Voorbeeld (deel 11)

15 november 2015

Stijn! Het was al middernacht. Kut. Ik kon niet meer naar hem toe. Mijn ouders zouden dat nooit goedvinden. Bovendien wist ik niet of hij in het park zou slapen of thuis. ‘Wat is er?’ vroeg mijn moeder verbaasd. ‘Heel verhaal. Ik weet waar mijn kleren zijn. Die zou ik vanmiddag ophalen, maar dat moet morgen dan maar.’ ‘Ophalen?’ ‘Ja, iemand zou ze voor me wassen.’ ‘Voor je wassen? Iemand?’ Ik zuchtte. ‘Ik trok veel op met een jongen die ik ken van school, die [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 10)

15 november 2015

Ralf draaide om en keek verbaasd. ‘Jarno. Hoe is het met je?’ ‘Kut,’ zei ik eerlijk. Ralf keek om naar zijn vrienden die ook gestopt waren en stonden te wachten. ‘Rij maar door, ik zie jullie morgen weer,’ riep hij. ‘Oude kennis van mij, even bijpraten.’ Ze zwaaiden en reden weg. Hij keek weer naar me. ‘Kut? Dat dacht ik al.’ ‘Hij is gek,’ zei ik, ‘echt. Totaal doorgeslagen, ik werd opgesloten in huis zo ongeveer.’ ‘Ik ben blij dat ik je zie.’ Ik glimlachte. [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 9)

15 november 2015

‘Sorry,’ zei ik. ‘Schuif op,’ zei hij kort. Ik maakte plaats, vouwde de deken verder open en ging op de rand zitten. Stijn ging in het midden liggen. ‘Kom liggen en hou die deken dicht. Ik krijg het koud.’ Ik ging liggen, trok de deken over ons heen keek hem aan. ‘Ik dacht dat het goed ging,’ zei hij. ‘En dan ontploft ie ineens toch weer. Kankerzooi.’ Zijn stem trilde. Ik lag op mijn zij en zag een traan lopen. Ik sloeg mijn arm om [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 8)

15 november 2015

Ging ik dit echt doen? Hij liep al twee stappen tussen de struiken. Ik keek beide kanten op of er niemand aankwam en ging toen achter hem aan. Ik herkende de plek wel, dat was blijkbaar het vaste plekje van Stijn. Of van hem. Hij draaide zich om en glimlachte. Ik bleef strak kijken. Daar ging mijn maag weer, mijn hart bonkte. Hij raakte mijn arm aan, streelde me. ‘Rustig maar, ontspan.’ Zijn hand ging in zijn broekzak. ‘Hier, twintig nu, twintig straks. Eerlijk is [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 7)

15 november 2015

Ik had niets gezegd, niets gevraagd. We waren elkaar gewoon tegengekomen bij de speeltuin. Ik zag het nog allemaal voor me. Ik kon het nog niet helemaal geloven. Hij lag naast me, alsof er niets gebeurd was. Hij sliep. Ik had me omgedraaid en keek naar hem. Zijn gezicht was ontspannen, alsof er niets gebeurd was. Ik sloot mijn ogen maar wist dat het geen nut had. Dit ging weer een slapeloze nacht worden. ‘Weer op het station ontbijten?’ vroeg ik toen hij me wakker [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 6)

15 november 2015

Ik was verbaasd. ‘Heb je alles?’ vroeg hij zakelijk toen hij me de koekjes en het blikje had terug gegeven. ‘Ja,’ zei ik en ritste mijn rugzak weer dicht. ‘Kom,’ zei hij. Hij wenkte me, ik volgde. We liepen langs de groep op het bankje en gingen de hoek om. Ik keek nog een keer om, maar niemand volgde. ‘Wat doe je hier?’ vroeg hij. ‘Gewoon…’ ‘Gewoon?’ Hij lachte. ‘Je loopt midden in de nacht door het meest obscure park van de stad, waarvan iedereen [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 5)

15 november 2015

‘Wat is dit?’ bulderde hij. Wat kon ik daar op antwoorden? Waar zag het naar uit? Ik zat zonder kleren op een naakte jongen, in de tuin, zaad nog op mijn buik. God, wat was dit gênant. Die schaamte was wel het laatste waar ik me zorgen om maakte. Ik had nu echt een dik probleem. Ralf lag nog onder me, keek geschrokken om. Daarna draaide hij zich meteen naar mij, paniek in zijn ogen. Mijn vader kwam naar me toe gelopen. Hij pakte mijn [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 4)

15 november 2015

Ja, we waren vrolijk, uitgelaten. De laatste dag zat er op. Lachend reden we bij school weg. Tot over zeven weken. De groeten. We wilden de stad in, wat drinken. Dit moest gevierd worden. Man, vrij voor een week of zes. Heerlijk. Ik nam een slok van mijn bier en keek tevreden over het plein. Na biertje nummer drie belde ik naar huis. Ik kwam niet thuis eten, dat deden we wel in de stad. Mijn moeder reageerde niet echt enthousiast, ze had op me [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 3)

15 november 2015

Ik slikte. Ik hoorde de hakken van mijn moeders schoenen door de hal. Ze kwam de kamer in en keek bezorgd. Was het wel bezorgd? Ze keek net zoals mijn vader. Goed, hij had haar dus gewaarschuwd, ze had het ook gelezen. ‘Waar ben jij geweest zaterdag?’ vroeg mijn vader weer. ‘Uit,’ zei ik, ‘met vrienden. Dat weet je toch?’ ‘Niet zo bijdehand. Wie is Ralf?’ ‘Iemand die ik daar tegenkwam.’ ‘Lieg niet Jarno.’ ‘Als je het allemaal weet, waarom vraag je het dan?’ ‘Je [ verder lezen ]

Voorbeeld (deel 2)

15 november 2015

Niemand kwam aan Ruben en niemand kwam aan mij. Goed, hij kon me niet verdedigen, maar hij liet het wel merken. Lisanne had me wel eens voor de grap vastgepakt, beetje stoeien maar Ruben had flink geprotesteerd. Slaan in zijn stoel, roepen. Lisanne had met verbazing gekeken. Ruben kon meer dan de meeste mensen dachten. Hij was zwaar spastisch, had het verstandelijk vermogen van een klein kind maar ik had er contact mee. Tegen mij kon hij praten. Nou ja, ik dacht dat ik hem [ verder lezen ]

1 4 5 6 7 8 10