Perfect (deel 12)

‘Oké, er is meer,’ gaf ik maar meteen toe.
‘Sinds wanneer?’
‘Eergister, zaterdag. Vrijdag eigenlijk al.’
Hij glimlachte. ‘Damn.’
‘Martin, ik…’
‘Ik vroeg het me al langer af Valentijn. Hoe jullie met elkaar omgingen, naar elkaar keken.’
Ik bloosde weer. Wist niet wat ik moest zeggen.
‘Hé, het is oké hè?’
Ik keek hem met een ruk aan. We glimlachten.
‘Dank je.’
‘Weet nog niemand zeker?’
‘Nee.’
‘Pepijn waarschijnlijk, die zat ook wel erg te kloten vandaag.’
Ik knikte. We lachten tegelijk.
‘Als dit bekend wordt op school gaan er wat meiden balen, jongen.’
Ik grinnikte.
Martin keek me grijnzend aan. ‘Nou ja, hoe meer er voor mij over blijven.’
‘En voor Diederik en François.’
Nu lachte hij echt. ‘Pffft, wat denk je zelf.’
Martin was de laatste dingen aan het opruimen, ik keek voor me uit. ‘Zouden zij het snappen?’
‘Wie?’
‘Diederik en François?’
‘Dat van jou en Ian? Nee.’
Ik staarde naar de grond.
‘Maar dat is hun probleem, Valentijn. Niet de jouwe.’
Ik probeerde een flauwe glimlach, maar het lukte me niet echt.
‘Ze wennen er maar aan. Als het zover is. Kom, we gaan wat drinken.’
Met een klop tegen mijn schouder liep hij voor me uit, naar buiten.

Ik bekeek ze toch anders, de volgende ochtend in de kantine. Niet dat er iets veranderd was, maar het liet me niet los. Ian kwam binnen, knipoogde naar me en liep door naar “zijn” tafel. Niet veel later kwam Pepijn binnen. Ik zag hem lopen, maar toen hij ging zitten schrok ik. Had hij nou een blauwe plek rond zijn oog? Ik kon het niet goed zien, maar aan de houding van iedereen aan hun tafel zag ik dat er inderdaad wel iets was. Ian keek strak en keek een paar keer naar mij. In de gang kwam hij vlak bij me lopen. Even een hand tegen mijn rug.
‘Wat is er met Pepijn gebeurd?’
‘Beetje bonje met zijn broer. Vertel ik je nog wel.’
We moesten verder, de les ging bijna beginnen. Dat hoorde ik nog wel. Straks, in de pauze.

Ze liepen naar buiten dus ging ik er achteraan. Ian en Pepijn zaten wat weg van de rest. Ik ging er naar toe.
‘Wat is er met jou gebeurd?’
‘Ruzie met mijn broer,’ was het korte antwoord.
‘Ernstig?’ vroeg ik.
‘Nee, niet echt.’
‘Pepijn, vertel het hem maar,’ zei Ian zuchtend.
Ik keek naar Pepijn, hij keek strak terug.
‘Hij maakte ineens opmerkingen over Ian, dat hij homo was.’
‘Wat?’
Pepijn schudde zijn hoofd. ‘Hij is gek. Nou ja, weet je? Ian en ik hebben het wel eens over jou gehad, maar dat weet je. Dat heeft hij een keer gehoord blijkbaar. En hij heeft jullie zien fietsen samen. Dus één en één is twee. En daar zat hij flauwe grappen over te maken gister.’
‘En dat liep uit de hand?’
‘Ik zei dat hij zijn bek moest houden ja, en toen gebeurde dit.’
Hij wees naar zijn oog, of meer de plek eronder.
‘Flinke plek.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Zo hard ging het niet. Ik ben eigenlijk verbaasd dat het er nu zo uit ziet.’
‘Ander onderwerp,’ zei Ian snel, met zijn blik langs mij af.
‘Zow, best oog,’ hoorde ik Martin achter me zeggen.
‘Ja,’ zei Pepijn onverschillig, ‘dingen gebeuren.’
‘Wie was het?’
‘Zijn broer,’ zei ik half kwaad, ‘die heeft Ian en mij zien fietsen deze week.’
‘Owwww……’
Ian en Pepijn keken met een ruk naar me.
‘Bedoel je dat hij…..?’
Ik knikte. ‘Ja, die trok de juiste conclusie ja.’
‘Dat is toch die gast die Lilly toen opgehaald heeft? En nu dit? Moeten we die niet een keer ergens opwachten of zo?’
‘Nee,’ zei Pepijn hoofdschuddend, ‘dat kun je beter niet doen. Die groep gasten wil je niet tegen je hebben. Echt niet.’
Ian keek me nog steeds met een vragend gezicht aan. Ik glimlachte terug. Martin was er nog steeds kwaad over.
‘Als Diederik of François er ook zo kut over gaan doen dan heb ik ook zo’n oog. Of zij.’
Ik lachte. Ian bleef me vragend aan kijken, ik knipoogde terug.
‘Hij stelde vragen gisteravond,’ zei ik snel.
Ian zijn mond viel open.
‘Dus hij weet het. Maar het is oké.’
‘Nice…’
‘Zeker weten.’
Hij legde zijn hand op mijn been en kneep. Ik bloosde. Pepijn en Martin grijnsden.

‘Gaan we iets doen vanmiddag?’ vroeg hij bij de kluisjes, dicht tegen me aan.
‘Best. Moet je Julia nog ophalen?’
‘Die gaat na school met een vriendinnetje mee, die moet ik daar om half vijf pas ophalen.’
‘Cool. Zin om mee naar mijn huis te gaan?’
Ian grijnsde. ‘Goed.’
Hij trok zijn jas aan, wachtte op me.
‘Gaan we de stad nog in?’ vroeg Diederik.
‘Nee, zei ik, ik moet naar huis.’
‘Ow, oké.’
Hij keek mij en Ian een beetje verbaasd na. Damn. Ik vond het allemaal lastiger dan ik dacht. Hoe lang hield ik dit nog verborgen? Achter me hoorde ik Martin. Die zag ons gaan waarschijnlijk.
‘Morgen misschien,’ hoorde ik hem zeggen tegen François en Diederik, ‘vandaag andere dingen te doen.’
Ik glimlachte. Dank je wel, Martin.

‘Hoi!’ riep ik toen ik de keuken in liep.
Geen antwoord. Niemand thuis blijkbaar. Mooi.
‘Niemand thuis,’ zei ik half verbaasd.
Ian grijnsde alleen maar.
‘Meestal is mijn moeder er al. Iets drinken?’
Met twee volle glazen in mijn hand wenkte ik hem met mijn hoofd. Boven checkte ik even de kamer van Lilly. Net iets voor haar om niets terug te zeggen, terwijl ze wel thuis was. Maar ook zij was er niet.
‘Mooi gedoe met Pepijn,’ zei ik.
‘Zijn broer is echt een klootzak. Knettergek. Ik was verbaasd over Martin.’
‘Ik ook. Hij begon er gister ineens over. Hij had gezien hoe we naast elkaar zaten bij de Mac.’
Ian lachte.
Mooie lach, beetje balorig ook. Ik raakte zijn zij aan en toen stonden we al tegen elkaar. Hij kuste me, ik kuste terug. Daarna vielen we op mijn bed. Ik wilde hem tegen me aan hebben, zijn voet speelde met die van mij.

Geen idee hoe lang we zo gelegen hebben. We schrokken wel op van het kraken van de trap. Ik vloog omhoog, deed snel mijn broek weer dicht, Ian zat te stuntelen op mijn bed. Mijn moeder klopte op de deur en deed hem eigenlijk meteen daarna open. Ian zat schuin op mijn bed, een beetje voorover, zijn haar flink door de war. Ik stond bij mijn bureau, overduidelijk niets te doen. Dit zag er raar uit.
‘Hey, ben je al thuis? O, hallo Ian.’
‘Hallo,’ zei hij verlegen.
‘Hoi mam,’ probeerde ik zo gewoon mogelijk.
‘Ik zal jullie niet verder storen met jullie huiswerk,’ glimlachte ze.
Ik zag haar naar mijn bureau kijken, waar nog een boek open lag van de dag ervoor.
‘Ja,’ zei ik maar.
‘Komen jullie zo wat drinken?’
‘Is goed,’ zei ik.
Ze glimlachte nog een keer naar Ian en deed toen de deur weer dicht. We keken naar elkaar en bliezen tegelijk lucht uit. Daarna lachten we zachtjes.
‘Jezus,’ zuchtte Ian.
Hij ging weer rechtop zitten, en zag de ongemakkelijke bult in zijn broek. Hij stak zijn hand erin en legde hem recht. Ik deed hetzelfde, mijn boxer zat half dubbel.
‘Moet ik helpen,’ grijnsde ik.
‘Nee, laat maar even,’ grinnikte hij terug.
Ik ging voor hem staan en boog voorover. Ik kuste zijn voorhoofd, daarna zijn mond.
‘Dat was close.’
‘Behoorlijk.’
‘We moeten zo wel even wat drinken beneden denk ik.’
Ian lachte zachtjes. ‘Ik weet niet of ik zo naar beneden durf.’
‘Ze heeft niets gezien.’
Ik kneep treiterend in zijn kruis, waar het door de schrik alweer een stuk rustiger was.
‘Kom, ‘ zei ik grinnikend, ‘anders komt ze nog een keer naar boven.’

De pot thee stond al klaar. Met drie mokken. Mijn moeder zat aan tafel, bladerde door een tijdschrift.
‘Hey,’ zei ik.
‘Ha, jongens. Hoe was het op school?’
‘Goed,’ zei ik maar, al kon ik het beeld van Pepijn nog niet loslaten.
Ian ging tegenover haar zitten, ik naast hem. Ik trok het blik met koekjes naar me toe en haalde het deksel eraf. Ik stak een koekje in mijn mond en schoof het blik naar Ian. Mijn moeder schonk drie mokken vol. Het was gezellig, zonder teveel gedoe. Mijn moeder stelde af en toe wel wat vragen aan Ian over zijn thuis en zijn zusje, maar zonder dat het vervelend was. Gewoon om een gesprek te hebben. Ze vond het knap dat hij zoveel voor zijn zusje deed. Hij keek af en toe naar de klok en op zijn telefoon. Ik wist waarom, en ik vond het jammer toen hij zei dat hij weer weg moest. Het was leuk aan tafel, met mijn moeder. Gewoon gezellig.
‘Ik moet zo gaan,’ zei hij meer tegen mij dan tegen mijn moeder.
Ik knikte. ‘Nog een koekje voor onderweg?’
Voor hij kon antwoorden had ik er zelf al eentje in mijn mond gestoken.
‘Valentijn…’ Ze schudde lachend haar hoofd. ‘dat is nummer vier al. Dat jij niet dik wordt… Dat is je laatste.’ Ze hield het blik voor Ian toen hij bij haar stond om zijn jas aan te doen. ‘Pak er nog maar eentje.’
‘Wat?!’ Ik lachte protesterend. ‘Hij wel?’
Ian stak er eentje grijnzend in zijn mond.
‘Tsssk,’ protesteerde ik.
Mijn moeder lachte. ‘Tot de volgende keer Ian.’
‘Doei,’ antwoorde hij vrolijk.
Ik liep met hem mee naar buiten. Bij zijn fiets gaf ik hem een kus.
‘Zie je morgen,’ fluisterde ik.
‘Zie je morgen,’ kreeg ik een kus terug.
Ik ging vrolijk terug naar binnen. Mijn moeder schonk net nog een keer mijn mok vol.
‘Aardige jongen, die Ian.’
‘Ja,’ zei ik maar.
‘Je ziet hem best veel de laatste tijd.’
‘Hm-m.’
Ze zat te vissen. Had ze het dan toch door van daarnet, op mijn kamer?
‘Komt dat door de problemen met Lilly en dat van bij hem thuis?’
‘Ook.’
‘Ook?’
‘Ik kon het er gewoon goed met hem over hebben. Hij heeft me echt geholpen.’
‘Hij lijkt me zorgzaam.’
‘Is hij ook. Zeker met zijn zusje. Echt gaaf hoe hij dat allemaal doet.’
‘Maar ook voor jou.’
Ik keek op van mijn mok.
‘Ja, dat zie ik jongen,’ glimlachte ze. ‘Speciale band die jullie hebben.’
Ik wilde wat zeggen, maar de keukendeur ging open. Lilly.
‘Hey.’
‘Hoi Lilly,’ zei mijn moeder vrolijk.
Ze ging naar de gang om haar jas op te hangen.
‘Heb je nog veel huiswerk?’ vroeg mijn moeder aan mij.
Overduidelijk een ander onderwerp, zo geforceerd vroeg ze het ook. Niet meer over Ian hebben waar Lilly bij was. Ik speelde maar mee.
‘Valt wel mee. Doe ik straks.’
‘Wil je ook een kop thee?’ vroeg ze aan Lilly.
‘Nee, ik ga naar boven.’
En weg was ze. Ik had niet anders verwacht. Ik zag mijn kans schoon en stond ook op. Geen vragen meer van mijn moeder. Ze had me wel door. Ze glimlachte en keek me veelbetekenend aan. Op een manier zoals alleen zij dat kon. Ze had me door. Ons door.
‘Ben er zuinig op Valentijn,’ zei ze toen ik bijna bij de deur was. ‘Geniet er van.’
En weg was ik.

Het knaagde. Ze had ons door, daar kende ik haar goed genoeg voor. Anders begon ze er zo niet over. Martin, Diederik, François, ze was altijd analyserend, maar hoe ze over Ian praatte… Niet analyserend over hoe iemand was in verhouding tot waar hij vandaan kwam zoals ze bij Martin had gedaan. Martin was een beetje een rauwe gast maar dat vond ze helemaal bij hem passen door het werk wat ze bij hem thuis deden en wat hij zelf ook deed. Ze bekeek Ian anders, hoe hij voor mij was. Ik voor hem misschien ook wel. Hoe we bij elkaar pasten. Ik werd er nerveus van. Ze wist het gewoon.

Haar blik ook toen we aan tafel zaten om te eten. Ze had het er met mijn vader over gehad, dan kon ik merken. Lilly had uiteraard niets in de gaten, al vroeg ik me af hoe lang dat zou duren als de broer van Pepijn het ook al door had. Die ging echt zijn mond niet houden tegen Lilly daarover. Hij wist wie ik was.
‘Wat ben je stil?’ vroeg mijn moeder ook nog.
Ik zat ook wel flink in gedachten, dat wist ik zelf ook wel.
‘Huiswerk,’ mompelde ik. ‘Moet nog wat af maken.’
‘Moeilijk?’
‘Beetje.’
‘Had je dat vanmiddag niet kunnen doen met Ian?’
Van binnen vloekte ik. Ik zag mijn vader nu ook naar me kijken. Die zaten mijn reactie van mijn gezicht af te lezen. Ik haalde maar mijn schouders op. Ik wilde weg van tafel, voelde me ongemakkelijk. Ik was ook eerder weg dan Lilly zelfs.
‘Ik ga nog even dat huiswerk afmaken,’ zei ik.
‘Succes,’ zei mijn moeder. ‘Anders bel je Ian even, of hij kan helpen.’
‘Nee, lukt wel.’
En weg was ik.

Op mijn kamer pakte ik mijn boek er bij, maar kon mijn gedachten niet gefocust houden. Ik appte een paar keer naar Ian, over dat huiswerk ja, maar hij wist het ook niet. Daar konden we allebei dan ook wel weer om lachen. Ik hoorde Lilly naar boven komen, niet veel later ging haar deur dicht. Ik wreef een keer met twee handen over mijn gezicht en sloeg het boek dicht. Ik haalde een keer diep adem en stond toen op. Ik ging naar beneden, pakte een mok van het dienblad en ging weer aan tafel zitten. Ik schonk thee in en staarde naar mijn handen.
‘Mam?’
‘Ja?’
‘Over Ian…’
Ze glimlachte.
‘Waarom stelde je daar zoveel vragen over?’
‘Omdat ik het een aparte jongen vind. Speciaal. En aardig.’
Ik keek op en glimlachte.
‘Ik vind de band die jullie hebben speciaal. Alsof jullie elkaar snappen zonder iets te zeggen.’
Ik nam nog maar een slok. Ik had het warm.
‘Heb ik gelijk of niet?’
Ik knikte.
‘Nou, en dat vind ik leuk, mooi om te zien.’
‘Maar als het nou…’ Ik dacht even na. ‘Als het nou meer was dan dat?’
‘Meer?’
‘Ja, je snapt wel wat ik bedoel. Zou je dat erg vinden?’
‘Valentijn… Nee… Natuurlijk niet. Zit je daar over in?’
‘Weet niet.’
‘Jongen, nee…’ Ze was bijna beledigd leek het wel. ‘Dat zou toch alleen maar mooi zijn?’
Ik haalde mijn schouders op, geen idee waarom.
‘Valentijn, wat of wie je ook bent, je weet toch dat wij dat prima zouden vinden?’
‘Jawel…’
‘Nou dan. Heb je er zelf problemen mee?’
‘Ik vind het moeilijk.’
Ik staarde naar het blik met koekjes. Ineens voelde ik de hand van mijn vader op die van mij.
‘Valentijn… Kijk me eens aan.’
Ik keek op, hij keek rustig, met een glimlach.
‘Het maakt ons echt niet uit wie of wat je bent. Maar je moet altijd trots zijn op jezelf hè jongen?’
‘Jawel…’
‘Dat ben je toch wel?’
Ik zuchtte. ‘Jawel, maar…’
‘Het is ook ineens een onzeker gevoel als je dat ontdekt,’ ging mijn moeder verder, ‘dat is heel normaal.’
‘En wij staan altijd achter je,’ vulde mijn vader aan. ‘Ik ben heel blij dat je er zelf mee durft te komen, naar ons. Dat betekent echt veel voor ons Valentijn. Echt. Dank je wel.’
Mijn moeder zette haar mok neer en keek naar me. ‘Weet Ian het?’
Of ik wilde of niet, ik glimlachte. En knikte. Mijn moeder glimlachte.
‘Had ik het toch goed gezien vanmiddag hier aan tafel. Het is toch wederzijds, of niet?’
Nu glunderde ik helemaal.
‘Dat is mooi jongen, echt.’
Mijn vader knikte alleen maar, keek me lachend aan.
‘Maar,’ ging mijn moeder door, ‘hoe voel je je nu?’
‘Weet ik niet. Blij. Echt. Maar alles er omheen…’
Ineens brak ik los, vertelde alles, over Pepijn, hoe hij alles geregeld had, over hoe Martin meteen reageerde, over de broer van Pepijn die ons gezien had en het blauwe oog van Pepijn.
‘Jeetje, jongen. Die mensen blijf je houden, jongen, daar moet je boven staan.’
‘Weet ik ook wel….’
‘Dat maakt je misschien soms onzeker, maar dat moet je niet laten overheersen. Kijk naar Martin, die vind het ook gewoon prima.’
‘Weet ik ook wel. Maar dat is ook niet alles.’
Ze keken me vragend aan.
‘Die broer van Pepijn… Lilly kent hem ook. Die gast hoort bij de vriendenkring van die Cheyenne. En als hij het weet… Hij weet dat ik haar broer ben.’
‘Moet je het niet zelf aan Lilly vertellen dan?’
Ik haalde mijn schouders op. Dat zag ik echt nog niet zitten.
‘We zijn open naar elkaar hier jongen. Ik vind eigenlijk wel dat ze het van jou moet horen.’
‘Alsof zij zelf alles vertelt,’ mokte ik. ‘Ik zie het echt niet zitten dat zij het al weet.’
‘Dan wacht je daar nog even mee.’
Ik knikte. Ik pakte nog een koekje, ik wist zeker dat ze er nu niets over zou zeggen. Ik stond weer op, om naar mijn kamer te gaan. Mijn moeder stond op en pakte me vast.
‘Ik ben trots op je jongen.’
Mijn vader stond achter me, hand tegen mijn rug.
‘Dank je wel,’ fluisterde ik.

© 2020 Oliver

Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op deze link en laat eens een berichtje achter op het forum!