Op gevoel (deel 5)

‘Pak aan.’
Ik nam het glas in mijn handen en wurmde me verder tussen de mensen door in de kroeg.
‘Dank je Ivar.’
‘Weekend!’
Ik lachte. ‘Zeker weten. Wat een drukte. Is er iets speciaals te doen in de stad vanavond?’
‘Niet dat ik weet. Gezellig toch?’
‘Zeker wel,’ lachte ik. ‘Hé Max.’
We tikten een beetje onhandig onze glazen tegen elkaar. Hij sloeg zijn arm om Ivar heen.
‘Zeg, gaan we zo naar hiernaast? Ik word een beetje gek van dat gedrang hier.’
‘Is het daar niet net zo druk?’
‘Minder. Het is daar altijd minder druk.’
‘Is er live muziek?’
‘Altijd in het weekend.’
Ivar keek me vragend aan. ‘Doen?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Mij best.’
Alsof ze er op hadden staan wachten. Ze dronken hun glas in één teug leeg en liepen naar de deur.
‘Kom,’ zei Max.
‘Waar zijn de dames eigenlijk?’ vroeg ik buiten aan Ivar.
‘Naar de film. Die komen later.’
‘Dat hoop je,’ lachte Max. ‘Als Simone eenmaal doorheeft hoe fijn het zonder jou kan zijn dan komt ze niet meer in beeld vanavond.’
‘Eugenie is er bij, die kan jou niet missen,’ grijnsde Ivar terug.
‘Kappen jij. We hebben niets, willen niets en het blijft ook niets.’
Ivar pakte hem vast en trok hem tegen zich aan. ‘Weet ik toch. Beetje plagen kan toch wel?’
We liepen lachend naar binnen, met een knik naar de portier. Brede vent, zeg maar gerust kleerkast, maar altijd een vriendelijk gezicht. Als je je bleef gedragen tenminste. Maar zelfs dan. Ik heb hem één keer iemand de deur uit zien zetten en dat ging zelfs nog met een vriendelijk praatje. Het was goed vol, maar inderdaad iets rustiger dan bij de buren. Ik hield Ivar tegen. Het was mijn beurt om iets te gaan halen. De bar was goed bereikbaar, binnen een paar minuten stonden we met een glas bier in onze handen. Ik keek rond. Verderop stond een mooie jongen, ik betrapte mezelf erop dat ik aan het bekijken was hoe de verhoudingen zaten bij zijn vriendengroep. Nee, zo te zien geen vriendin. Ik vond hem interessant. Ik glimlachte om mezelf, tweede natuur van mij, al jaren. En dat hij daar alleen stond zei natuurlijk niet dat hij geen vriendin had. Ivar stond hier ook, en Simone zat gewoon in de bioscoop. Ik bleef toch kijken, nam een slok met hem in mijn blikveld. Er stootte iemand per ongeluk tegen me aan. Ik kreeg even kort een hand tegen mijn rug.
‘Sorry,’ zei het meisje.
Ik glimlachte dat het geen probleem was. Haar vriendin kwam achter haar aan, ik zette een stap achteruit. Hoe zou Elijah zich hier voelen? Dit moest toch een hel zijn voor hem. Veel geluiden, muziek, gepraat, veel beweging van alle kanten. Ik zag hem volgend weekend weer. Hij had een afspraak met vrienden staan, ik vond het wel weer eens tijd om de kroeg in te duiken. Dat kwam allemaal goed uit, vond ik. We belden wel vaak, bijna iedere dag. Jammer dat hij ruim tweeëneenhalf uur rijden van mij weg woonde. Ik had een keer met het idee gespeeld om een middag vrij te nemen en dan gewoon naar hem toe te gaan, ’s avonds weer terug. Niet gedaan, dat was ook wel een beetje gekkenwerk. Ik miste hem wel een beetje. Ik zag ineens dat Simone en Eugenie er waren. Simone hing tegen Ivar aan en gaf hem een kus. Hij wel. Zou Elijah nu ook aan mij denken? Ik stond met mijn elleboog op de bar, keek rond. De jongen stond er nog steeds, beetje afzijdig van zijn vrienden, net als ik. Dat schepte een band. Keek hij nou ook naar mij? Ik wendde mijn blik af, keek naar mijn handen en liet mijn bier door het glas zwenken. Elijah. We hadden niets afgesproken, wel veel gepraat. De middag met Nicole was gezellig geweest, het klikte wel met zijn drieën. Later, alleen bij hem thuis wilde Elijah mij eerst niet laten gaan. Ik lag strak in zijn armen, op de bank. Hij had ook zijn twijfels. We woonden wel erg ver bij elkaar vandaan. Zijn bescheidenheid kwam weer bovendrijven. Hij kon niet altijd even gemakkelijk naar mij toe en hij vond dat hij niet kon verwachten dat ik altijd naar hem toe reed. Hij mijmerde er wel over, vroeg me hoe de treinreis in elkaar zat. Eén keer overstappen, dat was niet zo’n probleem. Hij was even heel aanhankelijk op het station. Stond dicht bij me, streelde mijn wang. Na een kus deed hij weer normaal, als een goede vriend die afscheid nam. Verwarrend vond ik het. Hij stond zich in te houden, dat was wel duidelijk. Inhouden voor mij. Niet te snel. Natuurlijk dacht hij ook aan mij. Nu. Waar hij ook was.

Dat Eugenie en Max niets met elkaar hadden trouwens. Raar aan de ene kant. Aan de andere kant wisten we niet beter, Max was een vriend van ons Eugenie een hele goede vriendin van Simone. Van Ivar wist ik dat ze wel eens met elkaar naar bed waren geweest, maar het is bij die ene keer gebleven. Gedronken, de situatie was er, zoiets. Net zoals toen met Ivar en mij, na die avond stappen bij mij thuis, onder de douche. Ik dronk mijn glas leeg en zag Ivar kijken. Vragende blik. Ik glimlachte maar. Hij wenkte. Ik maakte me los van de bar en liep naar hem toe. Eugenie en Simone dansten. Gezicht naar de man achter het keyboard in het midden van de kroeg, op een verhoging naast de bar. Het drumstel stond achter ons, naast de ingang. Hij legde zijn hand op mijn schouder, duwde die iets naar beneden en praatte vlak bij mijn oor.
‘Alles goed?’
‘Ja hoor.’
Zijn hand duwde me iets van hem af, hij bekeek me grijnzend. Daarna trok zijn hand mijn hoofd weer dichter naar hem toe.
‘Ik zie het. Waar zat je met jouw gedachten. Die ene jongen?’
Ik grinnikte, draaide mijn mond naar zijn oor.
‘Ik ben er vorige week weer geweest.’
Ik zag hem glimlachten. ‘Leuk.’
‘Dat was het zeker.’
‘Zaterdag daar geweest?’
‘En zondag.’
Zijn mond viel lachend open. ‘Oké…’
‘Nou, daar stond ik even aan te denken.’
Ivar lachte. ‘Hij heeft indruk gemaakt.’
‘Beetje,’ antwoordde ik tegen beter weten in. ‘Het is allemaal nogal gecompliceerd.’
‘Omdat ie blind is?’
‘Ook. En omdat we wel een flink eind uit elkaar wonen.’
‘Schei uit, met die auto van jou…’
Ik lachte. Dat was wel mijn trots ja. Flink voor gespaard. ‘Je snapt best wat ik bedoel.’
‘Ik begrijp je wel. Maar,’ en nu grijnsde hij, ‘liefde kent geen grenzen jongen.’
‘Jajajajaja,’ protesteerde ik.
‘Kom,’ zei hij met een klap op mijn schouder, ‘we gaan er nog eentje halen.’

‘Morgen naar een tuinbeurs,’ zei Ivar voor zich uit, wat later op de avond, onder de verwarmingslampen van het terras. We konden de livemuziek goed horen.
‘Tuinbeurs?’
‘Simone wil nog wat leuke dingen voor in de tuin.’
Max grinnikte.
‘En we zoeken een oplossing voor de twee milieucontainers. Die dingen staan nu zo in het zicht…’
‘Schotje,’ zei ik.
‘Misschien. Je hebt er ook een soort kast voor, die er precies omheen passen.’
Ivar keek naar Max. ‘Ga je mee? Eugenie gaat ook mee.’
‘Dáág.’
‘Is toch leuk?’
‘Lekker burgerlijk, nee dank je. Ik ga morgen naar het voetbal kijken van mijn neefje.’
‘Naar het voetbal van de kleine,’ kaatste Ivar lachend terug, ‘hoe burgerlijk wil je het hebben?’
‘Het is mijn kleine niet en het is een belangrijke wedstrijd.’
‘Het manneke is acht! Moeten die niet gewoon lekker een beetje rondballen?’
Max grijnsde. ‘Hoe dan ook, ik ga niet mee naar een tuinbeurs.’
Ivar keek naar mij. ‘Jij zin?’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Afgesproken,’ lachte hij.
Ik nam een slok. ‘Hoe laat bij jullie?’

‘Koffie?’ vroeg Simone toen ik bij ze binnen stapte.
‘Graag. Het is vroeg.’
Ze lachte. ‘Het is tien uur!’
‘Dat zeg ik. Vroeg.’
Ze schudde lachend haar hoofd. ‘Wat voor koffie wil je?’
Ik keek naar het apparaat. ‘Sterke. En veel. Niet zo’n fancy klein vingerhoedje.’
‘Hé,’ zei Ivar toen hij de trap af kwam.
Ik was bijna op hem afgestapt en hem een kus gegeven als begroeting. Dat deed ik natuurlijk niet, maar het zou zo goed voelen. Gewoon, in zo’n bui was ik. Zeker na vannacht. Elijah had me nog een berichtje gestuurd, om te kijken of ik wakker was. Dat was ik, nadat mijn telefoon piepte. Ik belde hem, hij had duidelijk teveel gedronken. Ik lag in bed, hij bijna. Hij had een leuke avond gehad, maar hij miste me. Daardoor ik hem ook. Mijn gedachten aan hem waren in de loop van de avond minder geworden, maar in bed, met hem aan mijn oor, waren ze drie keer zo prominent aanwezig. We hebben meer dan een uur gepraat. Dus ja, tien uur was vroeg. Erg vroeg. Eugenie kwam binnen, gaf Simone een kus op haar wang. Zij wel.
‘Zo, jij ziet er wakker uit,’ zei ze met een lach terwijl ze door mijn haar aaide.
‘Hm,’ mompelde ik.
‘Spannende dromen gehad waarschijnlijk,’ lachte Ivar.
Ik dronk mijn koffie leeg, Ivar trok zijn schoenen aan.
‘Zullen we gaan?’ vroeg hij.
Ik knikte. ‘Zal ik rijden?’
‘Best,’ zei hij.
Ik griste mijn jas van de kapstok en deed de voordeur open. De lampen van mijn auto knipperden, ik hoorde de sloten open springen.
‘Is toch wat ruimer dat dat ding van jou,’ spotte ik toen Ivar naast me zat.
‘Heel fijn dat jij rijdt.’
‘Jeetje, Teun,’ hoorde ik vanaf de achterbank, ‘wat heb jij met jouw auto gedaan?’
‘Wat? Hoezo?’
‘De hele achterbank zit onder de haren.’
Ik schrok er even van.
‘O, ja, dat kan,’ herstelde ik me snel. ‘Is van een hond.’
Ik wachtte geen antwoord af, gaf gas en reed het parkeervak uit, de weg op. Geen aandacht aan schenken. Ivar zat naast me te grijnzen.
‘Hoe kom jij aan hondenharen?’ vroeg Simone verder.
‘Door een hond,’ zei ik droog.
‘In jouw auto?’
‘Ja.’
‘Maar jij hebt geen hond.’
‘Nee,’ zei ik voorover gebogen met mijn handen op het stuur.
Ik keek naar boven.
‘Wie dan wel?’ vroeg ze verder terwijl ik gas gaf toen het groen werd.
‘Een kennis van mij.’
‘O, ja, een “kennis” van jou. Dat zegt genoeg.’ Ze lachten allebei achter me. ‘Is er iets wat we niet weten, Teun?’
‘Vast wel.’
Simone kwam naar voren hangen en legde haar hand op mijn schouder. Haar hoofd zat tussen mij en Ivar in.
‘Vertel.’
‘Wat moet ik vertellen?’
‘Hoe komen die hondenharen in jouw auto?’
‘Ik ben een eindje gaan rijden, met een hond op de achterbank.’
Ik begon de lol wel in te zien van dit kruisverhoor.
‘Ja, en wie zat er naast je?’
‘Wat denk je? Die kennis natuurlijk.’
‘Jezus, Teun! Hoe heet die kennis, waar ken je hem van? Het is toch een hij hè?’
‘De kennis heet Elijah.’
Ze draaide haar hoofd naar Ivar. ‘Wist jij dit?’
‘Dat hij Elijah heette? Nee, dat wist ik niet.’
Ze sloeg hem tegen zijn hoofd.
‘Lul. Maar je wist van die kennis?’
‘Daar heeft hij me geloof ik wel iets over verteld ja.’
Ik lachte, remde voor een auto van rechts, liet hem voorgaan en reed weer verder. Simone ging weer achterover zitten. Ik voelde haar kijken.
‘Ik vind jou helemaal geen typ voor een kennis met een hond.’
‘Hij heeft nou eenmaal een hond,’ zei ik. ‘Kan toch moeilijk zeggen: flikker die hond de deur uit.’
‘Nee,’ zei Ivar dubbelzinnig, ‘dat kun je niet maken.’
Ik keek hem aan, we grijnsden.
‘Wat zitten jullie nu te lachen?’ kwam er verongelijkt van de achterbank.
Ivar kreeg een douw tegen zijn schouder.
‘Maar je hebt iemand leren kennen, Teun?’ Dat was Eugenie.
‘Ja, zoiets.’
‘Vertel eens wat meer.’
‘Ja, wat? Elijah, jaartje ouder dan ik, net klaar met studie. Zoiets.’
‘Leuk.’
‘En een hond,’ zei ik er achteraan.
‘En een hond,’ kwam er van de achterbank.
Ivar keek me met een schuin oog aan. Ja, ik vertelde niet alles, daar hoefde hij me niet voor aan te kijken om dat te beseffen.
‘Heb je een foto?’
‘Op mijn telefoon, ik ben aan het rijden.’
‘Straks! We zijn er toch bijna.’
Ik schudde lachend mijn hoofd. Het voelde ook wel goed zo, om het ze te vertellen. In grote lijnen dan. Niet alles. Ik draaide de parkeerplaats op.
‘Zo, er zijn meer mensen op het idee gekomen,’ zei ik.
Ik reed een rondje, zag een leeg parkeervak en remde langzaam. Voorzichtig draaide ik het vak in. Sleutel om, gordel los, deur open. Simone had mijn schouder vast.
‘Foto!’
Ik stapte gewoon uit, lachte om haar nieuwsgierige reactie. Dat ging ik nog even uitbuiten. Ze stapte uit, keek me over de auto heen aan.
‘Kom op, Teun.’
‘Straks. Tuinbeurs,’ wees ik naar de ingang.
Ivar lachte. ‘Dat is de eerste keer dat ik je enthousiast naar een tuinbeurs zie gaan.’
‘Is ook leuk,’ zei ik gespeeld vrolijk.

We liepen langzaam, bekeken van alles. Eugenie trok Simone mee naar een beeld.
‘Die is mooi.’
Ik keek naar Ivar, maar die reageerde geïnteresseerd. Ze kwamen dus niet alleen voor de kliko’s. Ik keek mee, het zag er inderdaad mooi uit.
‘Onthouden,’ zei Simone toen ze nog een keer omkeek bij het doorlopen.
‘Ze hebben koffie,’ wees ik na een tijdje.
Ivar knikte tevreden, we liepen al een uur rond, ook hij had genoeg plantjes bekeken. Met een tevreden zucht ging ik zitten. Flink stuk met tafels en stoelen, alles met een prijskaartje. Er kwam iemand langs, legde een kaart op tafel.
‘Wat mag het zijn?’

‘Laat die foto nou eens zien,’ drong Simone aan terwijl we op onze bestelling zaten te wachten.
Ik zuchtte, wist ook wel dat ik er niet onderuit kon komen. En stiekem vond ik het ook helemaal niet erg. Ik wilde hem ook laten zien. Ik zocht op mijn telefoon, vond een leuke foto van hem waarop niets te zien was en draaide mijn toestel naar ze toe.
‘O… Knappe vent.’
Ik glimlachte naar Eugenie.
‘Weet je zeker dat ie homo is?’
Nu lachte ik echt. ‘Ga daar maar van uit ja.’
Simone keek. ‘Leuke gast zo te zien, Teun.’
‘Is hij ook,’ zei ik tevreden terwijl ik zelf nog even keek.
‘Heb je ook een foto van de hond?’
‘Ja,’ zei ik, maar daar had ik meteen spijt van.
‘Laat zien dan.’
Ivar keek me aan, hij zag mijn gezicht. Ik zocht, klikte een foto van Hester aan en treuzelde. Daarna draaide ik mijn telefoon om.
‘Wat lief. Labrador toch?’
‘Ja.’
Simone keek ook. Haar wenkbrauwen gingen omhoog. Het was ook wel duidelijk, Hester had het tuigje om, handvat los op haar rug. Ze keek naar me.
‘Is dat eh…’
‘Wat?’
‘Een blindengeleidehond?’
Ik knikte. Haar mond zakte een stukje open.
‘Is hij blind?’
‘Die hond?’ probeerde ik grappig te zijn. ‘Gelukkig niet.’
‘Je weet best wat ik bedoel.’
Ik knikte, beetje nerveus. Ik was benauwd voor de reactie. Simone keek naar Ivar.
‘Wist jij dat?’
Ivar knikte.
‘Jeetje, Teun. Dat is wat…’
‘Ja, dat is wat.’
Simone keek naar mij, daarna naar Ivar.
‘Mij moet je niet aankijken,’ zei hij met zijn handen omhoog, ‘het enige nieuwe wat ik hoorde was dat hij Elijah heet.’
Eugenie keek nog een keer naar de foto. ‘Lieve hond.’
‘Zeker wel,’ zei ik. ‘Alleen ze verhaart blijkbaar een beetje veel.’
Simone grinnikte. ‘Dat had je niet in de gaten?’
‘Nee, anders had ik wel even de stofzuiger er doorheen gehaald.’ Ik keek bestraffend naar ze. ‘Scheelt een hoop vragen.’
Ze lachten.
‘Maar hoe heb je hem leren kennen dan?’
‘Ja,’ vulde Eugenie Simone aan.
‘Via internet.’
‘Internet? Hoe doet hij dat dan?’
‘Speciale apparatuur.’
‘Knap. Lijkt me lastig.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Zo praat hij er niet over. Het is maar wat je gewend bent.’
Ze bleven me aankijken, wilden nog veel vragen stellen, maar daar had ik eigenlijk geen zin in. De koffie was ondertussen ook al op. Ivar merkte het aan me.
‘Zullen we zo weer eens gaan rondlopen?’ vroeg hij.
‘Is goed,’ zei Simone.
Opgelucht schoof ik mijn stoel achteruit.

‘Maar de ene is groter dan de andere,’ zei Ivar wat later.
Ik stond naast hem en keek mee. ‘Ze hebben ook verschillende maten, maar dat ziet er niet uit.’
‘Nee.’
Hij haalde een rolmaat uit zijn jaszak.
‘Die ene verzuipt in die grote maat.’
‘Gaat niet werken,’ zei ik. ‘Veel te onhandig.’
Ivar zuchtte en keek naar Simone.
‘Teun heeft gelijk,’ knikte ze. ‘En ik vind ze sowieso niet echt mooi. Waar zet je ze neer?’
Ivar haalde zijn schouders op. Ik trok hem mee.
‘We gaan verder. Denk er nog even over na.’
We slenterden door.
‘Kijk,’ zei ik verderop, ‘is zo’n schot niets?’
‘En dan?’
‘Hebben wij thuis ook. Voor de schuur, in de hoek. Stukje bestraten, schot, containers er achter.’
Ivar bleef staan kijken. Hij keek opzij, naar Simone.
‘Vind jij?’
‘Beter dan die andere dingen.’
Ivar liep weer door. ‘We denken er nog even over na.’
Ik glimlachte om de manier waarop hij het zei. Dat kende ik. Die toon betekende dat hij me gelijk gaf, maar nog even aan het idee moest wennen. Dat kwam wel goed.

Ik veegde over mijn voorhoofd.
‘Kolere, wat is dat ding zwaar.’
Ivar keek net zoals ik. We stonden naast elkaar, in hun tuin, beeld tussen de planten. Natuurlijk wat dat ding nog meegenomen. Er was nog even twijfel of het wel in mijn auto zou passen, maar nadat we dat even hadden nagemeten gingen we terug. Daar hadden we een karretje, maar bij Ivar en Simone moesten Ivar en ik het door het huis heen dragen, de achtertuin in. Maar het ding stond op zijn plek.
‘Staat goed zo,’ zei Simone.
‘Ik mag het hopen,’ lachte ik.
‘Je hebt wat te drinken verdiend. Biertje?’
‘Eentje dan.’
Eugenie had de kussens al in de tuinstoelen gelegd. Ik ging met een zucht zitten, pakte het flesje aan van Ivar.
‘Maar hebben jullie nou iets?’ vroeg Simone toen iedereen zat.
‘Simoon…’ Ivar keek haar aan. ‘Niet zo nieuwsgierig.’
Ik lachte. Simone maakte een wegduwgebaar naar Ivar.
‘We zijn aan het opbouwen en we zien wel,’ zei ik.
‘Leuk.’
‘Zeker.’
Het was ook leuk. Ik werd er vrolijk van. Eigenlijk twijfelde ik ook niet. Elijah was een leuke gast, leuke gesprekken, ik voelde me op mijn gemak bij hem. En de seks was ook zeker niet verkeerd. Ook niet geheel onbelangrijk. Elijah was leuk, mooi, lekker, lief. Het was zaterdagmiddag en ik zat te rekenen. Ik kon makkelijk nog op en neer. Vanavond aankomen, blijven slapen en op zondag weer terug. Ik zou het zo doen.
‘Nog een biertje?’
Ik keek op. ‘Nee, ik moet nog rijden. Ik ga zo ook maar eens.’
‘Eet je mee?’
‘Nee, ik ga zo.’
‘Ik gooi de barbecue aan…’ Hij zei het uitdagend.
Ik lachte. ‘Nee, ik ga zo eens verder.’
Ik stond op, rekte me uit.
‘Zelf weten.’
Ivar liep met me mee naar de deur.
‘Bedankt voor het sjouwen.’
‘Vanzelf. Ik vind het een mooi beeld.’
‘Gelukkig. Ik heb het bonnetje nog, ik mag ruilen.’
‘Zelf weten, maar dan breng je hem alleen terug. Ik zou hem laten staan.’
We lachten. We hielden elkaar even vast.
‘Smakelijk,’ lachte ik toen ik bij de auto stond.
Hij knipoogde. Had hij me door?

Thuis belde ik Elijah. Gewoon even bijpraten. Ik vertelde over het beeld, vooral over het gewicht ervan. Hij lachte, vertelde over het uitslapen, Hester die protesteerde dat hij zo lang was blijven liggen, zijn ouders waar hij naar toe ging.
‘Met je katerhoofd?’ lachte ik.
‘Die is ver over,’ grinnikte hij. ‘En zo laat maken ze het nooit, dus ik kan op tijd slapen.’
‘Moet je ver, terug naar huis?’
‘Morgen, ze wonen achteraf, teveel gedoe. Ik blijf daar slapen.’
‘Leuk.’
Hij lachte. ‘Zeker. Af en toe nog eens in mijn oude bed, altijd fijn.’
Ik wenste hem veel plezier, hij klonk vrolijk.

Nadat we opgehangen hadden gaapte ik. Goed dat ik niet had voorgesteld om nog naar hem te komen. Dat had dan wel erg raar gestaan. Ik was teleurgesteld, meer dan ik had verwacht. Ik had het als raar idee in mijn hoofd zitten, gewoon iets doen zonder vooraf plannen. Maar nu het niet doorging viel het me vies tegen. Ik had er zin in gehad. Ik baalde. Ik had beter bij Ivar kunnen blijven zitten. Ik had wel zin in die barbecue. Verkeerd gegokt, ik kon nu niet meer terug. Ik was er automatisch vanuit gegaan dat Elijah thuis zou zijn. Niets te doen zou hebben. Daar baalde ik van. Alsof hij geen druk sociaal leven kon hebben. Ik zuchtte. Ook ik had vooroordelen. Ik gaapte nog een keer en trok mijn kleren uit. Douchen. Dat beeld was zwaar geweest.

Ik bleef lang onder de douche staan. Nadenken. Simone had gelijk, het was nogal wat. Ik vond het ineens allemaal niet zo makkelijk als ik in het begin dacht. Ik masseerde de shampoo in mijn haar en spoelde het er weer uit. Het water was lekker warm en gaf me weer wat energie. Elijah had gelijk, hij ging gewoon naar zijn ouders, niets mis mee. Dat deed ik ook regelmatig. Niets geks aan. Ik moest niet zeuren. Bovendien, ik had het gewoon gehoopt. Dat had bij een ander ook kunnen gebeuren. Mijn god, ik was gewoon verliefd. Daar maakte het niet bij uit of hij nou een handicap had of niet. Ik draaide de kraan dicht en pakte de handdoek. Alles goed en wel, ik voelde me toch leeg. Alleen. Ik liep vanuit de douche naar de keuken, zette de oven op voorverwarmen en ging naar mijn slaapkamer. Ik zocht kleren uit de kast, kleedde me verder aan en hoorde de oven pingen. Ik trok een pizza uit de vriezer, haalde het plastic er vanaf en draaide nog een keer met de pepermolen er overheen. Ruim een kwartier later zat ik met een bord voor de tv, afstandsbediening binnen handbereik. Ik nam een hap en verveelde me. Dit was misschien wel de eerste keer dat ik geen zin had om alleen thuis een avondje te gaan bankhangen. Maar dat ging toch gebeuren.

Het had geen nut een berichtje te versturen naar hem. Hij zat bij zijn ouders, daar kon hij het moeilijk afluisteren, zonder dat het op zou vallen. Ik zapte verveeld, trok een bier open. Ik had geen zin om naar bed te gaan. Ik zapte door tot ik een film tegen kwam. Ik liep naar de keuken, pakte nog een flesje uit de koelkast en nam een zak borrelnootjes mee naar de bank. Ik legde mijn voeten op tafel, gooide een handvol nootjes in mijn mond en kauwde. Gadverdamme, wat een saaie avond.

Tegen half twaalf trilde mijn telefoon. Wat dit waar ik op hoopte? Ik keek snel, en zag dat het van Elijah was. Een kort stukje opname. Ik klikte op afspelen, en hoorde hem gniffelen. Hij fluisterde.
‘Ik lig al in bed, wilde je even welterusten wensen. Hou van je.’
Ik gloeide.
© 2014 Oliver Kjelsson