Perfect (deel 9)

Ik zuchtte, Ian glimlachte.
‘Ik heb echt even geen zin om naar huis te gaan.’
‘Eet je mee?’
‘Is goed,’ zei ik dwars.
‘Ik maakte een grapje Valentijn. Maar het kan wel hoor.’
Ik keek hem aan en grijnsde. ‘Ik denk dat er sowieso niets geregeld is om te eten bij mij thuis na dat hele gedoe.’
Ik pakte mijn telefoon en belde mijn moeder.
‘Valentijn, waar zit je?’ vroeg ze onderzoekend, niet boos.
‘Bij Ian. Ik kan hier blijven eten als ik wil.’
Ik hoorde haar zuchten, alsof ze wilde zeggen: “o ja… eten…”.
‘Is goed jongen, doe maar. Wij moeten zo toch naar het bureau.’
‘Ok. Tot vanavond.’
Ian glimlachte. ‘Het is wel friet trouwens.’
‘Is helemaal prima,’ zei ik serieus. Daarna keek ik hem aan en lachte.

Hoe deed hij dat toch? Ik was er nog geen half uur en ik was al mijn ergernis en boosheid kwijt. Ontspannen, relaxed. We hadden het er wel over, over wat er weer gebeurd was, maar op een of andere manier zorgde hij ervoor dat het allemaal wel meeviel, handelbaar was. Vooral niet mijn schuld.
‘Kom,’ zei hij op een gegeven moment, ‘we gaan even eten halen.’
Hij stond op, riep onder aan de trap.
‘Julia, wat wil jij?’
‘Frietjes!’ riep ze.
Hij keek me even lachend aan. ‘Joh,’ zei hij zachtjes tegen mij met een grijns. Daarna keek hij weer in het trapgat naar boven.
‘Ja, duh! Wat wil je er bij?’
‘Kroket!’
‘Oké, tot zo!’
Hij wenkte me met zijn hoofd. ‘Kom.’
‘Spring je bij mij achterop?’ vroeg ik.
Hij knikte. ‘Is goed.’
We wankelden even, voor we genoeg snelheid hadden. Daarna klopte hij me op mijn rug.
‘Weet je waar het is?’
‘Hier rechts toch?’
‘Goed zo,’ lachte hij.

Binnen een half uurtje waren we terug. Julia kwam meteen naar beneden toen we door de voordeur kwamen. Ik haalde alles uit de tas, Ian pakte flessen mayo en ketchup. Ian zag me kijken.
‘Mijn vader eet niet mee, die heeft een diner van zijn werk waar hij niet onderuit kon.’ Hij keek even naar zijn volle bord. ‘En dan eten wij iets lekkers, of niet dan Julia.’
Ze glimlachte met volle mond. Apart hoe die twee waren. Broer en zusje, maar ze waren bijna een eenheid. Zo anders dan ik met Lilly. Ik was jaloers.
‘Moet ik niet meebetalen?’ vroeg ik.
Ian keek bijna beledigd. ‘Ben jij nou gek? Ik nodigde je toch uit, of niet.’ Hij grijnsde. ‘Mijn vader heeft geld neergelegd, en dat is altijd teveel. Dus dat maakt niet uit.’
‘Dank je.’
Hij knikte lachend. ‘En ik vind het wel even gezellig zo,’ zei hij iets serieuzer.
Ik keek verlegen terug, dat zei hij niet zomaar. Hij zag me kijken.
‘Zo vaak komen vrienden hier niet. Ik ben altijd wel bezig doordeweeks. Pepijn komt nog wel eens, maar die kent de situatie hier. De anderen niet. Robin ontwijkt het altijd, hij vindt het lastig op een of andere manier. Hij weet dat ze er niet meer is, maar niet waarom. Maar hij weet zich nooit een houding te geven, vooral niet als mijn vader er is.’
‘Goeie gast, Pepijn.’
‘Zeker. Bij hem kan ik alles kwijt, die weet alles van mij. Gouden gast.’
‘Ik heb nog even met hem zitten praten vorige week bij de Mac, nadat jij weg was.’
‘Vertelde hij me, ja.’ Ian grijnsde. ‘Over mij zitten roddelen?’
‘Nee, over Lilly. En zijn broer.’
‘Ja, die gek. Misschien komt hij daarom vaker hier dan ik daar.’
‘Schaamt hij zich voor zijn broer?’
Ian schudde zijn hoofd. ‘Denk het niet. Jij?’
‘Voor Lilly? Nee. Alleen wel als ze thuis is en er weer gedoe is terwijl iemand daar bij is.’
‘Dat zal het bij Pepijn ook wel zijn denk ik. Het klapt nogal eens tussen zijn broer en zijn vader.’
‘Klinkt bekend,’ zei ik balorig.
Ian lachte, hing achterover en klopte met twee handen op zijn buik. ‘Dat was lekker. Jij genoeg gehad?’
‘Ja hoor, dank je.’
‘Jij Julia?’
‘Ja.’
‘IJs?’
‘Ja,’ antwoordde ze enthousiast.
‘Jij?’ vroeg hij met een blik naar mij.
‘Lekker.’
Hij trok de vriezer open en schoof een la naar voren. ‘Kijk even mee.’
Ik stond naast hem, keek over zijn schouder, raakte zijn rug met mijn arm.
‘Raketje, lekker.’
Hij keek over zijn schouder met een glimlach. ‘Die zijn voor Julia hoor, voor kleine kinderen.’
Hij zag mijn serieuze gezicht en lachte toen. Ik kreeg er eentje tegen mijn borst geduwd. ‘Hier.’ Hij gaf me er nog eentje. ‘Voor Julia.’
Bij de eetbar gaf ik die aan haar. Ze glimlachte.

Voor ik er erg in had was het al een uur of negen. We waren aan de eetbar blijven zitten, Ian had koffie gezet en thee.
‘Volgens mij moet ik zo eens naar huis,’ zei ik voor me uit kijkend.
‘Eens kijken hoe het er bij staat?’
‘Of mijn vader een beetje afgekoeld is ja.’
Ian keek begripvol. Ik stond op, hij liep met me mee naar de deur.
‘Doei Julia.’
‘Doei Valentijn,’ zei ze vrolijk terug.
Ian glimlachte toen ze dat zei.
‘Nou,’ zei ik toen ik mijn fiets had gepakt, ‘ben benieuwd.’
‘Ik hoor het morgen wel.’
‘Ja. Ey, bedankt voor vanavond.’
Hij glimlachte. Keek hij nou verlegen? ‘Graag gedaan.’
‘Echt, had ik even nodig. Dank je wel.’
Hij legde even zijn hand tegen mijn schouder. ‘Succes.’

Ik reed vrolijk naar huis. Toen ik van de schuur naar de keukendeur liep zakte dat. Ik wist echt niet wat ik aan ging treffen.
‘Hey,’ zei ik toen ik de kamer in kwam.
Mijn ouders zaten aan tafel.
‘Dag Valentijn,’ zei mijn moeder.
Ik liep meteen door naar de gang, mijn jas ophangen. Voor ik echt in de gang was riep mijn vader me.
‘Valentijn? Kom je even terug?’
Dat klonk dwingend.
‘Even mijn jas ophangen.’
Ik zag de jas van Lilly hangen. Die was dus weer thuis. Terug in de kamer liep ik meteen door naar de keuken.
‘Kom even zitten.’
‘Even wat te drinken pakken.’
Ze wachtten geduldig. Toen ik zat keek ik ze aan.
‘Over vanmiddag…,’ begon mijn vader.
‘Pap, ik…’
‘Nee, ik eerst,’ onderbrak hij me. Hij keek me indringend aan. ‘Sorry voor vanmiddag, dat had ik zo niet moeten doen.’
Daar verraste hij me mee. Ik knikte alleen maar.
‘Ik was even niet mezelf, was boos, maakte me zorgen, ik had dat niet op jou af moeten reageren.’
‘Ik wilde alleen maar weten wat er gebeurd was,’ zei ik zacht. ‘Ik zag alleen maar politie, geen Lilly, ik wist niet wat er gebeurd was, of ze weer weggelopen was, of dat er iets anders gebeurd was.’
‘Jij maakte je natuurlijk ook zorgen,’ zei mijn moeder.
‘Ja,’ antwoordde ik opgelucht, blij dat ze dat begreep.
‘We hebben er vanmiddag nog over gepraat, toen je weg was. We moeten samen één blijven,’ ging ze verder. ‘We moeten op één lijn blijven.’
Ik knikte.
‘Dus sorry voor vanmiddag. Ik baalde er van dat ze al zo snel weer bij de politie zat,’ zei mijn vader serieus.
‘Snap ik ook wel,’ zei ik, ‘zou ik ook doen. Maar ik wist echt niet wat er was.’
‘Snappen we jongen.’
‘Is ze weer thuis?’
Mijn vader knikte.
‘En verder?’
‘Geen idee, maar ze komt er niet makkelijk vanaf, als ze geslagen en geschopt heeft.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Was die Cheyenne er bij?’
‘Dat vertellen ze ons niet. Ik begreep wel dat ze niet alleen was.’
Ik dronk mijn glas verder leeg en schudde mijn hoofd.
‘Hoe was het bij Ian?’ vroeg mijn moeder.
‘Goed. Ian is echt een toffe gast.’
‘Lijkt me inderdaad een hele aardige jongen.’
Ik glimlachte maar en stond op.
‘Ik ga naar boven.’
‘Is goed jongen. Welterusten.’
Op mijn kamer appte ik Ian nog even.
“Alles goed hier. Uitgepraat met mijn ouders.”
Het duurde maar een paar tellen voor ik antwoord kreeg.
“Dat is mooi.” Met een tevreden smiley erbij.

‘Was er politie bij jullie gister?’ vroeg Martin toen ik op school kwam.
Ik zuchtte. ‘Lilly is weer opgepakt. Winkeldiefstal, met mishandeling van verkoopster en beveiliger heb ik begrepen.’
‘Mishandeling?’
‘Ja, verzet toen ze gesnapt was. Verkoopster geslagen, beveiliger geschopt, precies weet ik het ook niet.’
Martin schudde zijn hoofd, Diederik en François ook.
‘Ze is echt gek hè?’ zei Diederik.
‘En niet zo’n beetje ook,’ zei ik voor me uit.
Ian liep voorbij. Hij keek naar me, glimlachte, klopte even op mijn schouder. Martin keek er naar en bleef Ian volgen met zijn blik.
‘Ey, ik wil het je eigenlijk niet vragen, maar kun je nog helpen dit weekend?’
‘Dat terras?’
‘Ja, Ton kan niet, die moet mijn vader helpen om iets af te maken. Anders zijn Roel en ik alleen.’
‘Tuurlijk help ik.’
‘Nou ja, ik vraag het maar even, gezien de situatie…’
‘Alsof ik zin heb om daar een hele dag tussen te zitten. Tuurlijk help ik.’
Martin grijnsde. ‘Mooi. We komen je wel ophalen.’
‘Vroeg zeker?’
‘Valt mee. Half 8.’
Ik schudde lachend mijn hoofd. ‘Is goed.’

Ik protesteerde kreunend, toen mijn wekker ging. Het was nog helemaal stil in huis. Ik deed zachtjes, maakte een ontbijtje en een dikke broodtrommel klaar. Toen ik zat te eten met de krant op tafel ging achter me de deur zachtjes open. Ik keek om en zag Lilly, in haar pyjama. Allemaal katjes die speelden met een bolletje wol erop. Zo niet Lilly zoals ze de laatste tijd was.
‘Hey.’
‘Wat ben jij vroeg?’
‘Ik ga klussen met Martin. Maakte ik je wakker?’
‘Nee, ik kon niet slapen.’
Ik tilde de pot thee op. ‘Pak een mok, er is genoeg.’
Ze ging tegenover me zitten, knieën onder haar shirt. Ze liet zich de thee inschenken. Met de mok op haar knieën keek ze slaperig voor zich uit. Ik grinnikte waarna ze me meteen strak aankeek.
‘Wat?’
‘Je ziet er zo slaperig uit,’ lachte ik.
Ze glimlachte protesterend. ‘Ja, nou…’
‘Geeft niet, jij kunt zo terug naar bed, ik moet zo gaan werken.’
‘Kan toch niet slapen.’
‘Hoe komt het?’
Ze zuchtte en haalde haar schouders op.
‘Problemen?’
Weer die schouders. ‘Cheyenne zegt dat het mijn schuld is.’
‘Wat?’
‘Dat ik niks goed doe. Dat ik me altijd laat betrappen.’
‘Lekker kapot laten vallen dan.’
‘Makkelijk gezegd.’
‘Zo gezellig lijkt ze me niet als ik dat zo hoor.’
Zonder iets te zeggen nam ze een slok en staarde voor zich uit.
‘Wat was dat, toen je terug kwam? Je keek bang, wist niet waar Cheyenne was en dat ze gek was. Ik maakte me echt zorgen. Wat is er gebeurd?’
‘Niks.’
Ik keek spottend. ‘Niks?’
‘Nou ja… Ze had wat jongens uitgenodigd in dat huisje.’
‘Gezellig.’
Ze keek me ineens fel aan. ‘Ze ging met een van die jongens de slaapkamer in. Ze deden de deur niet eens helemaal dicht. We konden ze zo bezig zien. Toen begon één van die jongens aan me te peuteren en die duwde ik weg.’
‘Netjes.’
‘Valentijn, die gasten waren minstens 17. Nou ja, dat werd een beetje gedoe, Cheyenne ging zich er ook nog mee bemoeien. Ik was een preutse trut of zoiets. En toen ben ik gegaan.’
‘Slim.’
‘Was nog best een eind lopen naar de trein.’
‘Goed dat je dat gedaan hebt.’
‘Ze waren dronken. Die ochtend al. Nou ja, denk ik. Volgens mij hadden ze wat op.’
‘Jij ook?’
Nu keek ze bijna oprecht beledigd. ‘Nee, tuurlijk niet.’
De manier waarop ze reageerde, ik geloofde haar meteen. Het stelde me gerust op een of andere manier.
‘En nu is ze opnieuw boos op je?’
‘Beetje.’
‘Waarom doe je het dan ook?’
Ze haalde haar schouders weer op, nam nog een slok, zei niets meer. Ik zag het busje voor de deur stoppen.
‘Ik moet weg,’ zei ik.
Ik stond op, pakte mijn jas en mijn rugzakje.
‘Doei.’
‘Werk ze.’
Ík glimlachte, liep om de tafel naar haar toe en gaf haar een kus op haar voorhoofd.
‘Ga nog even slapen.’
Ze glimlachte.

‘Môgge!’
Ik keek naar het wakkere gezicht van Martin, Roel lachte.
‘Goedemorgen,’ zei ik een stuk rustiger.
Ze lachten. Ik had de lading hout achterop de aanhanger gezien.
‘Komt dat vandaag klaar?’
‘Zeker,’ zei Roel. ‘Bijna alles is al op maat gezaagd.’
‘Bouwpakketje, eitje,’ vulde Martin aan.
‘Dus eigenlijk hebben jullie me niet nodig?’
‘Hallo,’ zei Martin, ‘we moeten iemand hebben die gaat sjouwen.’
Roel zette de bus langs de kant, bij een huis.
‘We zijn er. Actie jongens.’

Na een half uurtje kon mijn vest al uit. Het werd warm. Terwijl Roel alles nog eens bekeek begonnen Martin en ik al een deel van de veranda naar achter te sjouwen. De fundering was al klaar, dat had Roel al eerder die week gedaan. Roel en Martin begonnen met opbouwen, ik hield dingen mee vast, haalde af en toe nog wat van de aanhanger.
‘Nou, het dek kan er op,’ zei Roel.
Hij gooide de sleutels van de bus naar me toe. ‘Achterin ligt nog een accuschroefmachine. Ga die maar even halen, dan kun je meeschroeven.’
Ondertussen kwam de vrouw die er woonde met een blaadje met drie mokken koffie aanlopen. Roel grijnsde.
‘Die bouwvakker daar drinkt alleen thee.’
Ik keek verontschuldigend.
‘Dan ze ik toch thee voor je,’ zei ze vriendelijk.
Terwijl Roel en Martin nog lachten liep ik om naar de voorkant. Bij de buren zag ik Pepijn naar buiten komen.
‘Hey!’ lachte hij verbaasd. ‘Wat doe jij hier?’
‘Klus, met Martin.’
‘Ze zijn een veranda aan het bouwen bij de buren toch?’
Ik knikte.
‘Wist niet dat jij dat deed.’
‘Af en toe help ik mee.’
‘Gaaf. Nou doei, ik ben er vandoor.’
‘Doei.’
‘Ik zal Ian de groeten doen van je.’
Ik lachte. ‘Is goed.’
Ik kon het niet meteen vinden in de bus. Het was een behoorlijk zootje. Na wat zoeken vond ik hem, met de oplader en reserve accu. Ik legde het naast me neer en trok de bus dicht. Bij het huis van Pepijn reed een scooter weg. Vast zijn broer. Hij keek me aan toen hij wegreed, spottend bijna. Toen ik hem nakeek kwam hij me ineens wel erg bekend voor. Groene scooter, grijze jas… Dat was die jongen die Lilly toen opgehaald had. Ik zuchtte. Dat wilde ik helemaal niet weten.

Toen ik terug de tuin in liep knikte Roel naar een nieuwe mok.
‘Thee voor de wannabe bouwvakker.’
Ik glimlachte, nam een slok en zette de mok bij me neer. Op mijn knieën begon ik een voor een de schroeven erin te draaien. Martin en Roel maakten grappen naar elkaar, ze lachten. Martin schroefde langzaam mijn kant op. Toen hij naast me zat stootte hij me aan.
‘Wat ben je stil?’
‘Vanmorgen Lilly tegengekomen in de keuken. Volgens mij zit ze onder de plak bij die Cheyenne.’
‘Dat ze die lekker kapot laat vallen dan.’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Zal wel niet makkelijk gaan, nee,’ concludeerde hij.
‘Nee,’ zuchtte ik.
Ik nam een slok van mijn mok en keek even voor me uit.
‘Weet je,’ zei ik nadenkend, ‘ik zag vanmorgen de oude Lilly weer.’
‘Kunnen wij die Cheyenne niet eens een keer onderhanden nemen?’
Ik schudde lachend mijn hoofd. ‘Wil je ruzie met Lilly? Die laat dat nooit toe. Ze moet het zelf snappen.’
‘En wanneer gaat ze dat doen?’
‘Goede vraag, Martin, goede vraag.’
‘Dus zeg ik, aanpakken dat maffe wijf.’
Ik dacht aan die jongen op de scooter, het verhaal van die jongens in dat vakantiehuisje. Die groep was groter.
‘Slecht idee Martin, slecht idee.’

© 2020 Oliver

Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op deze link en laat eens een berichtje achter op het forum!