Hijzelf vond het een geweldig idee. Hij wou hem gewoon nog een keer zien. Daar was het woord obsessie weer. Dat gevoel kende hij maar al te goed. Het was dus geen krampachtig vasthouden bij meisjes om zijn gevoel voor jongens te verdringen. Het hoorde gewoon bij hem. En daar kon hij maar beter aan toegeven. Het maakte hem vrolijk, over een paar dagen zou hij hem weer zien.
Het kon niet moeilijk zijn. Hij had van Lars gehoord dat het de enige school in het voortgezet onderwijs was in het plaatsje waar hij woonde. Bovendien had hij zijn adres. Hij zou om half drie klaar zijn op school. Dan moest hij hem toch ergens tegenkomen. Gerben was die vrije woensdag op tijd weg gereden. Hij had thuis verteld dat hij een middag ging fietsen, en dat hij op tijd weer thuis zou zijn. Meer hoefde zijn moeder niet te weten. Hij had het adres van Lars bij zich. Hij zou daar ergens vast wel een plattegrond tegenkomen waar hij op kon kijken waar Lars ergens woonde. Waarschijnlijk zou de school er ook wel op terug te vinden zijn. Hij fietste het plaatsje binnen en zag meteen een informatiebord staan. Hij zocht de straten op en keek even rond. Hij besloot eerst even te gaan kijken waar het was, dan kon hij kijken waar hij hem het beste kon tegenkomen. De zenuwen begonnen nu toch wel te kriebelen in zijn buik. De straat waar Lars woonde had hij snel gevonden, die was vlak bij het bord. Hij keek een keer de straat in en fietste rechtdoor. Hij durfde niet de straat zelf in te rijden, misschien zag zijn moeder hem wel rijden. Daarna reed hij door naar de school van Lars. Hij keek op zijn horloge, dat was ongeveer een kwartier fietsen. Hij stopte en keek naar het gebouw. De lichten waren aan in het gebouw en hij zag leerlingen achter het raam zitten. Die hadden dus geen studiedag, gelukkig. Het was nu ongeveer één uur, nog anderhalf uur. Hij fietste door naar het centrum en kocht een broodje bij de bakker. Hij ging op een bankje zitten en keek rond. Hij voelde zich raar. Dit was het dorp van Lars. Hier kende Lars de weg. Hij voelde zich een beetje een indringer in een andere wereld. Dit was zijn wereld, en hij liep er nu dwars door heen. Hij was benieuwd hoe Lars zou reageren. Zou hij hem wel zien? Wat zou hij doen als Lars met een stel vrienden wegfietste? Hij kon toch moeilijk hem roepen, wat zouden de anderen wel niet denken? Hij twijfelde of dit wel zo’n goed idee was geweest. Hij keek weer op zijn horloge. De tijd kroop traag voorbij. Hij liep langs wat winkeltjes en keek in de etalage zonder echt te kijken. Hij hoorde kerkklok twee uur slaan. Nog een half uur. Hij wist waar hij moest gaan staan waar hij niet op zou vallen, maar wel de poort in de gaten kon houden. Hij zou hem een stukje achterna fietsen, niet meteen iets zeggen. Gerben liep terug naar zijn fiets en reed langzaam terug naar de school. Op de hoek van de straat stond hij te wachten. Na een paar minuten zag hij in de lokalen de leerlingen opstaan en weggaan. Zijn hart begon sneller te kloppen. In de verte zag hij een hoop leerlingen naar buiten komen en naar de fietsenstalling lopen. Hij zag Lars. Knoop in zijn buik. Lars praatte met twee andere jongens en liep met hun naar de stalling. Hij zag ze even later de poort uit fietsen met z’n drieën. Hij zette zijn voeten op de pedalen en reed op een grote afstand achter hen aan. Zul je zien, hebben ze samen iets afgesproken, en gaan ze samen nog ergens naar toe. Een paar straten verder sloeg er eentje af een straat in. Ze zwaaiden. Mooi, dat was één. Lars en de andere jongen reden door. Ze lachten. Zijn tas zat achterop met zijn jas erbij. Zijn T-shirt wapperde mee in de wind. Gerben was nerveus. Hij bleef op een afstand meefietsen. Ze kwamen nou toch al dicht bij het huis van Lars. Het zal toch niet waar zijn? Die jongen fietste toch niet mee met hem naar huis, of hoefde toch niet nog verder? Vlak bij de straat van Lars remde de jongen en stak zijn hand op. Hij reed een tuinpad op en Lars fietste verder. Gerben raapte al zijn moed bij elkaar en versnelde. Hij had hem bijna ingehaald. Nog twee straten, en Lars was thuis. Hij reed nu vlak achter hem, er zat nog maar anderhalve fiets ruimte tussen hen in. Gerben’s hart klopte in zijn keel.
‘Lars!’
Lars keek om en trapte op zijn rem. Gerben stopte bij hem.
‘Wat doe jij hier?’ Hij keek verbaasd.
‘Ik zag je fietsen.’ Dat klonk stom.
‘Hoe kom je hier terecht dan?’
‘Ik ben een dag vrij vandaag. Studiedag.’
‘Je bent hier niet toevallig.’ Het kwam er serieus uit.
‘Nee,’ zei Gerben zacht en keek naar de grond.
Lars zei niets. Gerben keek hem weer aan.
‘Ik wou je gewoon weer even zien.’
Lars voelde zich ongemakkelijk. Verder bleef het stil. Ze staarden wat voor zich uit.
‘Het waren leuke foto’s,’ probeerde Gerben de stilte te doorbreken.
Lars glimlachte. ‘Goed gelukt he?’
‘Het was een gave vakantie.’
‘Dat was het zeker.’
‘Ik zou zo weer terug willen gaan naar de kust.’
Lars glimlachte. ‘Ik ook wel, beter dan dit.’ Hij keek even rond.
‘Was het ver fietsen?’ vroeg hij toen ineens.
‘Uurtje, viel wel mee. Had ik er wel voor over.’
‘Je bent ook eigenlijk knettergek, he?’ Lars glimlachte.
‘Het leek me gewoon een leuk idee.’
‘Maar je doet dit niet zomaar,’ zei Lars serieus.
‘Dat weet jij ook wel. Ik miste je, Lars.’
Lars zuchtte. ‘Het kan niet, Gerben.’
‘Waarom niet?’ Gerben voelde dezelfde steek weer als op het strand.
‘Daarom niet en jij hebt een vriendin.’
‘Niet meer.’
‘Nee? Is het uit?’
Gerben knikte.
‘Waarom?’
‘We wilden allebei niet meer.’
‘Rot voor je.’
‘Gaat wel. We blijven vrienden.’
Lars zuchtte nog een keer. ‘Ik kan je niet mee naar huis nemen, Gerben. Dit had je misschien ook maar beter niet gedaan.’
Gerben viel even stil. ‘Toch ben ik blij dat ik je even gezien heb,’ zei hij toen.
Lars glimlachte.
‘Ik moet zo weer naar huis,’ zei Gerben.
‘Het is nog een eindje trappen voor je.’ Lars lachte.
Gerben kwam wat voorover. Hij wilde Lars even aanraken, een kus geven. Zijn hand lag op zijn schouder maar Lars trok zich terug.
‘Niet doen, Gerben, niet hier.’
Gerben keek wat teleurgesteld naar de grond.
‘Ik schrijf je,’ zei Lars.
Gerben keek hem glimlachend aan.
‘Je bent echt de meest rare vakantieliefde die ik ooit heb gehad,’ grinnikte Lars. Hij sloeg even een arm om hem heen en streelde kort zachtjes zijn rug. Hij stak zijn hand uit en Gerben pakte hem vast. Het voelde vertrouwd. Ze schudden de hand en Lars reed langzaam weg. Hij keek nog een paar keer om en lachte. Toen was hij uit het zicht verdwenen. Gerben begon weer aan de lange weg terug. Onderweg liepen er wat tranen over zijn wangen. Toch was hij blij dat hij het gedaan had. Al was het niet helemaal gelopen zoals hij had gehoopt. Maar eigenlijk had hij vooraf al kunnen weten dat het zo zou gaan. Hij had hem in ieder geval weer even gezien. Hij had Lars laten weten hoe hij er over dacht en hij had hem in ieder geval aan het denken gezet. En hij wist nu ook dat het uit was met Annemiek. In gedachten fietste hij verder. Hij was sneller thuis dan hij had verwacht. Ruim op tijd voor het eten.
Die avond ging de telefoon. Gerben nam op. Toen hij hoorde wie het was schrok hij even. Het was Lars.
‘Hoe kom je aan mijn nummer?’
‘Opgezocht.’
‘Hoe is het?’ Stomme vraag als je elkaar net daarvoor nog hebt gezien.
‘Goed hoor. Jij wou toch nog een keer naar het strand?’
‘Ik wel, hoezo?’
‘Ik denk dat we moeten praten. Heb je zaterdag tijd?’
‘Ik heb zaterdag verder niets.’
‘Zie ik je zaterdag op de boulevard van Vlissingen. Achteraan, waar het strand begint. Om 11 uur, goed?’
‘Is goed. Ik zoek wel op hoe laat ik de trein moet hebben.’
‘Ik moet ophangen, ik zie je daar zaterdag.’
Gerben hoorde verbaasd een klik aan de andere kant van de lijn en hing op. Zijn buik kneep samen. Hij liep glimlachend naar zijn kamer, keek naar de foto van Lars en plofte op zijn bed. Hij lag te denken aan Lars en wat hij wilde. Hij wou praten, dat had hij zelf gezegd. Gerben lag te piekeren wat Lars te zeggen had. Maar ze zouden samen naar het strand gaan, en dat maakte hem, ondanks alle onzekerheid, vrolijk.
Gerben had opgezocht hoe laat hij moest vertrekken en had besloten voor de zekerheid een trein eerder te pakken. Eigenlijk hadden ze beter gewoon in de trein af kunnen spreken maar hij durfde hem niet meer te bellen. Misschien was Lars daar al dat weekend, of ging hij op een andere manier. Hij zou hem daar wel zien. Het beloofde mooi weer te worden die zaterdag. Thuis vertelde hij dat ze met een paar vrienden van school de hele dag gingen zwemmen. Hij had afgesproken dat hij niet thuis zou eten. Die zaterdag was hij al vroeg vertrokken. Hij had een tas volgepropt met een zwembroek en een handdoek en had er nog wat te eten en te drinken bovenop gedaan. Hij zette zijn fiets bij het station en kocht een kaartje. Het was een flinke reis en zijn gedachten dwaalden af terwijl hij in de trein naar het landschap keek. Het gaf hem een vrolijk gevoel, hij zou Lars weer zien, en het strand. Vaak had hij er over gedacht om zomaar en dag terug te gaan naar de kust. Vooral vlak na de vakantie had hij vaak die gedachte om dat een keer te doen. Vandaag kwam het er eindelijk een keer van. Hij at een broodje in de trein, hij had maar weinig gegeten die ochtend. Toen de trein weg reed uit Middelburg kwamen de zenuwen opzetten. Hij was er bijna. Hij stond al vast op en stond bij de deur te wachten tot de trein stilstond. Hij liep het station uit en stak de sluizen over. Hij kende de weg hier van de keren dat hij hier was geweest op vakantie. Links lag de boot naar Breskens klaar om te vertrekken. Hij haalde een keer diep adem. De zoute zeelucht rook vertrouwd alsof hij nog nooit was weg geweest. Hij liep langs de huizen aan de overkant en over de dijk langs het water. Hij keek even naar het standbeeld van Michiel de Ruyter en volgde de boulevard. Aan het eind ging hij op een bankje zitten, vlak bij het strand. Hij staarde over het water en dacht terug aan de laatste weken dat hij hier vlakbij was geweest. Dat was nog een flink eind verder, dat was te voet bijna niet te doen. Hij at nog wat en trok een blikje open. Hij had nog een half uur.
Rond 11 uur keek hij eens rond. In de verte zag hij hem aan komen lopen. Hij stak zijn hand op. Lars zwaaide terug. Hij stond op en liep hem tegemoet. Ze stonden een beetje onwennig tegenover elkaar. Gerben had hem nu eigenlijk meteen willen zoenen, maar dat durfde hij niet. Zeker niet op deze drukke dag.
‘Was je er al?’
‘Ik zat hier al een half uur.’
‘Ik heb de hele trein door gelopen, maar ik zag je nergens. Ik was al bang dat je hem gemist had.’
‘We hadden ook beter bij ons op het station af kunnen spreken, of in de trein.’
‘Daar dacht ik ook pas later aan.’
Ze lachten er om.
‘Strand op?’ vroeg Lars.
Gerben knikte, naast elkaar liepen ze het zachte zand in. Lars stopte en deed zijn schoenen uit. Hij knoopte ze aan elkaar en hing ze aan zijn rugzak. Gerben deed hetzelfde. Hij bukte om zijn schoenen los te maken en keek naar de benen van Lars in zijn half lange broek. Ze ploegden verder door het losse zand tot het strand wat minder druk werd. Lars liet zijn rugzak in het zand vallen.
‘Hier gaan we zitten.’
Ze haalden hun handdoeken uit de tas en gingen naast elkaar in het zand liggen. Lars lag op zijn buik en leunde op zijn ellebogen. Hij keek Gerben een keer lachend aan.
‘Je bent een rare,’ gniffelde hij.
‘Dit was jouw idee, hoor,’ lachte Gerben.
‘Jij begon er over dat je nog wel een keer naar het strand wilde, dus het was jouw idee.’
Ze lachten en keken elkaar aan.
‘Waarom is het nou uitgegaan tussen jullie?’
Gerben was verrast door die vraag die ineens uit het niets kwam.
‘Gewoon, we zagen het allebei niet meer zitten.’
‘Ja, maar waarom niet?’
‘Ze wou alleen verder, het ging haar allemaal te snel.’
‘Sex?’
‘Nog net niet.’ Gerben glimlachte.
‘En jij? Waarom wou jij niet verder?’
Gerben haalde zijn schouders op. ‘Ze was niet wat ik zocht denk ik. Ik heb veel na zitten denken na de vakantie. Het paste niet meer bij elkaar.’
‘Heb je het haar verteld van ons?’
‘Nee, ben jij nou gek!’
‘Kon toch?’
‘Nee, ik moet er niet aan denken om het aan haar te vertellen.’
‘Weten ze bij jou thuis dat je hier bent?’
‘Nee, bij jou?’
Lars glimlachte en schudde zijn hoofd.
‘Waar wilde je over praten?’ vroeg Gerben plotseling.
Lars ging zitten en trok zijn knieën op. Hij sloeg zijn armen om zijn benen en staarde naar de zee. Hij zuchtte een keer.
‘Gewoon, over ons.’ Lars keek Gerben even aan toen hij het zei.
‘Wat wil je er over zeggen?’
‘Weet ik niet.’
‘Wat weet je dan niet?’
‘Ik weet niet wat ik er mee moet, Gerben,’ zei Lars fel, ‘het is gebeurd maar het is allemaal zo verwarrend. Het overviel me toen op vakantie en ik heb het laten gebeuren. Ik was nieuwsgierig ja, maar daarna ging ik weer naar huis. Leuk brieven schrijven met elkaar. En toen stond jij ineens weer voor me. Dat had ik niet verwacht. Ik dacht dat het bij die brieven zou blijven. Wat wil je dan dat we doen?’
Gerben zei niets en staarde naast Lars naar dezelfde plek ver weg op zee.
‘Nou, hoe kijk jij er tegen aan?’ vroeg Lars.
‘Je hebt me geraakt, ik kon je niet vergeten. Daarom ben ik naar je toe gegaan.’
‘Jij mij ook, Gerben.’
‘Maar waarom wil je dan die afstand houden?’
‘Omdat dat veiliger is. Dat heb ik je al eens verteld. Ik wil niet op mijn bek gaan. Ik kan geen afscheid nemen van mensen. Vraag me niet waarom. En jij had een vriendin, dus dat was duidelijk. Jij valt toch meer op meisjes. Dus waarom zou je dan iets met een jongen willen? Waarom zou je dan die ellende op je nek halen?’
‘Ik liet het niet voor niets gebeuren, Lars. Val jij meer op meisjes dan?’
‘Weet ik veel. Jij?’ Lars keek hem vragend aan.
‘Volgens een vriend van mij val ik gewoon op allebei. Het maakt bij mij blijkbaar niet uit of het een jongen of een meisje is en daar heeft hij wel gelijk in denk ik.’
‘Heb je hem verteld over mij?’
‘Ja. Geen details, hoor,’ zei Gerben lachend.
Lars grinnikte. ‘Ik wou dat ik zo iemand had waar ik er mee over kon praten.’
‘Je hebt mij toch?’
Lars lachte. ‘Ik kan toch moeilijk met jou over jezelf roddelen?’
Gerben gaf hem een duw.
‘Was ik de reden dat je het uitgemaakt hebt met Annemiek?’
‘Er waren meer dingen, maar het was wel een van de hoofdredenen, ja.’
Ze keken elkaar aan en zeiden niets. Het voelde goed en vertrouwd. Lars keek diep in de ogen van Gerben en Gerben keek even diep terug. Het ging vanzelf. Langzaam kwamen ze dichterbij, hun lippen raakten elkaar zachtjes. Ze kusten en kusten nog eens. Lars legde zijn hand op het achterhoofd van Gerben en trok hem dichter naar hem toe. Ze zoenden. Snel. Alsof ze de verloren tijd in moesten halen. Lang duurde het niet. Lars liet hem weer los en keek een keer rond. Hij deed weer een beetje afstandelijk.
‘Ik heb je gemist,’ fluisterde Gerben.
‘Ik jou ook.’
‘Ik wil je ook niet meer kwijt. Ik wil dit niet laten ophouden na vandaag.’
Lars staarde weer over het water. Gerben keek hem aan. Hij wilde Lars over zijn rug aaien maar zijn hand werd weggeduwd. Lars keek strak voor zich uit. Hij dacht na.
‘Ik ook niet,’ zei Lars toen zachtjes.
Gerben kuste zijn wang en sloeg zijn arm om hem heen. Lars keek hem zuchtend aan en glimlachte. Hij snapte ook wel dat hij zijn gevoelens niet tegen kon houden. Hij kuste Gerben zachtjes op zijn mond, hun lippen raakten elkaar kort.
‘Hebben we nu verkering?’ grinnikte Lars.
‘Helemaal,’ lachte Gerben.
Lars trok zijn T-shirt uit en zocht in zijn tas. Hij haalde zijn zwembroek eruit en keek Gerben een keer aan. ‘Zwemmen?’
Gerben knikte. Hij trok zijn shirt uit een keek naar Lars. Die glimlachte en keek naar zijn zwembroek.
‘Tegelijk?’
Ze keken even rond, maar het was niet druk op het stuk strand waar ze zaten. Ze trokken tegelijk hun broek uit en trokken snel zittend hun zwembroek aan. Toch hadden ze snel even naar elkaar gekeken. Lars stond op en stak zijn hand naar Gerben uit. Die liet zich omhoog trekken en kuste hem toen hij stond. Lars kneep hem even in zijn zij en rende toen het water in. Gerben rende achter hem aan en samen doken ze voorover het water in. Ze zwommen een stuk de zee in tot een plek waar ze nog net konden staan. Lars keek Gerben lachend aan en bukte een beetje. Gerben snapte wat hij aan het doen was en deed hetzelfde. Ze staken tegelijk hun hand boven het water uit met hun zwembroek. Lars kwam naar Gerben toe en pakte hem vast. Ze zoenden, hun lichamen steeds dichter tegen elkaar. Gerben voelde het kruis van Lars langzaam omhoog kruipen langs zijn bovenbeen. Zijn eigen paal was al behoorlijk hard en zat klem tegen de buik van Lars. Hun tongen draaiden langzaam om elkaar heen, Lars graaide door het haar van Gerben. Hij kreunde. Zijn andere hand streelde met zijn zwembroek over de rug van Gerben. Die gleed met zijn hand over de billen van Lars en kneedde ze zachtjes.
‘Het is te diep om te springen,’ grinnikte Lars.
‘Ik hoef nu ook niet te kijken, ik voel het zo ook wel.’
Gerben gleed met zijn hand naar voren en streelde met zijn vingertoppen langs de hard geworden paal van Lars. Hij pakte hem vast en masseerde hem langzaam. Hij voelde de hand van Lars die van hem vastpakken. Tongzoenend trokken ze elkaar. De vingers van Lars krulden zich nog steviger om de opwinding van Gerben, zijn hand ging in een stevig ritme op en neer. Door alle spanning van die dag duurde het niet lang. Gerben kwam al snel kreunend klaar. Hij concentreerde zich daarna helemaal op het kruis van Lars. Het water was te troebel, hij deed alles op de tast. Met zijn duim en wijsvinger vond hij de rand van zijn eikel en masseerde die uitvoerig. Hij hoorde aan de ademhaling van Lars dat die ook bijna op zijn hoogtepunt was. Lars begon zacht te hijgen en kneep Gerben in zijn billen. Gerben voelde hem wat harder worden en met een diepe zucht kwam Lars in het water klaar, zijn hoofd op de schouder van Gerben, zijn vingers stevig in zijn billen geknepen. Ze kwamen weer tot rust en gaven elkaar een lange zoen. Ze zwommen een stukje terug om weer naar het strand te gaan. Lars keek Gerben aan toen die zijn zwembroek weer aan wilde trekken. Hij grijnsde.
‘Tegelijk?’
Gerben glimlachte en telde af. Ze sprongen tegelijk, en zagen bij elkaar dat ze allebei nog half hard waren. Alsof ze het van elkaar wisten sprongen ze nog een keer. Lars bukte daarna en trok zijn zwembroek aan. Gerben volgde en ze liepen naast elkaar het strand op. Lars ging op zijn buik op zijn handdoek liggen en keek naar Gerben toen die naast hem kwam liggen. Ze kusten elkaar en lieten zich daarna drogen door de zon.
Gerben draaide zich op zijn rug en staarde naar boven met half dicht geknepen ogen. Hij voelde zich goed. Hij keek opzij en zag dat Lars op zijn buik met zijn ogen dicht lag. Hij bukte zich een stukje naar hem toe en zag dat hij sliep. Gerben glimlachte en ging zitten. Hij hoorde het ruisen van de zee, rook de geuren van het zoute water en zag de rustig golvende blauwe vlakte. Lars lag in diepe rust. Er lag een ontspannen uitdrukking op zijn gezicht die Gerben die dag nog niet gezien had. Gerben draaide zich op zijn zij en streelde zachtjes met zijn vingers over de schouder en arm van Lars. Lars bewoog even. Gerben bukte naar hem toe en kuste hem op zijn hoofd. Lars zuchtte een keer en deed zijn ogen open. Hij glimlachte en sloot zijn ogen even kort. Hij rekte zich uit en draaide zich op zijn zij. Hij glimlachte naar Gerben en streelde zijn gezicht. Gerben kuste hem, Lars kuste terug. Ze openden hun lippen en vonden elkaars tong. Lars rolde half op Gerben en trok zijn been en stukje op. Het begon weer te groeien bij Gerben. Lars voelde het en grinnikte. Hij wreef met zijn been wat heen en weer. Verder konden ze niet gaan op het strand. Gerben ging zitten en pakte wat te eten uit zijn rugzak. Ze deelden een blikje samen en keken naar de mensen die af en toe voorbij kwamen gelopen. Het werd langzaam drukker op het strand.
‘Hoe laat moet jij terug zijn?’ vroeg Lars.
‘Ik heb verteld dat ik met vrienden van school zou gaan zwemmen en dat ik niet thuis zou eten, dus het maakt niet zoveel uit.’
Lars schoot in de lach. ‘Hetzelfde als ik dus.’
Gerben glimlachte en gaf Lars nog een kus. ‘Straks hier ergens iets eten en dan de trein terug naar huis?’
‘Goed plan,’ zei Lars.
Ze besloten nog even de zee in te gaan en liepen het water in. Toen ze wat dieper waren trok Lars aan de broek van Gerben die hem zonder veel protest uit liet trekken. Hij deed hetzelfde bij Lars. Al snel stonden ze met hun lichamen dicht tegen elkaar. Hun erecties gleden langs elkaar. Ze zoenden snel en stevig, hun handen hadden al snel gevonden wat ze zochten. Er waren ondertussen meer mensen in het water, ze hielden in de gaten of er niemand te dicht in de buurt kwam. Gehaast werkten ze naar een hoogtepunt. Lars trok Gerben dicht tegen zich aan toen hij voelde dat hij ging komen. Zijn adem stootte hard in Gerben’s oor toen hij zijn ontlading los liet. Gerben kwam bijna meteen daarna. Ze kreunden en zuchtten met hun wangen tegen elkaar. Een lange tongzoen volgde, daarna zwommen ze langzaam weer terug. Het was te druk om te springen, dat zouden teveel mensen zien. Ongemerkt voor de omgeving trokken ze hun zwembroeken weer aan en liepen terug naar hun handdoeken. Ze ploften neer en Lars trok zijn laatste blikje open. Hij hield het voor Gerben’s gezicht. Gerben nam een slok en gaf het terug. Hij keek op zijn horloge. Het werd bijna tijd om iets te eten te gaan zoeken. Hij ging op zijn rug liggen en legde zijn armen achter zijn hoofd. Hij sloot zijn ogen en zuchtte. Hij voelde zich gelukkig.
Samen liepen ze de boulevard op, klopten het zand van hun voeten en trokken hun schoenen weer aan. Op het strand hadden ze voor elkaar een handdoek omhoog gehouden zodat de ander zijn zwembroek weer om kon ruilen voor iets anders. Er werd daarbij natuurlijk flink over de handdoek gekeken. Ze liepen naar een klein restaurantje op de boulevard en bestelden wat te eten. Ze zaten naast elkaar op het terrasje en aten zonder iets te zeggen. Praten was nu ook even niet nodig. Ze hadden elkaar weer gevonden en dat was nu het allerbelangrijkste.
Na het eten liepen ze de boulevard af, langzaam terug naar het station. In de trein zaten ze dicht tegen elkaar.
‘Hoe gaan we nu verder?’ vroeg Gerben.
‘We zullen elkaar door de week niet vaak zien, denk ik.’
‘Maar in het weekend toch wel?’
‘Ieder weekend als het aan mij ligt,’ lachte Lars.
‘Hoe leggen we dat uit thuis?’
‘Weet ik veel. In het begin niet. Het is toch niet gek dat we elkaar weer eens opzoeken na de vakantie? Ik kom een keer bij jou op bezoek, jij een keer bij mij en dan zijn we al weer twee weken verder. Daarna zien we wel. Ik zie het niet zitten om vandaag al te vertellen dat ik een vriendje heb.’
‘Ik ook niet’ grinnikte Gerben.
‘Volgende week zaterdag kom ik naar jou, jij hebt de vorige keer al dat stuk moeten fietsen.’
‘Afgesproken,’ zei Gerben en gaf Lars een kus om het vast te leggen.
Lars glimlachte en keek hem diep in zijn ogen. ‘Ik ben blij dat we dit gedaan hebben. Ik wou dit wel, maar ik durfde er niet aan te beginnen. Ik dacht dat het nooit iets zou kunnen worden. Nu we dit gedaan hebben voelt het ineens alsof dit gewoon niet fout kan gaan.’
Gerben kuste hem vlug op zijn wang.
‘Als jij woensdag niet naar mij was komen fietsen, was het nooit zo ver gekomen.’
‘Nou, toen jij wegfietste dacht ik dat het nooit meer zou gebeuren.’
‘Ik was nog niet thuis of ik had er al spijt van,’ lachte Lars. ‘Ik was je ook nog bijna achterna gefietst, maar Martijn had me al gezien. Bovendien had ik je nooit meer in kunnen halen.’
‘Ik schrok me rot toen ik jouw stem ineens door de telefoon hoorde.’
‘Wat dacht je?’
‘Helemaal niets op dat moment. Totdat je voorstelde om vandaag naar het strand te gaan.’
‘Ik was blij dat je meewilde, ik dacht dat je me nooit meer wilde zien na mijn botte reactie die middag.’
‘Was een goed idee van je, ik heb een waanzinnige dag gehad.’
‘Ik ook.’
Ze waren sneller thuis dan ze eigenlijk wilden. Lars moest nog verder met de bus. Gerben haalde zijn fiets uit de stalling en liep met Lars nog even mee. Zijn bus zou over een kwartier vertrekken. Ze zochten een stil hoekje op het station en kusten elkaar. Hun lippen openden zich onmiddellijk voor een laatste lange afscheidszoen. Lars liep naar zijn bus, bij de deur draaide hij zich nog een keer om.
‘Ik zie je volgende week.’
‘Bel je me nog even hoe laat je komt?’
‘Doe ik,’ zei Lars en stapte in. Hij ging zitten en de bus reed weg. Hij knipoogde een keer naar Gerben achter de ruit en verdween toen uit het zicht. Gerben fietste naar huis en genoot van de late zon. Het viel zijn moeder op dat hij zo overdreven vrolijk was. Gerben hield zijn mond, dat kwam later wel een keer. Hij belde Barend en sprak af om daar diezelfde avond nog even naar toe te gaan. Hij moest zijn verhaal kwijt.
Barend deed grijnzend de deur open toen Gerben aanbelde.
‘Nieuws van het front?’ grinnikte hij.
‘Kun je wel stellen.’ Gerben glimlachte.
‘Kom, gaan we nog even in de tuin zitten, mijn ouders hangen voor de TV.’
Barend schonk twee glazen vol en liep voor Gerben de tuin in. Ze pakten een stoel en namen tegelijk een slok. Het was warm en benauwd.
‘Vertel,’ zei Barend lachend, ‘Annemiek wil je terug?’
‘Nee man, dat niet. Ik ben vandaag naar Vlissingen geweest.’
‘Wat moest je daar nou weer doen?’
‘Met Lars.’
Barend keek hem grijnzend aan. ‘Nou wordt het interessant. Had je hem gebeld?’
‘Nee, woensdag was ik vrij, en toen ben ik hem op gaan zoeken. Ik heb hem opgewacht toen hij uit school kwam.’
‘En, hoe reageerde hij?’
‘Verbaasd, en afstandelijk op een of andere manier. Hij vond dat ik het beter niet had kunnen doen. Hij wou gewoon met brieven contact houden, maar meer ook niet.’
‘Dat deed zeer zeker?’
‘Ja, totdat hij diezelfde avond nog belde en af wou spreken op de boulevard van Vlissingen,’ zei Gerben glunderend.
‘Waarom daar?’
‘Daar hadden we het over gehad, dat ik wel weer terug naar de kust wilde, en hij ook.’
‘Gaaf. En, wat is er gebeurd?’
‘Veel gepraat, over mij, over hem.’
‘Ik zie aan je gezicht dat er meer gebeurd is,’ zei Barend spottend.
Gerben glimlachte. ‘Dat is er zeker. We zijn gaan zwemmen en je wilt niet weten wat er allemaal onder water gebeurd is.’
‘En nu? Hoe gaat het verder?’
‘Hij komt volgende week zaterdag hier naar toe.’
‘Gaaf man. Officieel verkering nu?’
‘Yep, helemaal.’
‘Gefeliciteerd, jongen.’
‘Hoe is het met Ingrid?’
‘Wel goed geloof ik. We praten af en toe met elkaar, maar dat schiet niet echt op.’
‘Ga je nog iets speciaals doen?’
‘Ik zou wel willen, maar ik weet niet wat.’
‘Ik denk met je mee. Ik spreek haar nog wel een paar keer aan op school, dat helpt een beetje.’
Barend glimlachte. ‘Je doet je best maar. Alles is meegenomen.’
Gerben nam nog een slok.
‘Hoe ziet hij er eigenlijk uit, die Lars?’
‘Ik zal eens een foto meenemen de volgende keer’
‘Moet je zeker doen, ik ben wel benieuwd.’
Gerben was op zijn gemak, hij was Barend dankbaar dat die zo goed reageerde. Eindelijk had hij iemand waarmee hij er normaal over kon praten. Hij keek even naar Barend die hem lachend aan zat te kijken.
‘Het straalt van je gezicht af, Gerben, thuis nog geen vragen gehad?’
‘Het viel ze wel op ja, maar ik zeg nog even niets.’
Barend schoot in de lach. ‘Je zou jezelf nou moeten zien, haal die grijns van je gezicht!’
Gerben lachte. Het werd nog laat die avond, ze hebben nog veel zitten praten over Lars en over Ingrid. Gerben merkte wel dat Barend redelijk verliefd begon te worden. Hij zou eens nadenken over een plan om die twee eens bij elkaar te krijgen.
Voor Gerben ging de week maar traag voorbij. Hij keek in het begin van de week al uit naar zaterdag. Op dinsdag lag er een brief voor hem toen hij thuiskwam uit school. Hij herkende het handschrift van Lars. Even maakte hij zich zorgen, hij wou toch niet afzeggen? Hij liep snel de trap op en maakte de envelop open. “Lieve Gerben” stond er boven. Hij schreef dat hij om 11 uur bij Gerben wou zijn zaterdag. Een kleine zucht van verlichting bij Gerben. De brief was niet zo lang, Lars had een waanzinnige dag gehad die zaterdag aan het strand en hij miste Gerben enorm. Gerben kreeg dat gevoel weer in zijn buik. Hij keek naar de foto van Lars waar hij iedere dag wel een paar keer naar keek. Diezelfde dag vertelde hij zijn moeder dat Lars zaterdag naar hem toe zou komen. Dat had ze wel verwacht. Ze schreven al een tijd met elkaar na de vakantie en zo ver woonden ze nou ook weer niet van elkaar. Gerben was vrolijk, op school begonnen ze ook al vragen te stellen. Op donderdag kwam hij Ingrid tegen in de gang.
‘Je krijgt de groeten van Barend,’ lachte ze.
‘Ben je hem nog tegengekomen?’
‘Gistermiddag zag ik hem bij ons in de straat. Hij riep dat ik je de groeten moest doen.’
Gerben lachte van binnen, hij kon zich helemaal voorstellen hoe Barend zich gevoeld moet hebben.
‘Zei Barend verder nog iets?’
‘Nee, verder niets speciaals. Hij vroeg nog hoe het beviel op deze school.’
‘En?’
‘Ja, best wel leuk hoor, het is wel wennen. Ik ken nog niet zoveel mensen, maar dat komt nog wel.’
Gerben zag Annemiek kijken toen ze voorbij liep. Ze moest eens weten. Ingrid wilde weer verder lopen.
‘Doe hem maar de groeten terug van mij,’ zei Gerben nog toen ze wegliep. Ze keek een keer glimlachend om.
‘Doe ik!’
Eindelijk was het zaterdag! Gerben had het idee dat het wel een maand geduurd had. Hij was vroeg wakker en meteen opgestaan. Hij had lang gedoucht en zijn kamer wat opgeruimd. Iets voor elf uur ging de deurbel. Lars stond met een brede glimlach voor de deur toen Gerben open deed. Er hing een rare spanning tussen hen in, ze kusten elkaar niet. Ze liepen meteen door naar de huiskamer. Zijn zus was de hele dag weg, die zat bij haar vriend. Samen met de ouders van Gerben dronken ze wat en gingen toen naar boven, naar Gerben’s kamer. Gerben sloot de deur en strekte zijn hand naar Lars. Die pakte hem vast en ze kusten elkaar. Hun lippen openden zich en een wilde tongzoen volgde.
‘Hier heb ik de hele week naar uitgekeken,’ fluisterde Gerben.
Lars glimlachte. Ze kusten elkaar weer, hun handen streelden iedere plek van elkaar. Ze stonden midden in de kamer, dicht tegen elkaar aan. Gerben zuchtte en trok Lars naar zijn bed. Hij liet zich vallen en nam Lars mee in zijn val. Hij lag half op hem en ze kusten elkaar. Lars tilde zijn hoofd iets op en keek Gerben lachend aan in zijn ogen. Gerben sloeg zijn hand om zijn nek en trok hun gezichten dichter naar elkaar. Zijn lippen raakten even die van Lars. Ze keken elkaar aan.
‘Ik lig hier niet op mijn gemak, met jouw ouders hier in huis,’ grinnikte Lars.
‘Eindje gaan fietsen?’
Lars knikte. ‘Is goed, laat maar eens zien waar je woont.’
Ze stonden op, Gerben kuste Lars nog een keer in zijn nek toen die voor hem de kamer uit liep.
‘We zijn even weg,’ zei Gerben vlak voordat ze de deur uit liepen.
‘Neem sleutels mee,’ zei zijn moeder, ‘wij zijn straks ook nog even weg.’
Gerben pakte zijn sleutels en liep met Lars naar buiten. Ze stapten op de fiets en reden weg. In het centrum pakten ze wat te eten en gingen op een bankje zitten. Gerben dacht even terug aan de keren dat hij hier gezeten had met Annemiek. Hij glimlachte. Even later reden ze verder, Gerben liet zijn school zien en het meertje waar ze wel eens gingen zwemmen. Toen ze terug fietsten naar huis zag Gerben in de verte Barend fietsen. Hij stak zijn hand op, Barend zwaaide breed grijnzend terug. Hij fietste door.
‘Dat was die vriend van mij waar ik het aan verteld heb,’ zei Gerben.
Lars glimlachte. ‘Ik dacht al, waarom lacht hij zo.’
Gerben lachte. ‘Hij was al nieuwsgierig naar hoe je er uit ziet.’
Lars keek een beetje verlegen. Zwijgend reden ze door. Ze zetten de fietsen tegen het huis, de deur was op slot. Gerben pakte zijn sleutels en deed de deur open. Niemand thuis. Ze liepen naar boven en vielen zoenend op bed. Hun lippen openden zich snel en vergaten al snel de wereld om zich heen. Ze waren opgewonden, zonder handrem. Gerben wreef met zijn hand over Lars zijn rug en trok zijn shirt uit. Lars deed bij hem hetzelfde. Toen ging het snel. Ze kusten elkaar overal, handen gleden alle kanten op. Lars peuterde aan de knoop van Gerben zijn broek, die dat kreunend toeliet. Hij hielp mee zijn broek uit te trekken en zocht de rand van Lars zijn broek. Hij gooide het dekbed van zijn bed op de grond en al snel lagen ze naakt op elkaar, hun opwinding hard en klem tussen hen in. Het ging allemaal gehaast. Lars lag bovenop, en wreef zijn kruis heen een weer. Gerben’s oren suisden, zijn kruis prikkelde, zijn hele huid tintelde. Ze zoenden snel en ongecontroleerd. Hij voelde de harde paal van Lars tegen zijn buik, een wat koude plek van het voorvocht. Hij zuchtte, Lars kreunde in zijn oor. Gerben sloeg zij benen om Lars heen, zijn voeten raakten zijn onderrug. Lars stootte langzaam door. Af en toe versnelde hij even om daarna traag zijn paal langs die van Gerben te laten glijden. Lang hield hij dat niet vol. De opwinding werd te groot, en in een snel tempo stootte hij door. Gerben hoorde de deur van zijn kamer als eerste en verstarde. Meteen daarna kromp Lars ineen. Gerben’s moeder stak nietsvermoedend haar hoofd om de hoek.
‘We zijn thu…’
Haar ogen werden groot en ze verdween meteen weer. Lars lag nog op Gerben, Gerben’s benen nog om hem heen. Tijdens de schrikreactie was Lars klaar gekomen, zijn warme zaad lag op Gerben’s buik. Lars sprong op en zocht meteen naar zijn kleren. Gerben veegde met een zakdoek zijn buik schoon en trok ook snel zijn kleren aan. Toen kreeg hij de slappe lach.
‘Wat lach je nou?’ vroeg Lars kortaf.
‘Sorry,’ grinnikte Gerben, ‘ik kan het niet helpen.’
‘Het is niet leuk.’
‘Nee,’ proestte Gerben, ‘maar ik kan niet anders.’
‘Wat nu?’
Gerben haalde zijn schouders op. Hij lachte nog steeds. Lars keek hem aan en begon te glimlachen.
‘Zij schrok misschien nog wel meer dan wij,’ grinnikte Gerben.
Lars lachte. ‘Ik durf nu niet naar beneden.’ Ook hij kreeg de slappe lach. Ze zaten samen te grinniken toen er op de deur geklopt werd. Lars hield op met lachen en keek Gerben verschrikt aan.
‘Binnen,’ zei Gerben zo gewoon mogelijk.
Zijn moeder stak haar hoofd weer om de hoek.
‘Sorry, ik had moeten kloppen net voor ik binnen kwam.’
‘Sorry mam.’
‘Nee, ik moet sorry zeggen. Ik zie je zo beneden wel weer. We eten over een half uur. Eet je mee, Lars?’
‘Nee, ik moet zo naar huis.’
Gerben’s moeder glimlachte nog een keer en verdween weer.
Gerben en Lars keken elkaar aan. Gerben zuchtte een keer.
‘Dat viel nog mee.’
‘Gelukkig wel, maar ik blijf dus nu echt niet eten, hoor.’
Gerben schoot weer in de lach.
‘En nu?’
‘Niks, ik kom volgende week gewoon naar jou toe.’
‘Je zult toch wel vragen krijgen?’
‘Ja, maak me nerveus, bedankt hoor. Ik weet het ook niet Lars, ik zie het wel. Volgens mij reageerde ze wel goed net.’
‘Ik schrok me kapot net.’
‘Nee, ik niet zeker,’ grinnikte Gerben.
‘Ik moet zo gaan.’
‘Ik loop met je mee.’
Lars gaf hem nog een kus en liep achter hem aan naar beneden. Gerben’s ouders zaten in de tuin. Lars stak even zijn hoofd door de deur naar buiten.
‘Tot ziens,’ zei hij snel.
‘Tot ziens Lars,’ zeiden Gerben’s ouders tegelijk. Lars liep meteen daarna naar de voordeur. Bij de voordeur zoenden ze elkaar, Lars greep Gerben achter op zijn hoofd in zijn haren.
‘Tot volgende week,’ fluisterde hij.
‘Tot zaterdag,’ kuste Gerben terug.
Lars liep naar buiten en stapte op zijn fiets.
‘Succes.’
‘Dank je’ grinnikte Gerben.
Lars kuste in de lucht een keer naar Gerben en reed toen weg. Op de hoek zwaaide hij nog een keer. Gerben liep terug het huis in en liep naar de achtertuin. Zijn ouders zaten nog steeds in de tuin en Gerben ging er bij zitten. Hij probeerde de situatie in te schatten. Had zijn moeder het aan zijn vader verteld, of nog niet? Hijzelf begon er maar niet over. Hij keek een keer schuin naar zijn vader en daarna naar zijn moeder. Die keek glimlachend terug.
‘Ik schrok wel even,’ zei ze toen serieus.
Gerben keek even naar zijn vader. Die wist het dus, anders begon zijn moeder er niet over.
‘Sorry, mam.’
‘Je hoeft geen sorry te zeggen.’
Gerben haalde zijn schouders op. ‘Wat moet ik ander zeggen?’
‘Geen sorry, in ieder geval,’ zei zijn vader.
‘We hadden het anders nog wel even geheim willen houden.’
‘Daar doe je nu niets meer aan jongen,’ zei zijn moeder. ‘Als je er over wilt praten, zijn we er altijd voor je, dat weet je.’
‘Ik weet niet wat ik er over wil zeggen, het is voor ons ook allemaal nog nieuw.’
‘Als je maar weet dat we het niet erg vinden, als jij je er maar gelukkig bij voelt, dat is het belangrijkste voor jouw moeder en mij.’
Gerben keek glunderend voor zich uit. ‘Dat zijn we ook wel.’
‘Dat is al iets, toch? Gewoon rustig aan, komt allemaal vanzelf, jongen.’
Zijn moeder stond op en liep de keuken in. Gerben stond op en liep achter haar aan. Hij sloeg binnen zijn armen om haar heen en gaf haar een kus.
‘Dankjewel, mam,’ zei hij zacht.
Ze gaf hem een kus terug. ‘Het is goed, jongen. Maar wel praten als je dat wilt. Beloofd?’
Gerben knikte. Hij liet haat los en liep naar zijn kamer. Hij zuchtte. Hij raapte het dekbed op van de grond en legde dat weer terug op zijn bed. Zijn gedachten dwaalden naar Lars. Wat zat die nou te denken op de fiets? Hij besloot hem die avond nog maar even te bellen. Even later liep hij weer naar beneden. Toen hij de trap af kwam liep net zijn moeder de gang in.
‘Ik wilde je net roepen,’ zei ze. ‘We eten buiten, nu kan het nog met dit weer.’
Gerben liep achter haar aan en hielp mee met de dingen op tafel te zetten. Ze gingen zitten en begonnen zwijgend te eten. Gerben werd er nerveus van. Hij wist zelf ook niet wat hij wilde zeggen, maar van die stilte werd hij ook gek. Hij keek een keer naar zijn ouders. Die zaten waarschijnlijk met hetzelfde probleem. Ze aten stil door. Toen ze bijna klaar waren begon Gerben toch maar wat te zeggen.
‘Volgende week zaterdag ga ik naar Lars,’ zei hij zachtjes.
‘Dat is leuk, jongen,’ zei zijn vader droog.
Gerben keek hem aan. Zijn vader grijnsde terug.
‘Ik had niet anders verwacht, Gerben.’
Gerben glimlachte.
‘Het is een heel eind fietsen,’ zei zijn moeder.
‘Valt wel mee hoor, mam.’
Ze waren klaar met eten en Gerben hielp zijn moeder alles weer naar de keuken te brengen. Ze zaten daarna samen nog even in de tuin na te genieten van de avondzon.
‘Ik weet niet wat jullie allemaal doen,’ zei zijn moeder ineens serieus, ‘maar ik hoop wel dat jullie weten wat jullie doen en dat jullie het veilig doen.’
‘Tuurlijk, mam, we zijn niet gek.’
‘Weet ik wel, maar ik wilde het toch even zeggen.’
‘Weten zijn ouders het?’ vroeg zijn vader.
‘Nee, niemand eigenlijk. Alleen Barend heb ik wat verteld.’
‘Ik was wel verbaasd toen ik het net hoorde van je moeder, ik had het nooit verwacht.’
Gerben haalde glimlachend zijn schouders op.
‘Wat ik zo van hem weet lijkt het me een aardige jongen,’ zei zijn moeder. Typisch zijn moeder.
‘Dank je mam, dat is hij ook.’
Zijn moeder keek naar de keuken, ze hoorde de voordeur dichtslaan.
‘Je zus komt thuis, nog maar even niets zeggen?’
Gerben haalde zijn schouders op. Hij kon het altijd goed vinden met haar. Eigenlijk zou hij het er eerder met haar over hebben hoe hij het zijn ouders zou moeten vertellen dan andersom. Maar zijn ouders wisten het nu al eerder zelfs.
‘Je ziet maar, dat kun je beter zelf vertellen als je wilt,’ zei ze nog snel voordat zijn zus en haar vriend de tuin in kwamen lopen.
‘He, zitten jullie nog lekker buiten? Lekker weer he?’ Ze aaide Gerben door zijn haar. ‘Ha, broertje,’ lachte ze.
Gerben grinnikte. Hij was al een jaar een stukje groter dan zijn zus. Marleen en haar vriend Karel pakten een stoel en kwamen er bij zitten. Gerben stond op.
‘Even bellen,’ zei hij.
Hij liep naar binnen en belde naar Lars. Die nam zelf op.
‘Hoi, met Gerben.’
‘Hoe is het?’
‘Goed hoor. Ze reageerden er best goed op.’
‘Gelukkig maar. Ik ben blij dat je nog even belt. Ik zat er de hele tijd aan te denken op de fiets.’
‘Ik heb verteld dat ik volgende week naar jou toe ga, en mijn vader had niet anders verwacht.’
Lars grinnikte aan de andere kant van de lijn. ‘Ik heb er nou al zin in.’
‘Ik ook. Ik moet zo weer ophangen, mijn zus is nu ook thuis.’
‘Weet die het ook?’
‘Nee, nog niet. Maar die zal ik het ook wel snel vertellen denk ik. Die ziet toch meteen dat er iets met me is.’
‘Ik vond het gaaf vandaag, Gerben.’
‘Ik ook, Lars.’
‘Ik bel je deze week nog wel een keer.’
‘Gaaf. Ik hou van je.’
‘Ik ook van jou.’
Na het telefoontje ging Gerben weer terug naar de tuin. Ze dronken wat en zaten te praten over allerlei dingen.
‘Wat ben je afwezig, broertje,’ zei zijn zus ineens.
Gerben glimlachte een keer.
‘Is Annemiek weer in beeld?’
‘Nee, joh. Hoe kom je daar nou weer bij?’
‘Kon toch?’
Karel keek een keer naar Marleen met een blik alsof hij wilde zeggen: ‘laat die jongen nou toch.’
Ze keek haar vriend lachend aan. ‘Ik moet het toch een beetje in de gaten houden?’
Gerben keek lachend voor zich uit en keek een keer schuin naar zijn moeder. Die keek alleen maar spottend terug. Gerben stond op en liep de keuken in om nog wat te drinken te halen. Zijn zus liep met hem mee. In de keuken keek ze hem aan.
‘Ik plaag je graag, dat weet je toch ook wel,’ lachte ze.
‘Weet ik toch ook wel, zusje.’ Hij ging expres dicht tegen haar aanstaan zodat duidelijk was wie de langste was van de twee. Ze lachte en prikte hem in zijn zij.
‘Maar ik heb wel weer verkering, dus zo ver zat je er niet naast.’
Ze keek hem lachend aan. ‘Zie je wel. Toch die Annemiek weer?’
‘Nee. Hij heet Lars.’
‘Die jongen die vandaag op bezoek zou komen?’
Gerben knikte. Marleen stond stil en zei even niets. Ze keek hem weer aan.
‘Een vriend? Jij? Weten pa en ma het?’
‘Ja, die weten het.’
‘Wanneer heb je ze het verteld?’
‘Niet. Mama heeft ons vanmiddag betrapt toen ze thuis kwamen. Ik had ze niet thuis horen komen.’
Marleen schoot in de lach. ‘Dat meen je niet! Wat zei ze?’
‘Hallo, we zijn weer thuis,’ grinnikte Gerben, ‘en daarna was ze heel snel weer weg. We schrokken ons kapot.’
‘Jezus, Gerben. Hebben ze daarna nog iets gezegd?’
‘Toen Lars weg was hebben we er nog over gepraat.’
‘En? Vol begrip hoop ik?’
‘Jawel, dat viel wel mee.’
Ze sloeg een arm om hem heen. ‘We hebben ruimdenkende ouders jongen, dat weet je toch?’
‘Ik had ook niet anders verwacht. Maar ik had er nog even mee willen wachten om het te vertellen eigenlijk.’
‘Je wilde het eerst delen met je lieve zus natuurlijk.’
‘Uiteraard,’ grinnikte Gerben.
‘Kom, we gaan weer naar buiten. Gaaf, broertje, je verbaast me iedere keer weer.’
Ze sloeg haar armen om hem heen.
‘Mijn kleine broertje wordt volwassen,’ grinnikte ze.
Ze liepen naar de deur. Bij de deur draaide ze zich nog een keer om.
‘Mag ik het Karel vertellen?’
‘Ik zou niet weten waarom niet. Maar laat het daar nog even bij. Ik ken je ondertussen.’
Ze glimlachte en liep de tuin weer in.
Gerben lag laat in bed die nacht. Karel was weer naar huis gegaan, en Gerben had met zijn zus en zijn ouders nog een tijdje zitten praten. Natuurlijk hadden ze het ook nog over Lars gehad. Zijn zus was nieuwsgierig naar hem en Gerben was naar zijn kamer gelopen om een foto van de vakantie te halen. Ze had hem uitgebreid bestudeerd en goedgekeurd. Zoals alleen zussen dat kunnen doen. Hij lag in bed naar het plafond te staren en zuchtte. Hij voelde zich gelukkig. Nog maar kort geleden lag hij met zichzelf overhoop, vol met twijfels over hoe hij in elkaar zat, met iedere keer die wisseling tussen gevoelens en verschillende werelden, en nu viel alles op zijn plaats. Hij wist eindelijk wie hij was, en wat hij wilde. Het gaf hem rust.
De dag erna kwam Barend op bezoek. Ze zaten op Gerben’s kamer achter de computer.
‘Het lijkt me een aardige gast,’ zei Barend.
‘Is hij ook,’ grinnikte Gerben.
‘Hebben jouw ouders niets door?’
‘Jawel.’
Barend keek hem aan.
‘Ze weten het zelfs.’
‘Ze weten het al?’
‘Mijn moeder heeft ons betrapt toen we aan het zoenen waren.’ Gerben had geen zin om alle details te vertellen.
‘Ai….’
‘Zeg dat wel,’ lachte Gerben, ‘we schrokken ons kapot.’
‘En zij niet minder zeker?’
Gerben schoot in de lach. ‘Wat denk je?’
‘Maar ze pakten het goed op?’
‘Gelukkig wel. Volgende week ga ik daar naar toe.’
‘Je weer laten betrappen zeker?’
‘Ja dag! Ik vond dat van gisteren wel even genoeg als je het niet erg vindt.’
‘Heb je het wel meteen verteld,’ plaagde Barend.
‘Nou, dan nog maar even niet vertellen. Ik kon er gisteren ook niet echt om lachen.’
‘Maar ben je niet blij dan, dat het er uit is?’
‘Jawel, maar ik had er eigenlijk nog even mee willen wachten. En zeker niet op die manier. Het is niet echt leuk als je moeder de kamer in komt lopen als je op bed ligt te zoenen. Ze waren weg, ik heb ze niet thuis horen komen.’
‘Je had toch nog wel je kleren aan, hoop ik?’
‘Ehh….’
Barend keek hem grijnzend aan. ‘Dat meen je niet?’
‘Ander onderwerp,’ grinnikte Gerben.
Barend trok zijn wenkbrauwen op. ‘Ik begin een beetje een beeld te krijgen van wat hier gisteren gebeurd is.’
‘Jij Ingrid nog gezien?’ begon Gerben demonstratief een ander onderwerp.
‘Ja, gisteren, ik kreeg nog de groeten van je.’ Barend glunderde.
‘Vertel, ik zie aan je kop dat er nieuws is van het front.’
‘Nee, niets speciaals. Ik zag haar gisteren, en toen vertelde ze me dat.’
‘Verder niets?’
Barend haalde grijnzend zijn schouders op. ‘Niet echt. Ze ging naar de hockeyvelden omdat ze daar misschien lid van wilde worden, en toen heb ik haar daar naar toe gebracht, hoefde ze niet te zoeken waar het was.’
‘Daar kwam je dus vandaan gisteren toen we je tegen kwamen.’
‘Juist. Ze bleef daar even kijken, en toen ben ik maar weer naar huis gegaan.’
‘Het schiet niet echt op he, Barend?’
‘Het heeft zijn tijd nodig, Gerben, het heeft zijn tijd nodig.’
Barend lachte. Ze speelden wat op de computer en lieten het onderwerp verder rusten. Gerben wist dat hij het er verder niet meer met Barend over moest hebben. Dat had zijn tijd nodig, ook bij Barend zelf.
Zondagavond belde Lars nog even. Ze wilden gewoon elkaars stem nog even horen. Ze begonnen nu al de dagen af te tellen tot het weer zaterdag zou zijn. Gerben’s ouders bekeken het glimlachend. Ze hadden ook wel door dat het diep zat bij die twee. Wat dat betreft had Lars het een stuk lastiger thuis. Daar wisten ze nog van niets. Gerben ging die avond vroeg naar bed. Met Lars in zijn hoofd viel hij in slaap.
? 2004 Oliver Kjelsson