Uitzicht (deel 17, slot)

‘Jan, laat los. Het is goed zo,’ zei ik. ‘Het is nu wel duidelijk.’
Jan liet zijn kraag langzaam los. Hij gaf nog een laatste duwtje. Daarna keek hij hem niet meer aan. Joris keek nog een keer naar me en liep toen naar binnen.
‘Kut, wat ben jij begripvol.’
Ik keek naar Jan en haalde mijn schouders op. ‘Het laatste wat ik wil is dat dit hele gedoe de groep uit elkaar drijft.’
‘Dat is nou precies wat ik Joris probeer duidelijk te maken.’
We moesten naar binnen. Freek en ik liepen zwijgend naast elkaar door de gang. Ik zag Joris weer voor me. Ik kreeg bijna respect voor die gast. Hij hield zijn mond. Hij verraadde niet dat ik ooit verliefd op hem was geweest. Hij nam een hoop extra gezeik op zijn schouders om mij buiten schot te houden. Dit kon ik maar op één manier oplossen. Ik moest dat toch op een of andere manier gaan vertellen. Ik kreeg het al benauwd bij het idee. Dat was misschien nog wel moeilijker om te doen dan mijn hele coming out. Wie heeft er nou zin in om aan iedereen te vertellen op wie hij stiekem verliefd is geweest?
‘Hij houdt wel netjes zijn mond,’ zei Freek tevreden.
‘Dat doet hij zeker. Maar dat weet de rest niet.’
‘Wat wil je daar mee zeggen?’
‘Dat niemand het nu snapt. Misschien moet ik dat toch maar eens vertellen.’
‘Je bent gek. Dat gaat ze niets aan. Dat is jouw privéleven toch?’
‘Maar…’
‘Hij moet gewoon normaal doen. Weet ik veel, het is misschien wel goed voor zijn ego zelfs, buiten Senna nog meer mensen verliefd op hem. Zelfs jongens!’
‘Niet te hard,’ siste ik.
Freek liet zijn tas op zijn tafel neerkomen en ging zitten.
‘Echt Rem, hij moet het van zich afzetten. Punt.’

Donderdagmiddag, terras. Colin zat naast me, samen met de rest hadden we twee tafeltjes ingepikt. Behalve Joris en Senna. Die “hadden wat anders te doen helaas”. Ik had er mijn schouders bij opgehaald, maar Jan en Ankie maakten zich er erg druk over. Roos hield zich stil. Zij kende het verhaal van Joris en mij ook, ze vond het een moeilijk probleem. Ze vond wel dat ik maar gewoon mijn mond moest houden. Net als Freek. Het was Joris zijn probleem, hij moest normaal gaan doen, niet ik. Jeroen en Freek hadden een ander probleem aan hun hoofd. Ze waren gevraagd door school om een paar lessen te verzorgen, om de GSA-groep te promoten en om homosexualiteit bespreekbaar te maken.
‘Rem, Colin, help eens,’ zei Jeroen. ‘Waar moeten we het over gaan hebben?’
‘Homo’s?’ vroeg Colin half lachend. ‘Lijkt me een goed begin.’
‘Joh,’ zei Jeroen, ‘goed idee. Ik schrijf het meteen op.’
Colin lachte. Ik genoot van de manier waarop hij vrolijk was.
‘Hoe kunnen we het openen?’ vroeg Jeroen. ‘Geef eens voorbeelden waar jullie mee te maken krijgen, misschien kunnen we daar iets mee.’
‘Dat pak je verkeerd aan,’ zei Jan. ‘Je kunt hun wel vragen wat ze af en toe meemaken, maar volgens mij kun je beter met Joris gaan praten. Gewoon direct vragen waar die afkeer vandaan komt. Dat werkt veel beter.’
Hij zei het zuur, nog steeds kwaad.
‘Misschien moet je gewoon beginnen met te vragen wie problemen heeft met homo’s,’ zei ik. ‘Ik weet zeker dat niemand zijn hand opsteekt.’
Freek keek me vragend aan. ‘Ja? En?’
‘En dan doorvragen. “Hoe zou je reageren als jouw beste vriend homo zou zijn? Zou je dat erg vinden?” Dan gaan ze al nadenken waarschijnlijk.’
‘Goeie, Rem,’ zei Jeroen terwijl hij wat opschreef.
‘Maar dan zullen de meesten nog steeds lekker correct zeggen dat ze dat geen probleem vinden.’
‘Dat denk ik ook,’ zei Freek.
‘Op Joris na dan,’ kon Jan niet nalaten om te zeggen.
‘En wat nou als die goede vriend zegt verliefd op je te zijn? Hoe voel je je dan?’
Freek grijnsde, samen met Roos.
‘Geef eens antwoord, Jan. We gebruiken jou even als proefpersoon.’
‘Ik zeg je eerlijk, ik zou het raar vinden.’
‘Ja, en dan?’
‘Wat bedoel je?’
‘Hoe zou je reageren? Zou je me ontwijken?’
Jan keek me aan, zijn mond viel open. ‘Joris?’
Ik knikte. ‘Dus? Hoe zou jij het vinden?’ vroeg ik meteen voordat hij iets kon zeggen.
‘Raar idee,’ zei Jan, ‘geef ik eerlijk toe.’
‘Waarom eigenlijk?’ vroeg Colin. ‘Ik was er heel blij mee toen hij me dat vertelde.’
Iedereen lachte, ook Jan.
‘Ik kan het je niet uitleggen,’ zei hij. ‘Gewoon raar idee. Maar ik zou je er niet om laten vallen.’
‘Net als een meisje dat je niet ziet zitten die je ineens vertelt…’
‘Misschien. Maar dat is anders.’
‘Waarom?’ drong Colin aan.
‘Freek, Jeroen, help eens,’ zei Jan half lachend.
Freek maakte een gebaar dat hij het ook niet wist, Jeroen schreef vrolijk door.
‘Dat is toch gek?’ zei Colin. ‘Als een meisje naar mij toekomt, en zegt dat ze me leuk vindt, dan is dat eigenlijk hetzelfde.’
‘Nee,’ zei Jan beslist, ‘dat is anders.’
‘Hoe dan?’
‘Dan zeg jij gewoon dat het niet wederzijds is. Klaar. Als jij het mij zou vertellen, dan weet ik van je dat je homo bent. Weet ik veel, dat is toch anders. Ik weet dan ineens een geheim van je. Ik heb het gevoel dan toch uit te moeten leggen dat ik het allemaal niet erg vindt of zo. Bij een meisje kun je gewoon zeggen dat je het niet ziet zitten en klaar ermee, bij een jongen niet. Ja, ik denk ook maar een eind hardop hoor.’
Colin grijnsde.
‘Het is al goed Jan,’ glimlachte ik en keek naar Jeroen en Freek. ‘Nou, jullie kunnen wel even vooruit, denk ik.’
Jeroen knikte.
‘Mag ik het hier met Joris over hebben?’ vroeg Jan.
‘Van mij wel.’
Ik keek naar Colin. Die knikte.
Freek tikte met zijn voet tegen mijn been. ‘Kun jij er niet bij komen zitten, als we weer een vergadering hebben van de GSA?’
‘Freek,’ zei ik, ‘alsjeblieft.’
‘Nee, je hoeft er niet mee voor de klas te gaan staan. Maar gewoon meedenken.’
Ik zuchtte. ‘Is goed.’
‘Mooi,’ zei Jeroen, ‘genoeg voor vandaag. Ik kan hier wel mee vooruit.’
‘Opvallend,’ zei Roos naast me. ‘Er wordt niet geshopt vandaag.’
Colin rekte zich uit. ‘Wil je dat dan? Mag je wel zeggen hoor.’
Roos zakte demonstratief verder onderuit in haar stoel. ‘Ik zit hier goed.’
‘Je hebt alleen geen zon,’ lachte Rianne.
‘Hmm.’ Roos keek even rond. ‘Kom Rem.’
Ze stond op en trok me mee, stoel achter zich aan slepend. Een paar meter verder zette ze haar stoel weer neer en ging zitten. Hoofd achterover, ogen dicht.
‘Dit is beter, of niet?’
‘Veel beter,’ grinnikte ik naast haar.
‘Wat een gedoe met Joris.’
‘Ja,’ zei ik. ‘Maar ik zag Jan wel nadenken.’
‘Het wordt eens tijd dat ik mee ga naar die GSA.’
Ik keek naast me, ze was gewoon blijven zitten met haar ogen dicht.
‘Meen je dat?’
‘Ja. Het wordt eens tijd.’
‘Ik kan je gewoon meenemen, zonder dat Jeroen en Freek het weten.’
‘Mooi. Jullie hebben het tot nu toe alleen maar over jongens. Daar ga ik eens verandering in brengen.’
Ik lachte.
‘Waarom is dat, dat iedereen altijd als eerste aan jongens denkt als het over homo’s gaat?’
‘Ga dat lekker zelf onderzoeken,’ grinnikte ik.
‘Ga ik zeker doen. Mannen willen ook altijd alles voor zichzelf houden.’
Ik ging verder onderuit zitten en leunde met mijn achterhoofd op de rugleuning. Mijn benen gestrekt voor me uit. Ik lachte.
‘Wat lach je? Ik meen het. Altijd gaan de mannen voor.’
‘Je hebt gelijk Roos,’ lachte ik. ‘Maar ik vraag me af of het in dit geval een voordeel is. Over jullie heeft nog niemand een vraag gesteld.’
‘Waar. Maar dan nog.’
‘Je gaat zo wel uit de kast komen, dat snap je toch wel?’
‘Ik kan bijna niet wachten tot het zover is.’

De deur stond op een kier, Roos en Ankie stonden een beetje nerveus achter me. Ik klopte en duwde hem een stukje verder open. Freek en Jeroen waren er al, wist ik. Ik had ze zien gaan, ik wachtte nog even met een smoes, zodat ik Roos en Ankie op kon vangen.
‘Ah, Remco,’ zei de leraar, ‘leuk dat je er bent.’
‘Ik heb nog twee mensen meegenomen,’ zei ik.
Freek en Jeroen keken tevreden en vrolijk toen Roos en Ankie achter mij aan binnen kwamen.
‘Gaaf,’ zei Jeroen, ‘dat jullie mee willen doen.’
‘Ja,’ zei Roos meer verlegen dan de bedoeling was.
‘Mooi,’ zei Dumoulin, ‘we wachten nog even een kwartier, tot die tijd kunnen nog nieuwe leerlingen komen. Dat staat tenslotte op de posters. Iets drinken jullie?’
Hij liep naar een keukentje. Ik keek onwennig rond. Eerste keer dat ik in de lerarenkamer kwam. Er werd weer op de deur geklopt. Iedereen keek meteen om. Er stond een jongen die ik wel eens gezien had in de pauze, maar verder kende ik hem niet. Hij zat minstens een klas lager.
‘Hallo,’ zei hij timide. ‘Is dit de bijeenkomst van de GSA?’
Jeroen knikte en liep naar hem toe. ‘Ja,’ zei hij, ‘kom binnen. Leuk dat je er bent.’
De jongen glimlachte en keek de groep rond. Jeroen stak zijn hand uit.
‘Ik ben Jeroen.’
‘Koen,’ zei de jongen al iets meer op zijn gemak.
Hij ging verder met voorstellen. Ik kon het niet laten, ik probeerde in te schatten of hij het was of niet. Ik twijfelde. Kon het niet met zekerheid zeggen. Erg eigenlijk. Wat maakte het uit? Waar ik zelf bang voor was deed ik nu zelf. “Kijken of ik het kon zien”. Of ik dingetjes kon ontdekken. Alsof je het aan iemands uiterlijk kon zien. Alsof alle homo’s hun eigen maniertje hadden. Roos zag me kijken en knipoogde.
‘Goed,’ zei Dumoulin, ‘ik denk dat we maar gaan beginnen.’
We gingen aan tafel zitten.
‘Nou,’ zei hij, kijkend naar een vel papier voor zich, ‘de eerste vergadering van de GSA. Ik ben vanaf nu gewoon Gerard voor jullie. Op zijn Nederlands uitspreken graag, mijn achternaam is al Frans genoeg.’
We lachten.
‘Elleke komt ook nog, ze is alleen wat later.’ Hij keek naar onze vragende gezichten. ‘Mevrouw van Nieuwkerk.’
‘Doet zij ook mee?’ vroeg Jeroen verbaasd.
‘Ja, ik heb haar een beetje onder druk gezet,’ lachte Gerard. ‘Niet dat het nodig was hoor.’
Ik kende haar alleen van gezicht. Nooit les van gehad. Het leek me wel een aardig mens. Opvallend, het waren twee jonge leraren die meededen. Of was dat gewoon toeval?
‘Nou, volgende punt: de voorzitter. Ik stel voor dat Jeroen dat doet, hij kwam tenslotte met het voorstel. Hand opsteken wie voor is?’
Iedereen stak zijn hand op, behalve Jeroen.
‘Mooi,’ lachte Gerard, ‘dat is dan ook weer geregeld.’
‘Maar…’
‘Komt goed Jeroen. De decaan wil dat een leerling de kar trekt, het is jullie project, het is er voor de leerlingen. We denken dat het zo meer draagkracht heeft. Maar we helpen je wel hoor, maak je geen zorgen.’ Hij schoof zijn stapeltje papier naar Jeroen. ‘Succes.’
Jeroen keek even onwennig en keek naar de agendapunten die Gerard op papier had gezet.
‘Ja,’hakkelde hij, ‘volgende punt op de agenda is een voorstelronde.’
‘Ik mag je aanraden een secretaris aan te stellen, die notulen maakt,’ onderbrak Gerard hem.
Jeroen keek ineens een stuk vrolijker. ‘Freek,’ lachte hij, ‘volgens mij ben jij daar een ideale kandidaat voor.’
‘Ja, ho,’ zei Freek, ‘moet daar niet over gestemd worden?’
‘Dat kunnen we wel doen,’ zei Jeroen, ‘maar ik denk dat ik al weet wat de uitslag is.’
We lachten allemaal ter bevestiging.
‘Mooi,’ zei Jeroen, ‘geregeld.’
Freek schoof op de grond zijn tas dichterbij en haalde een schrijfblok tevoorschijn.
‘De voorstelronde,’ zei Jeroen.
Er werd op de deur geklopt. Een jongen stak zijn hoofd om de hoek van de deur. Koen keek verbaasd.
‘Hallo,’ zei de jongen, ‘bijeenkomst van de GSA?’
‘Ja,’ zei Jeroen, ‘kom binnen. Je bent net op tijd.’
De jongen pakte een stoel en ging zitten. Duidelijk verlegen.
‘We wilden net beginnen met een voorstelronde. Ik zal zelf beginnen.’
‘Naam, en waarom je hier aan mee wil doen,’ zei Gerard.
‘Nou, ik ben Jeroen, en ik heb de school voorgesteld om een GSA op te richten omdat een vriend van mij problemen heeft met zijn coming out, en omdat hij daar vreselijk mee gepest is.’
Hij ging de kring af. Freek had hetzelfde verhaal, en daarna was ik aan de beurt.
‘Ik ben Remco,’ zei ik. ‘Ik ben hier omdat Jeroen en Freek goede vrienden van mij zijn. En de vriend van Jeroen waar hij het net over had, dat is uhm… mijn vriendje.’
Ik was verbaasd om het gemak waarmee ik dat zei. Gerard glimlachte naar me.
‘Ik ben Roos, en dit is Ankie,’ hoorde ik naast me. ‘Wij zijn vrienden van Jeroen, Freek en Remco.’
De deur ging weer open. Mevrouw van Nieuwkerk kwam binnen.
‘Sorry, sorry,’ lachte ze.
‘Ga zitten,’ zei Gerard, ‘we zijn pas net begonnen.’
Hij ging even snel het rijtje langs. Ze knikte en glimlachte.
‘Gaan we met jou verder,’ zei Gerard tegen Koen.
‘Nou, eh, ja, ik ben dus Koen. Ik vind het wel belangrijk om dit te doen. Omdat iedereen gelijk is toch?’
Ik glimlachte. Als hij het was dan wist hij het mooi te omzeilen om niets te hoeven zeggen. Hij keek naar de nieuwe jongen.
‘Ik ben Niels, zit bij Koen in de klas. Ik ben door E… Mevrouw van Nieuwkerk gevraagd om hier aan mee te doen.’
Ze lachte. ‘Jullie mogen Elleke zeggen hoor. Ik ben zoals jullie weten lerares Nederlands en Duits, maar daarnaast ben ik ook vertrouwenspersoon als je het zo wil noemen. Ik coach leerlingen die problemen hebben. Daarom zit ik er bij, omdat ik er wel eens mee te maken krijg.’
Ik gaapte. Het ging allemaal wel erg formeel dit. Saai bijna.
‘Nou, dan blijf ik over,’ zei Gerard. ‘Leraar, wat de meesten van jullie al ontdekt hebben. Ik woon samen, al vijf jaar, met Ramon. Dat is dan ook de grootste reden waarom ik door de directie gevraagd ben of ik iets voor deze groep kon betekenen.’
Ik was verbaasd. Nooit geweten van hem.
Freek schoof een blaadje naar me toe.
‘Laat ze even hun mailadressen opschrijven, dan kan ik alles rondsturen.’
‘Telefoonnummer erbij?’ vroeg Koen.
‘Is misschien wel makkelijk.’
‘Volgende punt op de agenda,’ zei Jeroen, ‘is eigenlijk het enige punt op deze agenda. Wat kunnen we als GSA gaan doen?’
‘De decaan heeft gevraagd of wij iets willen doen in de klassen van de bovenbouw.’ Gerard keek naar ons. ‘Jullie eigen klassen dus. Alle klassen tegelijk. Als proef.’
Het bleef even stil. Jeroen noemde mijn opmerkingen die ik op het terras had gemaakt. Langzaam kwam iedereen losser, er waren erg gekke ideeën waar iedereen om kon lachen. Veel was gewoonweg niet uit te voeren, maar binnen een uur kwam er toch een goed plan op tafel.
Jeroen grijnsde. ‘Dit is echt een heel goed idee.’
‘Ja,’ zei ik.
‘Durf je?’
Ik keek naar Roos en Ankie. Gerard grijnsde net zo als Jeroen. Freek knikte. Koen en Niels wachtten duidelijk mijn reactie af. Het was ook wel een gewaagd plan. Absoluut niet saai. Maar het zou wel ijzersterk overkomen.
‘Als we het met zijn allen gaan doen wel,’ zei ik.

Colin kroop tegen me aan.
‘Jij hebt zoveel lef als je dat echt gaat doen,’ zei hij.
‘Weet ik. Maar door die groep, die andere twee jongens… Ik weet niet. Ik wil het echt gaan doen.’
‘Roos en Ankie doen ook mee?’
Ik knikte en rekte me uit. Luie vrijdagavond. Film op tv, maar er was niet veel aan. Colin kuste me.
‘Maar ze hebben niets gezegd?’
‘Nee,’ zei ik. ‘In de voorstelronde zei Roos alleen maar dat ze er bij waren omdat ze vrienden van ons zijn. Meer niet. Er kwam toen ook een lerares binnen, dus de aandacht werd ook afgeleid.’
‘Dat houden ze niet lang vol.’
Ik lachte. ‘Zeker niet als ze meedoen.’
‘Ik ben trots op je,’ grinnikte hij.
Zijn hand wreef langs de binnenkant van mijn been. Zijn andere arm lag onder mijn nek door. Ik lag op mijn zij en keek naar hem. Ik staarde in zijn ogen. Ik durfde het. Ik ging dat gewoon doen. Voor mezelf. Voor Colin.

‘Colin vond dat we lef hadden,’ zei ik tegen Roos in de pauze.
‘Daar heeft hij helemaal gelijk in.’
Ze keek gespannen.
‘We zien het wel straks.’
‘Je hoeft me er niet aan te herinneren dat het zometeen al zover is. Dat weet ik zelf ook wel, dank je.’
Ik lachte, terwijl ik zelf net zo nerveus was.
‘Ik ga bijna dood volgens mij,’ zuchtte Ankie. ‘Hoe gaan ze reageren?’
‘Geen idee. Grote groep, leraren erbij… Het zal wel gaan denk ik,’ zei ik.
‘Ik bedoel meer Jeroen en Freek. En Rianne, en Jan.’
‘Die vallen achterover denk ik.’
‘Joris, Senna…’
‘Daar ben ik ook benieuwd naar.’
‘Nou,’ begon Ankie, maar verder kwam ze niet.
Koen en Niels kwamen naar ons toe.
‘Jeroen vraagt of we mee komen helpen met alles klaar te zetten,’ zei Koen.
‘We komen er aan,’ zei ik.
Ik keek naar ze.
‘Hoe gaat het?’ vroeg ik.
‘Spannend,’ zei Koen.
‘Kun je wel zeggen,’ zei Roos voor zich uit.
‘Kom,’ zei Ankie. ‘We gaan naar binnen.’

‘Joris is er wel gewoon,’ fluisterde ik tegen Roos naast me, vlak voor we het podium op gingen.
Ze knikte kort. ‘Ik hoorde van Ankie dat hij hier naar toe moest van Senna.’
Ik keek haar nu aan. ‘Wat?’
‘Ja, dat beeld van Senna dat we hebben klopt geloof ik niet helemaal.’
‘Maar…’
‘Tsja, als je vriendje niet wil… Je blijft toch bij hem. Ankie hoorde dat ze ruzie hebben gehad omdat hij niet mee naar het terras wilde.’
‘Klinkt goed.’
‘Uhu,’ zei ze met een duw waardoor ik het podium opstapte.
Jeroen presenteerde alles. Gerard hield zich samen met Elleke op de achtergrond. We waren in de kleine aula, alle bovenbouwklassen bij elkaar. Ze wisten waar we het over gingen hebben. We hadden nog meer posters opgehangen, folders uitgedeeld. Met de hele groep. Dat was raar in het begin. Jeroen stond in het midden, wij zaten wat meer naar achteren. Knap hoe hij dat deed. Ik speurde de groep af, keek waar Jan zat, zag Joris en Senna zitten. Ik hield ze in de gaten. Jeroen maakte de inleiding en gooide toen een eerste vraag de groep in.
‘Wie van jullie kent iemand die homo is?’
Ik was verbaasd, er gingen meer handen omhoog dan ik had verwacht. Ook Joris stak zijn hand op.
Jeroen begon vragen te stellen aan mensen. Hoe ze dat vonden, hoe ze reageerden. Hij liet Joris buiten schot. Op mijn verzoek. Voor het blok zetten had geen zin. Er begon een discussie te ontstaan, positief. Dat gaf me moed. Roos kneep even een keer in mijn been. We keken elkaar aan en grijnsden. Het ging goed. Koen en Niels zaten naast elkaar. Gek, ik ging er maar gewoon van uit dat ze allebei homo waren, maar dat was niet gezegd. Daar bleven ze allebei geheimzinnig over doen. Tot vandaag. Het mocht vooraf niet gezegd worden, dat hadden ze zo met elkaar afgesproken.
‘Ik wil iets met jullie uitproberen,’ hoorde ik Jeroen in de microfoon zeggen. ‘In de folder die op iedere stoel lag zitten twee kaartjes, een roze en een zwarte.’
Het werd wat rumoeriger in de aula. Ik zag een hoop mensen kijken, kaartjes bekijken en lachen.
‘Ik heb net al uitgelegd dat ik dit project mee opgestart heb omdat ik dat belangrijk vind. Een goede vriend van mij, die niet hier op school zit, werd gruwelijk gepest, alleen maar omdat men dacht dat hij homo was. Maar waar zie je dat aan? Wij zijn een groep van homo’s en hetero’s, omdat het belangrijk is dat iedereen hier aan mee doet en over nadenkt.’
Freek was gaan staan en keek rond. Met wat twijfel stonden wij ook op. Jeroen draaide even om naar ons, we liepen verder naar voren zodat we op een rijtje stonden.
‘We gaan even een spelletje doen. Het moet niet de hele tijd serieus blijven,’ ging Jeroen verder. ‘Klein testje, even kijken hoe dat gaat.’
Hij grijnsde om de nieuwsgierige gezichten.
‘We gaan “Spot de homo” spelen. Wie van ons is homo, en wie niet.’
Dat gaf nog meer rumoer.
‘Zijn er nog vrijwilligers die ook mee willen doen en hier bij willen komen staan?’ Hij lachte. ‘Dat dacht ik al. Jan? Kom jij even helpen? Het moet wel een beetje gepresenteerd worden natuurlijk.’
Jan stond op en kwam naar voren. Hij nam de microfoon over en keek de zaal rond. Ik speelde met de kaarten in mijn hand. Een roze en een zwarte. Eerst de zaal, daarna ik.
‘Goed we gaan beginnen,’ zei Jan. ‘Als eerste de voorzitter dan maar.’
Jeroen grijnsde.
‘Dames en Heren, Jeroen. Aardige gozer, heeft dit project opgezet. Vrijgezel, dus het kan nog alle kanten op. Begripvol, aardig en ik kan jullie ook nog zeggen dat ie subliem kan koken. Nou, duidelijk geval, lijkt me.’ Hij keek even naar Jeroen. ‘Of niet,’ zei hij er geheimzinnig achteraan. ‘Steekt u de kaarten maar omhoog.’
Er werd wat geaarzeld, maar daarna gingen de handen omhoog. Het zag half roze, half zwart.
‘Oei…’ zei Jan theatraal, ‘dat valt tegen. Moeilijker spel dan ik had gedacht.’ Hij liep naar Jeroen die het kaartje omgedraaid voor zich op een paaltje had staan. ‘En Jeroen is…’ zei hij om de spanning op te bouwen. Hij pakte het kaartje uit de klem en draaide het om. ‘Hetero!’
Mensen lachten. Jan sprong van het podium af en liep naar de eerste rij.
‘Een eerste reactie,’ zei hij tegen een meisje, ‘waarom dacht je dat hij homo was?’
Meteen duwde hij de microfoon onder haar neus.
‘Ja, ik weet niet,’ zei ze ongemakkelijk, ‘dat zorgzame, dat koken misschien.’
‘Ideale vent dus eigenlijk, toch? En nog hetero ook.’
Ze lachte ongemakkelijk. Jan liep terug en ging weer op het podium staan.
‘Hij is nog vrijgezel hoor,’ zei hij in haar richting.
Ze kreeg een kleur. Jan keek de zaal verder rond. ‘Moeilijk hè? Nou, volgende kans. Hier hebben we Remco. Aardige jongen, ook zorgzaam, maar dat zegt blijkbaar niets. Ik heb me laten vertellen dat hij nog net weet hoe de waterkoker werkt en kan een eitje bakken. Zit regelmatig te gamen, is best technisch maar ja, hij doet ook niets aan sport. Moeilijk geval.’
Ik kan het niet tegenhouden, ik moest lachen om hem. Al stond ik daar met zweet in mijn handen, een roze kaartje voor me in de houder van het paaltje, met de witte kant nog naar de mensen toe.
‘Steekt u de bordjes maar omhoog!’
Mensen staken hun kaartje omhoog, maar Jan praatte gewoon door.
‘Goed nadenken, dames en heren, hij is regelmatig gesignaleerd met Roos hier.’
Er begonnen inderdaad mensen andere kaartjes op te steken. Het was meer zwart dan roze.
‘Jij veranderde nog naar zwart,’ zei hij tegen een jongen, ‘Waarom? Na die opmerking over Roos?’
De jongen knikte. Jan zette een stap naar mij en hield het kaartje vast. We keken naar elkaar, mijn hart bonkte in mijn keel. Jan bleef kijken, vragend. Ik was er klaar voor en knipoogde. Hij trok het omhoog, draaide het om en zette het weer terug.
‘Jammer!’ Hij lachte naar de jongen. ‘Fout gegokt. Weggevertje hoor, iedereen weet toch dat homo’s altijd met meisjes omgaan?’
Dat gaf rumoer.
‘Hoor ik daar protest tegen een vooroordeel?’ Jan lachte. ‘Hou dat vast. Hou dat vast.’
Ik voelde me te kijk staan met dat roze bordje voor mijn neus. Maar het voelde goed. Super zelfs, een overwinning.
‘Volgende poging.’ Hij keek om. ‘Leuk meneer Dumoulin, dat u foto’s maakt, maar nu bent u toch echt aan de beurt.’
‘We gaan het wat moeilijker maken. Makkelijk om over andere leerlingen te oordelen, maar dit is een leraar. Die gaat over jouw punten. Weet wat je gaat zeggen.’
Gerard lachte.
‘Ja, ook mijn punten,’ zei Jan, ‘dus ik ga er verder ook niets over zeggen. Kom maar met die bordjes.’
Ik zag achteraan de decaan staan kijken, hij glimlachte. Tussen ons in kwamen vaag kaarten omhoog. Ik hoefde mijn focus op de decaan niet te bij te stellen naar de zaal om te zien dat alles zwart was, op een paar balorige leerlingen na.
‘Nou, duidelijk geval lijkt me.’
Jan liep naar het kaartje en tilde het op. Hij keek en schrok even. Gerard grijnsde.
‘Ik zeg jullie eerlijk, ik had ook verkeerd gegokt,’ zei Jan en draaide het om naar het publiek.
Geluiden van verbazing. Gerard stond er alleen maar en lachte. Jan keek nog een keer en kon het niet echt geloven. Gerard knipoogde naar hem en deed een paar stappen terug.
‘De andere leraar dan maar,’ zei Jan. ‘Mevrouw van Nieuwkerk, wie kent haar niet. Leerlingenvertrouwenspersoon, kent dit dus al langer. Overigens, mocht u na deze uitzending door willen praten kunt u stichting Correlatie bellen of gewoon naar haar toe gaan.’
Iedereen lachte. Elleke ook, ze stak haar duim naar Jan op.
‘Tijd voor de bordjes!’
Er gingen handen omhoog. Allemaal zwart.
‘Hmm…,’ zei Jan, ‘uw verhalen over de huwelijksreis naar Mexico zijn een beetje een weggevertje geloof ik.’
‘Ik kan ook met een vriendin getrouwd zijn,’ zei ze.
Jan lachte en draaide zich weer om naar de zaal. ‘Iemand nog die zijn kaartje wil veranderen?’
Niemand. Jan pakte het kaartje en draaide het om. Zwart.
‘Honderd procent score, niet slecht. Volgende!’
Koen stapte naar voren.
‘Ik weet het zelf ook niet,’ zei Jan, ‘dus laten we maar beginnen.’ Hij hield er het tempo flink in. Hij overdonderde iedereen. ‘Dit is Koen, aardige jongen zo te zien, sowieso al omdat hij meedoet aan dit project. Hart op de goede plaats dus. Maar is hij zelf ook zo? Hij zit een klas lager dan ons, dus we weten het niet. Komt u maarrrr!’
De uitslag was half om half. Koen had het kaartje nog tegen zijn buik aan gedrukt. Langzaam zette hij het kaartje in de houder. Ik kon het al zien. Roze. Ik had het kunnen weten. Ik keek even opzij naar Niels die naast me stond. Ook hij keek nieuwsgierig naar het kaartje. Hij kon het net niet zien, Koen stond er voor, maar hij hing even opzij tegen mij aan om te kijken.
‘Yes,’ zei hij zachtjes.
Meteen keek hij naar mij. Ik grijnsde en knipoogde. Jan ging verder en onthulde het roze kaartje. Niels was aan de beurt. Ik zag Koen nieuwsgierig kijken toen Niels het kaartje in de houder zette en glimlachte. Hij keek naar me en glimlachte toen ik knipoogde. Dat was wel duidelijk hoe die twee over elkaar dachten. Mooi om te zien. Toen Freek naar voren stapte ging Niels ook dicht bij Koen staan. Ze glunderden naar elkaar.
‘Mijn grote kameraad Freek,’ zei Jan. ‘Weggevertje deze. Gelukkig met zijn Rianne.’ Hij keek de zaal in. ‘Hoewel… Dat dachten we van Remco net ook. Je weet het maar nooit.’
De zaal vond het niet zo moeilijk. Niet gek natuurlijk. De meesten kenden hem en Rianne al jaren, iedereen wist dat ze al een tijdje iets met elkaar hadden.
‘Ja,’ zei Jan, ‘en hier hebben we Roos. Ik ken haar al lang dus voor mij is dit niet moeilijk. Maar voor jullie… Roos. Heeft nog geprobeerd om van Remco een hetero te maken maar dat is niet gelukt.’
Ik lachte. Jan vloog volkomen uit de bocht, hij zat steeds meer in zijn rol, maar ik vond het niet erg. Hij deed het geweldig.
‘Komt u maar met de bordjes!’
Er waren nog best veel roze kaartjes zag ik. Jan keek en schudde zijn hoofd. Roos had het kaartje nog tegen zich aan gedrukt. Hij draaide zich om naar haar.
‘Leuk beeld hebben ze van je Roos,’ zei hij lachend. ‘Zullen we het maar onthullen?’
Roos zette het kaartje in de klem. Jan zag alleen nog de witte kant.
‘Jammer, dames en heren,’ zei Jan zonder echt te kijken, ‘maar de uitslag is…’
Hij viel stil toen hij het omdraaide. Zijn mond viel open. Ik keek de zaal in en zag Joris met open mond kijken. Senna deed hetzelfde.
‘Ja,’ herpakte Jan zich, ‘ook meisjes. Iedereen denkt bij het woord homo altijd aan jongens, maar dat hoeft dus niet altijd.’
Ankie liep naar voren. Die had geen zin om haar oordeel af te wachten. Ze ging naast Roos staan.
‘En dan meteen maar de laatste kandidaat. Ik zou het niet meer weten, alles is mogelijk.’
Jan had zich weer in zijn oude rol teruggevonden en maakte er een spektakel van. Roos bleef bij Ankie staan toen Jan haar bordje omdraaide. Freek stond naast me.
‘Dit wist jij, klootzak.’
Jeroen keek en zag me grijnzen. Hij lachte terug.
‘Goed,’ zei Jeroen toen hij de microfoon had over genomen van Jan, ‘zo zie je maar. Niemand had ze allemaal goed gegokt volgens mij. Een applaus voor Jan, onze showmaster van vandaag.’
Er werd gelachen en geklapt.
‘En een daverend applaus voor deze mensen hier,’ zei hij. ’Zij hebben hun nek uitgestoken om dit te kunnen doen. Om het bespreekbaar te maken.’
Iedereen klapte waar ik verlegen van werd. Dit hoefde dan ook weer niet. Gewoon normaal doen, niets bijzonders. Ik keek de zaal rond en slikte. Achter in de zaal, in een hoekje, stond Colin. Hij grijnsde toen hij merkte dat ik hem zag. Jeroen praatte gewoon verder. Ik hoorde er niets van. Ik boog me naar Roos.
‘Colin is er.’
‘Weet ik.’
‘Dat wist jij?’
‘Zijn idee. We mochten niets tegen jou zeggen.’
‘Zij hebben het lef om hier te staan,’ zei Jeroen, ‘maar veel mensen ook niet. Die durven er nog steeds niet voor uit te komen dat ze zo zijn. Misschien zitten die nu wel hier in de zaal.’ Hij keek rond. ‘Nee, niet misschien, maar waarschijnlijk. Naast je misschien. Of voor je, achter je. Ze zeggen dat één op de tien homo is, of lesbisch, of bisexueel. Vrienden van je misschien. Laat merken dat je er voor open staat, dat het niets uitmaakt. Geef ze de ruimte als ze het willen vertellen, er over willen praten. En mocht je het van jezelf weten, of er over twijfelen, je kent onze gezichten nu. Kom, praat. Daar zijn we voor.’
Het was stil in de zaal. De decaan nam het over en sloot het af. Iedereen stond op en liep de aula uit. Hier en daar stonden nog groepjes toen de decaan bij ons kwam staan.
‘Dit gaan we in alle klassen doen,’ zei hij enthousiast.
‘Dit gaat als een lopend vuurtje rond,’ zei Jeroen, ‘de volgende keer is er geen raden meer aan. Maar we verzinnen wel iets.’
Ik volgde het gesprek maar half, ik zocht Joris in de massa die door de dubbele deur naar buiten ging. Ik zag hem niet meer. Wat zou hij nu denken? Ik zag Colin nog steeds achteraan in het hoekje staan. Ik glimlachte. Zijn opgetrokken voet tegen de muur duwde hem wat naar voren, daarna kwam hij naar me toe.
‘Ik ben zo trots op je,’ zei hij toen hij bij me stond.
‘Moet jij niet op school zitten?’ probeerde ik het gesprek luchtig te houden.
‘Nee,’ zei hij ontwijkend. ‘Briefje van thuis. Ik zit nu bij de tandarts.’
Ik lachte. Ik wilde hem vastpakken, tegen me aan houden maar er waren nog een hoop mensen. Jeroen kwam bij ons staan en sloeg zijn arm kameraadschappelijk om de schouders van Colin.
‘Gaaf dat je er bent.’
‘Ja, och…’
‘Hé, het is goed gegaan,’ zei Jeroen, ‘niet over inzitten.’
Colin keek even naar mij en daarna weer naar Jeroen. Hij haalde zijn schouders op.
Jan was nog niet helemaal de oude. Hij dreef nog op zijn rol als quizmaster.
‘Leuk man, goed gedaan. Als jullie me nog eens nodig hebben voor zoiets, je zegt het maar.’
‘Misschien kun jij de volgende keer met een bordje gaan staan. Van ons weten ze het nu,’ lachte ik.
‘Mij best,’ zei hij met bravoure.
‘Je gaat dood daar hoor, geloof me.’
Naast me zag ik Roos haar armen om Colin heen slaan.
‘Leuk dat je er bent,’ zei ze serieus.
‘Ja…’
‘Geeft niet Colin. Dat hadden we toch al gezegd. Het is goed zo, het ging prima.’
Colin keek me niet aan, hij hield Roos stevig vast en knuffelde haar kort.
‘Weet ik ook wel,’ zei hij aarzelend.
Roos glimlachte, streek met haar hand door zijn haar en liet hem toen los.
‘Remco deed het goed,’ zei Roos.
‘Jullie allemaal,’ zei Colin, ‘zeker jij en Ankie. Je had de gezichten van Freek en Jeroen moeten zien.’
Roos lachte.
‘Ja, daar wil ik het nog even met jullie over hebben,’ zei Jeroen. Hij wilde kwaad klinken maar dat lukte niet echt. ‘Wat is dit ineens tussen jullie?’
‘Ineens? Al een tijdje hoor.’
Hij schudde zijn hoofd.

‘Is dat hem?’ vroeg Koen nieuwsgierig buiten.
Ik grijnsde. ‘Dat is ‘m.’
Koen stak zijn hand uit. ‘Koen.’
‘Colin.’
‘Hoe vond je het?’
‘Gaaf. Echt. Knap gedaan.’
Iedereen stond buiten. Ik zag mensen kijken. Waarom deden ze dat? Niels bleef dicht bij Koen staan merkte ik. Colin zag het ook en knipoogde.
‘Ik ga binnen wat te drinken halen,’ zei Koen.
‘Ik loop wel even mee,’ reageerde Niels meteen.
‘Jij ook wat?’ vroeg ik.
Colin schudde zijn hoofd en keek Koen en Niels na.
‘Hebben die twee wat?’
Ik grinnikte. ‘Nee. Raar eigenlijk, ze hebben allebei in de groep niet gezegd of ze homo waren of niet.’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Komt misschien ook wel door Jeroen en Freek, die zijn het niet en hebben het toch opgestart. Het kon dus makkelijk allebei. Ze hadden afgesproken om niets te zeggen tot aan vandaag, tot op het podium.’
‘Aparte manier om elkaar het te vertellen,’ lachte Colin. ‘Gaat wel wat worden tussen die twee.’
‘Dat zie je zo,’ zei ik vrolijk. ‘Mooi.’
Colin knikte en keek me aan.
‘Wat was dat net, binnen? Met Jeroen en Roos?’
‘Niks,’ zei Colin ontwijkend.
‘Ik zie het aan je. Vertel op.’
‘Zullen we gaan?’
Ik glimlachte. ‘Is goed.’
Ik keek rond en zwaaide naar Roos. Die kwam snel naar me toe.
‘Gaan jullie?’
‘Ja,’ zei ik. ‘Hij blijft eten. We gaan naar huis.’
‘Niet nog even met ons het terras op?’
Ik keek naar Colin. ‘Nee,’ zei ik.
Ik zag het aan zijn gezicht. Stiller, strakker. Niet het terras op. Even alleen zijn.

‘Wat was dat nou?’ vroeg ik nog een keer toen we op mijn kamer waren.
‘Het was eigenlijk de bedoeling dat Jeroen me naar voren zou halen. Mij vragen zou stellen, mijn verhaal vertellen.’
‘Gek! Dat lijkt me loodzwaar.’
Hij knikte. ‘Mij ook. Ik wist ook niet of ik durfde.’
‘En dat bleek dus ook?’
Colin knikte. ‘Maar niet helemaal. Op zich had ik het hele verhaal wel durven vertellen.’ Hij slikte. ‘Maar dan had ik ook moeten vertellen hoe het nu met me gaat.’
Ik keek verbaasd.
‘En dat kan ik niet,’ zuchtte hij. Hij snifte. ‘Niet zonder…’
Er liep een traan langs zijn wang.
‘Hé, Colin.’ Ik pakte hem vast. ‘Wat is er?’
Hij verborg zijn gezicht weer eens in mijn hals. Zijn handen knepen in mijn rug.
‘Ik ben Jeroen zo dankbaar. Echt, zonder hem had ik het nooit gered. En jij…’ Hij kuste mijn hals. ‘Ik ben zo blij dat ik jou heb leren kennen. En Freek, en Roos en… Iedereen. Jeroen kan lullen wat hij wil, iedereen kan me steunen wat hij wil, maar met jou weet ik zeker dat alles goed komt. Met jou heb ik echt kunnen zien en voelen wat het is. Geen toekomstdroom. Het is echt nu.’
Ik voelde dat mijn shirt nat was. Ik had het al gehoord aan zijn stem, hij huilde. Het raakte me. Ik slikte.
‘Dat heb ik met jou ook, Colin.’
Hij keek op, met rode ogen. ‘Echt?’
Ik knikte. Hij glimlachte voorzichtig. Daarna veegde hij met de achterkant van zijn hand over zijn wangen. Hij haalde zijn neus op.
‘Sorry.’
‘Geen sorry zeggen Colin. Het is heel normaal.’
‘Ik durfde het echt niet vanmiddag, dan had ik daar zo op het podium gestaan.’
‘Kan ik me helemaal voorstellen.’
‘Het was gaaf, hoe jullie het deden. Ik was echt trots op je.’
‘Ik ook op mezelf.’
Colin kuste me. ‘Terecht.’
Zijn greep versterkte, zijn gezicht duwde weer in mijn hals. Ik wreef over zijn rug.
‘Ik ben gelukkig.’
Zijn stem piepte.

Mijn telefoon ook. Ik haalde hem uit mijn broekzak en zag dat het een berichtje van Joris was. Interessant.
Respect voor wat je gedaan hebt vandaag. Heb met Jan en Jeroen gepraat. Jammer dat jullie er nu niet zijn op het terras. Doen we binnenkort gewoon over.
Ik duwde Colin een stukje van me af en hield mijn telefoon voor zijn neus.
‘Van Joris.’
Colin pakte mijn hand en hield die iets van zich af om het te kunnen lezen. Ik wreef over zijn rug. Hij zei niets. Hij knipperde met zijn ogen en deed ze daarna dicht. Hij kneep, er liep een druppel uit zijn ooghoek langs zijn neus. Ik veegde het weg met mijn duim en gaf hem een kus op zijn voorhoofd.
‘Mooi zo,’ zei ik.
Colin antwoordde door me stevig vast te houden. Ik keek over zijn schouder en staarde naar buiten. Half onbewust zag ik de flat. Liep Kaj daar nou? Ik dacht terug aan al die keren dat ik naar die flat had gekeken. Al die keren dat ik alleen op mijn bed had gelegen… Colin snifte. Niet gek, het raakte mij ook. Ik zuchtte om me groot te houden. Het beeld van de flat werd waziger. Colin kneep en schuifelde naar mijn bed. Ik duwde me tegen hem aan, we vielen op mijn matras. Hoe lang had ik daarop wel niet gedroomd van een beter uitzicht? Het was niet meer nodig nu.

Ik had Colin vast.
© 2011 Oliver Kjelsson.