Dagboek (deel 9)

Ik sloeg het dagboek dicht en staarde voor me uit. Ik nam de laatste slok koffie uit mijn mok. Koud. Met een zuur gezicht liep ik naar de keuken voor een nieuwe. Terwijl het apparaat maalde, rammelde en siste staarde ik naar buiten. Wat een tijd was dat. Koen. Twee jaar later had ik een eerste echte relatievriendje maar zo spannend, verwarrend, bruisend en speciaal als met Koen heeft dat nooit gevoeld. Hij was mijn eerste echte tot-over-mijn-oren verliefdheid. Bij het lezen van mijn dagboek straalde dat gevoel zelfs weer door me heen. Stom dat jaren later dit gevoel er ineens weer was door een toevallige ontmoeting op een symposium.

Dank je wel Paul. Had je niet hoeven doen.

Ik liep weer terug naar de bank. Met mijn nieuwe mok koffie dacht ik nog steeds terug aan die tijd. Het was echt speciaal geweest. Onnadenkend nam ik een slok en hoestte bijna. Heet. Het verbaasde me een beetje dat het me weer zo raakte. Ik was zoveel jaren verder, het had ondertussen allang een plek gekregen. Jeugdliefde. Wist ik veel toen. Hij was de eerste jongen waar ik dat echt bij voelde en daar klampte ik me toen helemaal aan vast. Ik pakte het dagboek weer, las het stuk waar ik voor het eerst vertelde dat ik verliefd op hem was opnieuw en glimlachte. Ik bladerde door naar de eerste lege bladzijde. De laatste keer dat ik er wat in geschreven had was mijn laatste verhuizing. Ik had de doos vast, zocht het dagboek eruit en had geschreven dat ik verhuisd was. Tussenpozen van jaren waren het geworden. Ik zocht een pen en nam nog een slok koffie.

Hallo,

Op een symposium ben ik Paul tegen gekomen, van de middelbare school. Hij woont bij Monique in de straat, hoe toevallig is dat? Hij had Koen nog gesproken. Alles over die tijd in dit dagboek nog eens opnieuw doorgelezen. Wat een tijd. Hoe zou het nu met hem gaan? Advocatuur, volgens Paul, maar verder? Getrouwd? Kinderen? Vast wel. Stiekem wil ik het weten. Misschien ooit.

Daan

Ik las het nog een keer en glimlachte. Terug de doos in dat ding.

Langzaam liet ik het los, mijn werk ging ook gewoon door. Er waren dagen aan elkaar dat ik er niet meer aan dacht. Afleiding genoeg. Tot ik een mail binnenkreeg van Paul.

Daan!
Je krijgt de groeten van Monique. Ze is gaan zoeken en heeft Noor teruggevonden. Die wist waar Mark gebleven was. Monique en ik zijn het er over eens dat we weer een keer bij elkaar moeten komen. Lijkt me echt te gek! Ons voorstel is volgende maand, de eerste zaterdag van maart. Laat weten of je kunt, maar je moet gewoon.
Tot binnenkort!
Paul.

Ik zuchtte, wreef even met mijn handen over mijn gezicht, ellebogen op mijn bureau. Mijn collega tegenover me keek me verbaasd aan vanachter zijn beeldscherm.
‘Alles goed Daan?’
‘Jawel,’ zei ik. ‘Oud klasgenoot van de middelbare school stuurt me een mail. Tijdje geleden tegengekomen op dat symposium. Hij is een reünie aan het organiseren.’
‘Leuk.’
‘Ja, zeker,’ zei ik niet al te enthousiast.
‘Wel confronterend.’ Hij lachte. ‘Vorig jaar eentje gehad van mijn middelbare school. Je komt er achter dat alle meiden de tijd goed doorstaan hebben maar de meeste mannen zijn allemaal kaal geworden.’
Ik keek veelbetekenend terug.
‘Behalve jij dan.’
‘Dank je,’ lachte ik.
Ik las zijn mail nog een keer. Even nog niet reageren.

Thuis dacht ik er lang over na. Had ik daar zin in? Ik ging Koen dan weer zien. Kon ik dat aan? Als ik hem zomaar spontaan tegen was gekomen had ik dat nog wel oké gevonden, maar na het lezen van dat dagboek… Ik had er echt een paar dagen last van gehad, al het oude gevoel en gedoe en pijn was weer teruggekomen. Aan de andere kant, ik wilde ook wel gewoon weten hoe het met hem ging. En ik zat toen nog gruwelijk in de kast, dat was nu wel voorbij. Ik had geen geheimen meer. Koen wist het toch wel. Ik kende Koen goed genoeg, die ging daar geen problemen mee hebben. Die was ruimdenkend genoeg. En het was allemaal zo lang geleden, dat zat wel goed. Op die leeftijd deed je soms gekke dingen. Dus vroeg ik me af, had ik er zin in? Durfde ik? Ik pakte mijn telefoon, opende mijn werkmail en stuurde een berichtje terug.

Ik zal er zijn.

Toen ik op verzenden had geklikt staarde ik voor me uit. Dit was raar. Ik had nog een maand om aan het idee te wennen. Mijn telefoon piepte. Mail.

Hey Daan,
Top! Ik moet alleen nog wachten op de reactie van Koen.
Ik laat je nog weten waar en hoe laat.
Paul

Nog maar een mok koffie. Ik wist nog steeds niet wat ik er van moest denken. Koen moest er duidelijk ook nog over nadenken. Aan de ene kant hoopte ik dat Koen gewoon niet zou kunnen, of geen zin zou hebben. Aan de andere kant zou ik daar gruwelijk van gaan balen. Ik wilde gewoon weten hoe het met hem ging.

De datum bleef staan, een zaterdagavond. Hoe dichterbij het kwam, hoe spannender ik het begon te vinden. Ophouden, maande ik mezelf, het gaat gewoon gezellig worden. Het werd iets spannender toen Paul een week ervoor nog een mail stuurde. “Niet vergeten jongens!” Met een gescande foto erbij. De foto van Monique van de diploma-uitreiking. Ik keek ernaar, glimlachte. Vrolijke foto, we lachten allemaal. Arm om Koen heen, hij om mij heen. Hij keek vrolijk. Dat was raar. Alles wat nog in mijn herinnering zat was zijn gereserveerde blik van het laatste jaar. Maar hier keek hij weer zoals hij was voordat alles gebeurd was. Ik kon hem bijna niet meer zo herinneren. Ik bleef nog lang kijken naar die foto. Broekies waren we nog. En hij was mooi toen.

Het had even geduurd voor ik mijn tactiek bepaald had. Zorgde ik dat ik er als eerste was, of als laatste binnen zou komen? Het werd het eerste. Toen ik binnen kwam was het al tijd voor de eerste verbazing.
‘Lois?’
Ze lachte. ‘Hey Daan.’
‘Ik wist niet dat jij ook zou komen.’
‘Ik woon hier, Daan.’
Ik keek naar het lachende gezicht van Paul.
‘Nee,’ zei ik nog steeds verbaasd. ‘Wat leuk. Dat heeft gewoon stand gehouden?’
‘Met tussenpozen,’ lachte ze, ‘meneer moest eerst zijn laatste wilde haren kwijt.’
Ik schudde mijn hoofd. Er huilde iets boven. Paul zuchtte.
‘Ik dacht dat hij sliep.’
‘Net wel’ zei Lois glimlachend.
‘Ik ga wel even.’
Hij liep de trap op, even later hoorde ik hem lief en zachtjes praten.
‘Zorgzame man,’ kon ik niet nalaten om glimlachend te zeggen.
Lois lachte, wees naar een barkruk. ‘Koffie?’
‘Lekker.’
Boven brabbelde Paul verder.
‘Iedereen verklaarde me voor gek toen,’ zei Lois toen ze de mok neerzette. ‘Maar hij is echt de meest zorgzame vent die je je kunt bedenken. Toen ook al.’
Ik glimlachte betrapt. De deurbel ging weer.

Monique kwam binnen. Ze liep meteen naar me toe.
‘Daan!’
Ik kreeg armen om me heen, een knuffel.
‘Je bent niet veel veranderd.’
‘Jij ook niet,’ antwoordde ik vrolijk.
‘Goed je weer te zien Daan.’
Niet veel later waren Noor en Mark er ook.
Paul kwam de trap af, zijn zoontje op zijn arm.
‘Allemaal mensen,’ zei hij rustig. ‘Zeg maar hallo.’
Dat was teveel. Hij draaide zijn hoofdje tegen de schouder van Paul aan. Die lachte.
‘Verlegen, verlegen.’ Hij keek naar Lois. ‘Klaarwakker net. Nieuwsgierig naar alles denk ik. Ik heb hem maar even meegenomen.’
Hij keek rond. ‘We hebben de terrasverwarming aangezet in de veranda.’
We liepen door de tuindeuren naar buiten.
‘Sow, nette tuin Paul,’ zei Mark lachend.
‘Dank je.’
Er stond al van alles op tafel. Dat trok de aandacht.
‘Zo, wat zit jij naar de tafel te kijken,’ zei Paul zachtjes. ‘Een klein stukje worst en dan weer slapen?’
Het ventje knikte, maar bleef ons in de gaten houden, dicht tegen zijn vader aan. Ik glimlachte en vroeg me tegelijk één ding af. Monique haalde me uit mijn gedachten.
‘Koen kwam toch ook hé?’
Paul knikte. ‘Ja, maar het kon wat later zijn. Druk op kantoor.’
Ik was gerust gesteld. Hij kwam. Ik vroeg me af of hij dezelfde tactische afweging had gemaakt als ik en voor de late optie had gekozen. Ik hoefde gelukkig niet lang te wachten. Toen Paul zijn zoontje weer naar boven ging brengen ging de deurbel. Nou ging de avond echt beginnen.

Ik voelde mijn hart kloppen toen hij door de woonkamer naar buiten liep. Koen. Dezelfde open lach als op de foto. Die lach had hij nog steeds. We glimlachten naar elkaar, korte omhelzing. Ja, hij rook ook nog steeds hetzelfde.
‘Jeetje, Daan. Lang geleden.’
‘Zeker. Maar we zijn er goed doorgekomen, zo te zien.’
Iedereen lachte.
‘Collega van mij waarschuwde me al, hij heeft vorig jaar een reünie gehad en alle meiden zagen er nog goed uit terwijl de meeste mannen half kaal waren geworden.’
‘Dan hebben we het goed gedaan,’ lachte Paul terwijl hij net weer naar buiten kwam.
Hij keek naar Lois. ‘Volgens mij sliep hij al voordat ik hem in bed legde.’
‘Mooi manneke,’ zei Koen.
Hij pakte de dichtstbijzijnde stoel, tegenover mij aan de andere kant van de tafel. Hij keek naar Paul. ‘Of zat jij hier?’
‘Nee joh, maakt niet uit, ga zitten.’
Hij liep terug de kamer in en kwam terug met een fles.
‘Monique, Lois en ik vonden dat er op geproost moet worden.’
Aan het einde van zijn woorden plopte de kurk van de fles. Glazen gevuld, iedereen ging even staan, tikte ze tegen elkaar.
‘Op goede herinneringen,’ zei Paul.
We lachten, namen een slok.
‘Ik ben wel benieuwd wat iedereen doet eigenlijk,’ zei Noor toen we weer zaten.
‘Daan is een perfecte spreker,’ zei Paul.
‘Hou op,’ lachte ik.
‘Gast, dat was echt goed. En leuk.’
‘Ja hoor. Ik had ook aandachtig publiek,’ knikte ik naar hem.
‘Ik wist niet wat ik zag. Ik was op een symposium, staat hij daar ineens op het podium. Ik moest even twee keer kijken, maar ik pakte het programma en zag zijn naam. Ik had dat eerst helemaal niet gezien. Was echt goed Daan. En interessant.’
‘Het klinkt nu alsof ik dat iedere dag doe. Is ook maar één keer per jaar of zo hoor.’
Ik zag Koen naar me kijken. Hij lachte.
‘Knap. Mij niet gezien,’ ging Paul verder.
‘Kom op. Als iemand een vlotte babbel heeft ben jij het wel,’ zei Mark protesterend.
‘Nou…’ zei Paul twijfelend terwijl hij naar Lois keek.
Monique keek begripvol, die had al vaker met Paul gesproken.
‘Dat was toen ook maar een beetje uiterlijk vertoon.’ Hij zuchtte. ‘Nou ja, dat heb ik wel van me af kunnen schudden.’
Ik zag Koen onderzoekend kijken.
‘Rare tijd, laten we het daar maar op houden,’ sloot Paul half af.
‘Vroeger,’ lachte Mark half om de spanning eraf te halen.
‘Weet je, ik heb ook wel wat uit te leggen. Als ik terugkijk dan ben ik er ook niet trots op. Thuis was het niet altijd relaxed. Twee oudere broers, en die… Nou ja, die waren nogal aanwezig. Aanval is de beste verdediging, laat ik het daar maar op houden. Mijn vader net zo. Heb me er nooit echt happy bij gevoeld, maar de enige manier om het daar vol te houden was een grote bek terug. En als je zo opgroeit dan denk je dat het normaal is, dat het zo hoort. Eerst roepen, dan pas nadenken. Pakken wat je wil hebben, die instelling. Iedereen overbluffen, dan houden ze wel rekening met je. Mijn vader keek pas tevreden als ik een grote bek had. Naar mijn broers, niet naar hem uiteraard. Geen sprake van.’
Hij nam een slok. Keek weer even naar Lois.
‘Zij heeft me gered jongens. Ik was een keer op een zaterdag bij haar thuis, voor haar broer na een voetbalwedstrijd. Ik zoals ik altijd was. Tot haar broer tegen me zei: “Hier hoef je zo niet te zijn hè? Hier vinden we je zo ook wel oké.” Ik was meteen stil. Hij was wel eens bij mij thuis geweest en kende de situatie. De bemoedigende glimlach van hun moeder deed nog wel het meest. Die had al genoeg gehoord, wist ik later. “Blijf je eten?” was het eerste wat ze zei. Eerste keer dat ik rustig heb gegeten, zonder gedoe, gewoon gezellig. Ik wist niet dat zoiets kon. Daarna kwam ik er heel vaak. Veel beter dan thuis.’
Mark knikte lachend naar Lois. ‘Joh…’
Paul glimlachte. ‘Zij heeft me echt gered jongen, heel haar familie.’
‘Hoe is het nu dan met jouw broers en ouders?’
‘Mijn broers zie ik al jaren niet meer. Kan goed zijn dat je van eentje zijn naam wel eens bent tegen gekomen bij een rechtszaak, Koen. Serieus. Mijn ouders zie ik heel af en toe. Vanwege hun kleinzoon. Maar dat hou ik ook zoveel mogelijk af.’
‘Jeetje, Paul,’ zei Noor begripvol.
‘Het is wat het is. En serieus, ik heb genoeg domme dingen gedaan, weten jullie alles van, maar ik ben er wel trots op dat ik dat allemaal van me af heb kunnen schudden.’
‘Mag je ook zeker zijn,’ zei ik. ‘Maar ik blijf er bij, zo’n presentatie zou jij zeker kunnen.’
Paul glimlachte.
Ik pakte mijn glas, nam nog een slok. Het was even stil.
Paul gebaarde naar de tafel. ‘Pakken jongens, jullie hebben er allemaal aan meebetaald.’
We lachten, spanning eraf.
‘En jij?’ vroeg Paul verder terwijl hij naar Mark keek. ‘Speel jij nog gitaar?’
‘Zeker. Veel meer oefenruimte dan podium, maar dat maakt niet uit.’
‘Wat speel je?’
‘Gitaar.’
‘Ja, duh, maar wat voor muziek?’
‘Pfoe,’ blies Mark uit, ‘hoe ga ik dat uitleggen? Het is niet in één woord te vatten. Beetje folk, country maar toch ook weer gewoon popmuziek. Middle of the road, zeggen ze ook wel eens. Geen groot publiek voor in ieder geval, maar daar gaat het ook niet om. Leuk vriendengroep bij elkaar, grote bende. We zijn meestal met 7 mensen. Mijn vriendin speelt ook mee.’
‘Wat speelt ze?’ vroeg ik.
‘Saxofoon. Wat dan wel weer apart is voor dit soort muziek. Daarom zei ik al, het is niet uit te leggen.’
‘We moeten een keer komen kijken,’ zei Noor.
‘Als we weer eens een optreden geboekt hebben laat ik het je weten.’ Hij lachte. ‘Neem een tas mee, meestal zijn het braderieën of zoiets.’
‘En jij Koen?’ vroeg Monique. ‘Rechten hoorde ik?’
Koen glimlachte. ‘Ja, toch wel. Lang over getwijfeld hoor. Heeft wel even geduurd, maar sinds een jaar of wat werk ik op het kantoor van mijn vader. Met de bedoeling het later over te nemen.’
‘Wat voor zaken doe je?’ vroeg ik.
‘Hele saaie. Meestal bedrijfsjuridische zaken. Dat is supersaai, kom bij mij vooral niet een keer kijken in de rechtbank.’ Hij lachte. ‘Maar vanuit het vak zelf gezien wel interessant om te doen.’
Mark keek naar hem. ‘Maar wat voor zaken dan?’
‘Ja, kan van alles zijn. Wat ik wel echt tof vind om te doen zijn geschillen op het gebied van arbeidsrecht. Conflicten tussen werkgever en werknemer zeg maar.’
‘Interessant,’ zei ik oprecht.
‘Als je het snapt wel.’
‘Ik heb een paar jaar in een ondernemingsraad gezeten. Bij mijn vorige werkgever.’
‘O, ben jij er zo eentje.’ Hij grijnsde. ‘Nee, grapje. Maar die helpen wij ook wel eens inderdaad.’
‘Vind ik dan wel weer iets voor jou Daan,’ zei Monique.
‘Wat?’
‘Die ondernemingsraad. Opkomen voor je collega’s.’
‘Ja hoor.’
‘Zorgzame Daan. Nog altijd,’ grinnikte ze.
Koen keek me glimlachend aan. Hij was het er mee eens, zag ik.

‘Laat eens foto’s zien,’ zei Noor tegen Monique. ‘Ik hoorde dat je twee kinderen hebt.’
Monique lachte. ‘Ik had gehoopt… Ik vind dat zelf altijd zo erg als mensen de hele tijd en overal met foto’s van hun kinderen komen aanzetten.’
‘Ik vraag erom, dus dan mag het.’
Monique pakte haar telefoon, hield hem boven de tafel. Iedereen boog voorover, keek mee.
‘Wat een schatjes.’
‘En jij?’
‘Nog niet. Ik ken Daniël ook pas een jaar. Rustig aan zeg.’
‘En jij Mark?’
‘Sinds vorige week mag ik zeggen dat de eerste op komst is.’
‘Gaaf!’
‘Zeker. We kijken er erg naar uit, nu al.’
‘En, wat wordt het? Of wil je dan niet weten?’
‘Het maakt me echt niet uit. Als het maar muzikaal is later. Dat is wel een voorwaarde.’
‘Meteen een gitaar de wieg in?’
Mark lachte. ‘Of een saxofoon.’
‘We gaan vast sparen voor een drumstel, als we op kraamvisite mogen komen,’ zei Paul.
‘Jij mag niet komen,’ grijnsde Mark.
‘En jullie?’ Noor keek Paul en mij om en om aan.
Ik slikte. Ga het vooral zo vragen aan ons tegelijk. Dit was raar. Ik wist niet wat ik moest zeggen.
Koen was sneller. ‘Helemaal niets. Dit gaat erg duf klinken, maar de laatste jaren waren zo druk dat het er niet van gekomen is nog.’
‘Daar maak je toch tijd voor?’
‘Kan, maar de studie eiste echt alle tijd, en daarna het kantoor van mijn vader in. Het is niet alleen tijd in een relatie steken, het was meer geen tijd om iemand tegen te komen. Nu is het allemaal wat rustiger, maar de afgelopen jaren waren echt een gekkenhuis.’
Noot draaide naar mij. ‘En jij Daan?’
‘Ook helemaal niets.’
‘Nooit gehad ook?’
Ik zuchtte. ‘Jawel, korte dingen, een relatie van bijna vier jaar zelfs.’
‘Maar dat liep niet?’
‘Moeten we het hier echt over hebben?’ klaagde ik met een lach. ‘Kuttijd, achteraf.’
Ging ik het zeggen? Waarom ook niet.
‘Maar hij bleek er bijna de hele tijd anderen op na te houden. Toen ik daar achter kwam was het meteen exit.’
‘Jeetje, Daan…’
Ik zag Koen kijken. Verbaasd. Geschokt bijna. Met open mond.

© 2024 Oliver

Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op de link en laat eens een berichtje achter op het forum of facebook!