Perfect (deel 11)

Ik weet niet hoe lang we daar tegen de muur van de keuken gestaan hebben. In ieder geval tot mijn telefoon trilde omdat mijn moeder wilde weten waar ik bleef. Ian grinnikte erom, tot hij zag hoe laat het was.
‘Ik moet zo de stad in, anders ben ik te laat.’
‘Ik moet ook naar huis.’
Met een kus duwde ik me van hem af. Langzaam liepen we naar de deur, voor hij die open deed hield hij me nog even vast. Ik wilde niet gaan, hij wilde niet weg. Kort zoenen nog een keer.
‘Zie je maandag,’ zei ik onhandig.
Ian kuste me. ‘Of morgen.’
Ik keek hem glimlachend aan. ‘Kan ook.’
‘Morgen,’ zei hij beslist. ‘We appen wel hoe laat en waar en wat. Maar ik wil je morgen zien.’
‘Morgen,’ zei ik bevestigend, met een kus.
Ik reed verdwaasd naar huis. Ik voelde me goed. Ik voelde me onzeker. Ik voelde me warm. Ik voelde een koude plek in mijn broek. Wat er ook gebeurde hierna, dit was gaaf. Mijn moeder merkte mijn vrolijke humeur meteen op.
‘Waar kom jij vandaan?’ lachte ze toen ik de keuken binnen kwam.
‘Ben nog even bij Ian geweest,’ zei ik trots.
‘Was gezellig?’
‘Ja, was leuk,’ probeerde ik weer neutraal te blijven.
‘Ga snel zitten, we kunnen meteen gaan eten.’
Mijn vader glimlachte om mijn vrolijke humeur, Lilly deed het allemaal niet zoveel. Die zat in gedachten. Genoeg aan haar kop waarschijnlijk. Ik ook, maar dat vond ik helemaal niet erg.

Ik lag nog lang naar mijn plafond te staren die avond. Wat was er allemaal gebeurd? Ik had gezoend met Ian! En hoe. Op weg terug naar huis was ik nog onzeker, maar ondertussen had hij me al een paar keer geappt, en we hadden afgesproken dat ik ’s middags naar hem toe zou gaan. Ik had er zin in. Ik had het warm, zag alles weer voor me en besefte nu pas hoe mooi zijn ogen waren, zijn glimlach. Ian was aardig, zorgzaam, dat wist ik, maar hij was ook rustig, teder. Lief. Dat was hij. Hij had me gerust gesteld over Pepijn en de hele situatie. Waarom had ik niet iets eerder doorgehad? Zijn opmerking toen bij de Mac. Zijn opmerking bij zijn huis dat hij de groeten zou doen aan Ian? Nu snapte ik waarom hij keek, waarom had ik dat niet door? Pepijn was oké, meer dan oké. Ian had er een hele goed vriend aan. Ian. Morgen zag ik hem weer. Ik kon niet wachten.

Ik ging uitgebreid douchen, langzaam ontbijten en ging terug naar mijn kamer. Huiswerk, maar ik kon mijn hoofd er niet echt bij houden. Ik maakte noodles tussen de middag en poetste uitgebreid mijn tanden. Kon ik al vertrekken? Ik zou er wat te vroeg zijn, maar ik had geen zin om langer te wachten.
‘Ik ben weg,’ zei ik toen ik mijn jas aan trok.
‘Waar ga je heen?’ vroeg mijn moeder.
‘Ik ga naar Ian.’
‘Alweer?’ Ze glimlachte. ‘je ziet hem wel vaak de laatste tijd.’
‘Ja,’ zei ik maar.
‘Nodig hem eens een keer hier uit, volgens mij is het wel een aardige jongen.’
‘Ja.’
‘Ik zie sowieso weinig vrienden van je de laatste tijd.’
‘Mam, dat was zo. Het was de laatste tijd ook niet altijd handig om ze hier uit te nodigen.’
‘Nee,’ zei ze nadenkend. ‘Nou, veel plezier.’
‘Doei!’
En weg was ik. Ik trapte door de wijk, sneller dan normaal. Ik moest eens rustig aan doen. Niet zo nerveus. Toen ik bij zijn straat was trapte ik rustiger. Ik was benieuwd hoe het zou gaan. Ik zette mijn fiets op slot, hoefde niet aan te bellen. Ian deed de deur al open.
‘Hey.’
‘Hey,’ zei ik breed lachend.
Ik wist me geen houding te geven, Ian keek ook een beetje onhandig. Ik hing mijn jas op, keek hem glimlachend aan. Ineens kreeg ik snel een kus op mijn wang.
‘Dank je wel voor je appje.’
Ik lachte. ‘Welke van de tien?’
‘De laatste. Dat je welterusten zei en ging slapen en aan mij ging denken.’
Ik bloosde. Glimlachte maar. ‘Jij zei hetzelfde.’
‘Kom, wil je wat drinken?’
‘Lekker.’
In de keuken stond zijn vader.
‘Pap, dit is Valentijn. Je weet wel.’
Vrolijke man, hij kwam naar me toe en stak joviaal zijn hand uit. ‘Hallo,’ zei hij vriendelijk.
‘Hallo, ik ben Valentijn,’ zei ik een beetje verlegen.
Onhandig gevoel.
‘Ian heeft veel over je verteld.’
Ik glimlachte.
‘Mag ik vragen hoe het nu gaat thuis?’
‘Gaat,’ antwoordde ik.
Ik zag aan Ian dat hij het er niet mee eens was dat zijn vader er meteen over begon.
‘Maar langzaam beter,’ zei ik er achteraan.
‘Dat is mooi jongen. Gelukkig maar.’ Hij draaide zich om. ‘Ian, ik ben zo naar opa en oma, ik blijf daar eten en ga daarna Julia ophalen.’
‘Is goed.’
‘Je zou weer eens mee moeten jongen, ze vinden dat ze je al veel te lang niet meer hebben gezien.’
‘Jaha…’
Zijn vader lachte, pakte Ian vast en wreef een keer door zijn haar, dat Ian meteen weer goed probeerde te strijken nadat hij weg dook.
‘Pap!’
Zijn vader lachte hem uit. ‘Nou, ik ben weg, zie je vanavond. Dag Valentijn, leuk je even gezien te hebben. Tot de volgende keer.’
‘Doei,’ zei Ian.
‘Dag,’ zei ik lachend.
Ian zette een glas voor me op de eetbar. ‘Mijn vader.’
Ik glimlachte. Ik bleef staan, wilde hem eigenlijk vasthouden. Ian mij ook, hij zette de paar stappen naar me toe en pakte me vast. We zoenden, zijn handen zaten overal op mijn rug en mijn zij.
‘Ik ben blij dat je er bent.’
‘Ik ook,’ grinnikte ik.
‘Eigenlijk had ik mee moeten gaan,’ zei hij terwijl hij me langzaam los liet en ging zitten. ‘Was ik helemaal vergeten.’ Hij keek me even balorig aan. ‘Niet dat ik dat erg vind.’ Daarna keek hij serieus. ‘Ouders van mijn moeder.’
‘Ow.’
‘Ja. Rare sfeer altijd. Hebben het steeds over haar, vragen mij altijd of ik haar ook nog zo mis. Papa wordt er ook zo moe van.’
‘Is ook niet gek dat ze zo denken toch?’
‘Nee, maar het verandert niets.’ Hij staarde voor zich uit. ‘Ik wil haar ook zeker niet vergeten hoor, maar ik wil wel vooruit. Het lijkt wel alsof ze dat zelf niet kunnen.’
‘Of niet willen.’
Hij keek me aan en glimlachte. ‘Dat denk ik.’
We keken elkaar even aan.
‘Ik kan er in ieder geval slecht tegen. Kom er altijd down vandaan.’
‘En jouw vader?’
‘Die snapt waarom ik niet graag mee ga. Hij wordt er zelf ook gek van af en toe. Hij vindt ook dat we verder moeten.’
‘Knap.’
Ian grijnsde. ‘Hij is af en toe weer aan het daten.’
‘Dat lijkt me raar.’
‘Hij vindt van niet.’
‘Voor jou en Julia bedoel ik.’
Ian haalde zijn schouders op. ‘Julia kan zich mama bijna niet eens herinneren, nou ja, wel genoeg hoor, maar ze was nog zo klein. En ik weet ook bijna niet beter meer. Ik snap wel dat hij verder wil. Zo oud is hij nog niet.’
Ian staarde voor zich uit, was er even niet meer bij leek het wel. Ik pakte zijn hand en trok die een klein beetje naar me toe.
‘Hé, gaat het?’
Hij knipperde een keer met zijn ogen en knikte. ‘Jawel. Af en toe raar allemaal. Zeker zoals nu, als hij naar opa en oma is.’
Ik kneep een keer, Ian kneep kort terug en glimlachte.
‘Ik baal er nog steeds van dat jij zo over Pepijn hebt ingezeten. Als ik dat geweten had…’
‘Kon jij ook niet weten.’
‘Nee, maar hij was er zo mee bezig, ik heb hem al eens op zijn flikker gegeven dat hij voorzichtiger moest doen. Net als toen in de Mac, ik moest echt weg, maar ik vertrouwde hem voor geen meter. Ik was echt bang dat hij alles zou verraden met allerlei vragen.’
Ik lachte. ‘Het was me echt niet opgevallen dat het daar om ging. Toen had ik al helemaal niets door.’
‘Af en toe is het zo’n lul,’ grijnsde hij. ‘Hij blijft me dan uitdagen. Hij vond gewoon dat we bij elkaar moesten komen. Het had me niets verbaasd als hij je toen gewoon op de man af had gevraagd wat je van mij vond.’
‘Misschien probeerde hij dat ook wel. We hebben het wel over jou gehad toen.’
‘Verbaast me niks.’
‘Dat je hem verteld had dat wij het over jouw moeder hadden gehad. Dat bijna niemand dat wist.’
‘Ja.’
‘En dat jij je veel zorgen had gemaakt om mij, met Lilly.’
Ian bloosde. ‘En jij had niets door?’
‘Nee.’
Hij lachte. ‘Ik doe hem nog eens wat.’
‘Nou ja, hij heeft er toch een beetje voor gezorgd dat we nu bij elkaar zijn.’
Ian glimlachte. ‘Dat is waar.’
Hij stond op, pakte onze glazen en vulde ze weer op het aanrecht. Met twee volle glazen in zijn hand keek hij me aan.
‘Mijn kamer zien?’
Ik knikte, pakte mijn glas aan en volgde hem de trap op. Leuke kamer, ongeveer net zo’n zootje als die van mij. Best wel opgeruimd op zich, maar net niet. Hij zette zijn glas op zijn bureau en ging op zijn bed zitten. Hij keek me aan en ik kon maar één ding doen wat klopte, naast hem gaan zitten. We hingen meteen tegen elkaar aan. Hij kuste me weer. Niet veel later lagen we tegen elkaar aan, zoenend. We hielden elkaar vast, zoenden zachtjes, keken elkaar af en toe aan. Hij glimlachte.
‘Wat lach je?’
‘Ik heb er vaak aan liggen denken hoe het zou zijn als je hier zou zijn, en nu ben je er gewoon.’
Ik kuste hem. ‘Valt het mee of tegen?’
‘Net zo leuk als ik gedacht had.’
Ik lachte en kuste hem weer. Hij hield me vast, draaide op zijn rug en trok me mee. Zijn armen om me heen, hij haakte een been om die van mij. Zo bleven we liggen. Mijn gezicht in zijn nek. Hij haalde een keer diep adem en ademde langzaam uit. Hij duwde zijn hoofd tegen die van mij. Hij streelde over mijn rug, het kleine blote stukje tussen mijn broek en de rand van mijn shirt. Mijn vingers kroelden door zijn haar. Ik duwde me met mijn andere arm wat omhoog. Korte kus, daarna keken we elkaar alleen maar aan. Hij keek tevreden. Ik voelde onder me zijn buik op en neer bewegen door zijn ademhaling. En ik voelde meer. Ik zag in zijn ogen dat hij hetzelfde voelde. Terwijl ik bleef kijken duwde ik iets harder. Hij kreunde kort zachtjes. Nog een kus. Zijn hand gleed onder mijn shirt over mijn rug heen. Dat wilde ik ook. Ik aaide over zijn zij, onder zijn shirt. We zoenden weer, iets minder rustig nu. Langzaam kropen onze shirts wat omhoog. Hij keek me weer aan, trok nog een keer aan de stof op mijn rug. Ik kwam verder omhoog en liet mijn shirt uittrekken. Voor ik weer ging liggen trok ik aan die van hem. Uit, naast het bed, ergens, op de grond. Hij was warm. Ik draaide wat meer op mijn zij, ik wilde zijn rug voelen. Zachte huid, warm. Ik trilde.
Ian grinnikte. ‘Koud?’
‘Nee, maar ik heb dit nog nooit…’
Hij kuste me. ‘Ik ook niet.’
Ineens was ik meer op mijn gemak. Geen idee waarom, maar het stelde me gerust. Niet dat ik niet zenuwachtig was. Hij kuste me weer. We bleven elkaar aan kijken terwijl onze handen een hele reis maakten over elkaars rug en zij en armen. Hij streelde over mijn borst, mijn hand gleed langzaam over zijn onderrug. Bij zijn broekrand bleef ik hangen, pakte de rand en kneep. Hij deed hetzelfde bij mijn buik. Ik keek hem weer aan en glimlachte. Toen maakte hij het knoopje los. Onder mijn broek kneep hij door mijn boxer in mijn bil. Ik grinnikte, maakte zijn broek los en deed bij hem hetzelfde. Hij hield zijn hand stil, kuste me een paar keer. Mijn hand lag op zijn heup, duwde zijn broek wat lager.
‘Weet je wat ik nou wil?’ fluisterde hij ineens.
‘Nou?’
‘Gewoon met jou onder het dekbed liggen. En niet meer loslaten.’
Ik glimlachte, duwde mezelf meteen half omhoog. Ian ging zitten, trok het dekbed onder ons vandaan en sloeg het terug. Hij trok zijn spijkerbroek verder uit en wachtte op me. Daarna duwde hij me mee terug op bed en trok het dekbed over ons heen. Hij lag op zijn zij, ik lag op mijn rug. Ik wilde hem weer vasthouden, draaide op mijn zij en trok hem dicht tegen me aan. We zoenden, hij kuste mijn wang, mijn nek. Ik drukte mijn lippen op zijn schouder en was verbaasd hoe goed dat voelde. Hij aaide mijn zij, mijn heup. Langzaam gleed hij naar voren tot hij over mijn stijve en mijn ballen streelde. Of ik wilde of niet, ik kreunde, en deed het meteen terug. We hielden elkaar vast, zachtjes knijpen. Hij staarde weer in mijn ogen. Op mijn billen liet hij zijn hand onder mijn boxer glijden en duwde de stof naar beneden. We begonnen ze uit te wurmen, toen ze ergens bij onze knieën waren pakten we elkaar weer vast. Hij was heet in mijn hand, leek het wel. Hij trok me, en ik hem. Daar hielden we niet meer mee op. Met zijn ellenboog hield hij het dekbed omhoog, onze hoofden doken eronder en we keken hoe we allebei kwamen. Snel ademend kusten we elkaar. Daarna werd het rustig, we zoenden traag, tot hij zijn hoofd in mijn nek duwde en diep zuchtte. Daarna lagen we stil, af en toe bewogen onze vingertoppen een beetje.
‘Zo blijven liggen,’ mompelde hij.
Ik wilde niets liever.

Ik zat in een roes. Nog steeds. Het was maandagochtend en keek op school meteen rond waar hij was. Ik zag hem nergens, maar toen ik mijn spullen in mijn kluisje stopte voelde ik ineens een hand tegen mijn rug.
‘Goedemorgen,’ hoorde ik zachtjes.
Ik keek glimlachend om, keek meteen in zijn glimlach.
‘Hoe is het?’
‘Goed,’ zei ik vrolijk, ‘wat dacht je dan?’
Hij glimlachte. ‘Ey, ik heb het niet verborgen kunnen houden voor Pepijn. Die had zondag meteen door dat er wat was.’
‘Geeft niet,’ zei ik.
Dit was raar, we wisten niet helemaal een houding te geven, eigenlijk wilde ik hem vastpakken maar dat kon niet. Heel even streelde hij kort mijn arm, bijna gewoon vriendschappelijk maar zijn blik zei veel meer.
‘Zie je straks,’ zei hij een beetje onhandig.
Maar wel met een knipoog. Ik keek hem even na, deed toen mijn kluisje dicht. Dit was raar, het was een meer dan te gekke zaterdagmiddag geweest, voor het grootste gedeelte in zijn bed. Veel gepraat, serieuze dingen, zijn moeder, mijn zusje, maar ook veel gelachen. Tegen elkaar aan, af en toe zoenen, elkaar vasthouden. En nu kon dat niet. Hielden we afstand, bijna op het krampachtige af. Wie dat niet deed was Pepijn. Ik liep net van mijn kluisje weg toen hij op me af kwam met een brede grijns en me vastpakte, armen om me heen.
‘Sorry dat je dacht dat het om mijn broer ging. Echt, ik wist van niets.’
‘Geeft niet, ik snap het nu,’ zei ik lachend, overdonderd ook.
‘Als er iets is dat ik kan doen, moet je het zeggen. Ik voel me schuldig.’
‘Niet schuldig voelen, jij kunt er niets aan doen.’
‘Weet ik, maar ik vind het wel kut.’
Ik glimlachte dankbaar.
‘En gaaf,’ zei hij met een grijns en een knipoog terwijl hij me weer stevig vastpakte. ‘Jij en Ian. Ik had wel gelijk.’
Ik lachte. Het voelde ook goed, dat hij er zo mee om ging. Hij liet me los en ging naar de kantine. Toen zag ik Martin staan, met een verbaasde blik. Hij stond stil, kwam naar me toe toen Pepijn weg was.
‘Wat was dat?’ vroeg hij lachend.
Ik grijnsde, nerveus. ‘Vanalles. Vertel ik je nog wel.’
‘Nou heb je me helemaal nieuwsgierig.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Vorige week, bij die klus, zag ik die jongen die Lilly toen opgehaald heeft toen ze weggelopen is. Dat is zijn broer.’
‘Damn.’
‘Ja, en hij voelt zich schuldig.’
‘Dat moet hij niet doen.’
‘Zou ik ook doen denk ik.’
Martin schudde zijn hoofd. ‘Mooie boel.’
‘Dat zeker,’ zei ik.
We liepen de kantine in, zochten de tafel met Diederik en François. Wat dat betreft veranderde er niets, ik kon niet ineens bij Ian gaan zitten, hij ook niet bij mij. Maar hij keek wel naar me. Glimlachend. Hij gaf me een knipoog.

Pepijn bleef aanwezig. Bleef proberen Ian en mij dichter bij elkaar te krijgen. In de pauze zaten we buiten, het was lekker weer en muurtjes genoeg om op te zitten. Diederik en François zaten op het muurtje, ik zat op de grond, Martin naast me.
‘Hey Martin,’ hoorde ik Pepijn zeggen.
Hij ging naast Martin zitten, Ian naast mij.
‘Je hebt mijn buren wel blij gemaakt geloof ik,’ ging Pepijn gewoon verder, ‘ze zitten elke avond buiten.’
‘Lekker fris,’ zei Martin.
‘Met een jas aan. Maar het is echt een mooi ding geworden.’
Martin lachte. ‘Wij maken alleen maar mooie dingen.’
‘Ik zal mijn ouders eens overhalen. Sinds ze de tekeningen hebben gezien bij de buren en nu helemaal nu hij af is hebben ze het er de hele tijd over.’
‘Gewoon bellen, kunnen we fixen.’
Pepijn lachte.
‘We hebben binnen kort weer een klus, Valentijn,’ zei Martin lachend.
‘Best. Laat maar komen.’
Ian glimlachte, zat vlak naast me. Ik keek naar zijn been, zijn handen. Kort even naar zijn gezicht maar dat hield ik niet lang vol. Ik bloosde.

Het herhaalde zich in de Mac. Pepijn wenkte ons, ze zaten met een groepje aan een lange tafel. Martin vond het meteen prima, ze gingen wat verzitten zodat Ian en Pepijn naast ons kwamen te zitten. Pepijn regelde het allemaal wel. Diederik en François zaten er een beetje stil bij, die zagen het op zich ook niet helemaal zitten leek het wel. Er werd flink gelachen toen Pepijn begon te schuiven met stoelen en dienblaadjes. Ik zag de jongen naar ons kijken. Heel kort kneep Ian in mijn been toen ik hem weer aan keek.
‘Zijn vriendin,’ zeiden we tegelijk.
Daarna schoten we in de lach.

Ian ging eerder weg, ik besloot om mee te gaan. We lieten de rest achter. Ik zag Martin kijken, maar draaide me snel om, ik begon weer te blozen alsof in grote letters op mijn voorhoofd stond wat er gaande was. Pepijn grijnsde alleen maar.
‘Valentijn!’ riep Martin toen we net weg waren.
Ik draaide me weer om, Ian bleef wachten.
‘Heb je vanavond tijd?’
‘Jawel.’
‘Heb even je hulp nodig met een klusje.’
‘Bij jouw thuis?’
Martin knikte. ‘Werkplaats.’
‘Is goed, zie je vanavond.’
‘Top, maat! Zie je vanavond.’
Ian en ik liepen samen naar buiten, toen we een flink eind weg waren hield hij even mijn hand vast terwijl we fietsten. Met een flinke zoen op de hoek van de straat als afsluiting.

Martin zat nog in de keuken toen ik binnen kwam lopen. Hij stond meteen op, pakte twee blikjes uit de koelkast en wenkte me mee naar buiten.
‘Kom.’
‘Wat gaan we doen?’
‘Niet veel.’
‘Niet veel?’ lachte ik.
Binnen knikte hij naar wat plaatjes hout. ‘Effe lijmen en schroeven. Jij vasthouden vooral.’
‘Oké.’
Hij zette zijn blikje op de werkbank en keek me aan. Even dacht hij na, pakte toen de plaatjes hout. Haaks op elkaar, ik hield ze vast, hij lijmde en draaide er wat schroeven in.
‘Hoe is het thuis, met Lilly?’
‘Rustig.’
‘Mooi zo.’
‘Ja.’
Dit ging stroef, er was iets en hij zocht een opening om er over te beginnen.
‘Martin, wat is er?’
Hij zuchtte, keek me even aan.
‘Mag ik je een gekke vraag stellen?’
‘Jij altijd.’
‘Wat is dat tussen jou een Ian?’
Ik kreeg het warm. Wat moest ik zeggen?
‘Gewoon…’ zei ik twijfelend.
‘Gewoon?’
‘Ja, vaak mee gepraat over Lilly en zo. Net zoals jij met Pepijn over die aanbouw.’
‘Ja, maar ik leg geen hand op zijn knie in de Mac, jullie wel.’

© 2020 Oliver

Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op deze link en laat eens een berichtje achter op het forum!