Uiteindelijk durf ik
Jou te zeggen wat ik voor je voel
Nee hè? Ik voelde hem al zitten toen ik mijn jas aan trok. Thuis keek ik pas, dat ging ik mooi niet doen met de jongens er bij. Weer een beertje, twee deze keer, hartjes eromheen. Weer geen afzender. Ik zuchtte. Oké, ik vond het ook leuk. Maar wie was dit? Mijn verdenking zat nog steeds bij dat groepje rond Jasmine. Maar waarom kwam ze dan niet gewoon? Aan de andere kant vond ik het wel best allemaal. Ik ging er toch niets mee doen. Als Julian die kaart nou gestuurd had…
Maar dat had hij niet. Als er iemand hetero was dan was hij het wel. Ik ging het hem ook niet vragen, dan verraadde ik mezelf meteen. Hij wist het niet van mij. Niemand trouwens. Hij moest eens weten dat ik onderhand al een jaar verliefd op hem was. Misschien al wel langer, maar toen wist ik nog niet dat het een verliefdheid was. Hij was altijd al speciaal voor mij, vanaf de eerste keer dat ik hem zag. Lagere school nog. Ik wist meteen: “daar wil ik vrienden mee zijn”. Dat is gelukt, en hoe! We waren altijd samen, vrienden door dik en dun. We woonden ook niet ver van elkaar, onze ouders werden vrienden van elkaar, we zijn zelfs wel eens samen op vakantie geweest. Altijd voor elkaar klaar staan. Dat is het laatste jaar een beetje minder geworden. Niet dat we ruzie hadden of zoiets, helemaal niet zelfs. Maar sinds ik verliefd op hem was geworden was ik iets meer afstand gaan houden. Dat kwam vooral omdat hij zich ineens wel heel erg in meiden ging interesseren. Ik kon dat niet bijhouden. Hij voelde andere dingen dan ik. En ik baalde ja. Jaloers, op al die meiden waar hij achteraan zat. Hij had er in Mats wel een goede compagnon in gevonden. Die was net zo erg. Samen hadden ze het er bijna de hele dag over. Ik werd er wel eens moe van. Gelukkig waren Niek en Jurn er ook nog, die deden tenminste wel normaal. Maar verder was er niets aan de hand tussen Julian en mij. Hij was nog steeds mijn beste kameraad, en ik die van hem. Maar die dus ondertussen wel een geheim had dat hij niet wist. Daar voelde ik me wel eens schuldig over. Maar zolang hij het niet wist…
Ik had dus helemaal niets aan die kaarten. Welk meisje het ook was. De volgende dag op school was ik toch weer aan het scannen. Keek er iemand? Miste ik nou signalen? Ik zag Jasmine weer kijken. Julian haalde me uit mijn gedachten.
‘Niet doen, Tim. Je gaat nooit winnen van Huub.’
‘Hou op man.’
Hij lachte. ‘Je kijkt anders wel veel.’
‘Omdat zij kijkt.’
Julian grinnikte. ‘Ik kan me niet voorstellen dat zij…’
‘Ik ook niet Julian, ik ook niet.’
Hij keek verbaasd om mijn felle antwoord.
‘Er is iets,’ zei hij onderzoekend.
Ik keek hem aan, zijn ogen, zijn wenkbrauwen…
‘Er is niets Julian,’ kapte ik af.
Waarom was dit zo lastig? Ik wilde die kaarten voor mezelf houden, zolang ik niet wist wie er achter zat. Stiekem hoopte ik dat ze toch van Julian waren. Als ik ’s avonds in bed lag ging mijn fantasie op hol. Waren die kaarten toch van Julian. Durfde hij het me niet rechtstreeks te zeggen. Net zoals ik. Voelde hij ook dat onze vriendschap nog meer was dan het al was. We hoefden het alleen nog maar tegen elkaar te zeggen. Alles was er al, behalve dat ene. Klein detail: zijn handschrift was het niet. Had hij dat een meisje voor hem laten doen misschien? Ik sliep er slecht van.
Ik kon het er met niemand over hebben. Dat ergerde me ook wel. Ik had me een tijdje geleden wel aangemeld bij een online community op internet, nadat ik wat had zitten zoeken over homoseksualiteit. Ik kon het niet laten, ik ging er gewoon een berichtje over plaatsen. “Wat doe je als je anonieme kaartjes krijgt van een meisje op school?” Het was het eerste wat ik daar in die groep had geplaatst. Maar zien wat er van ging komen. Geen idee waarom, stiekem kon ik er ook wel weer om lachen.
Twee Red Bull. Bordje. Twee Red Bull. En Elske. Niek stuntelde wat en zij keek verlegen. Julian had helemaal niets in de gaten. We rekenden allemaal af, ze keek ons na.
‘Doei,’ zei ze duidelijk tegen Niek.
Die glimlachte. De manier hoe ze naar elkaar keken zei me genoeg. Jurn liep naast me en grinnikte.
‘Die gaan vast nog een keer afspreken denk ik.’
Hij ging langzamer lopen.
‘Lijkt me ook,’ antwoordde ik. ‘Is er verder nog iets gebeurd in de Mazzo?’
‘Tussen die twee? Geen idee, ik heb niets gezien in ieder geval. En anders had hij dat wel verteld toch?’
Ik lachte. ‘Dat denk ik wel ja.’
Jurn keek me lachend aan en liep naast me door naar het bankje. Julian, Mats en Niek zaten er al. Ik ging tegen de lantarenpaal hangen. Ik trok mijn blikje open en nam een slok.
‘Ga je nog werk van haar maken?’ vroeg Mats aan Niek.
‘Van wie?’
‘Duh, van die meid achter de kassa.’
‘O, die,’ zei Niek overdreven onschuldig.
‘Ja, die.’
Niek lachte. ‘Dat is waar ook. Ik ga vrijdag niet mee zwemmen.’
‘Niet?’ vroeg Julian.
‘Nee, ik ga naar de film.’
‘De film?’
Jurn keek me aan en knipoogde. Snapte Julian het nou echt niet?
‘Met Elske,’ zei Niek droog.
Julian keek verbaasd. ‘Van de kassa?’
Niek knikte met een brede glimlach. ‘Van de kassa ja.’
‘Heb je dat net even snel geregeld?’
Niek lachte. ‘Nee gek, vorige week in de Mazzo.’
‘Was ze daar ook?’
‘Beter kijken Julian. Jij was weer te druk met die twee andere meiden.’
Julian en Mats grijnsden.
‘Is dat nog wat geworden trouwens?’ vroeg Niek uitdagend.
‘Nèh…’
‘Nou ja, ik ga vrijdag naar de film.’
‘Welke?’
Niek zuchtte. ‘Weet ik nog niet. Zoiets laat je haar uitkiezen sukkel.’
Julian lachte, maar nog steeds half verbaasd. Ik was ondertussen met mijn tweede blikje bezig. Ik keek op mijn telefoon en zag dat het al later was dan ik dacht.
‘Ik ben naar huis jongens.’
Julian stak zijn vuist naar me toe. ‘Tot morgen Tim.’
‘Morgen.’
‘Ruk ze.’
De rest lachte. Daar hoefde hij zich geen zorgen om te maken, dat ging ik zeker doen. Buiten het winkelcentrum pakte ik mijn fiets.
‘Hey, Tim,’ hoorde ik ineens achter me.
Ik draaide me om en zag Jasmine staan.
‘Ga je naar huis?’
Ik knikte. Zonder verder te vragen reed ze samen met mij weg.
‘Mag ik je wat vragen?’ vroeg ze na een tijdje stilte.
Daar kwam het.
‘Ja?’ zei ik zo gewoon mogelijk.
‘Ben jij verliefd op Merel?’
Ik maakte een kleine slinger met mijn stuur en keek haar aan. ‘Merel? Nee, hoezo?’
‘Weet je het zeker?’
Ik lachte. ‘Ja?’
Ze geloofde me niet, zag ik.
‘Waarom vraag je dat?’
‘Gewoon, je kijkt vaak naar haar.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Niet speciaal.’
‘Zoë of Aisha dan?’
‘Nee. Maar… Mag ik dan vragen waarom jullie de hele tijd naar mij kijken? Waarom vroeg je dat net? Is Merel verliefd op mij?’
Ze lachte. ‘Leuk geprobeerd Tim.’
‘Nee, echt. Jullie kijken de hele tijd. Waarom?’
‘Omdat jij de hele tijd kijkt.’
Ik zuchtte.
‘Tim, Merel vind je een hele leuke jongen maar ze is niet verliefd op je.’
Ik geloofde het maar half. ‘Weet je dat zeker?’
Het zou allemaal zo logisch zijn. Alles verklaren.
‘Ja Tim, dat weet ik zeker.’ Ze lachte. ‘Sorry.’
‘Jasmine, ik ben niet verliefd op d’r!’
‘Maar je vraagt er wel naar.’
Ik zuchtte. Jasmine was oké. Ik kende haar al lang en kon het altijd goed met haar vinden. Voor “Huub” hebben we zelfs een tijd met elkaar naar school gefietst. Die zou geen streek met me uithalen.
‘Tim, er is iets aan de hand. Als jij het niet bent, is het dan een van de andere jongens? Julian? Mats?’
Ik schudde mijn hoofd en remde af. Ik was bijna thuis. Ze remde mee.
‘Tim?’
‘Kan ik je vertrouwen?’
‘Tuurlijk. Wat is er?’
‘Ik wil niet dat dit rondgaat op school.’
‘Beloof ik.’
‘Ook Huub niet.’
‘Ook Huub niet.’
Ik zuchtte. ‘Ik heb ondertussen twee kaarten gekregen. Anoniem. Gedichtjes erin. Maar ik heb geen idee van wie ze zijn.’
‘Wat lief!’
‘Ja geweldig,’ zei ik spottend, ‘maar ik kan er zo niets mee. Ik heb echt geen idee van wie ze zijn.’
‘Beetje nutteloze actie dus.’
‘Best wel ja.’
‘Wanneer heb je die gekregen?’
‘Vorige week eentje en deze week eentje.’
‘Met de post?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Ze zitten in mijn jas. Dus het moet iemand van school zijn.’
Ze staarde nadenkend voor zich uit.
‘Weet je, ik heb echt geen idee. Misschien is het wel een flauwe grap of zoiets, weet ik veel. Maar ik wil gewoon weten wat er achter zit.’
‘Kan ik me voorstellen.’
‘Het handschrift zegt me ook niets.’
‘Laat eens zien.’
‘Ik heb ze niet bij me. Die liggen thuis.’
Ze keek vragend. Nieuwsgierig. Smekend bijna. Ik vond het ook wel best. Misschien kon ze me helpen.
‘Oké, rij maar even mee.’
‘Hé, hallo Jasmine,’ zei mijn moeder verbaasd toen we binnen kwamen, ‘dat is lang geleden. Hoe is het? Alles nog dik aan met Huub?’
‘Ja hoor,’ lachte ze.
‘Jasmine komt even wat aantekeningen van mij lenen,’ zei ik snel.
‘Willen jullie niets drinken?’
‘Ik moet zo weer verder,’ zei Jasmine verontschuldigend.
Dank je wel, ik liep snel door, de trap op, Jasmine achter me aan.
‘Dit was de eerste,’ zei ik terwijl ik haar de envelop gaf. ‘En dit de tweede.’
Ze bekeek ze en glimlachte.
‘Het is wel lief, Tim.’
Ik glimlachte.
‘Maar het handschrift zegt me niets. Dat van Merel is heel anders.’
Goed, die kon ik doorstrepen.
‘Er staat ook verder helemaal niets bij,’ zei ik. ‘Zelfs niet op de envelop. Zouden ze wel voor mij zijn?’
‘Kom op Tim, als je zoiets doet, dan zorg je wel heel erg dat het in de goede jas zit.’
‘Dat had ik ook al bedacht. Maar je weet maar nooit.’
Ze glimlachte.
‘Wat lach je?’
‘Gewoon. Lief dit. Leuk toch? Ik gun het je.’
Oké, ik bloosde een beetje. Voor ik het wist had ze haar telefoon uit haar zak gehaald en maakte ze een foto van een van de twee kaarten.
‘Wat doe je?’
‘Ik ga op handschriftenjacht.’
‘Jasmine, je laat het.’
‘Wil je nog weten wie het is of niet? Ik doe voorzichtig. Ik ga hier en daar aantekeningen fotograferen, zogenaamd voor huiswerk, en dan kan ik het op mijn gemak naderhand vergelijken. Maar ik moet nu naar huis.’
Ik zuchtte. Ze lachte en liep voor me de trap af. Buiten bij haar fiets keek ze me aan.
‘We gaan haar vinden Tim.’
Ik lachte. ‘Maar je doet voorzichtig. Als heel de school het weet dat is ook lullig. En dan laat ze zich nooit kennen.’
‘Dat had ik ook al bedacht. Laat dat maar aan mij over.’ Ik kreeg ineens een kus van haar op mijn wang. ‘Leuk dit. Gun ik je.’
Ik glimlachte maar.
‘Mag ik het Huub echt niet vertellen?’
‘Nee!’
‘Ah……’ vroeg ze zielig.
‘Jasmine, nee. Echt…’
Ze lachte. ‘Jammer. Ik had het hem graag laten zien. Hij doet zoiets nooit voor me.’
Mooi, ik had me voorgenomen het er met niemand over te hebben en nu had ik het al op twee plekken verteld. Nou ja, dat internet, die kenden me verder toch niet. Ik had er al wel een paar reacties op gekregen zag ik. Veel mensen moesten er om lachen.
“Hahaha, lekker laten hopen!”
“Ben je mooi klaar mee.”
“Als het misschien toch van een jongen is…”
Hmmm, als dat eens waar kon zijn.
“Laat gaan. Als zo iemand anoniem wil blijven hoef je er niets mee.”
“Ik zou toch ook nieuwsgierig zijn van wie het was. Ook al wil je er verder niets mee, dit is ook niks.”
Kijk, die snapte me tenminste. Degene die dat gepost had, had me ook nog een persoonlijk bericht gestuurd zag ik.
“Hey!
Lullig wel, zo’n anonieme kaart. Je weet niet van wie het is. Ik zou me ongemakkelijk voelen, toch het idee dat iemand je in de gaten zit te houden, zonder dat je weet wie het is. Heb je al een beetje een vermoeden?
Groetjes,
Thor.”
Ik glimlachte, typte meteen wat terug.
“Hoi.
Nee, ik heb geen idee. Goede vriendin van mij gaat meehelpen zoeken.
Groetjes,
Tim.”
Dat deed ze. Ik zag haar aan tafel, met een schrift van Zoë, telefoon in haar hand. Toen ze de foto gemaakt had keek ze even naar mij en grijnsde.
‘Lacht ze nou naar jou?’ vroeg Julian naast me.
‘Geen idee,’ probeerde ik me op de vlakte te houden.
Jasmine zag dat er wat aan de hand was, de onderzoekende blik van Julian, de bezorgde van mij. Ze stond op en kwam recht op me af.
‘Hé, Tim, ik mocht van jou toch die aantekeningen van wiskunde hebben?’
‘Ja?’
‘Geef even, dan heb ik ze meteen.’
Ik tilde mijn rugzak op, ritste hem open en zocht. Ik bladerde door mijn schrift en gaf het opengeslagen aan haar.
‘Hou effe vast.’
Ze hield haar telefoon ervoor en knipte.
‘Dank je!’ Ze lachte en liep weer door.
‘Ja hoor,’ klonk het lachend naast me.
‘Wat?’ zei ik met een zo verbaasd mogelijk gezicht.
‘Sinds wanneer leen jij je aantekeningen uit?’
‘Sinds ze daar om vroeg.’
‘Uhu…’
‘Julian, hou op. Ze heeft Huub. Big deal. Ik kwam haar gister na het winkelcentrum nog tegen en ze vroeg er naar. Dat is alles.’
Julian merkte iets aan me. Fuck. Dit ging nog wat worden.
Blikjes Red Bull. Bordje. Blikjes Red Bull. Bordje. Elske. Beetje stuntelende Niek. Julian zoals altijd. Oké, iets rustiger, nu hij wist dat Niek een date met haar had de volgende dag. Niek en Elske keken naar elkaar maar zeiden niet veel. Toen we wegliepen keek Niek nog een keer om.
‘Tot morgen,’ wist hij toch nog te zeggen.
Ze glimlachte.
Ik zat, Julian stond en keek op me neer.
‘Wanneer ga jij met Jasmine naar de film?’
‘Julian, alsjeblieft.’ Daarna herpakte ik me en grijnsde. ‘Als Huub een keer geen tijd heeft, nou goed?’
Julian lachte. Jurn zat naast me en keek grijnzend opzij.
‘Jij wel.’
‘Nee,’ lachte ik.
Hij keek me aan op een manier… Die geloofde me dus ook niet. Hij keek naar Julian en lachte.
‘Je moet eens opschieten Julian. Niek morgen een date, Tim binnenkort met Jasmine, ga er eens werk van maken jongen.’
Julian knikte. ‘Morgenavond, in het zwembad. Moet jij eens opletten.’
Jurn grinnikte. ‘Tuurlijk, gast.’
Jurn liep mee naar de fietsenstalling.
‘Tim, even serieus, wat is dat tussen jou en Jasmine?’
‘Niets, echt niet. Ze vroeg me gewoon om die aantekeningen, dat is alles. Er is echt niets. Kom op, ze heeft al heel lang met Huub, hoe komen jullie op dat idee?’
Hij glimlachte. ‘Dacht ik al.’
‘Precies,’ antwoordde ik stuurs.
Ik pakte mijn fiets en wachtte op hem.
‘Ik moet nog even terug,’ zei hij. ‘Bijna iets vergeten wat ik zou meenemen.’
‘Is goed,’ zei ik, ‘zie je morgen.’
Ik reed weg en voelde mijn telefoon trillen. Jasmine, nog een geluk dat Jurn nog even terug moest.
‘Hey.’
‘Tim! Zeg, ik heb slecht nieuws.’
‘Ow?’
‘Zoë is het niet.’ Daarna lachte ze. ‘En jij hebt jezelf ook geen kaart gestuurd.’
Ik grinnikte. ‘Echt?’
Ze lachte. ‘Nee, sorry. Maar we gaan haar vinden Tim. Komt goed.’
Ik glimlachte. Vast wel. Die liet niet meer los.
© 2017 Oliver