Voorbeeld (deel 3)

Ik slikte. Ik hoorde de hakken van mijn moeders schoenen door de hal. Ze kwam de kamer in en keek bezorgd. Was het wel bezorgd? Ze keek net zoals mijn vader. Goed, hij had haar dus gewaarschuwd, ze had het ook gelezen.
‘Waar ben jij geweest zaterdag?’ vroeg mijn vader weer.
‘Uit,’ zei ik, ‘met vrienden. Dat weet je toch?’
‘Niet zo bijdehand. Wie is Ralf?’
‘Iemand die ik daar tegenkwam.’
‘Lieg niet Jarno.’
‘Als je het allemaal weet, waarom vraag je het dan?’
‘Je hebt die jongen op internet leren kennen toch?’
Oké, die had verder zitten klikken.
‘Ja,’ zei ik maar.
‘En dan spreek je daar zo maar mee af? Ben jij gek geworden of zo?’
‘Ik had er niet mee afgesproken. Ik kwam hem daar tegen, toevallig.’
‘Jij liegt tegen ons dat je met vrienden van school gaat stappen en dan ga je naar zo’n… zo’n… homofeest.’
Hij sprak het met walging uit. Dat stak me.
‘Het was gewoon gezellig,’ verdedigde ik me.
‘Je weet toch wat daar allemaal gebeurt. Je hebt godv… nog staan zoenen ook met hem! Dat soort types duikt met iedereen het bed in! Ben je gek geworden? Wie weet wat je daar aan over hebt gehouden!’
‘Doe normaal pa. Ik heb wat biertjes gedronken en heb iemand gekust. Meer niet.’
‘Mond dicht. Ik wil het niet eens horen. Je gaat daar niet meer naar toe, duidelijk? De komende weekenden blijf jij gewoon thuis.’
‘Ja hoor,’ zei ik geërgerd en stond op.
Ik ging naar mijn kamer. Een paar weken niet weg op zaterdagavond, big deal. Het eerst volgende feest was toch pas minimaal een maand verder.
‘En jouw internet gaat eraf,’ riep hij achter me aan.
Ik bleef staan en draaide me om.
‘Waarom?’ riep ik.
‘Alsof jij dat niet begrijpt. Je hebt even geen contact meer met die viespeuken.’
Ik stampte de hal door en smeet de deur van mijn kamer dicht. Het scherm van mijn computer stond nog op het berichtje van Ralf. Snel maar iets terugtypen, dan wist hij dat ik er even niet was. Ik wilde hem mijn nummer sturen, dan konden we sms’en. Ik wilde met hem praten, dit ging hier thuis helemaal fout. Ik klikte verder maar kreeg een wit scherm. Mijn vader had beneden de netwerkkabel al losgetrokken. Rustig blijven nu. Het was de eerste reactie van mijn vader. Hij moest dit gewoon even verwerken, er even over nadenken. Natuurlijk was hij er van geschrokken. Ik lag op mijn rug op mijn bed en was kwaad. Jorick stuurde een sms met de vraag waar ik bleef. Die zat bij de rest op het bankje. Ik had geen zin. Niet nu. Mijn vader kwam mijn kamer op.
‘Blackberry inleveren,’ zei hij alleen maar.
‘Wat is dat voor onzin?’
‘Internet.’
‘Doe normaal.’
‘Inleveren,’ zei hij met gestrekte hand.
Met een protesterende zucht gooide ik mijn telefoon naar hem toe. Hij draaide zich om en zonder dankjewel te zeggen trok hij de deur achter zich dicht. Waarom had mijn moeder niets gezegd? Dacht die er ook zo over? Ik kon het haar nu niet vragen. Niet waar mijn vader bij was. Mijn vader kwam terug mijn kamer op.
‘Gebruik je oude telefoon maar, ik wil je wel altijd kunnen bereiken.’
Hij legde achteloos mijn SIM-kaart op de hoek van mijn bureau. Weg was hij weer. Morgen op school ging ik wel naar de multimediaruimte. Daar kon ik als het niet druk was nog wel snel een bericht sturen naar Ralf. Ik grijnsde. Dat gaf me moed. Pa kon lullen wat hij wilde, ik ging mijn eigen gang wel. Hij kon me mooi niet tegenhouden.

Natuurlijk was het er druk. Laatste week van school, zoveel hoefden we niet meer te doen. Hoe dan ook, ik moest Ralf een berichtje sturen. Ik had gelukkig een computer te pakken waar niet al teveel mensen zicht hadden op mijn scherm. Ik werkte snel, typte een korte tekst met mijn telefoonnummer en klikte daarna meteen de site weg. Zo, dat was geregeld. Ik keek mijn mail nog even na. Ineens zat Bram naast me, hij schoof een stoel dichterbij.
‘Mail checken? Dat mag hier toch niet?’
‘Ik zal wel moeten.’
Hij keek verbaasd.
‘Pa heeft mijn internet afgesloten.’
Bram lachte. ‘Teveel porno gekeken?’
Ik grijnsde maar. ‘Zoiets. Dus moet dit hier maar even. Ik zag vanmorgen dat hij beneden de stekker van de kabel heeft geknipt.’ Ik haalde een oud telefoontje uit mijn zak. ‘Ik kreeg mijn SIM-kaart terug, maar mijn internettelefoon ben ik ook kwijt.’
‘Jezus. Voor hoelang?’
Ik zuchtte. “Geen idee.’
‘Da’s kut, ik hoop voor je dat het niet langer duurt dan deze week,’ zei hij met een knik naar het scherm.
‘Als het langer duurt dan ben ik de lul,’ zei ik.
‘Niet meer computers in huis?’
‘Jawel, maar die laptop is van mijn moeder. Als ze merken dat ik daar op bezig ben geweest…’
‘Hebben jullie draadloos internet thuis?’
‘Voor zijn laptop, mijn computer zit aan een kabel. Zat aan een kabel.’
‘Daar hebben ze kastjes voor, sukkel. Draadloos.’
Dat ik daar zelf niet aan gedacht had.
‘Inpluggen, en hopla. Niet doen als hij thuis is. En verstoppen als je klaar bent.’
‘Bedankt,’ zei ik.
‘Maar wat heb je dan gedaan?’
‘Heel verhaal. Laat maar. Vertel ik je nog wel een keer.’
Ik sloot af en schoof mijn stoel achteruit. Duidelijk hoopte ik, ik wilde het er verder niet over hebben. Bram keek me verbaasd na. Hij bleef een paar tellen zitten maar kwam toen achter me aan.
‘Jarno!’
‘Bram, ik wil het er niet over hebben.’
‘Het gaat echt niet goed hè?’
‘Bram,’ zei ik zeurderig.
‘Oké, oké, ik hou er al over op. Als ik kan helpen dan roep je maar.’
“Ik ben niet te helpen,” dacht ik zuur.
Bram keek me nog een keer aan en liet me toen gaan. Hij ging naar de kantine, ik ging dus naar buiten. Ik wilde even niemand zien.

‘Hoi, Jarno,’ lachte Lisanne.
‘Hoi,’ zei ik.
Ze schrok van mijn tamme reactie. ‘Alles goed?’
‘Jawel,’ zei ik ontwijkend.
Zonder verder iets te zeggen liep ik naar Ruben. Hij zat voor zich uit te staren, naar een of ander onduidelijk punt buiten, maar zijn gezicht klaarde op toen hij me zag. Hij kraaide, stak zijn arm uit. Ik sloeg mijn arm om zijn schouders en kuste zijn wang.
‘Lieve Ruben,’ zei ik zacht.
Hij stootte een klank uit waar ik niets van kon maken. Zijn hand klauwde in mijn nek, hij liet me niet meer los. Zijn natte lippen drukten iets wat een kus moest lijken op mijn wang. Ik ontspande. Mijn broer. Hij reageerde tenminste normaal. Of ik nou homo was of niet, hij hield onvoorwaardelijk van mij.
‘Lief,’ murmelde hij in mijn oor, alsof hij wist waar ik aan zat te denken.
‘Jij ook,’ fluisterde ik zachtjes.
Ik kreeg nog een kus. Het werd me teveel. Ik voelde mijn ogen volstromen. Zachtjes huilde ik. Ruben moest het voelen, het schokken van mijn schouders. Zijn arm klemde nog meer. Daarna stootte hij een kreet uit. Hij was in paniek. Lisanne kwam verontrust om de hoek kijken. Ze zag ons zitten, mij huilend in Rubens wurggreep.
‘Ruben, Jarno!’
Ze liep snel naar ons toe, haalde me los.
‘Wat gebeurt hier?’
‘Niets,’ zei ik.
Ze had de woede van Ruben op haar hals gehaald door mij van hem af te trekken en me aan te kijken met haar handen op mijn schouders. Hij schreeuwde, sloeg met zijn hand op de leuning van zijn stoel. Er kwam een andere verpleegster binnen.
‘Gaat het?’
Lisanne haalde haar schouders op. ‘Ik denk het.’
Ze liet me los, duwde me voorzichtig terug naar Ruben die mij meteen weer vastpakte.
‘Jarno, wat gebeurde er?’
Ik snifte nog.
‘Wat is er jongen?’ vroeg ze bezorgd.
Haar hand streelde mijn rug. Ruben liet het toe.
‘Wat gedoe thuis.’
‘Erg?’
‘Gaat wel.’
Ze lachte schamper. ‘Gaat wel. Zo erg onder controle zelfs dat je hier zit te huilen. Jarno, wat is er?’
Ik zuchtte, voelde een traan over mijn wang lopen. Ruben was bezorgd en dat hielp me niet echt mezelf onder controle te houden. Ik keek rond, we werden in de gaten gehouden door andere mensen die op bezoek waren. Lisanne zag me kijken.
‘Kom,’ zei ze.
Ze pakte de stoel en reed Ruben weg, met mij er achter aan. Ruben had volgens mij door wat er ging gebeuren, anders was hij nooit zo rustig gebleven. Op zijn kamer pakte ze mijn hand.
‘Ik ga je niet dwingen, maar als je wilt praten dan ben ik er voor je.’
Ze hoefde niet aan te dringen. Het hele verhaal kwam er uit. Het jarenlange verborgen houden, Ralf, de reactie van mijn vader. Ze streelde mijn rug, sprak bemoedigende woordjes. Ruben merkte het en stak zijn hand uit. Ik kon niet anders, ik liet de hand van Lisanne van me af glijden en nestelde me in de arm van Ruben. Zijn andere arm kwam er bij, hij kuste me. Met een echte kus ook nog. Lisanne glimlachte.
‘Hem maakt het niet uit wie je bent,’ zei ze.
‘Ja,’ zei ik.
‘Mij ook niet.’
Ze glimlachte en gaf me een kus op mijn voorhoofd. Ruben kraaide protesterend. Lisanne lachte.
‘Jaloerse jongen ben jij toch ook hè?’
Ruben glimlachte, hij lachte haar uit. Hij hield me krampachtig vast.
‘Til hem even mee op bed,’ zei ze.
Samen tilden we hem uit de stoel, op zijn bed. Ik trapte mijn schoenen uit en ging naast hem liggen.
‘Laat hem maar even tot rust komen, laat hem merken dat alles goed is. Dat het niet aan hem ligt.’
Ik knikte en keek hem aan. Hij glimlachte, zijn hand gleed ongecontroleerd over mijn wang. Lisanne gaf me een kus en daarna hem.
‘Dank je wel,’ zei ze tegen ons allebei.
Ze zag mijn vragende gezicht en glimlachte.
‘Jullie maken mijn werk leuk.’
Daarna was ze weg. Ruben hield me vast. Ruben streelde mijn rug. Ruben gaf me nog een kus. Het ging niet zachtjes maar het was me wel duidelijk: Ruben wilde me troosten. Ik brak weer en kroop dicht tegen hem aan.

Ik reed met een raar gevoel naar huis. Lisanne had me nog even apart genomen toen ik afscheid had genomen van Ruben. Als ik een keer klem zat en wilde praten dan kon ik altijd bij haar terecht. Dat steunde me. Ik kon mijn verhaal bij haar kwijt. En bij Ruben. Ook al wist hij natuurlijk niet wat er aan de hand was, hij begreep me, leek het wel. Hij hield van mij. Hij wel. Bij mijn ouders twijfelde ik. Mijn moeder zei kort hallo toen ik thuis kwam maar dat was het. Ik ging maar naar mijn kamer. Verveeld startte ik uit gewoonte mijn computer op. Geen internet. Mijn ergernis groeide weer. Ze konden het hebben van me. Ik ging niets meer zeggen, niet meer vertellen als ze ergens naar vroegen. Als ze niet alles van mij wilden weten, dan maar helemaal niets meer. Ik staarde naar het scherm. Morgen maar eens zo’n kastje halen. Geen idee wat dat kostte.

Mijn vader was er tijdens het eten. Opvallend, dat kon geen toeval zijn. We aten zwijgend. Hij vroeg hoe het op school ging maar meer dan een “gaat wel” en wat ophalende schouders kwam er bij mij niet uit. Ik irriteerde hem, dat was duidelijk te zien. Hij mij ook, dus wat dat betreft stonden we gelijk. Mijn telefoon ging af in mijn broekzak. Ik liet het ding bellen. Ik ging al bijna weer wennen aan mijn beltoon van een jaar geleden.
‘Moet je niet opnemen?’ vroeg mijn vader.
‘Ik zit te eten,’ zei ik.
Hij was nieuwsgierig. Normaal had ik nooit mijn telefoon op mogen nemen aan tafel. Ik had hem het antwoord gegeven dat hij altijd als argument gebruikte: “we zitten te eten”. Het ergerde hem dat ik hem terugpakte met zijn eigen argumenten. Ik kon het niet laten te grijnzen, wat hem zichtbaar nog meer ergerde. Raar, hij zei er niets van. Het werd een zwijgende oorlog, dat wist ik wel. En ik genoot er op een of andere manier van. Ik tegen hem. Ik samen met Ruben tegen hem. Nu had hij twee zonen waar hij problemen mee had. Samen kregen we hem wel klein. Ik was toch nieuwsgierig naar wie me gebeld had. Maar de strijd met mijn vader weerhield me om even stiekem te kijken wie het was geweest. Nog een piep in mijn broekzak. Berichtje. Niet kijken, volhouden! Ik at door alsof er niets aan de hand was. Ik bleef zelfs zitten na het eten. Samen met mijn vader keek ik naar het nieuws. De telefoon bleef in mijn zak. Ik zag mijn vader af en toe schuin naar me kijken, maar ik gaf niet toe. Tot het einde van het nieuws. Daarna trok ik mijn schoenen aan en ging naar buiten.
‘Waar ga je naar toe?’ kon hij niet nalaten te vragen.
‘Bankje,’ zei ik, ‘zoals altijd.’
Zonder zijn reactie af te wachten ging ik de kamer uit, naar buiten. Toen ik zeker wist dat ik buiten het zicht van ons huis was trok ik mijn oude telefoon uit mijn broekzak. Onbekend nummer. Het berichtje was van mijn voicemail. Er had iemand ingesproken. Ik luisterde het bericht af en kreeg het warm van de stem die ik meteen herkende. Ralf. Hij vroeg of ik terug wilde bellen. Dat deed ik meteen.
‘Hey, Jarno,’ nam hij op, ‘wat is er allemaal aan de hand?’
Ik kreeg het warm van binnen, hij klonk bezorgd.
‘Ja, nou, wat ik je heb geschreven. Mijn ouders zijn er achter waar ik geweest ben zaterdag.’
‘Op zich nog niet zo erg toch?’
‘Hallo, hij heeft jouw bericht gelezen op mijn computer. Hij weet dat we gezoend hebben.’
‘En nu?’
‘En nu denkt hij dat ik met een enorme viespeuk heb staan zoenen en dat ik onverantwoordelijk bezig ben. Je weet toch wel hoe dat zit met homo’s? Altijd een ander, enge ziektes….’
Hij kon lachen om mijn cynische reactie.
‘Lach maar, ik zit nu zonder internet, heb mijn BlackBerry in moeten leveren en ik word de hele tijd in de gaten gehouden.’
‘Red je het wel?’
‘Ik hoop het. Echt, ik kan even geen kant op.’
Jorick kwam langslopen. Hij zag dat ik aan het bellen was en liep door. Ik stak mijn hand op. Hij zwaaide terug.
‘Kan ik iets voor je doen?’ hoorde ik in mijn oor.
‘Nee, dank je. Maar ik ben blij dat ik nu jouw nummer heb.’
‘Als er iets is dan bel je maar. Zullen we binnenkort afspreken? Dat praat wat makkelijker.’
‘Is goed. Ik weet alleen nog niet wanneer.’
‘Volgende week vakantie.’
‘Precies. Ik kijk wel even. Ik bel je nog.’
‘Is goed.’
‘Ralf?’
‘Ja?’
‘Bedankt.’
‘Graag gedaan, jongen. Hou je haaks.’
Ik sloot af en liep naar de rest. Jorick keek me onderzoekend aan. Die moest ik nog even alleen hebben vanavond. Ik wilde mijn verhaal kwijt. Ik bleef stil, keek de groep rond. Diederik zat met zijn vriendin op schoot. Hij had het toch gewoon een stuk makkelijker dan ik. Ze kusten elkaar en daar werd ik chagrijnig van. Ik zag ze bezig, ze zoenden. Dat deden Ralf en ik lekkerder, dat kon ik zo zien. Ralf. Ik wilde hem nu gewoon bij me hebben, ik wilde zoenen. Ik wilde zijn lichaam tegen mij aan voelen, mijn vingers laten spelen met die van hem, zijn…
‘Wakker blijven.’
Ik schrok van de elleboog tegen mijn arm. Ik wreef over de plek en grijnsde.
‘Ik ben wakker.’
Jorick keek van een afstandje. Hij lachte niet. De jongen naast me lachte wel.
‘Ik merk het. Jaloers op Diederik?’
‘Nee,’ zei ik.
‘Hoef je ook niet te zijn,’ zei hij zacht.
‘Hoezo?’
‘Haar ouders. Vinden hem niet goed genoeg.’
‘Niet goed genoeg?’
Hij knikte en hield verder zijn mond. Er begonnen mensen mee te luisteren. Ik keek nog een keer naar Diederik. Ik kende haar ouders niet. Ik gaapte. Ik was moe in mijn hoofd. Ik keek naar Jorick. Hij snapte mijn gezicht. Ik knikte met mijn hoofd. Samen stonden we op, groetten de rest en liepen terug de wijk in.
‘Ik heb een probleempje.’
‘Vertel.’
‘Ik ben zaterdag uit geweest, ik heb die jongen van internet ontmoet.’
‘Echt? Gaaf! Hoe was het?’
‘Leuk, gezellig.’
Hij zag mijn grijnzende gezicht. ‘Waar was dat dan?’
‘Dat homofeest afgelopen weekend.’ Ik lachte om zijn bedenkelijke gezicht. ‘Het was leuk, echt.’
‘Maar je hebt dus toch met hem afgesproken?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Maar ik wist dat hij daar was. En ik zag hem. Hij begon tegen me te praten omdat ik vlak bij hem stond.’
‘Hij wist dat jij het was?’
‘Toen ik hem dat zei ja. Maar het was leuk.’
Hij keek naar me. ‘De manier waarop jij dit zegt…’
Ik keek schuldig, balorig. ‘We hebben gezoend.’
Jorick lachte. ‘Gaaf man. Jarno heeft een vriendje.’
‘Nou… Nee.’
‘Niet?’
‘Nee. Ik had niets van hem, geen nummer, geen adres. Ik heb hem via die site een berichtje gestuurd en zijn antwoord was duidelijk. Zoenen betekent niets, ik moet verder niets verwachten.’
‘Kut?’
‘Het ergste komt nog. Ik had het gelezen en daarna riep mijn moeder dat we gingen eten. Ik heb het niet weg geklikt, mijn vader heeft het gelezen.’
‘Wat zei hij?’
‘Hij werd gek. Hij heeft me verboden nog met Ralf om te gaan.’
‘Ralf? Leuke naam.’
‘Ja. Maar hij vindt dat het viespeuken zijn, altijd met een ander in bed duiken en meer van dat soort dingen.’
Jorick schudde zijn hoofd.
‘Ik heb geen internet meer, ben mijn BlackBerry kwijt.’
‘Wat?’ Jorick klonk verontwaardigd.
Ik haalde mijn oude telefoon uit mijn zak. Jorick schudde zijn hoofd.
‘Ik heb Ralf op school nog een berichtje kunnen sturen met mijn nummer. Hij heeft me vandaag gebeld.’
‘Jezus, Jarno.’
‘Ik zei je toch dat ze het niet zouden accepteren?’
‘En nu?’
‘Ik ga een kastje kopen zodat ik draadloos met mijn pc verder kan. De connector van de kabel heeft hij er vanaf geknipt.’
‘Hij is gek.’
‘Hij was woest.’
‘Hoe is de sfeer nu thuis?’
‘Sfeer?’ vroeg ik spottend.
‘Duidelijk.’
‘Ik zie het wel. Eerst dat internet terug, al kan ik dat alleen gebruiken als hij er niet is. Volgende week is het vakantie, dan zie ik wel verder. Hij kan me toch niet de hele dag controleren.’
‘En Ralf?’
‘Ik kan hem bellen als ik hulp nodig heb.’
‘Dat is mooi. Ga je dat ook doen?’
Ik knikte. ‘Ik wil hem nog wel een keer zien ja.’
We stonden al een tijdje voor mijn huis, ik voelde mijn vader kijken.
‘Ik ga naar binnen.’
‘Trusten. Sterkte.’
‘Dank je,’ mompelde ik.
Ik ging naar binnen, liep meteen door naar mijn kamer. Ik trok mijn kleren uit en ging douchen. Ik liep daarna naakt terug mijn kamer in en keek op mijn telefoon. Ralf had een berichtje gestuurd. Hij hoopte dat ik goed kon slapen. Met drie kusjes erbij. Ik glimlachte. Ik belde hem. Terwijl zijn telefoon over ging liep ik door de schuifpui naar buiten.
‘Hoi,’ zei hij meteen, ‘hoe is het?’
‘Gaat. Met vrienden buiten gezeten.’
‘Waar ben je nu?’
‘Ik kom net onder de douche vandaan, ik sta nu buiten op mijn terras.’
‘Mijn terras?’
‘Ja, mijn kamer is beneden, ik loop zo de tuin in.’
Ik hoorde hem verbaasd lachen. ‘Gaaf.’
‘Ja,’ zei ik. ‘Je zou eens moeten komen kijken.’
Ik keek naar mijn blote voeten op de tegels.
‘Dat lijkt me nu niet echt verstandig.’
Ik nieste. ‘Nee, dat denk ik ook niet.’
‘Gezondheid. Vat geen kou.’
‘Het is nog warm buiten. Maar ik had beter wat aan kunnen trekken.’
Hij lachte. ‘Aan kunnen trekken? Heb je nu niets aan dan?’
‘Nee,’ zei ik verbaasd. ‘Ik zei toch dat ik net onder de douche uit kom?’
‘Jij staat nu naakt in de tuin?’
‘Ja, op mijn terras.’
‘O, man, dat wil ik zien.’
Ik grinnikte. Hij maakte me vrolijk. ‘Kom maar langs.’
Zijn ademhaling werd zwaarder in mijn oor. Hij lachte. ‘Jij bent gek.’
Mijn hand speelde met mijn ballen, wreef langs de lengte. Hij werd dikker. Het gesprek met Ralf wond me op, op een of andere manier.
‘Ik ga ophangen,’ zei hij. ‘Anders loopt het uit de hand.’
‘Nou en?’ vroeg ik balorig.
Hij lachte. ‘Slaap lekker Jarno.’
‘Jij ook.’
Achter me ging de deur open. Ik draaide me om, hield mijn hand voor mijn kruis.
‘Wat sta jij te doen?’ vroeg mijn vader.
‘Te bellen.’
‘Trek eens wat aan. Waarom sta je naakt in de tuin?’
‘Ik kwam net onder de douche vandaan toen mijn telefoon ging. En het is warm, ik liep even naar buiten.’
‘En dan ga je maar in je blote reet naar buiten? Van wie heb je dat geleerd? Van die homovriendjes van je?’
Ik zei niets, liep terug mijn kamer in en gooide mijn telefoon om mijn bed. Ik griste de boxershort van een stoel en trok hem aan. Toen had mijn vader mijn telefoon al vast.
‘Wie belde jou net nog?’
Ik kon niet antwoorden, hij had al zitten bladeren.
‘Wie is Roelof?’
‘Jongen van school, die had nog even een vraag over huiswerk.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Die tijdsplanning van jullie…’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Wat kwam je doen eigenlijk?’
‘Normaal kom je nog even gedag zeggen als je thuis komt.’
‘Ja, nou, vandaag niet. Ik ga slapen.’
‘Jarno… Maak het nou niet moeilijker dan het al is.’
‘Ik? Ik maak het moeilijker?’
Hij keek vijandig, vooral door de manier waarop ik het zei. Het knakte in mijn hoofd.
‘Ik doe niet moeilijk. Dat ben jij. Ik ben een keer een avond gaan stappen en jij trekt mijn internet eruit, ik mag niets meer. En dan maak ik het moeilijk?!’
‘Je weet best waarom.’
‘O, je bent het niet eens met waar ik ben geweest? Dat ik iemand heb leren kennen?’
‘Het is niet normaal, en je weet niet half wat je je op je nek haalt met dat soort types.’
‘Het is wèl normaal! Jezus, wat ben jij een ouwe lul!’
‘Niet zo’n toon!‘ bulderde hij.
Ik trok een shirt over mijn hoofd. Ik ging hem negeren. Ik liep de badkamer in en begon mijn tanden te poetsen. Mond vol, geen antwoord meer mogelijk, wat hij ook zei. Hij keek kwaad, draaide zich om en trok de deur hard achter zich dicht. Ik spoelde, gorgelde en deed het licht in de badkamer uit. Ik trok mijn shirt weer uit, te warm. In mijn boxer liep ik weer naar buiten. Ik was kwaad. Ik ging terug naar binnen, pakte mijn telefoon en aarzelde. Ging ik Ralf nog een berichtje sturen? Vertwijfeld stond ik weer buiten op het terras. Wat was het nut? Ik bladerde door mijn lijst. Roelof. Ik wist wel dat ik hem een andere naam moest geven. Als mijn vader een Ralf tegen zou komen in mijn telefoonlijst dan had ik helemaal geen telefoon meer. Ik twijfelde en gooide toen de telefoon naar binnen op mijn bed. Ik ging op de grond zitten, mijn blote rug tegen de glazen pui. Dat was fris, ik kreeg kippenvel op mijn armen. Ik wreef ze warm en keek de tuin in. Mijn moeder liep de tuin in. Ik zag haar voorbij het hegje lopen dat tussen mijn stukje terras en het grote terras stond. Ze zag me zitten en liep naar me toe.
‘Jarno,’ zei ze zacht.
Ik zei niets, bleef kwaad vooruit kijken. Ze pakte een tuinstoel en ging zitten.
‘Jarno, maak het nou niet zo lastig allemaal.’
‘Hij moet niet zo moeilijk doen.’
‘Jarno, probeer hem een beetje te begrijpen.’
‘Het valt hem tegen dat zijn zoon homo is?’
‘Ben je dat wel echt?’
‘Ja,’ zei ik dwars.
Ze zuchtte. ‘Dat denk je maar. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Je gaat gewoon met de verkeerde mensen om.’
‘Als ik met vrienden hier in de wijk bij elkaar zit is het niet goed, als ik uit ga is het niet goed…’
‘Jorick is toch een aardige jongen?’
‘Ja. Die accepteert me tenminste zoals ik ben. Hij is de enige geloof ik.’
‘Die weet het van jou?’
‘Ja. En hij doet er normaal over.’
Mijn ouders en zijn ouders kenden elkaar goed, flitste door me heen.
‘Hij is zelf niet zo trouwens. Gewoon hetero. Maak je geen zorgen. En toch accepteert hij me. Apart hè?’
Ik zei het cynisch en dat kwam over.
‘Vroeg of laat kom je gewoon een leuk meisje tegen en dan blijkt het allemaal maar een fase te zijn.’
Ik zuchtte. ‘Ik denk het niet. En papa moet gewoon niet zo ouderwets doen.’
‘Dat is het niet, dat snap jij toch ook wel? Het klopt gewoon niet Jarno, wat je doet. Verzet je dan ook eens. Hij heeft het er moeilijk mee. Eerst Ruben, en nu dit… Je kunt voor hem toch wel je best doen?’
‘O, is dat het probleem? Hij heeft geen enkele normale zoon op de wereld kunnen zetten? Is dat het?’ Ik keek haar strak aan. ‘Sorry dan.’
‘Niet zo dwars, Jarno. Het lijkt wel of je het expres doet om hem dwars te zitten.’
‘Denken jullie dat echt? Denken jullie dat ik het zelf leuk vond? Overal lacht iedereen erom, schelden ze op homo’s. Hoe denk je dat zoiets voelt?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Doe het dan ook niet.’
Ik leunde met mijn achterhoofd tegen het glas en sloot mijn ogen. Ik schudde mijn hoofd en zuchtte. Zr stond weer op.
‘Denk nog maar eens na over wat ik gezegd hebt.’
‘Ja,’ zei ik maar.
Ze verdween, ik bleef zitten tot ik het echt koud kreeg. Ik sloeg mijn armen om me heen en wreef over mijn armen. Ik dacht aan Ralf, zijn verbaasde reactie over mijn terras. Zeker toen hij hoorde dat ik er naakt stond te bellen. In het schijnsel van de tuin zag ik dat mijn ouders het licht uit deden. Ze gingen slapen. Hun slaapkamer was aan de andere kant van het huis. Ik ging naar binnen en deed het licht uit. Mijn ogen wenden aan de duisternis. Buiten kon ik nog genoeg zien. Ik krabde aan mijn kruis. Zou Ralf nu nog aan mij denken? Ik trok mijn boxer uit. Hoe zou hij er uit zien, naakt? Ik zag de flauwe weerspiegeling van mezelf in de ruit. Een tijdje gelden had ik dat ook gedaan, mezelf bekeken in die ruit. Begin van de avond, mijn ouders niet thuis. Ik had naar mezelf gekeken toen ik me aftrok, de tuin in de weerspiegeling achter me. Als mijn vader dat wist dan werd hij gek. Dat was misschien nog wel het leukste ervan. Ik liet mijn voorhuid over mijn eikel glijden. Ik werd geil van het idee dat Ralf me hier zo zou kunnen zien. Nog beter, hij er bij, zoenend, naakt. Ik werd hard, trok me steeds sneller af. Ik ging op het gras liggen, het kietelde. Met een gesmoorde kreun kwam ik klaar op het gras. Niet uitvegen, zo laten opdrogen. Ik kreeg het nu echt koud. Ik ging naar binnen, sloot de schuifpui en kroop mijn bed in. Naakt. Dan liet ik maar wat vlekken achter. Ze mochten het voortaan weten van me.

Ik had geld gepind, rekende het draadloze apparaatje cash af. Niet traceerbaar op mijn bankrekening. Ik ging overal rekening mee houden. Mijn vader liet me niet los, dus kon ik maar beter voorzichtig zijn. Een beetje zenuwachtig was ik wel toen ik het installeerde. Maar het werkte! Ik was weer verbonden met de buitenwereld. Nu nog een plek vinden waar ik het ding kon opslaan. Makkelijk bereikbaar maar geen plek waar ze het snel konden vinden. Ik stuurde Ralf een bericht dat ik weer online kon zijn. Triomfantelijk. Ik keek naar het scherm en rekte me tevreden uit. Nog een paar dagen, dan was het vakantie. Tijd genoeg om dingen te doen overdag op internet. Ik ging dit winnen.

© 2011 Oliver Kjelsson