Aanvullen (deel 2)

‘Hey!’
Ik glimlachte toen ik mijn fiets naast hem stopte. ‘Hey.’
Ik kreeg meteen een knuffel. ‘Leuk dat je er bent.’
‘Ik zet even mijn fiets beneden.’
‘De mijne staat er al, ik loop wel even mee.’
Ik zag een half leeg rek en duwde mijn fiets die kant op.
Hij trok aan mijn arm. ‘Kom, de mijne staat daar.’
Ik liep achter hem aan. Wat maakte dat nou weer uit? Ik zette mijn fiets naast die van hem in het rek. Samen liepen we naar boven, hij liep de winkelstraat in. Bij een kiosk kocht hij een frikandelbroodje.
‘Jij ook eentje?’
‘Nee, dank je,’ glimlachte ik.
Al etend liep hij naast me verder. Ik had me geen zorgen hoeven maken of ik wel genoeg wist te vertellen. Hij bleef wel praten. Op zich wel fijn.
‘Leuk je in het echt te zien,’ lachte hij.
‘Ja.’
‘Wel apart.’
‘Best wel,’ glimlachte ik.
Hij propte het servetje in elkaar en gooide het in een prullenbak. Meteen daarna liep hij weer naast me.
‘Hier even naar binnen gaan?’
Ik keek naar de winkel. ‘Is goed.’
Binnen keken we naar schoenen. Ik keek even naar beneden, hij had opvallende schoenen aan. Wel mooie.
‘Deze zijn wel cool.’
Ik knikte. ‘Die ook,’ wees ik.
‘Ow, ja, zeker wel.’
De tijd ging snel op deze manier. Het maakte me niet uit. Ik vermaakte me wel. Langzaam begon ik hem meer te bekijken. Mooie jongen. Vrolijk. Gezellig ook. Ik vond het na een half uurtje al een geslaagde date. Het was gezellig. Winkel in, winkel uit, ondertussen pratend. Gewone dingen, niet te diepe gesprekken. Dat hoefde voor mij ook niet, gewoon een zorgeloze middag. Voor we er erg in hadden wisten we steeds meer van elkaar. Hij had een oudere broer, ik een jongere. Hij zat op een school aan de andere kant van de stad. Hij wilde bakker worden, terwijl ik nog geen idee had.
‘Maar wel een leuke school?’ vroeg hij.
‘Best. Het blijft een school natuurlijk,’ lachte ik.
‘Ja, oké…’
‘Mijn vader geeft er ook les.’
‘Dat lijkt me raar, je vader als leraar.’
‘Ik heb geen les van hem. Gelukkig.’
Hij lachte. ‘Lijkt me echt raar.’
‘Volgens mij regelen ze dat expres zo, dat ik niet in zijn klassen zit. Mijn broertje zit in de brugklas, en die heeft ook geen les van hem.’
‘Dan nog.’
‘Ik heb er geen last van. Zie hem eigenlijk ook maar weinig op school.’
‘Maar je kunt geen geheim voor hem hebben, als je wat uitvreet weet hij dat meteen.’
Ik lachte. ‘Valt wel mee.’
‘Weten ze het van je?’ vroeg hij ineens.
‘Wat? Dat ik een date heb vandaag?’
Zijn ogen glunderden. Hij keek uitdagend. ‘Oe, je noemt dit een date…’
Even twijfelde ik. ‘Nou ja…’
Hij pakte even mijn arm vast. ‘Nee, leuk dat je dit als date ziet.’
Ik glimlachte.
‘Maar weten ze het, dat je homo bent bedoel ik.’
‘Ja, dat weten ze. Bij jou?’
‘Ja, dat heb ik ze vrij snel verteld. Ik kan zoiets niet voor me houden.’
‘Weet iedereen het van jou?’
‘Ja hoor, ben ik heel open over. Take it or leave it. Ik ga geen toneel spelen. Als ze er problemen mee hebben dan lopen ze maar verder.’ Hij lachte. ‘Daar sta ik echt boven. Zij gaan niet bepalen hoe ik moet leven.’
Hij klonk strijdbaar.
‘En bij jou?’
Ik keek hem aan. ‘Mensen weten het. Ik doe er ook niet geheimzinnig over. Geen idee eigenlijk wie het wel weet en wie niet. Het is geen geheim, maar ik loop er ook niet mee te koop.’
‘Ik ben wel echt uit de kast gekomen hoor. Bam, op tafel ermee. Dan weet iedereen wat ze aan me hebben.’
Ik glimlachte.
‘Wacht even.’
We hadden een rondje gelopen, we kwamen weer langs de kiosk.
‘Jij iets?’
‘Nee, hoeft niet.’
Hij kwam terug met nog een frikandelbroodje.
‘Verslaafd aan die dingen,’ grijnsde hij.
‘Lekker toch,’ zei ik.
‘Hoe laat is het eigenlijk?’
‘Bijna half 5 alweer. Ik moet zo naar huis.’
‘Ik ook.’
Langzaam liepen we naar de fietsenkelder, haalden onze fietsen uit het rek en gingen naar boven. Bij de uitgang bleven we staan.
‘Het was leuk,’ zei ik.
‘Ja. Wanneer zie ik je weer?’ Hij keek me aan. ‘Heb je morgen wat te doen?’
‘Dan ben ik pas laat uit. De hele week verder.’
‘Zaterdag?’
‘Ik spreek je morgenavond op Skype. Spreken we het dan wel verder af.’
Hij lachte vrolijk. ‘Is goed.’
‘Nou,’ zei hij met een voet op de trapper, ‘Ik spreek je morgen.’
‘Is goed,’ glimlachte ik.
Voor ik er erg in had pakte hij mijn arm. Ik kreeg een kus op mijn wang.
‘Tot morgen!’
En weg was hij. Ik keek hem even na en reed toen het plein af.

Bij het stoplicht stopte ik mijn oortjes in mijn oren. Tessa bellen.
‘Hoi! Waar ben je?’
‘Op de fiets naar huis.’
‘Hoe was het?’
‘Gezellig wel.’
‘Gezellig wel?’
‘Ja, hij hield het gesprek wel gaande.’
‘Sloeg je dicht?’
‘Nou, het was meer dat hij gewoon bleef praten.’
Ze lachte.
‘Tes, hij is echt super druk.’
‘Maar wel leuk?’
‘Knappe gast, dat sowieso. Maar ik heb alleen maar gevolgd. Hij nam me overal mee naar toe, hij bepaalde, hij praatte, niet tussen te komen.’
‘Beetje dwingend typje?’
‘Beetje.’
‘En nu?’
Ik lachte. ‘Hij wilde meteen morgen weer afspreken. Of zaterdag. Ik heb gezegd dat we elkaar morgen op Skype zien, en dan spreken we wel verder af.’
‘Wel doen hoor, als hij leuk is.’
‘Ik ga nog eens even nadenken. Mijn kop tolt nog een beetje.’
‘Is goed. Zie je morgen.’
‘Ja, zie je morgen. Praten we dan wel verder.’
‘Doeg!’
Ik glimlachte, trapte door. Mijn kop tolde echt een beetje. Turbulente middag. In alle opzichten. De date, hij zelf… Maar ik had het gedaan. Gedate! En zo slecht was het niet gegaan. Ik was best trots op mezelf.

Ik werd ’s avonds gebeld. Mitchel had me al twintig keer geappt. Ik ging er meteen vanuit dat hij het was die belde.
‘Hey,’ zei ik toen ik opnam.
‘Hallo Levy, met Martin.’
‘Ow, hallo,’ lachte ik voorzichtig.
‘Dacht je dat het iemand anders was?’
‘Eigenlijk wel ja.’
‘Sorry, het is je fijne baas van je werk. Levy, kun jij morgenavond toevallig?’
‘Eh, denk het wel. Hoe laat?’
‘Hoe laat kun je? Ik zit met een zieke, en kom morgen echt iemand te kort. Er komt eind morgenmiddag een lading en die moet echt de winkel in.’
‘Nee, kan wel. Om vijf uur?’
‘Moet je niet eerst eten?’
‘Zes uur dan.’
‘Fijn, dan ben je tegen acht uur weer klaar.’
‘Is goed.’
‘Echt super bedankt Levy. Tot morgen.’
‘Doeg.’
Hm, extra geld morgen. Altijd prima. Deed ik mijn huiswerk daarna wel. Ik hobbelde de trap af.
‘Mam?’
Mijn ouders zaten in de woonkamer.
‘Mam,’ zei ik met de deur open, ‘kan ik morgen op tijd eten? Ik moet om 6 uur werken.’
‘Morgen? Dat was donderdag toch?’
‘Ja, ook denk ik. Er is iemand ziek en ze komen iemand te kort.’
‘Lukt dat met je huiswerk?’
‘Ja hoor,’ zuchtte ik.
‘Probeer vanavond nog maar wat te doen, dat ken ik van je. Morgenavond heb je geen zin meer als je thuiskomt.’
‘Ja ja,’ mopperde ik.
Ik zag mijn vader veelbetekenend lachen toen ik me weer omdraaide.

‘Nou, vertel nog eens?’
Ik lachte naar Tessa. ‘Ik heb je gister alles al verteld.’
‘Nee, hoe ziet ie er uit? Hoe was hij verder?’
‘Best wel lang, langer dan ik. Donker haar, modieus, hippe schoenen. Volgens mij heeft hij daar wel iets mee, ik heb drie schoenenzaken van binnen gezien.’
Hij appte me. “Tot vanavond! Onze Skype date staat nog wel toch?”
Ow, shit.
“Ik moet werken vanavond. Is iemand ziek. Sorry!”
Daar reageerde hij meteen op met een triest kijkende emoticon. “Morgen dan?”
“Werken,” typte ik snel terug.
“Nou zeg, wat heb ik aan jou?” Met een breed lachend gezichtje, dat wel. Duidelijk grappig bedoeld.
“Spreek je vrijdag.”
“Duurt lang.”
Ik keek naar Tessa en hield mijn telefoon omhoog. ‘En hij is druk,’ grijnsde ik.
Mijn telefoon piepte weer.
“Veeeeel te lang.”
Ik zuchtte. ‘En hij is een beetje demanding geloof ik.’
Ik typte maar even niets terug. Die ging anders niet stoppen. Tessa lachte.
‘Ik zie aan je gezicht dat je dat niks vindt.’
‘Als hij zo blijft dan ga ik daar erg gek van worden ja.’
Ze sloeg haar arm om me heen. ‘Gewoon kijken hoe het gaat.’

Ik deed mijn telefoon in mijn jaszak en propte alles in de locker.
‘Levy! Thanks dat je kon komen.’
‘Geen probleem. Wat moet ik doen?’
‘Begin maar met die kar. Kun je Joep meenemen?’
‘Joep?’
Hij wenkte een jongen. ‘Joep, dit is Levy, daar loop je mee mee vandaag. Levy, dit is Joep, eerste dag vandaag. Laat hem maar gewoon meekijken en meehelpen. David zou hem eigenlijk wegwijs maken, maar ja…’
‘Is David weer ziek?’
Martin keek me veelbetekenend aan en trok zijn wenkbrauwen omhoog met een grijns. Ik grijnsde, vond het ook niet erg. David werkte er al langer dan ik, en hij had altijd commentaar op hoe anderen werkten. Probeerde alles te regelen, terwijl Martin gewoon de dienst uitmaakte. En hij was nogal eens “ziek”. Gewoon vaak geen zin, of andere belangrijke dingen te doen. Dat idee had ik er van in ieder geval. Ik keek naar de nieuwe en knikte.
‘Kom, we nemen deze kar mee.’
Ik bekeek hem nog eens. Nou was ik een van de jongste volgens mij, maar hij leek wel drie jaar jonger. Dat kon niet, wist ik ook wel, maar hij zag er veel jonger uit dan hij moest zijn. Brugklassertje, hooguit. Halve kop kleiner dan ik, en ik was al niet een van de grootste voor mijn leeftijd. We reden een gangpad in, hij volgde me. Ik begon hem dingen uit te leggen. Fifo, netjes spiegelen. Hij was secuur zag ik, beetje traag maar die handigheid kreeg hij nog wel. Stiekem was ik blij dat hij met mij mee liep, David zou het hem een stuk ongeïnteresseerder uitgelegd hebben. Ik zag Martin kijken, ik liet Joep veel dingen doen, hij pakte het ook goed op. Martin keek even, glimlachte en knipoogde. We zaten op onze hurken en waren op de onderste plank bezig. Ineens voelde ik een been tegen me aan.
‘Ik moet er even bij,’ hoorde ik.
‘O, sorry,’ zei ik vriendelijk. ‘Natuurlijk, ga uw gang.’
Ik schoof op mijn hurken een stukje opzij, liet de man pakken wat hij nodig had. Zonder iets te zeggen liep hij weer door. Ik schoof weer terug tot vlak naast Joep. Ik keek de man even na en keek hem toen aan.
‘En altijd beleefd blijven naar de klanten,’ grijnsde ik.
Joep grinnikte. Oké, leuke gast.
‘Kom,’ zei ik, ‘volgende kar.’
‘Kunnen we die andere niet meteen meenemen,’ zei hij toen we in het magazijn stonden.
‘Nee, daar is het hier allemaal te krap voor, dan kan er niemand meer langs. Zo groot is het hier niet.’
‘Hé, Levy, jij hier vandaag?’
Ik keek om. ‘Hey, Mo. David is ziek.’
Hij liep door, zette de lege kar bij de roldeur. ‘Alweer?’
Ik lachte. ‘Ja joh.’
Hij keek. ‘Nieuwe?’
‘Jup. Dit is Joep. Joep, dit is Mo.’
Joep stak zijn hand uit, Mo gaf hem een vuist. Ze glimlachten naar elkaar.
‘Pakken jullie die? Pak ik deze.’
‘Zeker weten?’ lachte ik.
Ik zag wat er in stond. Veel klein spul, daar was je wel even mee bezig.
‘Ja man. Is kut dit. Dat mag hij de volgende keer doen. Rustig inleren toch? Pakken jullie dat pleepapier maar. Lekker snel.’
‘Thanx Mo. Kom,’ zei ik tegen Joep. ‘Pakken wij deze.’
Lichte kar, maar een van de wielen wilde niet meewerken.
‘O ja, en sommige karren zijn kut. Altijd uitkijken voor de enkels van klanten.’
We werkten gestaag door. Joep bleef serieus kijken, niet zo’n prater. Prima, dat was ik ook nooit.
‘Jongeman,’ hoorde ik achter me. ‘Mag ik iets vragen?’
Ze keek duidelijk naar Joep, niet naar mij. Ik keek hem aan, was benieuwd wat hij ging doen.
‘Natuurlijk,’ zei hij vrolijk.
‘Ik zoek de toiletverfrissers.’
‘O, die liggen in de gang hiernaast.’
‘Daar ben ik net geweest.’
‘Ik loop wel even mee.’
Ik keek hem glimlachend na. Niet veel later was hij terug.
‘Sommige mensen kunnen niet kijken,’ zei ik.
Hij grijnsde. ‘Altijd vriendelijk blijven naar de klant toch?’
‘Goed gedaan,’ glimlachte ik. ‘Maar ben je hier bekend?’
‘Wij doen hier al jaren onze boodschappen.’
‘Dus jij weet hier alles te liggen?’
‘Ja hoor.’
Ik lachte, terwijl we doorwerkten. ‘Rookworst?’
‘Derde gang, andere kant van het middenpad.’ Hij dacht even na. ‘Van hieruit rechts, nog voor het midden.’
Ik kinkte goedkeurend toen hij me dingen aangaf vanuit de kar.
‘Yakult.’
Hij lachte. ‘Ja, hallo, in de koeling, achteraan in de hoek.’
Ik grinnikte. ‘Oké, laatste, groene paprikapoeder.’
‘Bij de kruiden, als het er niet staat, gewoon vragen of ze het willen bestellen.’
Ik lachte hard. Ik zag Martin kijken. Hij glimlachte. Joep bukte naast me terwijl hij het laatste in het rek zette. Hij keek schuin omhoog en grijnsde. Leuke gast. En hij zag er nog goed uit ook.

‘Hoe ging het?’
‘Goed,’ zei ik terwijl ik de laatste lege kar op zijn plek zette.
‘Leuk,’ zei Joep enthousiast.
‘Mooi,’ zei Martin. ‘Dank je wel jongens. Het zit erop. Laat jij hem even zien hoe het werkt met de lijsten?’
‘Doe ik.’
Ik nam Joep mee het kantoortje in, liet hem zien waar hij af moest tekenen. Samen liepen we naar de lockers, Joep pakte zijn jas en deed hem aan. Mooie jas ook, hij had smaak. Ik pakte de mijne.
‘Levy, heb je nog even?’
Ik keek om naar Martin en knikte.
‘Bedankt Joep,’ zei ik. ‘Ging goed. Tot de volgende keer.’
Hij stak zijn hand op, liep naar de deur. Ik liep terug naar het kantoortje.
‘Wat is er?’
‘Ging goed?’
‘Zeker. Heeft het snel door. Leuke gast. Klant op weg geholpen zelfs.’
Martin keek tevreden. ‘Mooi zo.’
Mo stak zijn hoofd om de hoek van de deur. ‘Doei.’
‘Doei Mo.’
Hij keek naar me. ‘Wel een goeie, die Joep, of niet?’
‘Zeker wel. Leuke gast.’
‘Hoe oud is ie eigenlijk?’ vroeg hij aan Martin.
’15.’
‘Zou je niet zeggen.’
‘Nee, ik heb hem ook gezegd dat hij altijd zijn ID op zak moet hebben, voor als we een controle krijgen.’
Mo lachte. ‘Ik ben weg. Doei!’
Martin keek me aan. ‘Goed zo. Kun jij zaterdag?’
‘Jawel. Hoe laat?’
‘Vanaf 12 uur.’
‘Kan wel.’
‘Fijn. Dan loopt Joep weer met jou mee.’
‘Doet David dat niet meestal?’
‘Meestal ja. Had hij zich maar niet ziek moeten melden. Joep hoort nu bij jou. Hij heeft nu met jou meegelopen, en dan wil ik dat ook zo houden. Jij bent nu zijn buddy.’
‘Oké,’ zei ik een beetje verbaasd.
‘Kun jij wel.’
‘Dank je.’
‘Mooi,’ sloot hij af. ‘Naar huis jij. Fijne avond nog.’
‘Tot morgen.’
‘Ja, tot morgen. Is niet zoveel denk ik. Mo is er ook.’
‘Top. Doeg!’

Ik fietste tevreden naar huis. Dat was leuk geweest. En het voelde goed dat Martin vertrouwen in me had dat ik een nieuwe mocht begeleiden. En als dat iemand zoals Joep was… Meer dan prima.

© 2021 Oliver

Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op de link en laat eens een berichtje achter op het forum of facebook!