Uitzicht (deel 7)

Er was iets met hem. De opmerking van Roos echode door mijn hoofd. “Het zou zo maar eens kunnen.” Eigenlijk moest ik nu iets laten merken, maar dat durfde ik niet. Zag ik niet wat ik gewoon wilde zien? Kon ik wel nuchter oordelen? Maar hij was leuk, lief en breekbaar. Aanhankelijk leek het wel. Alles wat ik zei vond hij leuk, interessant. Ik leunde op de bar met mijn elleboog, hij stond voor me en keek me af en toe aan, staarde in mijn ogen bijna. Ik glimlachte op momenten dat het even stil was. Hij glimlachte weer terug, af en toe blonken de blokjes op zijn tanden. Achter hem stonden een jongen en een meisje, duidelijk onwennig. Zij lachte overdreven om zijn grappen, hij probeerde indruk te maken. Ik kon zijn gezicht niet zien. Hij boog iets voorover, legde zijn hand op haar arm en vroeg iets. Ik zag haar ogen oplichten, ze knikte. Hij draaide zich wat en stak zijn hand op naar een van de mensen achter de bar. Zij bleef naar hem kijken. Colin had zich verder met zijn rug tegen de bar gedraaid en keek rond, zijn lege glas in zijn hand. Voor ik er erg in had lag mijn hand tegen zijn rug, mijn arm op de bar. Hij keek me meteen aan.
‘Nog iets drinken?” vroeg ik vlak bij zijn oor.
Hij glimlachte en knikte. Mij hand liet zijn rug weer los en ik keek of ik de aandacht kon krijgen van iemand achter de bar. Ik stak twee vingers omhoog, een jongen knikte lachend en begon te tappen. Colin’s schouder duwde ineens tegen die van mij. Dat voelde goed. De twee glazen werden voor me neer gezet. Colin legde zijn hand op mijn arm.
‘Ik betaal wel, de vorige heb jij ook al betaald.’
Ik keek lachend opzij en keek meteen in zijn blauwe ogen. Heel even bleven we zo staan. Voor mijn gevoel langer dan de tel die het eigenlijk maar duurde. Colin betaalde, ik nam een slok van mijn glas. Dat had ik even nodig. Ik werd langzaam gek. Colin duwde zijn elleboog tegen mijn arm. Ik keek naar hem, hij knikte naar de verte.
‘Moet je Jan zien.’
Ik volgde zijn blik en lachte. Jan stond met een meisje te praten en het was aan heel zijn houding duidelijk te zien wat hij wilde. Indruk maken. Het lukte niet echt zag ik. Ze was maar half naar hem aan het luisteren en toen ze ook nog eens haar wenkbrauwen optrok naar een vriendin van haar met een zucht wist ik het zeker.
‘Geen schijn van kans,’ hoorde ik Colin naast me grinniken.
‘Nee. Geen enkele.’
We lachten. Weer keken we elkaar aan. Om me een houding te geven glimlachte ik maar een keer en nam nog een slok. Wat moest ik anders? Ik keek de kroeg weer eens rond. Rianne hing nog steeds tegen Freek aan. Ik miste Roos. Dit wilde ik met haar bespreken, ze had dit allemaal moeten zien. Ze had er vast een mening over, kon van een afstandje onze lichaamstaal wel doorgronden. Vooral die van Colin, die van mij voelde ik zelf wel. Hoe zou ze het hebben bij Ankie thuis? Misschien wel net zo wanhopig als ik hier. Ik glimlachte en keek hoe laat het was. Nog een kwartier, dan moest ik richting de bushalte van de nachtbus. Ik zag Freek zijn jas aan trekken, Rianne stond op hem te wachten. Hij kwam naar me toe en hield zijn hand voor me op.
‘Tot maandag.’
‘Tot maandag,’ zei ik.
‘Ik breng Rianne nog even naar de auto. Ik zie je straks wel bij de bus denk ik.’
‘Ik moet nachtlijn 2 hebben, dan ben jij al weg, denk ik.’
Hij knikte. ‘We zien wel. Groeten!’
Ik zwaaide en keek ze na.
‘Ik moet ook zo eens gaan,’ zei ik.
‘Moet ik je brengen naar de bushalte? Je mag wel achterop.’
‘Het is aan de overkant van het plein,’ zei ik.
‘O, ja. Dat is niet zo ver.’
Ik glimlachte. ‘Ik ga mijn jas eens zoeken.’
Colin volgde me, ik trok mijn jas van de stapel en nam meteen die van Colin mee. Hij stak zijn hand uit en pakte hem aan.
‘Dank je.’
Ik groette Joris en Senna en Jeroen.
‘Tot maandag.’
‘Tot maandag,’ zei Jeroen.
Hij en Colin keken elkaar aan en grijnsden. Even pakten ze elkaar vast.
‘Zie je,’ zei Colin.
‘Ik bel je wel.’
Colin glimlachte en liep voor me uit naar buiten. Ik keek nog een keer hoe laat het was, ik had nog tien minuten. De bushalte was twee minuten lopen, tijd genoeg. Op weg naar de deur kwamen we Jan nog tegen. Hij stond met een stel jongens te praten en lachte. Ik sloeg hem op zijn rug.
‘Maandag,’ zei ik toen hij zich omdraaide.
Hij grijnsde. ‘Maandag. Zie je Colin!’
Colin lachte zijn glimmende tanden bloot en liep door.
‘Hij staat er al,’ zei ik toen we buiten waren.
‘Mijn fiets staat daar vlakbij.’
‘Gelukkig is het nu droog.’
Samen liepen we verder. Hij bracht me helemaal naar de halte en stak zijn hand uit. Ik pakte hem vast en glimlachte.
‘Zie je,’ zei ik.
‘Zeker. Was gezellig vanavond.’
Ik knikte en knipoogde. Waarom deed ik dat nou weer? Hij glimlachte erom. Ik stapte in, kocht een kaartje en ging zitten. Hij bleef buiten staan wachten. Ik zat binnen en keek naar hem. Af en toe lachten we. Ongemakkelijk allemaal. De deuren sisten dicht en de chauffeur reed langzaam weg. Hij keek en zwaaide, ik zwaaide vrolijk terug. Als een verliefd stelletje. Als dat toch eens waar kon zijn.

Daar was mijn schuldgevoel weer. Ik lag in mijn bed en dacht terug aan alles wat er gebeurd was. Hij vond het waarschijnlijk gewoon een leuke avond, ik was verliefder dan ooit. Ik plukte allerlei indrukken bij hem weg. Die hand tegen zijn rug… Die knipoog… Hij had het waarschijnlijk niet eens door en ik genoot er van. Ik maakte misbruik van de situatie. En waarom? Waarvoor? Ik draaide me om in mijn bed en kroop tegen hem aan. Ik kuste zijn voorhoofd en kreeg een kus terug. Verder gebeurde er niets. Veel te verlegen. Slapen. Nu. Meteen. Hij draaide zijn hoofd weg in het kussen, weggedoken in mijn nek. Ik sloeg mijn arm om hem heen en beschermde hem. Wat was dat toch met hem?

Zondagmiddag belde Roos.
‘Bel ik ongelegen?’
‘Nee hoor,’ lachte ik, ‘ik zit op mijn kamer.’
‘Was jouw avond net zo wanhopig als die van mij?’
‘Behoorlijk.’
‘Vertel.’ Ze klonk nieuwsgierig.
‘Als eerste kwam ik Kaj tegen bij de bushalte.’
‘Bushalte?’
‘Ja, het regende een beetje, weet je nog?’
Ze lachte. ‘Ja, beetje maar.’
‘Nou, daar stond hij dus ook op de bus te wachten.’
‘Lekker.’
‘Ja, zeker wel. Hij moest de trein hebben, maar we hebben een hele tijd zitten praten onderweg.’
‘Gaaf man, eerste contact is gelegd.’
‘Ja.’
‘Je klinkt er niet echt blij mee.’
‘Jawel hoor, echt wel.’
‘Maar?’
Ik bleef even stil.
‘Remco? Vertel eens verder?’
Daarna begon ik te ratelen. ‘Ik weet het ook allemaal niet meer. Volgens mij is hij niet zo. Denk ik dan. Maar dan zegt hij weer dat hij me heeft gezien, ik stond naar buiten te kijken. Daar kan hij me niet herkend hebben, dat zie je niet. Dus hij moet me vooraf al gezien hebben en geweten hebben dat ik daar woonde. Hij kan mijn silhouet wel gezien hebben, maar meer niet. Dus kende hij me al van gezicht. Dan moet hij me toch in de gaten hebben gehouden?’
‘Ho, ho, niet zo snel.’ Ze dacht even na. ‘Dan moet hij jou in de gaten hebben gehouden, net zoals jij hem heb zitten bestuderen?’
‘Ja, zoiets.’
Ze lachte. ‘Klinkt goed.’
‘En dan de rest van de avond.’
‘Ja, hoe was het verder? Vast saai zonder mij.’
Ik grinnikte. ‘Beetje. Ik heb de hele tijd met Colin aan de bar staan praten.’
‘Zooooo, dat doe je goed. Met de rest neem ik aan.’
‘Nee, die stonden verderop. Ik ging wat te drinken halen en hij liep mee.’
‘Remco?’
‘Ja?’
‘Ik wou dat ik er bij was geweest. Hoe deed hij? Wat zei hij?’
‘Ik weet het niet. Raar allemaal. Alsof… Ik kan het niet uitleggen. De rest interesseerde hem niet, leek het wel.’
Ik hoorde haar glimlachen. ‘Ik zei je toch dat hij homo zou zijn.’
‘Doe niet zo raar.’
‘Weet ik. Maar een beetje hopen mag toch wel.’
‘Ja, hoe was jouw avond?’
‘Gaaf, Rem, echt. Ik kwam zeiknat aan, zelfs mijn bloes was nat. Ik mocht een trui van haar lenen. Ik heb de hele avond onderuit in een dikke trui van haar naar de film zitten kijken.’
‘Lekker.’
‘Ik heb hem nu weer aan. Ik mocht hem aanhouden om naar huis te rijden.’
Ik lachte, zij lachte mee.
‘Hij moet helaas straks de wasmachine in. Maar hij ruikt nu nog naar haar wasverzachter.’
‘Jij bent echt erg,’ lachte ik.
‘Mijn moeder komt naar boven. Ik zie je morgen wel. Vertel ik je de rest.’
‘Ho, niet zo snel. Hoe ging het verder? Is ze…?’
‘Geen idee Rem. Ik denk het niet. Zie je morgen!’
Ze sloot vrolijk af. Ik liet mijn telefoon naast me op bed vallen en glimlachte om de wasverzachter. Toen schoot me wat te binnen. Mijn sjaal! Ik ging de trap af met grote sprongen en trok mijn sjaal uit mijn jaszak. Terwijl ik terug naar mijn kamer liep duwde ik hem al tegen mijn neus. Er ging een vleugje van gel door mijn neus. Verder niets. Hij was nog een beetje vochtig voelde ik. Ik hing hem uit over de kastdeur en keek er naar. Rook nog een keer. Niets bijzonders. De zachte stof van de fleece streek over mijn wang. Ik zuchtte. Het kon wel weer even duren voor we weer gingen stappen. Dat deden we niet elke week, dat was veel te duur. Ik had een onrustig gevoel. Ik wilde zo lang niet wachten. Het was zo leuk geweest met zij tweeën aan de bar, dat gevoel moesten we vast houden, dat moest niet verwateren. Maar het kon wel een week of wat duren voor ik hem weer zou zien. Ik bekeek zijn Hyves weer. Hij was vrienden met Jeroen zag ik. Dat was ik ook. Ik kreeg het warm, dan kon ik hem toch ook toevoegen? Ik kon hem toch gewoon via Jeroen gevonden hebben? Hij hoefde niet te denken dat ik hem speciaal aan het zoeken zou zijn geweest. Ik klikte op de button. Vriendjesverzoek. Voor ik er bij na kon denken had ik op verzenden geklikt. Ik kon niet meer terug, maar dat wilde ik ook helemaal niet. Tevreden stond ik op en schoof mijn gordijnen opzij. Ik keek naar de flat en naar de parkeerplaats. Het was rustig, typisch begin van een zondagavond. Kaj kwam beneden uit de flat gelopen. Hij keek en hij zwaaide. Ik zwaaide terug. Hij glimlachte en keek vrolijk. Bij de hoek van de flat keek hij nog een keek om en stak zijn hand nog een keer op. Daarna verdween hij uit beeld, tas over zijn schouder, op weg naar de bushalte. Op weg naar huis. Het moest allemaal niet gekker worden.

Roos kwam meteen naar me toe maandagochtend. Ze grijnsde, ze dacht waar ik aan dacht. We hadden allebei een rare zaterdagavond achter de rug. Een wanhopige avond misschien wel. Maar ik genoot er nog steeds van als ik er aan terug dacht. Ik wilde er in blijven geloven, ik wilde er niet over nadenken dat hij waarschijnlijk gewoon hetero was. Hij? Allebei. Colin en Kaj. Kaj was door die zondagmiddag en het zwaaien naar mij weer helemaal terug in mijn gedachten. Ik had vooruitgang geboekt, hij kende me, vond me leuk. Leuk genoeg om mee te praten en naar te zwaaien in ieder geval. Ik had zijn Hyves nog bestudeerd. De jongen die jarig was had hem nog bedankt voor zijn aanwezigheid. Even kijken op zijn profiel dan maar. Mooi, foto’s van zijn feestje in de kroeg. Kaj stond er ook een paar keer op. Rechter muisklik, opslaan. Met een jongen. Arm om zijn schouders heen. Duidelijk gedronken, dat kon je zien. Maar de manier waarop hij hem vast hield, het zette me aan het denken. Zou hij dan toch…? Ik wou het maar al te graag denken. Hij was lief geweest, en opgewonden, onder de douche en daarna in mijn bed.
‘Waar denk je aan?’ haalde Roos me weer uit mijn gedachten.
‘Wat denk je?’
‘Kroeg?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Ook wel hoor, maar vooral flat tegenover me.’
‘Heb je hem nog gezien dan?’
‘Gisteren liep hij naar de bushalte. Hij keek naar mijn raam en zwaaide.’
‘Ik moet die jongen eens zien. Eens kijken of hij misschien ook zo is.’
Ik lachte met haar mee. Ankie kwam naar ons toe.
‘Hoi,’ zei Roos vrolijk en een beetje verlegen tegelijkertijd. ‘Jouw trui hangt nog te drogen, ik neem hem morgen wel mee.’
‘Ik kan hem vanmiddag ook op komen halen als je wil? Dan rij ik na school met je mee.’
‘O. Ja. Dat kan ook. Als je het niet teveel moeite vindt.’
‘Nee, gezellig juist.’
Ik liet ze maar even alleen. Met een grijns naar Roos draaide ik me om en liep naar de rest. Jeroen keek me aan, al een tijdje, ook toen ik nog bij Roos stond. Geen vervelende blik, het viel me gewoon op.
‘Heel thuis gekomen met de bus?’ vroeg hij lachend.
‘Zeker, ik was mooi op tijd.’
‘Ja, dat vertelde Colin me al.’
‘Ga ik vaker doen denk ik, met de bus,’ zei ik er meteen achteraan.
Wacht even. Zei hij nou Colin?
‘Heb je Colin nog gesproken gisteren?’
Jeroen knikte. ‘Gistermiddag. Hij belde me wakker.’
‘Was gezellig. Aardige jongen.’
Jeroen glimlachte. ‘Je krijgt de groeten van hem.’
Daar werd ik verlegen van. ‘Doe hem de groeten terug.’
‘Doe ik. Hij vertelde dat je hem had toegevoegd op Hyves.’
‘Ja,’ lachte ik, ‘ik zag hem in jouw lijst staan.’
Hij glimlachte. De zoemer onderbrak ons. Tijd om naar binnen te gaan, de week was weer begonnen. Samen met Freek liep ik naar ons lokaal.
‘Ik heb nog een compliment gekregen,’ zei Freek voor zich uit.
‘Van wie?’
‘Van haar moeder,’ grijnsde hij.
‘Haar moeder?’ lachte ik.
‘Ja, ze was wat te laat, ik ben bij Rianne gebleven tot ze er was. Vond ze netjes, dat ik haar niet alleen had laten staan.’
‘Had je haar al eens gezien?’
‘Nope. Nog nooit.’
Ik lachte.
‘Wel mijn bus gemist. Ik heb mijn vader moeten bellen.’
‘Dat was het wel waard toch?’
‘Dacht het wel,’ grijnsde hij nog breder. ‘We hebben elkaar net op tijd losgelaten, haar moeder kwam net om de hoek van de straat.’
Lachend gingen we zitten. De les begon en ik dwaalde weg met half gesloten ogen. Ineens sperde ik ze weer open. Jeroen wist dat ik op zijn Hyves was geweest. Maar Colin had hem wakker gebeld. Dat klopte niet. Dat toevoegen had ik pas in het begin van de avond gedaan. Sterker nog, ik had niet meer gezien dat hij mijn verzoek had gezien en er op had geklikt. Ik ging er tenminste van uit dat hij mij nu in zijn vriendenlijst had staan. Daar moet hij Jeroen apart over gebeld hebben later in de avond! Ik schrok op van een schop tegen mijn enkel.
‘Wakker blijven,’ fluisterde Freek grinnikend.
Ik keek even opzij en glimlachte alsof ik maar half wakker was en het me allemaal niet interesseerde. Maar van binnen gloeide ik.

Wat moest ik nu doen? Ik kon moeilijk aan Jeroen vragen gaan stellen. Geen directe in ieder geval. In zijn buurt blijven dan maar, kijken of er nog informatie voorbij kwam. Dat moest ik dan wel vandaag doen, als ik over een paar dagen pas over het avondje uit zou beginnen dan sloeg het nergens meer op. In de pauze zocht ik hem weer op. Dat was niet zo moeilijk, we kwamen toch wel bij elkaar. Maar ik zorgde wel dat ik vlak bij hem kwam te staan.
‘Het was voor jullie gelukkig wel droog toen we naar huis gingen,’ probeerde ik lachend.
Hij lachte mee. ‘Gelukkig wel. Nou hoef ik niet zo ver, dat scheelt.’
Fijn, ik sloeg meteen dicht, wist niets meer te zeggen.
‘Colin moet veel verder,’ ging hij door.
‘Ja, hij vertelde het me.’
Ik wilde nog zoveel vragen. Ik moest geduld hebben, ik kwam vanzelf meer te weten. Eén ding kon ik nog wel vragen vond ik.
‘Op welke school zit hij eigenlijk?’
‘Die school vlak bij waar hij woont. Je weet wel.’
Ik knikte. ‘Leuk.’
‘Nou…’
‘Hoe bedoel je?’
Hij maakte een ontwijkende grimas met zijn gezicht. ‘Laat maar.’
Fijn, nu was ik helemaal nieuwsgierig.
‘Maar het is veel dichterbij dan onze school. Dat scheelt.’
‘Ja, dat lijkt me ook.’
Jeroen zei niet veel meer. Af en toe leek hij in gedachten. Ik kon er niet naar vragen. Straks als ik thuis was ging ik meteen kijken of Colin me had toegevoegd op zijn Hyves en kijken of ik nog meer aanwijzingen kon vinden nu ik meer wist en meer verbanden kon leggen. Roos kwam er bij staan en daar was ik blij mee. Ik wist toch niets meer te zeggen tegen Jeroen. Ze sloeg een arm om me heen en knuffelde me even. Daarna liet ze me meteen weer los. Ankie kwam naar buiten.

Colin had me toegevoegd op Hyves, maar dat was het dan ook. Geen berichtje verder, niets. Ik bekeek alles nog eens een keer maar veel nieuwe dingen kon ik niet ontdekken. Ook bij Kaj was er niets nieuws. Ik zuchtte. Ik moest geduld hebben. Uitgaan kon nog wel even duren en de kans dat ik Kaj weer eens tegen kwam was helemaal onzeker. Ik wilde Colin eerder zien. Ik wilde niet wachten. En Kaj ook. Geen toeval meer, geen klein busritje. Ik wilde hem hier hebben. Welke van de twee? Kaj schoot als eerste door mijn gedachten heen. Hij was vrijer op een of andere manier. Geen idee waarom, maar door de stilte van Colin had ik het vermoeden dat hij er helemaal niet over nadacht. Ik keek hoe laat het was. Ik had nog een uur alleen thuis, voordat mijn moeder thuis zou komen. Ik trok de gordijnen een stuk dicht en liet me op mijn bed vallen. Kaj lag er al.

Later op de avond had ik nog een berichtje achtergelaten bij Colin, op zijn profiel. Ik was benieuwd of hij zou reageren. Ik bleef het de rest van de avond in de gaten houden, maar er kwam niets terug. Voor ik de volgende ochtend naar school ging keek ik nog een keer. Niets. Licht teleurgesteld fietste ik naar school. Het ging weer een saaie dag worden vreesde ik. Maar iedereen was er en er werd gelachen in de pauzes.
‘Gaan we donderdagmiddag de stad in?’ vroeg Joris.
‘Mij best,’ zei Freek. ‘Lijkt me wel gezellig.’
Iedereen reageerde vrolijk op dat vooruitzicht.
‘Ik zal Colin een sms sturen,’ zei Jeroen.
‘Zeg maar dat ie van mij mee moet,’ grijnsde ik.
Jeroen glimlachte. ‘Doe ik.’
Ik keek naar zijn vingers die het berichtje typten. Hij drukte op verzenden en keek weer naar me.
‘Die reageert vandaag nog wel.’
Ik knikte tevreden en liep met de rest mee naar binnen. In de volgende pauze kwam Jeroen weer meteen naar me toe.
‘Hij kan niet donderdag.’
‘Niet? Jammer.’
Ik was teleurgesteld, maar dat probeerde ik een beetje te verbergen.
‘Hij moet naar de tandarts,’ ging Jeroen verder. ‘Die baalt nu flink, dat weet ik zeker.’
‘Ja. Volgende keer kan hij toch wel weer mee?’
‘Misschien.’
Zijn telefoon piepte. Jeroen keek en las. Hij glimlachte en typte weer wat terug.
‘Of we niet morgen kunnen gaan,’ glimlachte hij terwijl zijn telefoon weer in zijn broekzak verdween. ‘Maar dan hebben wij tot laat nog les.’
‘Colin?’
Hij knikte.
‘Ik zal hem vanavond nog wel een keer een bericht sturen op Hyves.’
‘Vindt hij vast leuk.’
‘Hij doet er niet zoveel mee, hè?’
Jeroen schudde zijn hoofd. We keken elkaar aan, hij zag mijn vragende gezicht. Maar dat kwam ook door manier waarop hij zijn hoofd schudde. Hij keek even rond en zuchtte kort.
‘Weet je,’ begon hij. ‘Zoveel vrienden heeft hij niet.’
Ik zweeg, hoopte dat hij verder zou praten.
‘De laatste tijd gaat het wel, maar hij is flink gepest op die school.’
‘Da’s kut.’
Jeroen knikte. ‘Daarom vond hij het ook te gek dat wij vroegen of hij mee wilde gaan stappen.’
‘Kan ik me voorstellen.’
Jeroen keek me aan. ‘Hij vond het apart om de hele tijd met jou aan de bar te staan. Jij, iemand die hem eigenlijk niet eens goed kent.’
Ik bloosde een beetje. Jeroen glimlachte.
‘Dus geloof me, hij gaat de volgende keer zeker weer mee.’
‘Mooi,’ zei ik.

Goed, dat was het dus. Ik lag op mijn rug op mijn bed. Colin werd gepest vroeger, had weinig vrienden. Vandaar dat hij me zo gezellig vond. Daar was niets mis mee, het was goed zelfs, maar het verklaarde een hoop. Het idee dat ik had dat hij misschien iets voor me voelde klopte dus niet. Hij had gewoon een nieuwe groep vrienden leren kennen. Wij kenden zijn geschiedenis niet, hij kon bij ons helemaal zichzelf zijn. Waarom zocht hij mij dan uit om alleen mee bij de bar te gaan staan? Waarschijnlijk omdat Joris en Freek een vriendin hebben. Roos was er niet bij. En hij moet aan mij gemerkt hebben dat ik hem wel een aardige jongen vond. Dat ik hem ook erg leuk vond, dat zal hij wel niet gemerkt hebben. Dan had hij vast anders gereageerd. Hij zou wel uitkijken om met een homo om te gaan als hij al genoeg gepest was. Dat maakte mijn positie wel meteen duidelijk. Ik draaide me op mijn zij, ging daarna op mijn buik liggen. Ik drukte mijn hoofd in mijn kussen. Wat een puinhoop. Een klein lichtpuntje had ik wel. Als hij het ooit van mij te weten zou komen zou hij er wel goed op reageren dacht ik. Hij wist wat het was om buiten gesloten te worden. Dat zou hij zelf nooit doen. Zover kon ik hem wel inschatten. Maar voor de rest? Hij zocht gewoon vrienden, via Jeroen en Jan. Ik was weer terug bij af. Weinig uitzicht op meer.

Het enige uitzicht dat ik nog had was de flat tegenover mij. Jeroen praatte niet meer over Colin. Wat was er ook nog te vertellen? Ik had hem donderdagavond nog een berichtje gestuurd via zijn profiel en gevraagd hoe het bij de tandarts was geweest. Daar had hij wel weer vrolijk op gereageerd. Verder bleef het stil. Ik moest het doen met de mensen tegenover me die in en uit hun huis liepen. Het was al een tijdje rustig bij de flat van het ruziënde stel. Geen sensatie meer. Ik dacht aan Kaj, ik had net nog op zijn Hyves zitten kijken. Niets bijzonders. Ik zuchtte en rekte me uit. Het was weekend. Hoera. Ik had nog geen idee wat ik met die twee dagen zou moeten gaan doen. Gamen waarschijnlijk. Freek had geen tijd, die ging zaterdag de stad in met Rianne, daar had hij me niet bij nodig. Ik deed de ramen open en bleef nog even staan kijken. Een saai kutweekend zou het gaan worden. Er draaide een zwarte Volvo de parkeerplaats op. Stationwagen. Flinke bak. Hij stopte voor de deur van de flat. Een man stapte uit en liep naar de achterkant van de auto. De klep ging open, hij pakte er twee tassen uit en zette die op de stoep. Daarna ging aan de andere kant de deur open. Langzaam kwam het hoofd van Kaj boven de auto uit. Mijn hart bonkte even een keer. Hij liep naar de man, schudde een keer zijn hoofd. Daarna glimlachten ze naar elkaar. Ze pakten elkaar vast, waarbij zijn vader hem een paar keer op de rug klopte. Kaj bleef staan en zwaaide zijn vader uit. Daarna hing hij de twee zware tassen over zijn schouders en raapte het rugzakje en een laptoptas op. Hij keek omhoog, we zwaaiden tegelijk. Ik met een brede grijns, hij gewoon vrolijk. Hij ging naar binnen, ik zag onder de brievenbussen door zijn schoenen bij de lift staan wachten. Twee grote tassen? Dat was niet voor een weekendje. Ik hoopte maar dat zijn vader een flinke reis ging maken. Half jaar of zo. Minstens. Ik bleef maar niet staan, dat zou te veel opvallen. Ik ging weer achter mijn bureau zitten, maar wel zo dat ik van buitenaf te zien was. Daar ging hij, over de galerij, met zijn bagage. Hij keek weer en stak zijn hand weer op. Ik zwaaide terug. Daarna ging hij naar binnen. Ik zuchtte, het leek wel een opluchting. Mijn weekend zag er ineens een stuk leuker uit.

Liggend op mijn rug dacht ik na. Ik moest weer met hem in contact komen, maar hoe? Ik had er de hele vrijdagavond en nacht nog verder aan zitten denken, maar ik wist het niet. Geduld dan maar. Misschien moest ik eens met de bus naar school gaan, dezelfde bus als hij, maar daar trapten mijn ouders nooit in. Ik kon net doen alsof ik een lekke band had, maar dan kon ik altijd nog de fiets van mijn vader of moeder lenen. En alle drie tegelijk een lekke band, dat ging opvallen. Dit was een lastige opgave. Mijn moeder riep, ze gingen even de stad in, inkopen doen. Ik riep dat ik het gehoord had en luisterde. Ik hoorde door mijn open raam de deuren van de auto dichtslaan, de motor starten en ze wegrijden. Ik stond op, keek ze na en sloot toen mijn ramen. Daarna trok ik de gordijnen dicht. Tijdje geleden alweer dat ik dit gedaan had. Maar Kaj was weer volop in mijn gedachten en daarom kwam hij nu ook mijn kamer in. We pakten elkaar meteen vast. Ik wilde geen tijd verliezen, ik schuifelde met hem naar mijn bed en ik liet me er op vallen. Kaj gniffelde, maakte mijn broekriem los en sjorde mijn broek over mijn bovenbenen. Dat ging nog niet zo gemakkelijk, zo liggend. Ik trok zijn shirt over zijn hoofd, zijn arm sloeg om me heen, zijn hand streelde mijn naakte rug. Hij griste het dekbed en gooide dat over ons heen. Hij kuste me, ik trok hem meteen dicht tegen me aan en zoende terug. Mijn lippen wreven over die van hem, mijn natte bovenarm kuste mijn wang. Hij had dezelfde deodorant, rook ik. We lachten. Ik was hard en hij niet minder. Ik had hem vast en trok hem af, in hetzelfde ritme als hij mij. Zijn hand duwde tegen mijn schouder en rolde mij op mijn rug. Hij hield zijn hand stil, ik stootte mezelf naar een hoogtepunt. Hij kwam al, voelde ik, zijn nagels knepen in mijn nek. Niet veel later spanden mijn spieren zich en voelde ik mijn ontlading op mijn borst en buik vallen. Zuchtend ontspande ik. Ik bleef zo liggen, veegde ondertussen mijn buik schoon. Ik kreeg nog een kus van hem, daarna lagen we stil. Ik dreef wat weg in mijn gedachten. Buiten zag ik iemand over de galerij lopen, naar de hal. Ik slikte en ging rechtop zitten. Het was Kaj. Hij keek even maar liep gewoon door. Hij kon me niet zien. Ik stond op, bleef op een klein afstandje van het raam staan en zag hem op de lift wachten. Mijn hand speelde met mijn half weggezakte erectie. Kijkend naar degene die dat veroorzaakt had. Ik grijnsde. De liftdeuren gingen open, hij keek nog een keer om. Zonder gordijnen zou hij me in vol ornaat hebben zien staan. Maar het was gewoon eenrichtingsverkeer. Nog wel, hoopte ik.

Een uur later kleedde ik me weer aan en ging achter mijn pc zitten. Er gebeurde niet veel. Freek was niet online, waar Roos was wist ik niet. Ik vertelde het haar maandag wel, dat Kaj er weer was. Mijn ouders kwamen weer thuis. Ik riep dat ik ze gehoord had en ging verder met het spelletje. Ik verveelde me. Onrust op een of andere manier. Het gamen wilde ook niet echt lukken. Ik rekte me uit, het werd al bijna weer donker buiten. Langzaam werd het later, en donkerder. Ik deed het licht aan, maar liet mijn gordijnen open. Kaj mocht zien dat ik op mijn kamer zat. Ik vroeg me weer af of mijn vermoeden juist was. Of hij weer de hele week hier zou zijn. Ik werd nieuwsgierig en ging voor de zoveelste keer op zijn profiel kijken. Ik klikte het aan bij mijn favorieten en logde in. Verder dan mijn eigen profiel kwam ik de eerste paar tellen niet. Ik kreeg het warm. Er was een berichtje.

“Kaj wil je toevoegen als vriend.”

© 2010 Oliver Kjelsson