Dagboek (deel 8)

Hallo,

Vandaag meegeholpen met de baan van Elmar. Daar heb ik echt een goede nieuwe vriend aan. Zelfde interesses, zoals die modelbaan. Hij heeft zoveel kennis, ik leer ook veel van hem. Aardige jongen. Vind ik hem ook leuk? Niet op die manier. Geen idee waarom eigenlijk niet, we kunnen het goed met elkaar vinden. Maar dát? Nee, ik voel verder niets voor hem.
De rest van de klas spreek ik niet zoveel. Dat doet Elmar ook niet. We zitten vaak bij elkaar in de pauze. Niemand komt er bij zitten. Beetje de geeks van de klas en wie wil daar nou mee gezien worden?
Ik mis Koen af en toe nog wel. We hadden echt een band. Ook voor dat ene gebeurde. Verwijt ik mezelf dat ik het gedaan heb? Spijt? Nee en ja. Nee, want het was te gek. Ik had er al zo vaak over gedroomd. Dat vergeet ik nooit meer. Maar misschien had ik het niet moeten doen. Daardoor zie ik hem eigenlijk nooit meer. Ik had het niet zover moeten laten gaan. Ik had niet naar hem toe moeten kruipen. Ik had hem niet moeten aanraken. Ik had hem meegesleurd, zover dat hij er duidelijk spijt van had. Spijt. Dat heb ik ook nu. Ik ben hem kwijt en dat vind ik nog steeds erg. Gelukkig heeft hij niemand verteld dat ik homo ben, want dat moet hem nu wel duidelijk zijn. Dat vind ik nog steeds netjes van hem. Ik had eigenlijk ook niet anders verwacht. Maar het is nog steeds moeilijk om bij elkaar te gaan staan in de pauzes. Voor mij, maar duidelijk ook voor hem. Aan het eind van vorig jaar baalde ik er nog van dat we niet meer bij elkaar in de klas zouden zitten, maar nu komt het eigenlijk wel goed uit. Maar ik mis hem. En het sfeertje dat we samen hadden met de rest.

Daan

En zo bleef het. Afstand, ik voelde me ook zwaar ongemakkelijk als Koen in mijn buurt was. Ik trok gewoon veel op met Elmar en dat was veilig. Koen hing veel rond met Mark zag ik. Snapte ik dan ook wel weer. Verder stelde eigenlijk niemand er vragen over. Onze lesroosters liepen ook compleet langs elkaar heen, soms begonnen we wel op dezelfde tijd maar iedere dag waren we na verschillende lesuren klaar. Dus heel gek was het allemaal niet, blijkbaar. Thuis was dat anders.
‘Ik zie Koen nooit meer,’ zei mijn moeder op een dag.
‘Nee,’ zei ik zo gewoon mogelijk, ‘andere klas, andere lesuren.’
‘Jammer.’
Ik haalde zo nonchalant mogelijk mijn schouders op. ‘Ja.’
‘Ik vond het altijd een aardige jongen. Ik had het idee dat jullie elkaar wel gevonden hadden.’
Ik slikte. Had ze nou iets door?
‘Zo gaan die dingen mam.’
‘Jammer, dat mag ik toch wel zeggen?’
‘Ja,’ probeerde ik het af te kappen.
Dit werd erg ongemakkelijk.
‘Gaat Elmar mee volgende week, naar de beurs?’
‘Hij gaat met zijn vader. Ik zie hem daar denk ik.’
‘Leuk.’
‘Ja. Hij zal wel veel bij die techniek stands hangen denk ik. Dat ga ik niet de hele dag doen.’
Ze glimlachte. ‘Hij is er wel veel mee bezig.’
Ik lachte. ‘Veel te veel.’
‘Heeft hij het wel eens over iets anders?’
‘Nee, niet echt,’ lachte ik weer.

Ik ging naar boven. Ze had wel gelijk, hij had het bijna alleen maar over treinen. En Lois. Niet direct, maar af en toe stelde hij vragen over mijn verkering met Monique. Hij had nog nooit een vriendin of een date gehad. De manier hoe hij er ook over praatte, hij was onhandig. Met techniek kon hij alles, maar contact leggen met andere mensen dat was een ander verhaal. Soms kon hij ook op mij reageren op een manier waardoor het leek alsof hij zich niet kon inbeelden dat mensen anders konden denken dan hij. Dat was af en toe lastig, maar ik kon er wel omheen manoeuvreren. Zeker toen ik hem een tijdje kende. Aardige jongen, maar af en toe miste ik andere onderwerpen.

Ik zat achter in de auto, mijn vader en Jacco voorin. Goede vriend van mijn vader, natuurlijk ging die weer mee. Ik rekte me nog een keer uit toen we binnen waren. Nog niet eens zo druk zag ik maar we waren ook best vroeg.
‘Ik ben naar de volgende hal,’ zei ik al snel.
Mijn vader lachte. ‘Half 1 hier terug?’
‘Is goed.’
We lachten naar elkaar en toen ging ik op pad. Daarna liep ik rond met mixed feelings. Ik had er in de auto al last van. Wat me verbaasde, ik had het niet zien aankomen. Vorige keer was ik hier met Koen. Damn, toen ik achter in de auto even mijn ogen dicht deed zag ik hem weer naast me, sokkenvoeten op zijn uitgetrapte schoenen. En nu dacht ik er aan hoe we hier samen rondliepen. Ik slikte. Klaar nu. Beurs. Leuke dingen zien. En die waren er. Meer dan waar ik geld voor had.

Toen ik het beursrestaurant uit liep met mijn vader kwam ik Elmar tegen.
‘Hé!’ Hij was vrolijk.
‘Hé, al lang hier?’
‘Best wel.’
‘Wat heb je allemaal al gezien?’
‘Hal 2 vooral.’
Daar kon ik me iets bij voorstellen. Daar was ik mijn vader en Jacco kwijt gelopen. Teveel techniek.
‘En jij?’
‘Achterin, modelbouw.’
‘Daar wil ik zo ook gaan kijken.’ Hij lachte. ‘Daar moet ik echt meer mee gaan doen.’
Zijn vader had al handen geschud met die van mij.
‘Staan weer mooie dingen.’
Hij keek naar zijn vader.
‘Is het oké dat ik met Daan meeloop?’
‘Is goed jongen, waar spreken we af?’
‘Ik vind je wel.’
Zijn vader lachte. ‘Is goed. En anders om 4 uur bij de uitgang.’
‘Ga je die terugvinden?’ vroeg ik toen we wegliepen. ‘Het is groot hier.’
‘Ik weet waar hij allemaal nog wil gaan kijken.’

Daar liepen we. Voor mij anders dan vorig jaar. Treinen. Nog meer treinen, en veel panoramatafels. Ik vond het te gek. Ik had weer een paar nieuwe ideeën. Elmar bleef staan bij een beurswinkel. Bouwdozen, rekken vol. Hij wees.
‘Ze verkopen ook die twee huisjes die jij hebt.’
‘Ja,’ zei ik vrolijk en een beetje verbaasd.
‘Ik wil iets kopen, om mee te beginnen. Niet te groot. Zal ik die doen?’
‘Dat is ook niet echt origineel,’ zei ik snel, ‘die heb ik al.’
Die snapte hij niet helemaal.
Ik keek ernaast. ‘Die is ook leuk. En niet te moeilijk. Als je iets niet te groot zoekt.’
‘Ook leuk ja.’
Ik knikte terwijl ik er nog een keer naar keek.
‘Doen?’
‘Het is jouw geld,’ lachte ik.
Hij trok hem van de plank, liep er mee naar de kassa. Ik zuchtte, blij dat ik hem om kon praten. Ik moest er niet aan denken dat hij hetzelfde zou kopen, die huisjes die Koen en ik in elkaar gezet hadden. Dat was iets speciaals geworden. Iedere keer als ik ze zag staan bij mij op de baan dan gaf me dat een speciaal gevoel. Daar bleef hij vanaf.

Elmar kwam vrolijk terug met een tas.
‘Mooi,’ zei hij.
‘Hij is leuk,’ zei ik.
‘Langzaam uitbreiden.’
Ik glimlachte. ‘Zo is dat.’
We slenterden rond, ik merkte aan Elmar dat hij het wel gezien had op dit gedeelte van de beurs. Ik had een blikje cola gekocht, we zaten op een betonnen blok naar de voorbijlopende mensen te kijken.
‘Ik ga zo mijn vader weer eens zoeken,’ zei hij ineens.
‘Ja,’ loog ik, ‘ik straks ook.’
Hij keek nog een keer in zijn tas, haalde de doos eruit.
‘Leuk.’
Ik knikte. ‘Ik kom binnenkort wel kijken hoe het geworden is.’
‘Kun je helpen?’
‘Helpen?’
‘Gewoon, handige tips en zo? Met dat station heb ik echt zitten kloten.’
‘Tuurlijk.’
‘Fijn.’
Hij stond op. Ik liep een stukje met hem mee, gooide mijn lege blikje in een afvalbak.
‘Veel plezier nog,’ zei ik toen hij een andere kant op moest.
‘Ja, jij ook. Zie je maandag!’
Ik keek hem na, keek naar zijn tas. Ik glimlachte tevreden. Ik had hem er mooi van af kunnen houden. Die twee huisjes, dat was iets van Koen en mij.

Onderweg zijn we nog iets gaan eten. Daarna heb ik mijn ogen dicht gedaan in de auto. Leuke dag. Rare dag ook. Ik had dit met Koen willen delen. Hem maandag vertellen wat ik gezien had. Vragen of hij me weer eens met iets van mijn baan wilde helpen. Ik zuchtte van binnen. Die ene avond stond teveel tussen ons in. Zou ik het er dan toch een keer met hem over moeten hebben? Niet dat ik dacht dat het ons weer bij elkaar zou brengen, maar ik wilde dat ongemakkelijke gevoel uit de lucht hebben. Weten wat hij dacht. Ik wilde dat het weer een beetje normaal zou worden. Ik had alleen geen idee hoe.

Het ging verder wel goed. Ik was op de helft van mijn eindexamens en tot nu toe geen verrassingen, geen problemen. Koen had veel andere vakken, dus die zag ik bijna nooit bij de examens. Nog een paar en dan zat het er op. Via Jacco had ik een leuk vakantiebaantje kunnen regelen in een modelbouwwinkel. Ik moest dan wel iedere dag met de trein naar een stad verderop maar ik had er nu al zin in. Ik kwam er best vaak, ik kende het al wel. Leuke mensen, toen Jacco het over mij had gehad zagen ze het meteen zitten. Nog een week, dan was het voorbij.

Tussendoor kon ik mijn gedachten er ook nog gewoon van af zetten. Ik was nog een paar keer bij Elmar geweest. Zijn baan was ondertussen al een beetje meer aangekleed. Hij begon er gevoel voor te krijgen.
‘Wel raar,’ zei hij uit het niets terwijl we aan het discussiëren waren over het veranderen van een stukje van zijn railplan.
‘Wat?’
‘Straks, na de examens. Dan zie je niemand meer van deze school.’
‘Nee, de meesten niet nee.’
‘Maakt me ook niet zoveel uit hoor,’ ging hij verder. ‘Maar wel raar.’
Ik glimlachte. ‘Ja.’
‘Net zoals jij. Vorig jaar ging jij heel veel om met die jongen en Monique en zo. En nadat jullie in andere richtingen zaten was dat ook ineens minder.’
‘Klopt,’ zei ik, half in gedachten.
‘Vond je dat erg toen?’
‘Ja, best wel. Maar zo gaan die dingen.’
‘Ik heb nooit echt veel vrienden op school gehad.’
‘Niet?’
‘Nou ja, een paar jongens waar ik mee om ging op school, maar verder niet echt. Ja, wij zien elkaar vaker, omdat we allebei een trein hebben. We moeten wel contact blijven houden hoor.’
‘Zeker,’ zei ik.
Hij glimlachte. ‘Treinennerds die we zijn.’
‘Ja,’ lachte ik.
‘Paul gaat naar dezelfde opleiding als ik.’
‘Leuk,’ grijnsde ik.
‘Nou, hij had het er laatst met me over. Anders dan hij normaal is. Over wat ik er van verwachtte en zo.’
‘Echt?’
‘Ja, verbaasde mij ook.’
‘Heeft Lois toch een goede invloed op hem,’ lachte ik.
‘Ik denk het.’
‘Hoe is het met jou nou?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Lois? Ze hebben nog steeds met elkaar.’
‘Nah… Ik weet niet. Ze is nog steeds aardig hoor. Maar verder vind ik het wel oké.’
‘Ik had het nooit verwacht.’
‘Wat?’
‘Dat die twee nog steeds bij elkaar zijn.’
‘Nee. Nou ja. Toen hij laatst met mij over die opleiding begon was hij wel aardig hoor. En serieus.’
‘Wonderen zijn de wereld nog niet uit.’
Elmar lachte.
‘En jij?’
‘Ik?’
‘Jij en Monique?’
‘Nee joh, daar ben ik echt al lang overheen.’
Hij glimlachte. ‘Jullie waren wel leuk samen toen.’
‘Ja,’ zei ik voor me uit. ‘Was een leuke tijd.’

Toch was ik opgelucht toen ik hoorde dat ik geslaagd was. Nergens voor nodig, het was gewoon goed gegaan, maar die bevestiging was toch wel heel erg lekker. Ik had zin in de diploma-uitreiking, iedereen nog een keer zien. Ja, hem ook. Het was er nooit van gekomen om nog met hem te praten. Altijd was er wel iemand bij. Raar. Ik had ook iedere keer weer een nieuwe smoes om het er niet met hem over te hebben, maar toch. Stiekem baalde ik er van. Ik vond nog steeds dat ik het moest doen. En als het niet zo was? Op zich ook goed. Ik zag hem waarschijnlijk toch nooit meer.

Het was feestelijk. Aula leuk aangekleed, muziek, hapjes. Iedereen was er, alle leraren. Ik zat naast mijn ouders en begon me te vervelen bij alle toespraken. Twee leerlingen speelden nog een stukje muziek. Ik was verbaasd. Ik wist niet dat Mark gitaar speelde. En nog goed ook. Het meisje bij hem kende ik alleen van gezicht, maar ze zong wel heel erg mooi. Ik glimlachte. Vet. Nog een toespraak, van een leraar. Ik strekte mijn benen even. Eigenlijk wilde ik gewoon mijn diploma en weg. Of in ieder geval, klaar met het officiële gedeelte. Elmar zat naast me met zijn ouders, we hadden elkaar al veel eerder gefeliciteerd. Eindelijk was het zover. Dat werd nog best wel een chaos, maar na lang wachten had ik het papier dan eindelijk in handen. Mijn ouders feliciteerden me nog een keer toen ik naar ze terug liep. Ik zag Koen in de verte, bij zijn ouders.

De uitreiking was eindelijk klaar. Ouders praatten met elkaar, leerlingen zochten elkaar op. Ik zocht Elmar, die stond met een leraar te praten. Geen zin in. Ik liep tussen de mensen rond. Ineens werd ik tegen gehouden door de ouders van Koen.
‘Daan! Gefeliciteerd!’
Ik kreeg drie kussen van zijn moeder en glimlachte. Dit was raar.
‘Goed gedaan jongen,’ zei ze.
‘Dank u wel.’
Ik kreeg een duwtje, zij snapte ook wel dat ik verder wilde. Ineens kreeg ik een arm om me heen.
‘Lekker Daan!’
Ik keek in het lachende gezicht van Monique.
‘Zeker. Klaar hier,’ grijnsde ik.
‘Zo erg was het nou toch ook weer niet?’
‘Nee. Saai vooral.’
Ze lachte. Ik kreeg een knuffel van Noor.
‘Vorig jaar was veel leuker,’ beaamde ze.
‘Da’s waar,’ zei Monique.
Paul kwam voorbij lopen met Lois. Ze feliciteerden ons. Monique keek ze na.
‘Wat heeft zij gedaan met hem?’
‘Geen idee. Had ik het laatst ook met Elmar over. Die gaat naar dezelfde opleiding als hij. Volgens Elmar was hij anders, serieus, toen ze het daar over hadden.’
Monique keek nog een keer naar ze.
‘Nou, extra diploma voor Lois,’ grapte ze.
Ik grijnsde, kreeg een klap tegen mijn rug, arm om mijn schouder.
‘Gefeliciteerd man.’
‘Jij ook Mark. Ik wist niet dat jij gitaar speelde.’
Hij lachte. ‘Verborgen talenten. Maar Esmee maakte het wel af.’
‘Zij is echt goed,’ viel Monique ons bij.
Ik zag Koen staan, hij praatte met een andere jongen. We zagen elkaar tegelijk. Hij glimlachte, sloeg de jongen kort tegen zijn arm en kwam mijn kant op. Ik kwam hem halverwege tegen.
‘Gefeliciteerd Koen.’
‘Jij ook Daan.’
Toen pakte we elkaar even vast. Hij rook zoals altijd. Daarna keken we elkaar aan, het viel even stil.
‘Volgende stap,’ lachte hij ongemakkelijk.
‘Ja, vooruit met alles.’
Ik wilde nog wat drinken. Droge mond ineens. Hij liep met me mee. We stonden aan de zijkant, niemand bekends vlak bij ons. Nu moest het, wist ik.
‘Koen,’ begon ik.
Hij keek serieus, wist waar ik over ging beginnen.
‘Over die avond…’
‘Ja.’
‘Dat hadden we niet moeten doen.’
‘Nee, sorry.’
‘Ik…’
‘Weet je, het was ook gewoon de sfeer van die avond ineens. Soms doe je gekke dingen. Dat is het niet. Maar… Je hebt gelijk. We lieten ons te ver gaan. Sorry.’
‘Ik denk het.’
Ik wilde nog zoveel zeggen, maar Monique kwam tussen ons in.
‘Ik wil een foto van ons vijven. Kom.’
De moeder had het toestel al klaar. Monique stond in het midden, ik naast haar, Mark en Noor aan de andere kant. Paul en Lois kwamen er bij staan. Koen naast mij. Ik kon nog net op tijd een arm om zijn schouder heen slaan. Hij deed het gelukkig terug. Flits.

Er waren al veel mensen weg zag ik daarna. Elmar was ook al weg merkte ik tot mijn verbazing. We liepen langzaam naar de uitgang. Lachend liepen we naar buiten. Bij de parkeerplaats kreeg ik nog een knuffel van Monique. En van Noor, Mark sloeg ook even een arm om me heen. Koen keek en lachte. Hij strekte zijn arm en stootte met zijn vuist tegen die van mij. Met een glimlach.

Het moment was voorbij voor ik er erg in had. Ouders stonden te wachten, iedereen liep als vanzelf naar hun auto. Ik stapte in, we reden weg.
‘Was leuk,’ zei mijn moeder. ‘Leuk om Koen weer even gezien te hebben.’
‘Heb je hem nog gesproken?’
‘Even kort. Serieuze jongen geworden.’
‘Ja.’
Dat zullen zijn ouders ook van mij gedacht hebben. Ze moesten eens weten waarom het voor ons ongemakkelijk was om elkaars ouders weer tegen te komen. Ik was blij dat ik Koen nog even gesproken had. Al voelde die laatste arm om hem heen als een soort definitief afscheid. Maar ik was blij dat we dat gedaan hadden. Geen boosheid naar elkaar. We reden de straat uit. Ik keek nog één keer om. Daar kwam ik waarschijnlijk nooit meer. Diploma. Klaar.

Afgerond. Alles.

© 2024 Oliver

Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op de link en laat eens een berichtje achter op het forum of facebook!