‘Wat was dit nou?’ vroeg hij timide.
We stonden bij de voordeur, ik had mijn jas al aan. Het was al laat, ik ging na middernacht thuiskomen wist ik. Hester lag tevreden in haar mand, daar hadden we net nog een wandeling mee gemaakt. Het was apart geweest. We hadden nog meer dan een half uur na liggen knuffelen en zoenen in zijn bed. Na zijn grap “volgens mij moet ik straks nieuwe koffie zetten, deze zal wel koud zijn”, zijn we uit zijn bed gegaan, kleren bij elkaar zoeken en tussen een paar kussen door aankleden. Ik was blijven eten. Samen onderuit in de bank, tegen elkaar aan nog het nieuws voorbij laten komen op tv. Maar nu was het toch echt tijd om naar huis te gaan.
‘Ik weet het niet, Elijah. Jij vond het fijn, ik vond het fijn. Meer niet.’
‘Meer niet?’
‘Ik zeg het verkeerd. Natuurlijk wel meer, je blijft speciaal, in alles. Maar meer dat dit kan het nu niet worden.’
‘Nee, dat kan niet…’
‘Daarom. Geen verwijt, ik snap het.’ Ik gaf hem een kus op zijn voorhoofd. ‘Je blijft speciaal Elijah, dat verandert niet. Ik heb hier geen spijt van.’
Hij hield me steviger vast, drukte zijn voorhoofd tegen mijn schouder. Een kus in mijn nek.
‘Ik ook niet,’ fluisterde hij.
We zoenden kort, langzaam lieten we elkaar los.
‘Rij voorzichtig.’
Ik glimlachte. ‘Tuurlijk.’
We gaven elkaar nog een laatste kus, daarna ging ik de trap af, naast de lift.
Onderweg stopte ik nog een keer. Ik kocht een flesje cola bij een benzinepomp, wilde meteen weer doorrijden maar bleef staan. Ik nam een slok en zette het flesje op het dak. Ik leunde met mijn ellebogen op de rand, keek voor me uit. Half onder de overkapping, in het licht, stonden en jongen en een meisje, hand in hand, sigaret erbij, ze kusten elkaar voor ze weer instapten en doorreden. Ik zuchtte, stelde mezelf dezelfde vraag als Elijah bij de deur. “Wat was dit nou?” Ik zuchtte, ik kon geen andere conclusie trekken dan een uur eerder bij Elijah. Fijn, dat was het. We waren speciaal voor elkaar, niet meer, niet minder. Spijt van? Nee, absoluut niet. Fijn, dat was het. Ik nam nog een slok, stapte in en reed verder. Naar huis. Ik wilde slapen.
Thuis stuurde ik hem nog een voice-berichtje. “Ik ben thuis!” Ik had hem net op tafel gelegd toen hij over ging.
‘Hey.’
‘Helemaal heel?’
Ik lachte. ‘Helemaal.’
‘Mooi, gelukkig.’
Ik gaapte.
‘Moe?’
‘Het was een lange dag, vanmorgen vroeg opgestaan.’
‘Welterusten.’
‘Jij ook,’ glimlachte ik zacht.
Ik wilde bijna ophangen, maar hij zei nog wat.
‘Teun?’
‘Ja?’
‘Bedankt.’
Daarna hing hij op.
Ik moest er iets mee. Ik moest eerlijk zijn, hem vertellen hoe ik over hem dacht. Dit kon zo niet door blijven sudderen. Er vlogen berichtjes heen en weer en de boodschap was meer dan duidelijk. Dit kon ik niet langer rekken. Ongemakkelijk, ik moest laten weten waar ik stond. Het bleef ook in mijn kop hangen. Ik ging het hem deze avond voorzichtig brengen. Het had zeker in mijn hoofd gespeeld: “wat nou als”. “Waarom zouden we niet gewoon…” Ik kwam toch steeds weer tot dezelfde conclusie. Het ging zo niet werken. En dat moest ik hem vertellen. Er waren makkelijkere dingen. Ik was er voor een stukje ook wel in meegegaan natuurlijk, helemaal onschuldig was ik ook niet. Ik belde aan en wachtte. Lood in mijn schoenen.
‘Broer!’ hoorde ik tot mijn opluchting, nog voor de deur open ging, door het glas heen.
‘Zus,’ zei ik toen die ook daadwerkelijk open was.
‘Leuk dat je er bent,’ zei ze met een kus, ‘kom binnen. Eten staat al in de oven.’
‘Lekker.’
‘Lekkere schotel, met liefde voor je gemaakt,’ grapte ze.
Ik probeerde te glimlachen.
‘Wat kijk je? Iemand dood, zwaargewond?’
‘Nog niet,’ mompelde ik.
Ze trok me een kamer in.
‘Vertel?’
‘Tineke, Kenny maakt het steeds gekker. Ik moet met hem praten, dit is niet leuk meer. Niet eerlijk.’
‘Is het zo erg?’
Ik grijnsde. ‘Ik ga niet vertellen wat hij allemaal via App naar me stuurt. Hou het er maar op dat ik twee keer een uitnodiging heb gehad om te blijven eten en dat ik kan blijven slapen, “want dan kan ik een wijntje drinken”,’ zei ik er veelbetekenend achteraan.
‘Ik zei je toch dat hij je leuk vond?’
‘Ja, maar ik kan hem niet geven wat hij wil.’
Ze keek me begripvol aan.
‘Dus,’ ging ik verder. ‘Ik moet hem toch duidelijk maken dat hij mij uit zijn kop moet zetten.’
‘Kut. Maar je hebt wel gelijk.’
Ik knikte.
‘Liep het zo uit de hand ja?’
‘Ik ben ook niet netjes geweest, heb hem genoeg uit zitten dagen ook. Ik voel me schuldig.’
Ze keek me bestraffend aan en schudde sissend haar hoofd. ‘Tssk, tssk, tssk.’ Daarna lachte ze. ‘Kom, we gaan naar boven.’
Kenny zat op zijn hurken toen ik de keuken binnen kwam. Hij tuurde even in de oven, maar keek meteen over zijn schouder toen hij de deur hoorde.
‘Hé, Teun!’
‘Ruikt weer goed, jongen.’
Hij glimlachte.
‘Biertje?’
Ik keek naar Tineke, bij de koelkast. ‘Lekker.’
‘Ga zitten man.’
Ik pakte de stoel op de hoek, bijna “mijn” stoel als ik daar was, dicht bij de muur.
‘Zeg, we hebben nog steeds die benzine niet afgerekend, van dat toernooi een paar weken geleden.’
‘Ik heb je sindsdien ook niet meer gezien.’
Ze keek me aan, ik grijnsde.
‘Zeg tegen mama dat ik dit weekend kom.’
‘Zeg haar dat zelf maar.’ Ik lachte. ‘Maar goed dat ik het weet, dan ga ik zelf ook weer eens een keer.’
Ze knipoogde. ‘Jij bent net zo erg als ik.’
‘Drukke weekenden, zus.’
‘Het kan,’ zei Kenny. ‘Tineke, roep jij de rest?’
Ze stond op, trok de deur open en brulde de gang in. ‘Eten!’
Ik hoorde gestommel, voeten op de trap. Niet veel later zaten we met z’n zessen te eten.
‘Lekker Kenny,’ hoorde ik. ‘Ik vind dat dit wekelijks op het menu hoort te staan.’
Kenny glimlachte verlegen.
Oké, onhandig. Er zaten veel mensen bij en die bleven ook zitten na het eten. Gezellig, dat wel. Af en toe keken Kenny en ik naar elkaar, maar we konden niets. Als we alleen met Tineke waren geweest was die nog wel even “wat gaan doen voor haar studiegroep” of zoiets. Ik zag de situatie ook niet veranderen. Kenny bleef ook zitten. Ik ging een keer naar het toilet, maar hij kwam er niet achteraan. Zou ook wel gek zijn geweest. Ik keek naar het prikbord op het toilet en glimlachte. Veel foto’s, er zaten niet veel normale tussen. Eentje van Kenny zag ik, gemaakt in de keuken. Hoedje op, ontwapenende blik in de camera. Ik knipperde met mijn ogen en spoelde door. Als hij wat ouder was geweest dan wist ik het wel.
‘Nee geen koffie meer, zusje. Ik ga zo weer naar huis.’
Ik schoof mijn mok van me af, zag Kenny kijken. Verschrikt? Nee, meer berustend. Ik schoof mijn stoel achteruit, wurmde me achter de anderen langs.
‘Ey, tot ziens,’ zei ik in het algemeen. ‘Kenny, het was heerlijk.’
Hij glimlachte.
‘Groeten, Teun,’ zei iedereen.
Ik wees naar Tineke. ‘Ik zie je dit weekend.’
‘Ja.’
‘Nou, snelle kus dan nog,’ lachte ik.
Ik liep om de tafel, sloeg van achter mijn armen om haar heen en kuste haar wang. Ik zette de juiste sfeer, ze kon zo blijven zitten. Als nou Kenny maar mee liep.
Dat deed hij.
‘Het was lekker,’ zei ik nog maar een keer om wat te zeggen te hebben.
‘Dank je.’
Ongemakkelijk. Kleine stilte.
‘Teun…’
‘Over die berichtjes…’
We zeiden het tegelijk en glimlachten. Hij keek me serieus aan.
‘Sorry,’ zei hij. ‘Ik heb me laten gaan.’
Ik leunde tegen de muur, de voordeur achter mijn rug. Ik knikte. ‘Ik ook.’
‘Het gaat niet werken hè?’
Ik schudde voorzichtig mijn hoofd. ‘Denk het niet.’
‘Ik wist het eigenlijk ook wel. Ik heb je een paar keer uitgenodigd, maar steeds kon je niet. Maar toch…’
‘Kenny,’ zei ik terwijl ik mijn hand tegen zijn arm legde, ‘het ligt niet aan jou. Als persoon. Mar je bent net gaan studeren, een stukje jonger dan ik… Ik weet niet, komt niet goed. Je bent een leuke jongen, echt… maar nu…’ Ik schudde mijn hoofd. ‘Het ligt ook aan mij denk ik. Tijdje geleden een relatie op kutwijze uit elkaar, mijn kop is nog… Beetje fucked up, zeg maar. Sorry.’
‘Ik snap het allemaal wel.’
‘Dank je. Voel me beetje schuldig.’
‘Nee, niet doen. Ik snap het wel. Heb mezelf ook wel een beetje gek zitten maken.’
‘Sorry. Nu je thuis weg bent, vrijheid hebt… Ik gun je echt een leuke vriend. Echt.’
Kenny glimlachte, verlegen. Ik stak mijn hand uit.
‘Even goede vrienden? Als er iets is, dan weet je me te vinden. Mijn adviezen zijn beter dan die van Truus.’
Hij lachte. ‘Hou ik je aan.’
Ik draaide me half om, om de deur open te doen. We keken elkaar aan en glimlachen weer. Vooruit, één knuffel dan.
‘Heeft hij nog iets gezegd?’ vroeg ik dat weekend voorzichtig aan Tineke, in de keuken bij mijn ouders.
‘Niet veel. Hij zei alleen maar dat ik een toffe broer had.’
Of ik wilde of niet, ik keek opgelucht.
‘Dus je mag gewoon blijven komen eten,’ grijnsde ze.
‘Gelukkig. Beetje lullige situatie wel.’
‘Teun, hij doet het zelf. That’s life. En dat snapt hij heus wel.’
‘Hij is niet dom.’
‘Daarom. Komt wel goed. Hij waardeert je nog steeds, ook om hoe je het uitgelegd hebt.’
‘Ho, wacht even. Ik dacht dat hij alleen maar had gezegd dat je een toffe broer had.’
‘Dat heb ik zelf verzonnen.’ Ze lachte. ‘Zie het als een samenvatting van wat hij me verteld heeft.’ Ik kreeg ineens een kus van haar. ‘En je bent het ook. Geloof me, hij waardeerde het echt, hoe je het aanpakte. Hij zag het ook al wel aankomen. En die knuffel voor je ging?’ Ik kreeg nog een kus. ‘Lief van je. Echt.’
Ik lachte, kon niets meer zeggen, mijn moeder kwam er bij staan.
De deurbel ging, maar William was al onderweg naar de gang. Niet veel later kwam hij met Damian binnen.
‘Hey,’ lachte ik.
Damian grijnsde. ‘Hoi.’
‘We zijn boven,’ zei William bijna direct.
Mijn vader glimlachte.
‘Veel plezier,’ grinnikte ik.
Damian kreeg een kleur, William stompte tegen mijn schouder. Ik lachte alleen maar. Ik boog voorover en pakte mijn koffie. Ik keek ze nog een keer na, al was de deur naar de gang allang dicht. Mooie gasten. Toen ik weer voor me keek zag ik Tineke glimlachen. We knipoogden naar elkaar. Rustig middagje, praten over mijn werk, de studie van Tineke, en dat sporttoernooi.
‘Dus je bent helemaal daar heen gereden om haar weg te brengen?’ vroeg mijn moeder verbaasd.
‘Ja.’
‘Shit, Teun,’ viel Tineke ons in de rede. ‘Die benzine…’
Ik wuifde het weg. ‘Komt wel.’
Ik dacht aan die middag en avond, met Elijah. Dat merkte ze. Ik kreeg een vragende blik, waardoor ik weer zo neutraal mogelijk keek. Daar trapte ze niet in, dat zag ik. Dat moest ik nog wel uitleggen. Achter me stuiterde William van de trap af.
‘Mam, kan Damian blijven eten?’
‘Ja hoor, als hij wil.’
‘Oké.’
En weg was hij weer. Ik keek naar mijn moeder.
‘Was leuk dagje. Lekker in de stad daar gegeten en zo.’
‘En zo,’ kon Tineke niet nalaten te zeggen.
‘Ja,’ kaatste ik terug, ‘beetje shoppen. Was lekker weer.’
Ze keek spottend terug. William en Damian kwamen terug de kamer in.
‘Wat eten we eigenlijk?’
‘Dat vraag je nu pas?’ lachte mijn vader. ‘Sorry, verrassing. En jullie komen er niet meer onderuit. Had je maar eerst moeten vragen.’
‘Lasagne,’ zei mijn moeder meteen.
‘Lekker,’ zei William, met een spottende blik naar mijn vader.
Ze liepen naar de keuken, pakten wat te drinken en waren weer weg.
‘Weet je waar ik nou zin in heb?’ vroeg Tineke nadat we gegeten hadden.
‘Nou?’ vroeg ik, blazend in mijn mok.
‘Een spelletje.’
‘Spelletje?’
‘Gewoon, lekker flauw spelletje na het eten. Net als vroeger.’
Ik keek verbaasd. ‘Wat dan?’
‘Weet ik veel. Mam, hebben wij dat Mens Erger Je Niet nog?’
‘Jezus, Truus…,’ lachte ik.
‘Wat?’
‘In wat voor melancholische bui zit jij zeg!’
Ze stond op en zocht in de kast. Triomfantelijk haalde ze de doos tevoorschijn. Ze zette hem in het midden van de tafel en keek naar William en Damian.
‘Zitten blijven jullie. Meedoen.’
William keek alsof hij er weinig zin in had. Damian lachte.
‘Kom op jongens, lachen dit.’
Ik schudde lachend mijn hoofd. ‘Ik wil groen.’
‘Die wil jij altijd.’
‘Anders doe ik niet mee hoor,’ mopperde ik lachend.
‘Ja hoor. Kind.’
‘Hoe kom je hier ineens bij?’
‘Doen we tegenwoordig in huis ook best veel. Monique had het ineens meegenomen van thuis.’
Ik lachte en schudde mijn hoofd. Ik keek naar de overkant van de tafel.
‘Zet je schrap jongens. Die is niet meer te houden nu.’
Het werd lachen. Flauwe grappen. Triomfantelijke kreten. Het ging werkelijk helemaal nergens over. Damian zag er de lol wel van in, William al snel ook. Tweede ronde.
‘Wanneer vier jij jouw verjaardag eigenlijk?’ vroeg ik tussendoor.
‘Vrijdag denk ik.’
‘Hier?’
‘Nee, in huis. Kom je ook?’
‘Kom je dat weekend toch wel naar huis?’ vroeg mijn moeder.
‘Jawel, ik ben het weekend thuis.’
‘Mooi,’ antwoordde mijn moeder tevreden. ‘Tenzij dat je wil dat wij ook vrijdag naar jouw studentenhuis komen.’
‘Nee, ik kom wel naar huis zaterdag,’ zei Tineke lachend.
‘Maar,’ zei ze weer tegen mij, ‘kom je ook?’
‘Gezellig, is goed.’
Damian sloeg een pion van haar van het bord af.
‘Ha!’
Ze keek hem grijnzend aan. ‘Wacht maar, jongen.’
Ze keek naar ze. ‘Komen jullie ook?’
William trok verbaasd zijn wenkbrauwen omhoog. ‘Wat?’
‘Mijn verjaardag. Jullie. Ik wil mijn broertje er wel bij hebben hoor, en als je wil dan neem je hem mee.’
Ze keken elkaar grijnzend aan. Dat zagen ze wel zitten, een feestje in een studentenhuis.
‘Deal,’ zei Tineke. Ze keek over het bord heen en grijnsde. Ze telde af. ‘Dag Damian.’
‘Echt een leuke gast,’ zei ze naderhand in de auto.
‘Wie? Damian?’
‘Uhu.’
‘Mooi manneke. Past ook helemaal bij Wil, dezelfde humor. Partners in crime.’
Tineke lachte. ‘Is het gek, dat ik ze uitnodigde?’
‘Nee, waarom? Je kent Wil, die vindt dat alleen maar gaaf. En hij kan zich er wel in vinden. Wijs genoeg voor zijn leeftijd, dat weet jij ook.’
‘En Damian?’
‘Misschien wel nog wijzer. Ik heb een keer met hem op een terras gezeten, kwam hem tegen in de stad. Leuke gast. Komt helemaal goed.’
‘Mooi.’
Het bleef een paar tellen stil. ‘Wat heb je nou werkelijk nog gedaan nadat je ons bij dat sportcentrum hebt afgezet? Ben je hem op gaan zoeken?’
‘Nee. Maar ik kwam hem wel tegen.’
‘Hoe?’
‘Ik was naar de kroeg gegaan waar we wel vaker kwamen.’
‘Ha, ha, zwelgen in herinneringen?’
‘Zoiets. Herinneringen. Maar hij kwam ineens binnen.’
‘Ja, maar hij ziet je niet.’
‘Hester verraadde me. Die bleef bij me staan.’
‘Zijn hond?’
‘Ja, ze herkende me.’
‘Wat lief!’
Ik lachte. ‘ja. Nou ja we hebben gezellig bij zitten praten.’
‘Teun…?’
‘Wat?’
‘De manier waarop je het zegt…’
‘Oké, ik ben met hem meegegaan naar zijn huis. En, nou ja, ehm…’
Ze sloeg tegen mijn arm toen ik grijnsde.
‘Meer dan alleen praten dus.’
‘Uhu.’
‘Maar?’
‘Gewoon, het gebeurde. Geen spijt, het was goed, lekker, fijn. Verder niets.’
‘Niets?’
‘Nee, zolang die situatie zo is, kan er verder niets van komen.’
‘Vindt hij dat ook?’
‘Ja.’
‘En jij?’
‘Kutvraag, Truus.’
‘Teun, kijk je uit?’
‘Jahaa…’
‘Werd het daarom niets met Kenny?’
‘Nee, dat heeft er niets mee te maken.’
‘Gelukkig.’
Ze keek naar me.
‘Echt,’ bevestigde ik nog maar een keer.
‘Ik geloof je,’ glimlachte ze. ‘Maar ik mag het toch wel jammer vinden?’
‘We zijn er,’ lachte ik. ‘Eruit.’
Ik kreeg een knuffel. Ze kuste mijn wang.
‘Zie je vrijdag.’
‘Tot vrijdag Truus.’
Ik reed lachend en zuchtend weg bij het station. Ze kende me beter dan ik dacht. Nee, het had niets met Elijah te maken, het was sowieso niets met Kenny geworden. Maar oké, als ik wel wat meer voor die jongen gevoeld had, was ik er waarschijnlijk toch niet aan begonnen. Ze had gelijk, Elijah zat nog veel te veel in mijn hoofd. Ik had sinds het weekend dat ik bij hem was geweest nog een paar mails gekregen en weer teruggestuurd. Maar er werd met geen woord meer gerept over wat er die middag gebeurd was. Niets. Raar? Nee, het was goed zo. Dat moest je ook niet blijven evalueren, dat maakte meer kapot dan goed was. Ik zette mijn auto voor de deur, ging naar binnen en pakte nog wat te drinken. Ik keek hoe laat het was. Niet al te laat, ik stuurde hem een berichtje, die was vast nog wakker. Niet veel later ging mijn telefoon.
‘Hey,’ lachte ik. ‘Ik wist wel dat je nog wakker zou zijn.’
‘Ik wel.’
Ik kreunde kort toen ik mijn schoen uittrapte met de andere voet.
‘Net thuis?’
‘Hoe raad je het?’
‘Je bent onhandig bezig met je schoenen, ik hoorde er net eentje vallen.’
Ik lachte. ‘Klopt. Dat je dat hoort zeg.’
‘Ey…,’ lachte hij spottend. ‘Waar ben je geweest?’
‘Mijn ouders. Mijn zus was er ook, en William en zijn vriend. Kameraad, bedoel ik.’
Elijah lachte. ‘Ik snap je.’
‘Was gezellig. Wat heb jij gedaan?’
‘Niet veel. Boek geluisterd.’
‘Mooi boek?’
‘Gaat, had het al een tijdje liggen.’
‘Oké.’
‘Nicole was op stap, met Rob.’
‘Gaat nog goed met die twee merk ik?’
‘Ja hoor.’ Het klonk niet echt enthousiast.
‘Mooi,’ zei ik.
‘Ik zie haar wel een stuk minder vaak.’
‘Is ook niet gek toch? Die heeft ook haar eigen leven.’
‘O, zeker. Snap ik ook wel.’
‘Jaloers?’
‘Oké, ik geef toe. Beetje.’
‘Snap ik wel. Is ook niet gek.’
Ineens werd hij een waterval. ‘Zeker nadat jij hier geweest bent. Ik vond het gaaf, Teun, echt. Maar dan ga je toch weer denken. Ik maak er een zootje van, en als ik dan Nicole hoor…. Oké, ik ben stinkend jaloers. Niet op die Rob op zich, maar op hun, wat ze hebben, wat ze doen. Wil ik ook. Maar het is even niet haalbaar. En daar baal ik dan weer van. Sorry, ik heb je echt gemist de dagen erna, nadat je weer hier was geweest.’
‘Jezus, Elijah… Als dat zo is, dan hadden we het niet moeten doen.’
‘Jawel.’ Dat kwam er dwars uit. ‘Het was fijn Teun, had ik nodig. Zeker met jou. Het was vertrouwd.’
‘En het trekt oude wonden open,’ onderbrak ik hem.
‘Ja. Maar dat is mijn eigen schuld.’
‘Verwijt je jezelf nou niet teveel, Elijah?’
‘Ik heb er een puinhoop van gemaakt, Teun, zeg nou zelf.’
Ik hoorde hem zuchten.
‘Elijah, kom op. Het heeft tijd nodig, dat kun je niet dwingen. Als je het wil veranderen dan zul je die hele grote stap moeten zetten. En dat is aan jou. Daar moet je dan wel klaar voor zijn, wat jouw ouders ook gaan zeggen.’
‘Weet ik.’
‘Nou dan. Maak het jezelf nou niet zo moeilijk jongen.’
Hij zuchtte. Toch klonk hij iets vrolijker.
‘Ik had me nog zo voorgenomen jou hier niets over te zeggen. Doe ik het toch.’
We lachten erom.
‘Ik ben blij dat je het gezegd hebt. Eerlijk bent tegen me. Waardeer ik.’
‘Dank je Teun, echt.’
‘Graag gedaan Elijah. Je blijft speciaal, dat weet je.’
Ik hoorde Hester. Elijah knuffelde haar, hoorde ik. Ik wist even niet wat ik nog moest zeggen. Hij ook niet. Het bleef even stil, tot hij de spanning doorbrak.
‘Morgen weer vroeg op?’
‘Ja, weer gewoon werken.’
‘Slapen dan maar zometeen.’
‘Ja,’ lachte ik.
‘Welterusten.’
‘Jij ook Elijah.’
Hester sprong van de bank.
‘Teun? Dank je wel. Fijn je even gesproken te hebben.’
Starend in bed naar het plafond liet ik alles nog eens voorbij gaan. Ik deed het licht uit, maar dat hielp niet veel. Ik bleef nadenken. Dacht ik die middag met Elijah best onder controle te hebben, dit gesprek bracht me toch aan het wankelen. Ik moest toegeven, het raakte me. Hij wou me nog steeds terug.
‘Nee, Wil, maak je geen zorgen,’ lachte ik. ‘Ik heb een cadeau, jullie naam staat er ook op. Ik ben al onderweg.’
‘O, mooi.’
‘Kom je trouwens wel lekker op tijd mee. “We hebben helemaal geen cadeau.” Handige vent die je bent.’
‘Nee, ik heb wel een cadeau, maar dat is voor thuis.’
Ik lachte. ‘Ik ook, komt goed. Flesje wijn, kaartje eraan, iedereen blij. Ik zie je zo. Is Damian bij jou, of moeten we die ook nog ophalen?’
‘Die is hier. Die blijft slapen.’
‘Oké, tot zo.’
Ik lachte nog om hem toen ik de auto voor de deur zette. William stond al klaar, ze kwamen meteen naar buiten. Ik zwaaide maar naar mijn moeder en haalde lachend mijn schouders op. Ze sprongen bij mij in de auto, William naast me, Damian achterin.
‘Mooi ingepakt,’ zei William toen hij achterom keek.
‘Kaartje eraan,’ zei ik, ‘jullie namen staan er al op.’
William lachte. ‘Mooi.’
‘Ben benieuwd, wat voor een feestje het gaat worden.’
‘Gezellig toch, neem ik aan?’
‘Vast wel. Het hele huis zal er wel zijn, en verder weet ik het ook niet. Vriendinnen van haar denk ik.’
‘Leuk.’
‘Te oud voor jou, jongen. Die kun je niet bijhouden.’
Hij lachte beledigd. Achter me grinnikte Damian.
‘Nou, we zijn er. Zet je schrap.’
We stapten uit, ik kon de muziek buiten al horen. Overal brandde licht.
‘Gespreid feestje denk ik,’ zei ik. ‘De keuken is ook niet zo groot, haar kamer al helemaal niet.’
Ik belde aan, een huisgenoot deed open.
‘Hey Teun. Gefeliciteerd met je zus. Ze is in de keuken.’
Ik lachte. ‘Komt goed.’
Het was druk, ze stond met haar rug tegen de muur geleund. Meteen toen ze me zag kwam ze los. Ik kuste haar, William stond achter me met de fles wijn.
‘Gefeliciteerd Truus. Wil heeft het cadeau.’
‘Wil!’ lachte ze.
Hij werd stevig vastgepakt, en gekust. ‘Gaaf dat je er bent.’
Damian was iets voorzichtiger. Maar los genoeg, niet echt verlegen.
‘Bier staat in de koelkast jongens, help jezelf.’
Ik haalde er drie uit, gaf ze er beide eentje. William en Damian keken rond, goedkeurende blik. Stoer, net iets te nonchalant met een flesje bier in hun handen. Ik grijnsde. Ik zocht met een blik door de keuken, maar zag Kenny nergens. Hij was vast ergens, kon me niet voorstellen dat hij dit feestje liet schieten. Ik ging hem vast nog wel zien, daar maakte ik me geen zorgen over. Tineke zag me kijken. Ze wenkte me.
‘Broer, we moeten vanavond echt die benzine even regelen.’
Ik haalde lachend mijn schouders op. ‘Laat maar zitten. Ik heb er een leuke dag aan over gehouden. Zie het maar als verjaardagscadeautje. Ik heb ook geen zin om het uit te rekenen.’
‘Je bent een schat,’ lachte ze en gaf me een kus op mijn wang. ‘We maken het nog wel goed met je.’
In mijn ooghoek zag ik Kenny de keuken in komen. Hij zag me niet meteen staan, was op weg naar de koelkast. Ik zag zijn ogen fixeren. Ik volgde zijn blik. Damian. Duidelijk. Die keek terug. En hoe…
© 2014 Oliver Kjelsson