Terence en Yannick gingen meteen douchen toen ze thuiskwamen van het toernooi. Even hadden ze nog schuin naar ons gekeken, maar toen we er niets van zeiden gingen ze tegelijk de trap op.
‘Laat maar gaan,’ zei ik.
‘Wij zijn slechte ouders,’ grinnikte Luc.
‘Waarom?’
‘Dat hadden wij vroeger eens moeten proberen,’ zei hij overdreven.
Ik schoot in de lach, kuste hem.
‘Zie de voordelen,’ zei ik zacht terwijl ik hem tegen me aan trok, ‘dat gaat even duren boven, geeft ons net genoeg tijd.’
‘Hmm,’ grinnikte Luc, ‘het aanrecht. Lang geleden.’
Hij kuste me, duwde me achteruit tegen het keukenblok en zoende me. Zijn lichaam drukte tegen dat van mij. We lachten.
‘Gek,’ zei ik.
Hij grinnikte, kuste mijn nek. Ik hield hem stevig vast, graaide door zijn haar.
‘Vanavond, in bed,’ zei hij, ‘uitgebreid.’
‘Hou ik je aan,’ kuste ik.
De telefoon ging.
‘Goed, tot zover de sfeer,’ grijnsde Luc en liet me los.
‘Ik pak hem wel,’ zei ik.
Ik liep de kamer weer in, zocht de telefoon en nam op.
‘Hé, met Erik.’
‘Goh, lang niet gezien,’ lachte ik.
‘We hadden net een interessant gesprek op de achterbank.’
‘Vertel.’
‘Ze hadden het over Terence en Yannick. Dat ze het allang doorhadden eigenlijk.’
Ik glimlachte.
‘En toen maakten ze het me moeilijk.’
‘Moeilijk?’
‘Ze vroegen hoe lang ik het als wist.’
Ik schoot in de lach. ‘Wat heb je gezegd?’
‘Ik ben gewoon eerlijk geweest. Werden ze nog bijna kwaad ook. Dat had ik ze best kunnen vertellen.’
‘Mooi,’ zei ik voor me uit.
‘Ja, maar daarna werd het minder fraai. Ze vonden dat wij het ze vooraf hadden moeten vertellen, van die jongen uit het oude team van Terence. Hadden ze hem meteen de grond in kunnen schoppen.’
‘Bloeddorstig, opvoedkundig helemaal verkeerd, maar wel mooi.’
Erik lachte. ‘Zo dacht ik er ook over. Maar dat heb ik ze maar niet verteld.’
Na een uur kwamen ze met een brede grijns weer naar beneden. Haren nog half nat, rode wangen.
‘Zo,’ lachte Luc, ‘water op?’
‘Ja,’ zei Terence terwijl hij zich uitrekte, ‘helemaal.’
Hij liep de keuken in, pakte wat te drinken voor hem en Yannick.
‘Jullie ook wat?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Heb nog, dank je.’
Yannick zat in de bank, Terence plofte in wat ondertussen zo’n beetje zijn stoel was geworden.
‘Mooie dag,’ zei ik.
‘Nou, op die eikel en Yannick’s kopstoot na dan,’ zei Terence.
Yannick glimlachte.
‘Daarbuiten,’ zei ik.
‘Erik was trots op zijn team,’ zei Luc.
Terence keek hem aan. ‘Echt?’
Luc lachte. ‘Hij kreeg op weg naar huis op zijn donder dat hij het niet eerder verteld had, dan hadden ze die jongen meteen onder de grond geschopt.’
Terence lachte.
‘Zoiets is natuurlijk niet de oplossing,’ zei ik grijnzend.
‘Daarom lach ik niet,’ zei Terence, ‘maar gaaf dat ze er zo over denken.’
Luc knikte. ‘En daarom zijn wij trots op het team.’
Terence keek naast me. Yannick lag in de hoek, zijn ogen dicht. Ik grijnsde.
‘Maak hem eens wakker,’ zei Luc.
‘Waarom?’
‘Gewoon, zekerheid. Na die klap van vanmiddag.’
Ik keek naar Terence. Hij stond op, ik wisselde van plaats met hem. Hij schudde voorzichtig aan zijn schouder. Yannick deed meteen zijn ogen open.
‘Sliep ik?’
Terence glimlachte naar hem.
‘Sorry.’
‘Hoofdpijn?’ vroeg Luc.
Yannick schudde zijn hoofd. ‘Gewoon moe.’
We keken weer naar de tv. Af en toe keek ik naar ze. Yannick was tegen Terence aan gekropen. Hij had moeite om wakker te blijven. Hij draaide wat, Terence liet hem zijn hoofd in zijn schoot leggen. Liggend keek Yannick naar de tv. Terence aaide zachtjes door zijn haar. Langzaam gingen zijn ogen weer dicht. Ik glimlachte naar Terence.
‘We gaan zo maar naar bed,’ zei Terence.
Hij schudde weer aan zijn schouder. ‘Yannick…’
Traag gingen zijn ogen open.
‘We gaan naar bed.’
‘Is goed,’ mompelde hij. Hij keek even naar ons. ‘Sorry.’
‘Geeft niet jongen,’ zei ik, ‘welterusten. Morgen uitslapen.’
Hij stond op en liep naar de deur, Terence achter hem aan. Hij gaapte.
‘Jij bent ook ver op geloof ik,’ zei Luc glimlachend.
Terence knikte. ‘Truste.’
Een uur later kroop Luc tegen me aan in bed. Hij gaapte.
‘Vermoeiende dag.’
‘Je had me nog wat beloofd,’ grinnikte ik.
‘Ik ben blij dat het goed gegaan is, achteraf dan, met het team.’
‘Mooie jongens,’ zei ik.
‘Mooie jongens,’ zei Luc zacht.
‘Slapen?’
‘Hmm.’
Ik kuste hem. Hij zuchtte, sliep al. Ik dacht terug aan alles. Ik probeerde me voor te stellen hoe Terence en Yannick zich nu moesten voelen. Goed. Kan niet anders. Ik sloot mijn ogen, viel tevreden in slaap.
Het was druk op het vliegveld. We waren er allemaal, om Maarten en Erica op te halen. Terence en Yannick gingen mee. De ouders van Maarten waren er, de ouders van Erica. Via een beeldscherm zagen we dat ze geland waren. Beetje spannend was het wel. Erica was drie weken daarvoor naar hem gegaan, om alles in te pakken. Maarten vond het ook wel een goed plan om het daar samen af te sluiten. Terence stond een eindje verderop door de ruit te kijken, naar de lopende banden met bagage. Ik zag dat hij ineens zijn hand opstak. Hij lachte. Ik liep nar hem toe en keek met hem mee hoe Maarten de koffers van de band sleurde en ze op een wagentje zette,
‘Hij kijkt vrolijk,’ constateerde Terence.
Ik glimlachte. Ze liepen naar de sluis om naar buiten te gaan. De ouders van Maarten en Erica waren ontdaan, Maarten zelf wreef snel even langs zijn ogen. Daarna waren wij aan de beurt. Esther kreeg meteen een dikke kus van hem en ook Erik hield hij even stevig vast. Daarna keek hij naar mij en grijnsde.
‘Naamgenoot,’ zei hij zacht terwijl hij me vastpakte.
Ik kneep mijn armen kort om hem heen. ‘Welkom thuis, jongen.’
‘Wat gaaf dat jullie er ook zijn,’ zei hij vrolijk en verrast tegen Terence en Yannick.
Ze keken een beetje verlegen, maar lachten toch.
‘Mooi dat het nog steeds goed tussen jullie gaat,’ knipoogde hij.
Luc lachte, sloeg zijn armen om Maarten heen. Ze lachten.
‘En nou wil ik koffie,’ zei Maarten terwijl hij zijn arm om Erica heen sloeg.
We zochten een plek waar we allemaal bij elkaar konden zitten. Er werd druk gepraat, over de laatste dagen daar, het inpakken, de vlucht naar hier.
‘Alles komt pas over een week of twee,’ zei Maarten, ‘het wordt nu echt vanuit de koffer leven.’ Hij dronk zijn koffie verder leeg. ‘Lekker, daar was ik aan toe. Nog eentje?’
Luc en Erik gingen nog een ronde halen. Ik keek eens rond. Er waren mensen die naar ons keken. De ouders, wij, vrienden van Erica, het was een flinke groep. Ik zat een beetje aan de rand, met Terence en Yannick. Ze praatten over voetbal, wat anders. Ik hing even achterover, rekte me uit. Onder de tafel zag ik hun voeten tegen elkaar. Traag bewogen ze heen en weer. Ik glimlachte terwijl Luc mijn koffie voor me neerzette. Hij kwam weer tegenover me zitten. Ik zocht zijn voet en wreef met mijn schoen. Even keek hij me verbaasd aan, daarna grijnsde hij. Met een knipoog.
Twee maanden later gaf Maarten een feestje. Ze hadden een huis, de verhuiscontainer was ook aangekomen. Ik herkende de meubels uit Australië. Het was gezellig. Terence en Yannick zaten Erik voor de gek te houden. Luc hielp vrolijk mee. Geen idee waar het over ging, maar ze zaten flink te lachen.
‘Gaat goed met je zoon,’ zei Maarten terwijl hij naast me kwam zitten.
‘Zeker.’
‘Als ik ze zo zie zitten zie ik meteen jou en Luc weer voor me, toen jullie net iets hadden.’
Ik lachte. ‘Dat zeggen er meer.’
‘Die stralende gezichten.’
‘Omdat ze hier zichzelf kunnen zijn.’
‘Leuk dat ze ook meegekomen zijn.’
‘Je hebt ze zelf uitgenodigd,’ grinnikte ik.
‘Da’s waar,’ lachte hij.
‘Terence was wel vereerd dat je hun ook gevraagd hebt. Had hij niet verwacht geloof ik. Zeker niet met Yannick er bij.’
‘Ze horen bij jullie, Lau.’
‘Ja,’ zei ik iets te zacht.
‘Ik hoor een ondertoon.’
Ik schudde even mijn hoofd.
‘Kom mij eens even helpen in de keuken, jij.’
Ik glimlachte, volgde hem.
‘Vertel.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik denk dat hij niet zo lang meer bij ons blijft.’
‘Gaat weer goed met hem? Da’s mooi, kunnen jullie trots op zijn.’
‘Zijn we ook wel. Maar ik heb een zwak voor hem, Maarten. Ik zal hem echt gaan missen. Luc ook. We wisten dat hij, als alles goed zou gaan, weer terug zou gaan na een tijdje. Maar nu het zo dichtbij komt…’ Ik zuchtte. ‘Ik weet niet.’
‘Mixed emotions?’
‘Australiër,’ grijnsde ik. ‘Maar zoiets ja. Ik voel me nog bijna schuldig dat ik hem eigenlijk niet wil laten gaan.’
‘Is ook niet gek, toch? Als je er maar voor zorgt dat je het niet gaat sturen.’
‘Doen we ook niet, Maarten. We stimuleren juist dat hij meer contact heeft met zijn moeder.’
Hij hield me even vast. ‘Je doet het goede ding. En wees nou eerlijk, als hij weer naar huis gaat, denk je dat je dan nooit meer iets van hem zal horen?’
Ik glimlachte. ‘Weet ik ook wel. Die raken we nooit meer kwijt.’
Maarten sloeg een keer tegen mijn schouder en glimlachte. ‘Onthoud dat.’
Hij gaf me twee flessen wijn en liep achter me aan de kamer weer in. Erica keek hem even vragend aan, Maarten knikte terug. Erica ging de kamer uit en kwam terug met een doos.
‘Het heeft even geduurd,’ zei Maarten, ‘maar we hebben nu eindelijk al onze spullen terug. We hebben wat cadeautjes, maar die zaten ook in de container.’
Erica haalde er wat uit en begon uit te delen.
‘Jullie zijn er allemaal geweest,’ zei ze, ‘toen wij trouwden.’
Het waren T-shirts met een groot logo achterop van een natuurpark. Ook Terence en Yannick kregen er een.
‘Jullie zijn er dan wel niet geweest,’ lachte Maarten, ‘maar vooruit dan maar.’
Ze bedankten hem verrast.
‘En dan hebben we nog wat,’ zei Maarten. ‘Persoonlijk uitgezocht.’
Erica overhandigde het eerste aan Marieke. Mooi gebaar, vond ik. Dat vond Marieke zichtbaar ook. Esther en Erik kregen nog wat, daarna Luc en ik.
‘Je hebt er daar nog verliefd naar staan te kijken, maar je wist niet hoe je het mee terug moest nemen,’ lachte Maarten tegen Luc.
Luc keek met grote ogen, ik kon wel raden wat het was. Bij ons bezoek aan Australië hadden we een schilderij gezien, gemaakt door Aboriginals. Te onhandig voor de koffer in het vliegtuig.
‘Shit, Maarten,’ zei hij, ‘dat had je niet hoeven doen.’
Ik bekeek het, samen met Luc. Terence en Yannick zaten naast Luc te kijken.
‘Gaaf,’ zei ik.
De rest had iets soortgelijks, Marieke en Ed een houten beeld.
‘Jij onthoudt ook alles hè,’ lachte ze.
Maarten haalde onschuldig zijn schouders op. Erica lachte. Marieke stond op en gaf hem een kus, daarna Erica.
‘Bedankt, echt waar.’
‘Ja, dit was het hoor,’ zei Maarten lachend.
Erica keek hem veelbetekenend aan. Bestraffend bijna.
‘Nou ja, bijna,’ grijnsde hij.
Hij verdween weer, de gang in, en kwam even later terug. Twee lange pakketten in zijn handen.
‘Heren,’ zei hij. ‘Ja, jullie,’ ging hij verder toen Terence en Yannick niet meteen reageerden. ‘Ik hoop dat jullie het leuk vinden.’
Terence en Yannick namen een beetje beduusd het pak aan en scheurden het papier er vanaf. Het waren twee didgeridoo’s, die ze met open mond bekeken.
‘Het valt niet mee om daar fatsoenlijk geluid uit te krijgen. In het begin klinkt het vreselijk, maar jullie moeten me beloven dat jullie alleen oefenen als Luc en Lau thuis zijn.’
Iedereen lachte.
‘Demonstratie,’ zei Maarten.
Hij nam de didgeridoo van Terence aan en begon er op te blazen. En zware langgerekte toon dreunde door de kamer.
‘Zoiets dus,’ zei Maarten lachend.
‘Dank je wel,’ zei Terence.
‘Echt gaaf,’ zei Yannick. ‘Dank je wel.’
‘Graag gedaan, jongens.’
Terence bekeek hem nog een keer en keek toen glunderend naar mij. Hij kon het nog niet helemaal bevatten dat Maarten dat speciaal voor hen gekocht had. Ik glimlachte breed terug en knipoogde.
“Ja, jongen,” dacht ik met een raar gevoel in mijn maag, “je hoort er gewoon bij.”
‘Mama heeft gevraagd of Yannick mee komt dit weekend,’ zei Terence ineens op een avond.
‘Mooi,’ zei ik.
Terence knikte.
‘Zie je nou wel,’ grijnsde ik, ‘dat ze het accepteert van je?’
Hij had moeite om het toe te geven. Stijfkop dat het is. Het ging goed de laatste paar weken. Het ging goed op school, goed met zijn moeder. Hij ging ook steeds vaker. Komend weekend dan met Yannick. Terence vond het niet meer dan vanzelfsprekend. Yannick was er een stuk terughoudender in. Hij had haar eigenlijk nog nooit echt gezien. Hij vond het een raar idee om er dan meteen te blijven logeren. Terence had hem overgehaald. In al zijn bravoure die hij de laatste tijd had. Ik was dan ook erg benieuwd toen ze op zondag terug kwamen.
‘He, jongens,’ zei ik nieuwsgierig, ‘hoe was het?’
‘Goed,’ zei Terence zo nonchalant mogelijk.
Ik glimlachte. Zijn gezicht verraadde dat het heel erg goed was geweest. Yannick stond er maar een beetje bij. Die was alle indrukken nog aan het verwerken. Maar vervelend was het niet geweest, dat kon ik wel zien.
‘Ik ga nog even mee met Yannick,’ zei Terence, ‘ik ben op tijd weer thuis.’
‘Is goed,’ zeiden Luc en ik tegelijk.
Luc keek ze na met een glimlach en keek daarna naar mij.
‘Wanneer gaan we dat gesprek hebben?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Niet te lang mee wachten, denk ik.’
Luc zuchtte en kroop tegen me aan.
‘Onze taak zit er op,’ zei hij zacht.
‘Allang eigenlijk,’ kuste ik zijn voorhoofd.
Marieke was er over begonnen. Ze had ook wel gelijk, het ging nu zo goed, er was geen echte reden meer om hem langer uit huis geplaatst te houden. Langzaam zouden we het ter sprake brengen bij Terence. Marieke zou met zijn moeder overleggen. Ik zag er tegen op. Luc ook, wist ik. Echt toegeven wilden we dat niet, maar het was in het belang van Terence dat dit hoofdstuk in zijn leven afgesloten zou worden.
‘Morgen Marieke bellen,’ zei Luc.
‘Afspraak maken.’
Luc knikte en kroop nog dichter tegen me aan.
Dezelfde week kwam ze nog. Terence keek verbaasd toen ze binnen kwam.
‘Hé, Terence,’ zei ze vrolijk. ‘Hoe gaat ie, jongen?’
‘Goed,’ reageerde hij afwachtend.
Hij zag aan haar dat ze niet zomaar kwam. Ze had een map bij, die hij herkende. Hij staarde er naar.
‘Aan tafel gaan zitten?’ Luc vroeg het zo gewoon mogelijk.
Marieke haalde haar schouders op. ‘Goed.’
Ik zorgde voor koffie. Terence zat een beetje nerveus op zijn stoel te schuiven.
‘Ik ben hier gewoon om te bespreken hoe het nu met je gaat,’ zei Marieke. ‘Geen problemen.’
Terence glimlachte, opgelucht.
‘Hoe ging het afgelopen weekend?’
‘Leuk,’ zei Terence.
‘Ik hoorde dat Yannick mee geweest is?’
Terence knikte glunderend.
‘Mooi,’ zei Marieke meelevend. ‘Ik ben blij dat het goed gaat tussen jouw moeder en jou.’
‘Ik ook,’ zei Terence.
Ik keek even naar Luc. Die keek betekenisvol terug. Hart in mijn keel. Ik hoorde Marieke de zin zeggen die ik eigenlijk niet wilde horen.
‘Hoe zou je het vinden als je weer terug naar huis zou gaan?’
Terence was stil, keek haar met grote ogen aan. Hij keek even naar ons, haalde zijn schouders op.
‘Het gaat nu zo goed,’ ging ze verder.
‘Weet niet,’ zei Terence stilletjes.
Hij keek weer naar ons. Ik probeerde me in te beelden wat hij nu dacht.
‘Niet schuldig voelen als je “ja” zegt,’ zei ik.
Hij haalde weer zijn schouders op.
‘Maar…’ begon hij, en hield toen weer zijn mond.
‘Maar wat?’ vroeg Marieke. ‘Overvallen we je er een beetje mee?’
Hij knikte.
‘Je bent tijdelijk uit huis geplaatst omdat er teveel spanningen waren. Dat gaat nu veel beter.’
Hij knikte weer.
‘Mag je ook heel trots op zijn. Dat zijn wij allemaal, ook jouw moeder.’
‘Maar het gaat nou zo toch ook goed?’
‘Ze mist je, Terence, je bent haar zoon. En nu het weer goed gaat, wil ze je heel graag weer thuis hebben.’
Hij keek een beetje hulpeloos om zich heen.
‘Zullen we even weggaan,’ zei ik. ‘Kun je even met Marieke allen praten. Kun je zeggen wat je wilt.’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Hoeft niet.’
We zwegen. Terence zuchtte.
‘Ik wil ook wel terug,’ zei hij toen, ‘maar jullie dan? Houdt dan alles zomaar op hier? Ik wil jullie ook niet kwijt.’
Luc slikte, zei niets.
‘Hoeft ook niet,’ zei ik zo gewoon mogelijk. ‘Je mag hier binnen komen wanneer je wilt. Bovendien zie je Luc nog vaak genoeg bij de voetbal.’
‘Kan ik daar gewoon blijven?’
‘Wat dacht je dan?’ zei Marieke. ‘Je blijft gewoon op deze school, bij hetzelfde voetbalteam. Dat gaat gewoon door.’
‘Heb je zelf ooit gezegd,’ zei ik. ‘Ga je gewoon met de bus van daar naar hier in plaats van andersom.’
Hij glimlachte even.
‘Ik denk dat het goed is als je het doet,’ zei Marieke.
Ik zag Luc knikken. Terence knikte ook.
‘Ja,’ zei hij zachtjes, ‘dat denk ik ook.’
‘Dan ga ik dat regelen voor je,’ zei Marieke.
Terence keek verschrikt. ‘Toch niet meteen?’
‘Wanneer zou je willen?’
Terence haalde zijn schouders op. ‘Weet ik niet. Niet deze week.’
Marieke glimlachte. ‘Op zijn vroegst over een maand?’
Terence knikte.
‘Eerst even wennen aan het idee,’ zei ik.
Hij keek me dankbaar aan. Eerst even wennen aan het idee.
Het was een rare avond verder. Marieke was weer gegaan, Terence zat diep in gedachten voor de tv, Luc en ik waren stil. Terence ging vroeg slapen. Toen we hoorden dat hij boven was keek Luc me aan. Hij zuchtte een keer en brak. Ik trok hem dicht tegen me aan en suste.
‘We moeten trots zijn,’ fluisterde ik onvast.
Luc knikte.
‘Ik ga hem missen, Luc.’
Terence begon er de volgende dag meteen bij het ontbijt weer over.
‘Kan ik zo vaak hier komen als ik wil?’
‘Natuurlijk,’ zei Luc, ‘graag zelfs.’
‘Kan ik niet doordeweeks hier blijven wonen en in het weekend bij mijn moeder?’
Ik glimlachte. ‘Ik weet niet of dat goed is, Terence. Maar doe even rustig, laat het allemaal eens bezinken, je hoeft vandaag nog niet weg. Geef het even de tijd om aan het idee te wennen.’
Terence knikte, begreep me wel.
‘Ik vraag me af wat Yannick er van vind,’ zei Terence even later voor zich uit.
‘Vertel hem dat maar op een rustig moment,’ zei Luc, ‘niet straks. Praat er samen een keer over.’
‘Als je wat verder weg woont, heb je meer excuses om bij elkaar te blijven slapen,’ knipoogde ik.
Hij glimlachte. Wat moest ik anders? Ik probeerde het maar zo positief mogelijk te bekijken. Dit was gewoon het beste. Punt. De bel ging. Yannick stond al weer voor de deur. Ik keek op de klok. Het was al laat. Terence liet hem binnen, trok meteen zijn schoenen aan. Daarna vertrokken ze. Met een laatste knipoog van mij ging Terence de deur uit. Luc en ik bleven achter. Het voelde leeg.
Marieke had alles geregeld. Hij zou nog drie weken bij ons blijven, daarna woonde hij weer bij zijn moeder. Het was onvermijdelijk geworden. Het was het beste voor hem. Eigenlijk ook wel voor ons. Dat wisten we diep van binnen ook wel, maar we zouden hem gaan missen. Hij zou, totdat hij definitief thuis ging wonen, ieder weekend naar zijn moeder gaan.
‘Mama wil dat ik dit weekend alleen kom,’ zei Terence.
Ik zag aan zijn gezicht dat hij het er niet helemaal mee eens was. Yannick was de laatste twee keren mee geweest.
‘Ze wil er een speciaal weekend van maken, denk ik, nu ze weet dat je thuiskomt,’ zei Luc.
Terence haalde zijn schouders maar weer eens op.
‘Ik kan me dat wel voorstellen hoor,’ ging Luc verder. ‘Je gaat binnenkort weer naar huis, dat zal ze willen vieren met je. Is toch niet gek?’
‘Nee,’ zei Terence twijfelend.
‘Is ook wel goed ook, denk ik. Jullie hebben genoeg te bepraten lijkt me. Dat gaat beter zonder iemand er bij. Hij kan de volgende keer toch weer mee?’
Luc keek me aan, met een vragend gezicht. Mijn twijfelaar. Altijd bevestiging zoeken of hij het zo goed had gezegd. Ik knipoogde.
‘Jawel,’ zei Terence. ‘Je hebt ook wel gelijk.’
En zo ging hij alleen. Na de voetbal, met zijn tas de bus in. Luc nam zijn voetbaltas weer mee naar huis, ik gooide alles gewoontegetrouw in de wasmachine. Luc stond achter me toen ik daar mee bezig was. Stinkende, kleffe voetbalkleren, klam van het zweet. Ik ging het nog bijna missen ook.
‘Yannick keek net zo somber als jij nu,’ hoorde ik achter me.
Ik draaide me om, keek schuin naar boven, naar zijn gezicht.
‘En zoals jij,’ zei ik.
Luc zuchtte. ‘Ik vond het zo raar om te zien. Alsof hij al definitief weg ging. Ze stonden samen wat te drentelen bij het fietsenrek, Yannick met zijn spullen achterop, Terence er bij met zijn tas om zijn schouder. Yannick keek niet vrolijk. Hij probeerde het wel hoor, vind het ook wel goed dat alles weer op zijn pootjes terecht komt, maar toch.’
Ik stond op en pakte Luc vast. ‘Het zal wel wennen voor ze. Na een paar weken weten ze niet beter meer. Ze zien elkaar iedere dag op school, bij de voetbal… Komt wel goed.’
‘Yannick maakte al plannen. De dagen dat ze moeten trainen kan Terence wel bij hem blijven eten.’
‘Zijn wij niet meer goed genoeg?’
‘Zo moet je dat niet zien, Maarten.’
‘Ik probeerde een grapje te maken, Luc.’
‘Lukt je niet echt.’
Ik liet me tegen hem aan vallen. ‘Nee,’ zei ik kort.
Ik werd uit mijn gedachten gehaald door de telefoon beneden.
‘Ja, jullie zijn thuis vanavond,’ hoorde ik Esther even later door de telefoon zeggen, ‘en nee, jullie blijven niet alleen zitten.’
‘Moet ik zeker nog koffie zetten ook?’ protesteerde ik gespeeld.
‘Ja.’
Ik lachte.
‘Tot vanavond,’ zei ze en hing op.
‘Ik zag Erik al kijken vanmiddag,’ zei Luc.
‘Lief van ze,’ glimlachte ik.
‘Wat was dat vanmiddag?’ vroeg Erik toen ze diezelfde avond binnen zaten.
Luc haalde zijn schouders op. ‘Gewoon, rare situatie.’
‘Hij komt morgen toch weer gewoon terug?’
‘Dat is het niet,’ zei Luc. ‘Maar nu de definitieve plannen er zijn, is het gewoon raar om hem naar zijn moeder te zien gaan. Vooral ook omdat ze aan Terence gevraagd had om alleen te komen, zonder Yannick.’
‘Wat ook weer niet gek is,’ zei ik. ‘Die hebben een hoop te bepraten.’
‘Yannick keek alsof Terence nooit meer terug zou komen,’ zei Erik.
‘Alles ging gewoon zijn gangetje altijd,’ zei Luc, ‘maar nu ineens voelt het alsof zijn moeder tussen ons in komt te staan. Dat is niet eerlijk om te denken, weet ik ook wel, maar zo voelt het wel.’
Esther knikte. ‘En dan moet je ook nog eens zorgen dat Terence daar niet achter komt.’
‘Zoiets ja,’ zei ik.
‘Volgens mij lukt haar dat ook nooit, om er tussen te komen,’ zei Esther. ‘Jullie hebben veel te veel voor hem betekend, die komt hier straks nog regelmatig.’
‘Ik weet het wel zeker,’ zei Erik.
Ik glimlachte, Luc knikte voor zich uit.
‘Zoals ik haar heb meegemaakt,’ zei ik, ‘en de verhalen van Marieke hoor, wil ze er ook niet tussen komen. Vind zijn moeder het zelf ook belangrijk dat hij contact met ons blijft houden.’
‘Goede instelling,’ zei Erik.
‘Ik ben er in ieder geval blij mee,’ zei Luc.
‘En hij blijft gewoon bij ons voetballen, ook niet onbelangrijk.’
Esther schoot in de lach.
‘Wat lach je nou?’
‘Lief dat je de belangen van het team ook even naar voren haalt.’
‘Zo bedoelde ik het niet,’ reageerde Erik beledigd. ‘Voor Terence zelf.’
Esther grinnikte. ‘Weet ik, schat.’
Hij kuste haar. Ik haalde wat sterkers te drinken. Luc pakte een paar wijnglazen uit de kast, ik trok de fles open. Langzaam veranderde het onderwerp, gewoon algemene dingen. Even de gedachten er van af. Dat was ook wel nodig. Het is misschien gek dat ik het dacht, maar we moesten nog drie weken. Daarna zouden we wel verder zien.
Luc en Erik hadden het over de wedstrijd van de volgende week. Een belangrijke. Esther keek even veelbetekenend naar me en grijnsde. De mannen en hun voetbal. Terence speelde een belangrijke rol. Wanneer niet?
‘Marieke en Ed gaan over twee maanden op vakantie naar Egypte,’ negeerde Esther het voetbalverhaal.
‘Toe maar,’ lachte ik. ‘Lekker hoor.’
‘Hebben ze het al heel lang over, maar nu gaat het er eindelijk van komen.’
‘Ze hebben groot gelijk.’
‘Nu kan het nog,’ zei ze.
‘Wat bedoel jij?’ grijnsde ik.
‘Esther ziet overal kinderen in,’ zei Erik ineens. ‘Wat ik met voetbal heb, heeft zij met kinderen.’
Esther lachte.
‘Hebben ze plannen dan?’ vroeg Luc.
‘Welnee,’ zei Erik, ‘hebben ze het nooit over gehad.’
‘Let maar op,’ zei Esther. ‘Mij zou het niet verbazen.’
Erik schudde zijn hoofd. Luc lachte.
‘Moet erg mooi zijn, Egypte,’ zei ik.
Ik had geen zin in die discussie over kinderen. Als het zover zou zijn, dan hoorden we het wel.
‘Wanneer gaan we?’ zei Luc lachend.
‘Als we een keer geld over hebben,’ kaatste ik grijnzend terug.
‘Pfft,’ spotte Luc.
‘Ik ga liever een paar keer per jaar,’ zei ik tegen Erik toen die me een beetje verbaasd aan zat te kijken, ‘dan één keer ver weg. Geniet ik veel meer van.’
‘Ieder zijn ding,’ zei Erik. ‘Maar wat Esther zegt is waar; Marieke en Ed hebben het er al heel lang over.’
Ik knikte. ‘Ze hebben ook groot gelijk.’
‘Jullie nog plannen?’ vroeg Erik.
‘Over drie weken,’ zei Luc voor zich uit. ‘Hotelletje aan de kust.’
Esther glimlachte begripvol.
‘Nog een rondje?’ vroeg Luc.
Hij had zijn laatste opmerking niet zo bedoeld, en wilde de aandacht weer afleiden.
‘Ja, lekker,’ begreep Erik de hint.
We schrokken op van een klap in de hal, alsof de voordeur met een knal werd dicht gegooid. Luc keek me geschrokken aan.
‘Wat was dat?’
Voor ik iets kon zeggen was hij al opgestaan en liep hij gehaast naar de deur. Hij deed hem open en keek.
‘Terence?’ vroeg hij verbaasd. ‘Wat doe jij hier?’
Ik hoorde Terence iets mompelen. Luc liep een paar stappen door en sloot de deur. Esther en Erik keken me verbaasd aan. Ik hoorde Luc met Terence praten, maar kon het niet helemaal volgen.
‘Momentje,’ zei ik en stond op.
In de gang zat Terence op de eerste tree van de trap, Luc gehurkt bij hem. Hij streelde hem over zijn rug.
‘Ik ga nooit meer terug naar dat kutwijf,’ was het eerste wat ik hoorde.
© 2007 Oliver Kjelsson