Colin fietste naast me, tevreden blik op zijn gezicht, alsof hij iets belangrijks gewonnen had.
‘Vertel nou,’ zeurde ik.
‘Ik mag niks zeggen,’ plaagde hij.
‘Nou!’
Hij keek naar me en lachte. ‘Ach, het maakt ook niet uit. Roos belt of sms’t toch nog wel vanavond. Ankie is gay, daar is niets bisexueels aan. Eén keer raden wie ze erg leuk vindt.’
‘Roos?’
Colin knikte. ‘Al maanden.’
‘Heb je haar verteld dat Roos hetzelfde voor haar voelt?’
Hij keek schuldig. ‘Ik moest wel. Nou ja… Ik vond dat ik het moest doen. Slecht misschien, maar in dit geval mag ik haar verraden vind ik.’
Ik grijnsde en gaf hem al rijdend een kus. We vielen bijna om.
‘Goed gedaan,’ zei ik.
‘En nog moest ik haar overtuigen het vanavond tegen Roos te vertellen.’
Ik lachte.
‘Goed, als Roos je niet belt, dan heeft Ankie dus niets durven zeggen. Je houdt je mond.’
‘Doe ik. Wel moeilijk hoor.’
Colin grinnikte. ‘Ja. Heel moeilijk zelfs.’
Roos belde me al toen ik nog bij Colin in de garage stond. We hadden onze plek op de hoek verruild met zijn garage. Veel beter. Droog als het regende en we stonden niet in het zicht. Zijn ouders sliepen altijd al als we zo laat waren.
‘Hey Roos,’ zei ik lachend.
‘Rem! Je raadt het nooit!’
‘Wat raad ik nooit?’
Colin had me nog vast, hing tegen me aan, zijn armen om me heen, zijn hoofd op mijn schouder. Hij grinnikte in mijn oor.
‘Uhm, Ankie. We hebben gezoend!’
Ik lachte alleen maar.
‘Maar dat wist jij zeker al?’
‘Nou…’
‘Ik ga Colin zo’n dikke kus geven als ik hem zie, niet normaal.’
‘Doe ik wel voor je.’
Ze lachte.
‘Nu meteen zelfs als je wil.’
‘Ben je nog bij hem?’
‘Ja, ik ben een beetje laat.’
‘Nou, doe maar. Maar als ik hem zie krijgt hij er nog eentje.’
Ik lachte. Mijn hand wreef over zijn rug. Colin plaagde me. Zijn voet wreef langs de binnenkant van mijn been.
‘Ik ben ondertussen thuis,’ zei Roos. ‘Ik spreek je nog.’
‘Is goed. Roos?’
‘Ja?’
‘Gefeliciteerd.’
Colin tilde zijn hoofd op en staarde in mijn ogen.
‘Mooi,’ zei ik.
Colin zei niets. Hij glimlachte alleen maar en knikte. Ik voelde zijn handen tegen mijn rug duwen. Hij zoende me traag. Er schoot een gloed door me heen. Dit was een mooie avond. Hij kreunde zachtjes toen ik hem in zijn bil kneep. Dat had hij niet moeten doen. Nu wilde ik meer. Nu. Hier in die garage.
Het zag er grappig uit op maandagochtend. Ankie en Roos stonden bij elkaar, druk bezig niet op te vallen terwijl ik met Colin sms’te. Roos straalde. Ankie grijnsde alleen maar naar me. Ik kreeg er goede zin van en dat was te merken. Ik was vrolijk, maakte grappen en lachte. Dat bleef de hele dag zo.
‘Wat heb jij?’ vroeg Freek toen we samen naar huis fietsten aan het einde van de dag.
‘Niets bijzonders, hoezo?’ zei ik onschuldig.
‘Kom op zeg. Je bent de hele dag uitgelaten, anders dan anders.’ Hij dacht even na. ‘Dat ben je al een tijdje zelfs.’
Ik haalde mijn schouders op. Freek keek me aan en lachte.
‘Ik zie het gewoon aan je. Ben eens eerlijk.’
Ik wilde het nog steeds blijven ontkennen, maar daar gaf hij me de kans niet voor.
‘Kom op man, je kunt het mij toch wel vertellen? We vertelden elkaar altijd alles!’
Daar pakte hij me op mijn schuldgevoel.
‘Roos?’
‘Wat is er met Roos?’
‘Is er toch niets iets aan de hand tussen jullie?’
Ik glimlachte. ‘Nee, we hebben niets, dat weet je.’
‘Wat niet is kan toch komen?’
‘Alles kan,’ zei ik.
Freek glimlachte. ‘Ik hou mijn mond wel tegen de rest. Mooi man.’
‘Freek…’ zuchtte ik. Ik keek naar hem. ‘Laat maar.’
Waarom was het allemaal zo moeilijk? Waarom kon ik niet over die drempel heen stappen om het Freek te vertellen? Was ik dan zo bang voor zijn reactie? Ik zat voor mijn raam naar buiten te staren, diep in gedachten. Nog een uur voor mijn ouders thuis zouden komen. Ik schudde mijn hoofd. Het was alweer een tijd geleden dat ik meteen als ik thuis kwam op bed ging liggen. Ik deed het nog vaak genoeg hoor, vooral onder de douche. Soms zomaar ineens, achter de pc. Ik had er nu geen zin in. Ik wilde Colin. Ik was verwend, wat dat betreft. Met Colin was het zoveel leuker. De lamellen op de kamer van Kaj stonden een stukje open. Hoe zou het met hem zijn? Ik hoopte maar voor hem dat hij zijn vriend nog had. Ik had zijn Hyves al een tijd niet meer bekeken. Dat lag achter me. Ik dacht ineens aan dat profiel dat ik op die gay-site had gemaakt toen. Ik draaide me om, plofte op mijn bureaustoel en startte mijn computer op. Toch eens kijken. Ik moest zelfs even zoeken wat mijn inlogwachtwoord was. Ik had een flinke rij met privéberichtjes. Veel zeiden ze niet, pogingen tot een eerste kennismaking. Als ik hun profiel bekeek kon ik wel raden hoe ze me gevonden hadden. Via Kaj. Ik klikte verder en zocht naar de manier om mijn profiel te deleten. Ik deed er verder toch geen bal mee. Dat ging nog niet zo makkelijk. Na drie keer zoeken had ik gevonden hoe ik dat het beste kon doen. Ik rekte me tevreden uit. Daarna zocht ik de Hyves van Kaj op. Eens kijken waar hij tegenwoordig mee bezig was. Ik keek en kwam tot de conclusie dat het nog steeds hetzelfde was. Veel vrienden, altijd bezig. Zijn vriendje stond nog in zijn lijst, dus die zouden nog wel bij elkaar zijn. Ik glimlachte. Rare gast. Ik keek op mijn eigen profiel waar niet veel gebeurde zoals gewoonlijk en keek op die van Colin. Ook daar was alles nog hetzelfde. Hij deed er erg weinig mee, wist ik. Ik keek in zijn vriendenlijst en glimlachte tevreden. Kaj stond er niet meer tussen.
‘Morgenavond wat te doen?’ vroeg Roos me op donderdag.
‘Ik ga naar Colin denk ik.’
‘Denk je?’ Ze lachte. ‘Weet je dat niet zeker?’
‘Nee.’
‘Hoezo niet? Is er iets?’
‘Het kan ook zijn dat hij naar mij komt,’ grijnsde ik.
‘Zin in een film?’
‘Een film? Als in “naar de bioscoop”?’
‘Als in DVD, op tv, bij Ankie thuis. Met Colin uiteraard.’
Ik had er meteen zin in. ‘Leuk,’ zei ik enthousiast.
‘Als jullie zin hebben hoor, Ankie kwam met het idee.’
‘Ik bel hem straks wel even. Maar volgens mij vindt hij dat wel leuk hoor.’
‘Mooi.’
‘Komen er nog meer?’ vroeg ik zo serieus mogelijk.
Ze deed haar mond open, zag me kijken en lachte toen.
‘Ja, natuurlijk,’ grinnikte ze. ‘Ik vraag iedereen, nou goed? Gek.’
‘Mooi.’
Ze sloeg me en dat liet ik niet op me zitten. Kietelend liet ik haar het halve plein voor de school zien. Ankie bekeek het lachend. De rest keek ook, en trok eigen conclusies. Ze deden maar.
Het was even zoeken, maar ik herkende de fiets van Roos die op het tuinpad stond. Ankie deed open, ik zag door de open deur Roos door de kamer lopen.
‘Hey, kom binnen,’ lachte Ankie.
Roos was vrolijk. Ik kreeg een kus van haar, Colin daarna. Colin ging in één van de twee banken zitten, ik naast hem. Met een brave afstand ertussen. Het was raar. Roos en Ankie waren zo anders tegen elkaar dan op school. Alsof ze elkaar al jaren kenden. Losser, vrijer. Even kort een hand op de knie van de ander, een glimlach naar elkaar. Het werkte aanstekelijk. Colin begon. Hij steunde met zijn hand op mijn been om iets van tafel te pakken. Het kon hier gewoon! Zonder rekening te houden met de rest, wat die er misschien wel van zouden denken.
‘Gaaf dit,’ zei Roos toen ze me zag kijken.
Ik glimlachte, zeker toen Colin wat dichter bij mij was komen te zitten.
‘Misschien heeft Colin wel gelijk,’ ging ze verder.
‘Gelijk?’ vroeg ik verbaasd met tegelijkertijd een blik naar Colin.
‘Waar jullie het over gehad hebben,’ zei Roos tegen hem, ‘met Ankie in de kroeg. Zij jouw vriendin, ik die van Remco.’
‘Zou dat werken?’ vroeg ik.
‘Nou ja,’ zei Colin, ‘zo dik hoeven we het er ook niet op te leggen. Maar ze denken het toch al. Gewoon er voor zorgen dat ze dat zo blijven denken.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik weet niet hoor. Freek gaat meteen vragen stellen. Ik heb geen zin om te gaan liegen of zo.’
‘Zou je denken?’ vroeg Roos.
‘Hij doet nu al niets anders. Ik moet hem er iedere keer weer van overtuigen dat er niets is tussen ons.’
Colin lachte. ‘Ideaal toch?’
Ik haalde mijn schouders op en ging tegen hem aan hangen. Ik wilde eigenlijk gewoon het vriendje van Colin zijn, zonder “maar”. Zonder moeilijk te doen. Colin aaide een keer over mijn been, daarna ging ik weer recht zitten. Ik kreeg een Dvd-doosje in mijn schoot geworpen.
‘Goedgekeurd?’ vroeg Roos.
Ik keek en knikte. ‘Mij best.’
‘Nog iets drinken?’ vroeg Ankie.
‘Bier?’ vroeg Colin.
Ankie stond op en kwam terug met twee flesjes. Daarna zette ze twee wijnglazen en een fles op tafel.
Colin boog voorover een keek. ‘Wat is dat voor iets?’
‘Kruidenwijn,’ zei Ankie terwijl ze hem open draaide. ‘Spotgoedkoop en nog lekker ook.’
Colin pakte de fles en begon het etiket te bekijken. ‘Zit flink wat in.’
Hij draaide de dop los, rook en trok een raar gezicht. ‘Apart.’
‘Maar lekker,’ zei Roos toen ze de fles uit zijn handen trok.
Ze schonk twee glazen in en zette de fles terug op tafel. Colin pakte hem weer. Ik hing tegen hem aan en las mee op het etiket. Er stond een lijstje met kruiden op.
‘Voor elke kwaal zit er wel iets in geloof ik,’ lachte hij.
‘Jij staat er ook bij,’ zei ik tegen Roos.
‘Wie, ik?’
‘Ja, er zit rozemarijn in.’
‘Zo heet ik niet.’
‘Rozemarijn, Rozemarije, dat maakt niet uit.’
Colin grinnikte. ‘Heet jij Rozemarije?’
‘Van wie heb je dat?’ vroeg Roos aan mij.
‘Joris geloof ik.’
‘Ik doe hem iets.’
Ik lachte. Colin zat nog steeds te lezen. ‘Je doet wel veel. Stimuleert de bloedsomloop, zenuwversterkend… Is ook wel nodig met jou, dat zenuwversterkende.’
‘Zeg!’
‘Antiseptisch en…’ Hij schoot nu echt in de lach. ‘Windverdrijvend!’
Ik lachte mee, Ankie ook.
‘Jij rotzak,’ mopperde Roos en stond op om de fles terug te pakken.
Colin lachte nog steeds en gaf de fles terug. Ankie zette de film aan. Af en toe pratend tussendoor volgden we de film. Colin was tegen me aan gaan hangen, mijn arm lag los om hem heen. Mijn maag borrelde. Colin keek omhoog.
‘Jouw maag borrelt.’
‘Ik weet het.’
‘Ga even bij Roos zitten dan.’
‘Bij Roos?’
‘Uhu. Windverdrijvend.’
Ik grinnikte. Roos kwam net terug uit de keuken en gaf hem een klap tegen zijn hoofd.
‘Ey!’ zei Ankie lachend. ‘Doe eens voorzichtig met mijn schatje.’
‘Ow, ja, sorry,’ grinnikte Roos. ‘Maar hij vroeg er om.’
Colin lag met zijn hoofd op mijn benen, nadat hij was weggedoken voor Roos haar hand. Ik streelde zijn hoofd een keer en liet mijn hand op zijn schouder liggen. Roos keek en knipoogde. Colin ging weer rechtop zitten en gaf me een kus. Helemaal niet het schatje van Ankie, hij was van mij.
Colin was twee weken later gespannen tijdens het stappen. Eerder was hij nog vrolijk en uitgelaten geweest. Ik ook, mijn ouders waren een weekend weg, hij bleef bij mij slapen. We waren samen naar de stad gereden nadat hij zijn spullen bij mij had gedumpt. Onderweg haalden we Roos en Ankie nog op. En ineens, na een half uur in de kroeg was hij stil. Jan was de oorzaak, dat had ik wel door. Geen idee wat hij gezegd had, ik was er niet bij, maar Colin was er stil van. Ik was bij hem gaan staan, maar hij zei niet veel toen ik er naar vroeg.
‘Vertel ik je vanavond wel,’ was het enige wat hij zei.
‘Colin, kom op. Wat is er?’
Hij leunde tegen de bar en staarde naar de grond.
‘Colin?’ vroeg ik nog een keer bezorgd met mijn hand op zijn arm.
Hij trok zijn arm terug, fel bijna. Roos zag het van een afstandje en kwam naar ons toe. Ankie volgde. Ze keek onderzoekend naar Colin en daarna naar mij. Colin keek omhoog. Ik volde zijn blik en kwam uit bij Joris en Senna. Hij keek naar mij en sloot even zijn ogen.
‘Ik ben even pissen,’ zei hij.
Hij duwde zich van de bar en liep zonder verder nog iets te zeggen weg.
‘Wat heeft die ineens?’ vroeg Ankie.
‘Ik heb geen idee,’ zuchtte ik.
Colin kwam terug, zei nog steeds niets en bestelde wat te drinken. Jan kwam onze kant op. Ik zag Colin zijn kaken op elkaar klemmen, er bewoog een spiertje op zijn wang. Jan was de vrolijkheid zelf, zich van geen kwaad bewust, dat was wel duidelijk. Colin nam een slok.
‘Ey, Colin,’ zei Jan. ‘Wat kijk je. Kom op man, ik maakte maar een grapje.’
Colin mompelde wat.
‘Senna zegt wel meer, die denkt alles te weten.’
‘Wat?’ vroeg ik.
‘Niks,’ zei Colin strak.
‘Kom op man,’ lachte Jan, ‘jij bent toch geen homo? Laat lullen man.’
Dus dat was het.
‘Wie verzint dat?’ vroeg Roos.
‘Nah,’ zei Jan alsof het niets belangrijks was. ‘Senna maakte zo’n opmerking.’
‘Hoe komt ze daar nou weer bij?’
‘Weet ik veel,’ lachte Jan. ‘Ze denkt wel meer domme dingen.’
Hij keek naar Colin, die probeerde ondertussen zijn gezicht weer in een normale stand te krijgen. Ankie ging naast hem staan en sloeg haar arm om hem heen.
‘Zolang wij maar weten hoe het zit, of niet?’ zei ze en gaf hem een kus op zijn wang.
Er kwam een kleine grijns op zijn gezicht. Hij ging tegen haar aan hangen en gaf zelfs een kus terug. Jan zag het, glimlachte en knikte.
‘Ik wist het wel. Dat riep ik maanden geleden al.’
Ankie grijnsde en deed er nog een schepje bovenop. Ze hield Colin stevig vast. Nog een kus. Het is dat ik wist waarom het was, anders was ik stinkend jaloers geworden. Jan ging weer.
‘Pfoe,’ zei Roos tegen mij, ‘die is overtuigd. Dat scheelde niet veel.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Senna moet zich eens niet overal mee bemoeien.’
‘De rest kijkt,’ zei Roos. ‘We zullen het eens compleet maken.’
Voor ik er erg in had kreeg ik een kus op mijn wang. Ik schrok er bijna van. Freek keek tevreden. Jeroen kwam naar ons toe om wat te bestellen.
‘Wat moet ik me hier bij voorstellen?’ lachte hij.
‘Nou,’ begon ik.
‘Laat maar. Colin heeft het me al verteld.’
Ik glimlachte en keek naar de glazen die voor hem werden neergezet.
‘Helpen dragen?’
‘Ja, doe maar,’ zei hij.
Ik pakte wat glazen en wenkte met mijn hoofd naar Colin. Samen met Ankie en Roos liepen we terug naar de rest. Freek klopte me lachend op mijn schouder.
‘Hier,’ zei ik en gaf hem een glas. ‘Deze is vast voor jou.’
Hij lachte en nam het aan. Roos en Ankie speelden het spelletje door. Roos bleef bij mij hangen, Ankie bij Colin. Rare situatie, maar ik kon me wel vermaken met de verbaasde en schuine blikken. Vooral die van Senna. Die hield het allemaal goed in de gaten. Ik zei er verder niets over, ook niet tegen Freek. Die wilde wel vragen stellen, maar dat deed hij niet omdat Roos aan mijn arm hing. Ik vond het allemaal prima. Als vanzelfsprekend gingen we met zijn vieren de deur uit. We reden een stukje samen op weg, daarna splitsten we. Colin kwam weer naast me rijden.
‘Het werkt wel,’ lachte hij.
Ik glimlachte. ‘Zeker weten. Ik moet nu wel heel goed nadenken wat ik maandag ga zeggen. Of morgen.’
‘Freek?’
Ik knikte. ‘Freek ja. Die wil straks alles weten. Beste vriend van mij.’
‘Maar hij weet niet dat je homo bent.’
‘Nee,’ zuchtte ik.
Ik hoefde verder niets uit te leggen, hij begreep me zo ook wel.
‘Nog iets drinken?’ vroeg ik nadat ik het licht in de keuken had aangedaan.
Colin schudde zijn hoofd.
‘Naar boven?’
Hij knikte en grijnsde. Samen liepen we naar boven. De hele nacht voor ons zelf. Het was de eerste keer dat we samen zouden gaan slapen. Ik had er bijna de hele dag aan gedacht. Naar uitgekeken. Op mijn kamer trok ik mijn kleren uit, Colin ook. Ik pakte een handdoek uit de kast en gooide die naar hem.
‘Even douchen,’ zei ik. ‘Samen.’
Ik keek naar hem. Hij stond voor me, naakt. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was, maar ik vond het speciaal. Hij trok me balorig naar zich toe. Ik kuste hem en hield hem vast.
‘De hele nacht samen in één bed,’ fluisterde ik in zijn oor.
Hij kuste me. ‘Heerlijk.’
Zijn hand streelde mijn heup. Hij grinnikte.
‘Kom,’ zei ik.
Ik pakte zijn hand en trok hem mee naar de badkamer. Samen gingen we onder de douche staan. Had ik hem tussendoor losgelaten, toen ik de cabinedeur open deed en aan de kraan draaide? Volgens mij niet. Hij bleef ook dicht bij me, dikke grijns op zijn gezicht. Ik hield mijn ogen dicht toen het water over mijn gezicht liep en hij me kuste. Ik kneep in zijn billen en trok hem tegen me aan. Zijn erectie gleed langs mijn heup omhoog. Hij duwde hem tegen me aan, harder, strakker. We zoenden. Ik voelde zijn hand zoeken en me aftrekken. Langzaam, traag, net als onze zoen. Hij kreunde, reed tegen mijn lies omhoog.
‘Veel beter dan Ankie toch?’ lachte ik.
‘Veel beter.’
‘Rare situatie.’
‘Hm-m.’
Hij duwde zijn hoofd steviger in mijn nek, zijn hand ging trager en hield stil. Ik streelde zijn rug.
‘Maar nu zijn we alleen,’ zei ik.
‘Gelukkig wel.’
Dat klonk serieus. Ik pakte zijn hoofd en hield hem voor me. Ik keek in zijn ogen. Hij was droevig, teneergeslagen bijna.
‘Colin? Is er iets?’
Hij haalde lusteloos zijn schouders op. Hij had dezelfde blik weer als in de kroeg. Kaken op elkaar, hij staarde lang me af naar de glazen deur waar het water langs liep.
‘Hé,’ zei ik. ‘Wat is er?’
‘Niks.’
‘Ik zie het,’ zei ik.
Colin liet zijn hoofd weer tegen mijn nek vallen. Ik streelde hem door zijn haar.
‘Praat eens,’ fluisterde ik. ‘Komt het door de opmerking van Jan?’
‘Beetje,’ mompelde hij vanuit mijn nek.
‘Dat is toch opgelost?’ zei ik. Ik draaide de kraan dicht. ‘Kom, we gaan naar bed.’
Colin stapte achter me aan de cabine uit en droogde zich af. Er was niets meer te zien of te merken van de zelfverzekerde jongen die me net nog had vastgepakt in de slaapkamer en mij begon te zoenen. Zonder verder iets te zeggen droogden we ons af en liepen terug naar mijn slaapkamer. Ik deed het licht uit zodat er alleen nog een lampje naast mijn bed brandde. Colin ging liggen en draaide zijn gezicht naar de muur. Ik kroop bij hem en hield hem vast.
‘Colin?’
Hij zei niets, zuchtte alleen maar.
‘Het is toch mooi opgelost zo?’
‘Voor hoe lang?’
‘Weet ik niet. Komende tijd in ieder geval.’
‘Senna heeft me gewoon door.’
‘Ze denkt nu zelf toch in ieder geval van niet.’
Colin pakte mijn hand op zijn schouder en trok hem tegen zijn borst. Ik wist het niet meer. Wat was dit? Mijn duim wreef over zijn huid.
‘Ben je zo bang dat ze het ontdekken dan?’ vroeg ik.
‘Jij niet dan?’
‘Jawel, een beetje. Maar vroeg of laat kunnen we dat toch niet meer verborgen houden.’
Zijn hand kneep. Ineens draaide hij zich om en duwde zijn gezicht weer in mijn nek.
‘Ik heb het al eens meegemaakt, en dat hoeft voor mij niet nog een keer.’
‘Waar?’
‘Op school.’
Was dat de reden waarom hij zo gepest is? Had Jeroen het daar over? Ik deed maar of ik niets wist.
‘Op school? Hoe kwamen ze er achter dan?’
‘Geen idee. Iemand maakte een opmerking een keer. Ze zagen het meteen aan mijn gezicht. En toen liep het uit de hand.’
‘Hoezo uit de hand?’
‘Treiteren, flauwe grappen, pesten. Ik sloeg helemaal dicht.’
Ik kuste zijn voorhoofd. ‘Zo ken ik je helemaal niet.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Jij hebt meer lef dan ik.’
‘Echt niet.’
‘Echt wel. De eerste keer dat wij alleen waren, bij jou thuis. Jij nam het initiatief, ik was zo nerveus als een idioot, ik durfde echt niets te doen.’
‘Ik was gewoon geil.’
Ik lachte. Hij grinnikte om zijn eigen opmerking.
‘Maar je deed het wel.’
‘Ja. Jou vertrouwde ik. Jij bent ook zo. Dat scheelt.’
‘Ja, hallo. Ik jou ook. Maar toch durfde ik niet. Jij wel. Als we gaan stappen ook, je bent vrolijk, maakt leuke opmerkingen… Je hebt altijd wel een antwoord.’
‘Behalve daarop dus,’ mokte hij.
‘Ik weet niet wat ze allemaal op school gedaan hebben, maar…’
‘Dat wil je niet weten.’
‘Was het zo erg?’
Hij knikte. Ik kuste zijn haren weer.
‘Maar zo erg zijn ze niet. Jeroen weet het, Freek zou zoiets nooit doen, Joris niet… En Jan is gewoon gek.’
‘Jan is oké. Goeie gast.’
‘Nou dan.’
‘Weet ik ook wel. Maar hij maakte die opmerking, gewoon als grap, dat weet ik ook wel. Alles kwam weer boven. Ik kan daar niet mee omgaan. Dan sla ik dicht.’
‘Hoe gaat het nou op school dan?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Gaat. Ik zit nu in een andere klas. Ik zie die andere jongens alleen nog van een afstandje in de pauze. Dat scheelt een hele hoop. In het begin kwamen ze in de pauze nog wel eens naar me toe met hun gezeik, maar dat is nu ook wel over.’
‘Dus eigenlijk gaat het best goed.’
‘Jawel.’
Ik trok hem dicht tegen me aan.
‘Je moet vertrouwen hebben in de rest, Colin. Zeker met Roos en Ankie.’
‘Dat heb ik ook wel, maar toch vind ik het moeilijk.’
Ik duwde met mijn kin tegen zijn voorhoofd. Hij tilde zijn hoofd op en keek naar me. Ik kuste hem, likte langs zijn lippen. Hij liet me toe. Mijn lip stootte tegen een blokje van zijn beugel.
‘Au.’
Hij glimlachte. ‘Nog een paar maanden, dan is ie er uit.’
‘Jammer.’
Hij lachte. ‘Jammer? Jij bent echt gek hè?’
‘Ik ken je niet anders, sorry. Op een of andere manier hoort het bij je.’
Hij schudde lachend zijn hoofd. ‘Gek.’
Hij kroop weer weg.
‘Eigenlijk had die beugel al lang weg moeten zijn.’
‘Maar het duurt wat langer?’
‘Nee, later begonnen. Toen ik er eigenlijk mee moest beginnen zat ik net in die kutklas. Dat kon ik er niet bij hebben. Ik werd al gepest, en dan ook nog eens een beugel…? Ik dacht het niet.’
Ik zuchtte. Het had allemaal een flinke impact.
‘Ik vind het niet erg,’ zei ik.
Hij kuste me. ‘Gek, maar wel lief.’
Ik kuste hem terug, hij gaapte.
‘Moe?’
Hij knikte. ‘Ik ben kapot.’
‘Slapen?’
Zonder antwoord te geven kroop hij tegen me aan en zocht de ideale manier om te liggen. Daarna ontspande hij.
‘Rem?’ vroeg hij iets later.
‘Ja?’
‘Dank je wel.’
‘Waarvoor?’
‘Voor alles.’
Ik voelde zijn hand over mijn rug gaan. Zachtjes, langzaam. Ik sloot mijn ogen, dacht aan de afgelopen avond. Jeroen had gelijk gehad. Ik moest voorzichtig met hem doen. Dat wilde ik ook wel. Hij was speciaal geworden voor me. Colin zijn hand lag stil. Ik zag in de schemer zijn ontspannen gezicht. Tevreden bijna. Ik had me een avond en nacht voorgesteld met een hoop seks, maar dit was ook prima. Beter zelfs.
De volgende ochtend werd ik wakker gekust door Colin. Hij lag dicht tegen me aan en keek naar me met een glimlach toen ik voorzichtig mijn ogen open deed. Ik sloot ze meteen weer toen ik hem terug kuste en tegen hem aan kroop.
‘Lekker geslapen?’ fluisterde hij.
Ik knikte.
‘Ik ook.’
‘Ik wil dit vaker,’ mompelde ik.
Colin hield me vast. Hij had weer die blik in zijn ogen, hij was iets van plan.
‘Wat is er?’ lachte ik nerveus.
Hij knikte naar het kastje naast mijn bed, waar ik met mijn rug naar toe lag. Ik draaide me half om en zag twee dampende mokken.
‘Thee,’ zei hij met een kus in mijn nek.
‘Lekker,’ zei ik en ging wat meer rechtop zitten.
Ik blies en nam voorzichtig een slok.
‘Sorry voor gisteren.’
Ik keek naar hem. ‘Sorry? Waarom?’
‘Ik deed stom.’
‘Niet.’
Hij haalde zijn schouders op en pakte zijn mok.
‘Colin… Je deed niet stom. Ik schrok er ook van.’
‘Jawel, maar…’
Ik liet hem tegen me aanleunen. Colin ontspande.
‘Colin, kom op. Zeker na wat je me gisteren vertelde, ik snap het. Maak het nou niet nog moeilijker.’
‘Het is al lastig genoeg, ja.’
‘Kijk naar Kaj.’
‘Kaj?’
‘Ja, zijn vrienden weten het allemaal. Die heeft ook geen problemen.’
‘Maar zijn vriend wel.’
‘Dat komt door zijn ouders.’
‘Ja.’
‘Denk jij dat jouw ouders het niet zullen accepteren?’
Colin haalde zijn schouders op. Hij had zijn onderlip tegen de rand van zijn mok en staarde voor zich uit. ‘Denk wel dat ze het oké vinden.’
‘Nou dan.’
‘En de jouwe?’
Daar moest ik even over nadenken. Ik kon het me niet voorstellen dat ze moeilijk zouden doen. ‘Denk het ook wel.’
Colin nam een slok en zette zijn mok weer neer. Hij legde zijn arm over mijn buik, streelde mijn zij.
‘Zouden ze het allemaal echt accepteren?’
‘Ankie en Roos in ieder geval, Jeroen ook.’
‘En Freek?’
‘Freek ook. Denk ik. Weet je…’ Ik zette mijn mok naast die van hem en kroop weer tegen hem aan. ‘Freek heeft er nooit over nagedacht. Hij zal heel verbaasd zijn, dat weet ik zeker. Maar hij laat me niet vallen. Dat geloof ik nooit.’
‘Jan?’
‘Jan is gek,’ lachte ik. ‘Maar zo gek niet. Denk jij van wel? Jij kent hem misschien nog wel beter dan ik.’
‘Nee, denk ik ook niet. Bovendien, Jeroen laat niets van hem heel als hij raar tegen mij gaat doen.’
Ik glimlachte.
‘Blijven Joris en Senna over.’
‘Ja,’ zei ik. ‘Joris en Senna. En Rianne.’
‘Ik ken ze bijna niet. Joris een beetje.’
‘Hij lijkt me wel oké. Maar stel nou dat hij niet goed reageert, dan zet Jeroen hem wel op zijn nummer.’
‘En Ankie en Roos pakken Senna en Rianne wel aan.’
Ik lachte. ‘Dat weet ik wel zeker.’
‘Eigenlijk ziet het er wel goed uit dan.’
Ik kuste hem. ‘Dat denk ik ook.’
‘Ankie is ook nog niet zeker.’
‘Weet ik. Anders zou ze niet net doen of ze jouw vriendin is.’
‘Je keek jaloers,’ zei Colin een beetje uitdagend.
‘Vind je het gek?’ antwoordde ik serieus.
Daar schrok hij een beetje van. Ik ook. Was ik jaloers? Misschien wel. Ik wist dat ik Colin niet kwijt zou raken aan Ankie, maar het voelde gewoon niet goed. Hij was mijn vriendje, niet die van haar. En dat knaagde toch. Ik dronk mijn thee verder op.
‘Opstaan?’ vroeg ik.
Colin haalde zijn schouders op. ‘Ik lig hier wel lekker.’
‘Het is al een eind in de middag ondertussen.’
Colin kreunde protesterend. Ik trok hem mee uit bed. Staand naast het bed zoenden we. Mijn handen gleden over zijn naakte billen. Ik zag hem weer voor me met Ankie in de kroeg en pakte mijn kleren.
‘Ik heb honger,’ zei ik. ‘Ga je mee?’
Colin trok zijn broek en shirt aan, zocht zijn sokken en liep achter me aan de trap af naar beneden. Ik zette wat dingen op tafel en niet veel later zaten we met een nieuwe mok thee te ontbijten. Colin zat tegenover me, vrolijke verliefde blik. Zijn voet speelde met die van mij. Het voelde goed. Zijn voet, de hele situatie.
‘Wat doen we nu verder?’ vroeg Colin na een tijdje.
‘Geen idee. Gewoon doorgaan denk ik. Al vind ik dat idee van jou en Ankie nog steeds raar.’
‘We kunnen niet meer terug denk ik.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Wat moet ik tegen Freek zeggen? Die gaat me vragen hoe het zit tussen mij en Roos.’
‘Roos weet er van.’
‘Ja, dat wel… Maar Freek zal me doorhebben denk ik. Ik weet niet. Ik heb zo lang ontkent dat het wat zou worden tussen Roos en mij, dat gelooft ie nooit.’
‘Zo lang?’
Ik lachte. ‘Dat speelde al toen ik jou nog niet eens kende.’
Colin haalde zijn schouders op. ‘Ik weet niet wat we moeten doen.’
‘We zien wel, Colin. Wat er ook gebeurt, het komt goed. Dat weet ik zeker.’
Daar keek hij weer vrolijk door. Zijn voet drukte op mijn tenen, zijn glimlach ging dwars door me heen.
Twee uur later was hij weg, terug naar huis. Ik wist niet wat ik moest voelen. Heel het gedoe knaagde aan me, ik maakte me zorgen. We raken steeds meer in de problemen door te proberen een probleem te voorkomen. Aan de andere kant gloeide het van binnen. Ik had een mooie nacht gehad met Colin. Samen slapen, samen wakker worden. Hij had me een hoop verteld, hij vertrouwde me. Ik hield van die jongen. Hoe meer ik er over nadacht, hoe meer ik het gewoon wilde vertellen. Aan iedereen. Mijn ouders, Freek, de rest. Ik wilde met Roos overleggen. Voor ik haar kon bellen ging mijn telefoon al over. Zonder te kijken nam ik op.
‘Met Remco.’
‘Hé, met Freek. Hoe is het?’
Kut.
‘Hé,’ zei ik naar een paar tellen. ‘Ja, goed hoor.’
‘Wat was dat gisteren? Toch ineens het licht gezien?’
Ik hoorde hem lachen.
‘Ja, zoiets.’
‘Je klinkt niet echt enthousiast.’
‘Nou, jawel hoor,’ probeerde ik.
‘Mij hou je niet voor de gek. Wat is er aan de hand?’
Ik zuchtte. Ik kon niet liegen. Zeker niet tegen hem. Wilde ik het hem nu vertellen?
‘Freek?’
‘Ja?’
‘Ben je thuis vanavond? Dan vertel ik je alles.’
© 2011 Oliver Kjelsson