer naar me. Daarna schoot zijn blik weer naar het beest in zijn handen. Hij zuchtte.
‘Hij zat flauwe opmerkingen te maken, bleef doorgaan, zei dat hij een hekel had aan watjes zoals ik. Linda stond er bij, die hoorde dat. Hij maakte een opmerking over mijn beesten, dat hij ze ’s nachts de kop om zou draaien.’
‘En toen knakte er iets bij je? Ik vind het niet gek.’
‘Dat vond Linda ook niet. Die sprong me bij.’ Hij staarde even naar de ren. ‘Van mijn beesten blijven ze af, wat er ook gebeurt.’
‘Groot gelijk,’ zei ik.
‘Dat is niet het enige.’ Hij zuchtte weer. ‘Dit weet Linda niet eens. Op mijn vorige school, voor we naar hier verhuisden, werd ik ook gepest, dat vergeet ik nooit meer. Toen Hendrik voor het eerst tegen mij begon schoot ik meteen weer in paniek. “Niet weer,” dacht ik toen.’ Hij keek even naar me. ‘Zullen we naar mijn kamer gaan?’
‘Mij best,’ zei ik.
Kjeld zette het konijn terug, liep voor me uit naar binnen. In zijn kamer ging ik op zijn bureaustoel zitten, hij bleef staan.
‘Dat vertel je aan niemand he?’
‘Nee, natuurlijk niet,’ zei ik.
Hij begon zijn T-shirt uit zijn broek te trekken. Ik schrok. Wat ging hij doen? Hij trok zijn shirt omhoog, even dacht ik dat hij hem uit ging trekken, maar hij hield het alleen maar omhoog. Toen zag ik het pas. Een paar littekens op zijn buik en op zijn zij.
‘Wat heb je daar gedaan?’ zei ik verbaasd.
‘Prikkeldraad. Ze lieten me opzettelijk struikelen. Geintje, vonden ze.’
‘Hoe oud was je toen?’
‘Elf.’
Ik was stil. Wist niet meer wat ik moest zeggen.
‘Hendrik zei nog iets die avond. Hij had me bij mijn schouder vast, zei het vlak naast mijn oor. “Of ik laat je nog een keer in het prikkeldraad vallen.” Toen wist ik het zeker, hij wist van die pesterijen van vroeger. Toen was ik echt in paniek. Ik schrok me kapot. Niemand hier wist het, ik kon hier echt opnieuw beginnen. Als hij dat rond zou vertellen…’
‘Vandaar,’ zei ik. ‘Ik begrijp je nou ineens een stuk beter. Wij waren allemaal zo verbaasd dat uitgerekend jij gevochten had in de schuur.’
‘Ik had er nooit naar toe moeten gaan. Niets voor mij.’
‘Hoe is hij daar achter gekomen eigenlijk?’
‘Geen idee. Zo ver woonde ik hier nou ook weer niet vandaan. Hij zal wel iemand gesproken hebben, weet ik veel. Ik hoop echt dat hij het hier verder niemand verteld heeft.’
‘Dat is waarschijnlijk ook de reden waarom hij jou ineens moest hebben. Lekker makkelijke prooi.’
‘Ik denk het.’
Ik keek hem even aan. Hij had zijn shirt ondertussen allang weer laten zakken.
‘Jij bent nou de enige die het hier weet. Hoop ik.’
‘Ik hou mijn mond,’ zei ik. ‘Ook tegen Linda.’
‘Graag.’
Het gaf me een raar gevoel. Kjeld had me iets persoonlijks verteld, iets wat ik geheim moest houden. Zolang kende ik hem nog niet eens. Hij moest me wel heel erg vertrouwen.
‘Waarom vertel jij mij jouw geheim?’ vroeg ik toen.
‘Omdat ik je vertrouw. Omdat jij de eerste bent die echt geïnteresseerd is in hoe ik me voelde na dat gedoe met Hendrik.’
‘Geheimpje van mij weten, wat verder niemand anders weet?’
Hij keek me verbaasd aan. ‘Dat hoef je niet te vertellen hoor, als je dat niet wilt.’
‘Ik wil het,’ zei ik. ‘Ik vertrouw jou.’
Hij keek verlegen.
‘Dat verhaal over Ulrike? Dat is niet waar.’
‘Zijn mond viel open. ‘Niet? Dat heb je verzonnen?’
Ik knikte, wilde verder praten maar hij was sneller.
‘Dus toch. Ik had al zo’n idee. Ik weet niet waarom, maar er was iets aan je toen je er over begon dat je daar weer heenging in de herfstvakantie. Maar waarom heb je dat verzonnen dan? Ik weet dat Jelle het vaak over meisjes had. Wilde je niet achter blijven of zo?’
‘Nee, dat is het niet,’ lachte ik.
‘Je bent daar toch wel geweest, of ook niet?’
‘Ik ben er wel geweest. Ik ging alleen niet voor haar, maar voor Peter, haar broer.’
‘Om hem te helpen met klussen, dat heb je verteld.’
‘Kjeld…’
Hij keek me met grote ogen aan. ‘Je bedoelt…’
Ik knikte. ‘Ik wilde het eerst verborgen houden, maar Jelle had me door. Tenminste, hij dacht dat ik misschien verliefd was op Marloes. Marloes dacht het op een gegeven moment ook, maar ze zagen aan mijn gezicht dat er wat aan de hand was. Toen wilde Marloes weten op wie ik verliefd was. Ik kon er niet meer onderuit. Ik heb ze een foto laten zien op mijn telefoon, van hem met zijn zus. Zij dachten meteen dat het Ulrike was natuurlijk en dat heb ik maar zo gelaten.’
Hij keek vragend naar me.
‘Oké,’ zei ik lachend en plofte naast hem op zijn bed. ‘Die mag jij ook zien.’
Ik viste mijn toestel uit mijn broekzak, zocht de ondertussen bekende foto op.
‘Leuke jongen,’ zei hij. ‘Leuke zus ook.’
Ik schoot in de lach. ‘Je zegt precies het omgekeerde van Marloes en Linda.’
Ik keek nog even een keer naar mijn toestel en borg hem daarna weer op. Hij keek naar me.
‘Je kijkt verliefd,’ gniffelde hij.
Ik haalde lachend mijn schouders op. ‘Ben ik ook.’
‘Lijkt me lastig, die afstand.’
‘Is het ook. Maar waar ik echt gek van word is dat ik niet alles kan vertellen. Ik moet constant uitkijken met wat ik zeg. Vooral nu ik weer terug ben geweest. Ze bleven vragen stellen. Weet je, ik heb Ulrike bijna niet gezien die week. Ik heb wel de hele week met Peter in een caravan geslapen.’
Hij keek met grote ogen.
‘En Jelle maar vragen wat er allemaal gebeurd is. Ik moet iedere keer weer iets verzinnen, hij snapt ook wel dat ik niet bij Ulrike ben blijven slapen op een kamer. Maar ondertussen heb ik dat wel met Peter. Zijn ouders weten van niets, mijn ouders weten van niets. Niemand. Wij zijn de enige.’
‘En Peter zelf.’
‘Ja, en hij. Weet je, ik ben bang voor de reactie van iedereen. Vooral van Jelle.’
Ik zuchtte, staarde wat voor me uit.
‘Voor mij blijf je gewoon Mark hoor.’
Ik voelde even zijn hand op mijn schouder. Heel kort, maar het deed me veel.
‘Dank je wel,’ zei ik zacht. ‘Ik heb er een puinhoop van gemaakt.’
‘Waarom?’
‘Ik had het ze nooit moeten vertellen, ik had al helemaal Ulrike er niet bij moeten halen. Maar ik zat er ook zo vol van. Ik moest het kwijt, al was het maar met een omweg. Maar het is allemaal een grote leugen, Kjeld. Dat gaat een keer fout.’
Hij zei niets, zat er over na te denken.
‘Dit hou je voor je he?’
Hij keek me bijna beledigd aan. ‘Natuurlijk, wat dacht je dan?’
Ik glimlachte maar een keer, stomme opmerking van mij, ik had niet anders verwacht van hem. Kjeld keek serieus voor zich uit.
‘Dit is de eerste keer dat iemand mij zo durft te vertrouwen,’ zei hij zacht.
‘Omdat je dat ook bent. Je moet niet zo min over jezelf denken.’
‘Dat is moeilijk na al die jaren.’
‘Zo moet je niet denken, Kjeld.’
‘Makkelijk gezegd. Weet ik ook wel, hoor. Maar ik weet niet, af en toe vind ik het ook wel goed zo. Niemand die mij lastig valt, niemand die op me let.’
Ik sloeg even mijn arm om hem heen, kort maar krachtig. Dat zorgde ervoor dat hij bloosde. We keken elkaar even aan, dicht bij elkaar. We glimlachen, we begrepen elkaar.
‘Bedankt voor het luisteren,’ zei ik.
‘Nee, jij.’
Ik lachte. Toen deed hij het. Een arm om me heen.
‘Weet je,’ zei hij, ‘wat me echt raakte?’
‘Nou?’ Ik had echt geen idee.
‘Toen jij zomaar ineens hier binnen kwam, om te vragen hoe het met me ging. Ik zat echt stuk, jij troostte me. Je gaf me bij de deur ineens een kus op mijn voorhoofd. Daar heb ik nog vaak aan terug moeten denken.’
‘Dat bekijk je nu waarschijnlijk ook anders nu je dit van mij weet.’
‘Daarom deed je dat niet, toch? Je deed dat voor mij.’
Ik knikte.
‘Dat maakt jou nou zo apart.’
Ik glimlachte verlegen, nou was het mijn beurt om te blozen. Nog steeds die arm om me heen. Ik liet het maar gebeuren, het zat wel goed.
‘Heb je echt met hem in een bed geslapen?’ vroeg hij toen.
Ik grijnsde. ‘Zeven nachten lang.’
‘Je hebt echt seks met hem gehad?’ vroeg hij ongelovig, verbaasd.
Ik knikte. ‘Op vakantie in de zomer al. Maar in die caravan was echt gaaf. Samen slapen, samen… Nou ja, je weet wel.’
Hij lachte, ondeugend. Ik ging naar huis, het was ondertussen al laat in de middag. Bij de deur bleven we nog even staan. We hoefden niet tegen elkaar te zeggen dat we het niet verder zouden vertellen, dat voelden we zo ook wel. We glimlachten alleen maar.
Peter was die avond vroeg online. Ik was een beetje afwezig, zat nog vol van Kjeld.
‘Je bent stil,’ zei Peter. ‘Is er iets? Gaat het niet goed?’
‘Het gaat juist helemaal super,’ typte ik terug. ‘Ik heb je verteld over die jongen, Kjeld? Ik heb het hem verteld van ons.’
Ik zag zijn ogen groter worden. ‘Hoe reageerde hij?’
‘Goed,’ typte ik glunderend. ‘Hij vond het leuk voor me. Voor ons. Ik heb een foto van je laten zien.’
‘Wat zei hij?’
‘Hij vond dat je er leuk uit zag.’
Peter keek verlegen naar de camera. “Echt?’
Ik knikte lachend terug.
‘En hij vond dat je een leuke zus had.’
Peter zat hard te lachen.
Ik dacht weer terug aan Kjeld, en hoe hij had gereageerd. Aparte jongen. Ik zat nog vol van het verhaal toen we in de gang stonden bij hem thuis. Ik had er echt een puinhoop van gemaakt bij Jelle en de rest. Vlak voor ik de deur open deed verbaasde hij me. Hij troostte mij, probeerde mij op mijn gemak te stellen. Hij pakte me even vast, hield me stevig tegen zich aan. Zei dat alles wel goed zou komen.
En hij gaf me een kus op mijn voorhoofd.
© 2007 Oliver Kjelsson