Uit beeld (deel 4)

16 november 2015

Hij hing tegen me aan achter op mijn fiets. Ik had ja gezegd. Redelijk zwalkend trapte ik naar huis. Ik was zelf ook niet nuchter meer, maar met Jurre achterop was het nog lastiger fietsen. De frisse buitenlucht van de nacht deed me goed. Bij Jurre ook, merkte ik. Hij liep normaal de trap op, klonk weer wat normaler, vergeleken met een half uur ervoor in de soos. ‘Zal ik koffie zetten?’ ‘Nee,’ zei ik, ‘hoeft niet, gewoon cola is ook goed.’ ‘Is eigenlijk net [ verder lezen ]

Uit beeld (deel 3)

16 november 2015

Ik moest wel lachen om de snelle conclusie van Karlijn. Waarschijnlijk was het grote onzin maar ik ging ze toch anders bekijken. Zeg maar gerust: in de gaten houden. We reden naar huis, Karlijn druk pratend, Wijnand en ik om en om naast haar. De twee jongens reden achter ons aan. Ik keek een keer om. Redelijk stil, moe ook waarschijnlijk. Zouden ze het zijn? Ik moest hun reactie maar eens peilen als ze merkten dat Wijnand bij mij sliep, in hetzelfde bed. Karlijn ging [ verder lezen ]

Uit beeld (deel 2)

16 november 2015

Wijnand ja. We hadden al een jaar iets samen. Stijn had gelijk gehad, toen tijdens het stappen, de eerste keer dat hij hem zag: Wijnand en ik pasten bij elkaar. Daar had ik even tijd voor nodig, om dat door te hebben. Ik zat ook zo vol van Stijn. Ik plaatste hem op een voetstuk, hij was voor mij het ideale vriendje. Dat was hij ook echt wel. Toen zijn vader naar die afkickkliniek ging hadden we een gouden tijd. Na school waren we altijd [ verder lezen ]

Uit beeld (deel 1)

16 november 2015

‘Hé, ben je alleen?’ Ik glimlachte. Het was nog best druk bij het bankje. Veel jongens waren al weer terug van vakantie. Ik was zelf net een week terug van Toscane. Met mijn ouders. Het was me nog niet tegengevallen. Eigenlijk was het ook wel een raar idee. Het was waarschijnlijk de laatste keer dat ik met ze naar Toscane zou gaan. ‘Hij is zijn kamer aan het inrichten. Vanmorgen heeft hij zijn spullen erin gesleept met zijn ouders.’ ‘Moet je niet helpen dan?’ ‘Hij [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 17, slot)

15 november 2015

Ik trapte flink door. Ik was nog op tijd zonder het gevaar van vragen. Ik dacht aan Stijn en aan Ruben en glimlachte. Ruben was lief. Ruben snapte me. Hij wel. Mijn ouders zouden dat nooit doen. Dan maar geen voorbeeldzoon. Ruben gaf me het gevoel dat hij Stijn accepteerde. Dat vond ik belangrijker dan mijn ouders. Stijn vond hem lief gelukkig. Dat was toch het belangrijkste. De rest kon me gestolen worden. Ik zong mijn tijd wel uit. Straks na school studeren en op [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 16)

15 november 2015

Ik slikte. Hij had echt alles gezien. ‘Een jongen van school,’ zei ik voorzichtig. ‘Wat moest hij hier dan? Ik kan me niet herinneren dat hij hier in de wijk woont.’ ‘Hij reed een stukje mee.’ ‘Jarno, zit hij echt bij jou op school?’ ‘Ja, dat zei ik toch? Ik ben gisteren nog met vrienden van school geweest.’ ‘En wat deden jullie nog zo lang in de garage?’ ‘Praten.’ ‘Ik heb niets gehoord.’ Had hij nou aan de deur staan luisteren? ‘We hebben zachtjes gepraat, [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 15)

15 november 2015

Ik keek verbaasd, beledigd. ‘Wat denk je?’ zei ik half boos. ‘Jarno… Niet doen. Niet op mij. Ik ben alleen maar problemen.’ Ik werd dwars. ‘Als ik jou nou gewoon leuk vind… Kan ik daar wat aan doen? Godverdomme zeg. Je bent leuk, mooi, lief…’ Stijn lachte spottend. ‘Ik? Lief?’ ‘Ja, jij ja!’ Hij grijnsde. Gespeeld, dat zag ik. Hij dacht na. ‘Sorry,’ zei ik voor mijn uitval. ‘Jij bent echt onverbeterlijk.’ Ik keek hem aan en zag dat hij glimlachte. ‘Je bent lief, echt.’ [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 14)

15 november 2015

Wijnand keek verbaasd. Ik herkende meteen de stem van Ralf. Ik wurmde me los en draaide me lachend om. ‘Ralf! Weer terug van vakantie?’ ‘Ja, begin van de avond. Ik ben meteen hier naar toe gegaan.’ ‘Goed gehad?’ ‘Zeker. Wie is hij?’ ‘Ow, dit is Wijnand. Wijnand, dit is Ralf.’ Ze knikten lachend naar elkaar, maar ik baalde. Ik kon Ralf er nu helemaal niet bij gebruiken. Ik was best blij om hem weer te zien, maar niet nu. ‘We gaan wat drinken,’ zei Ralf. [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 13)

15 november 2015

Ik klopte mijn kleren uit voordat ik ze weer aan trok. Stijn deed naast me hetzelfde. We keken elkaar aan en glimlachten. Hij gaf me nog een kus, pakte me vast. ‘Blijf nog even.’ ‘Ik moet eigenlijk naar huis.’ Stijn keek teleurgesteld. Ik wilde ook niet weg. ‘Wacht,’ zei ik. Stijn glimlachte toen ik mijn telefoon pakte. ‘Hoi mam,’ zei ik niet veel later, ‘ik blijf in de stad hangen, ben een jongen van school tegengekomen.’ ‘Is goed jongen. Jongen uit jouw klas?’ Ja hoor, [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 12)

15 november 2015

Ik stond als aan de grond genageld. Dit had ik niet verwacht. Ik zag de fles rum staan. Hij had gedronken. Ik pakte de fles en legde hem terug op de plaats waar die altijd verstopt lag. Daarna liep ik hem achterna, maar hij was nergens meer te vinden. Ik wist dat hij in de buurt moest zijn, maar hij had zich goed verstopt. Kut. Ik kon niet verder zoeken, de fiets van Diederik moest weer terug. Ik sloop naar de plek waar ik die [ verder lezen ]

1 3 4 5 6 7 10