Hij draaide zich om en keek verbaasd.
‘Maarten!’
Ik grijnsde.
‘Hoe is het?’
‘Goed,’ zei ik, ‘ik woon tegenwoordig weer hier. En jij?’
‘Hmm, gaat wel,’ zei hij.
‘Klinkt niet echt goed.’
‘Doet er niet toe, laat maar.’
Hij deed wat afstandelijk, alsof het niet uitkwam dat hij me tegenkwam. Geert kwam terug met twee bekers bier. Hij knikte een keer naar Luc. Ik stelde ze aan elkaar voor en ze gaven elkaar een hand. Geert zal de naam wel herkend hebben want hij bleef een beetje bij ons vandaan staan en stond over het veld te kijken. Ik had hem veel over Luc verteld.
‘Is hij ehh…?’ vroeg Luc grinnikend terwijl hij naar Geert knikte.
‘Ex, en dat houden we zo,’ grijnsde ik, ‘al wil hij waarschijnlijk anders.’
Luc grijnsde terug. Hij was niet veel veranderd. Een wat oudere kop natuurlijk, maar zijn lach en de blik in zijn ogen waren nog steeds dezelfde. Er kwamen nog wat andere mensen bij staan die Luc een beker bier gaven.
‘Ik moet weer verder,’ zei hij en gaf me een klap op mijn schouder.
‘Ik ook,’ zei ik met teleurstelling in mijn stem.
Luc wilde al omdraaien toen ik hem tegenhield.
‘Mag ik je nummer hebben, om eens bij te praten. Het is al zo lang geleden.’
Luc dacht heel even na en zocht naar een pen. Hij leende er een van zijn vrienden en scheurde een stukje papier van een folder die hij uit de achterzak van zijn broek haalde.
‘Is mijn 06, bel me maar een keer.’
‘Is goed, lijkt me gezellig. Mijn nummer ook hebben?’
‘Bel jij maar.’ Hij glimlachte naar me en moest nu toch echt gaan, zijn vrienden liepen al door. Hij liep weg en ik keek hem na. Hij keek nog een keer om en wees een keer naar me met een glimlach. Geert kwam naast me staan en keek hem na.
‘Dat was dus Luc?’
Ik knikte.
‘Ik had hem me heel anders voorgesteld.’
‘Toch is ie niet veel veranderd,’ zuchtte ik.
Geert haalde zijn schouders op en wilde verder lopen. Luc was al uit het zicht verdwenen.
Ik was de rest van de dag niet echt spraakzaam meer geloof ik. Geert keek me af en toe spottend aan terwijl hij me aanstootte. Nadat de laatste band gespeeld had gingen we, redelijk dronken, weer naar huis. Ik had in een stevig tempo door zitten drinken, ik betrapte me er op dat ik dat deed omdat het weerzien met Luc zo koel was gelopen. Bij mij thuis dronken we nog wat en gingen toen slapen. Geert sliep bij mij in bed, ik had geen zin meer om in een andere kamer nog een apart bed voor hem te bouwen. Ik liep vanuit de douche zo mijn bed in en liet mijn hoofd met een diepe zucht in mijn kussen vallen. Geert schoot in de lach.
‘Genoeg gedronken, zuipschuit?’
Ik draaide mijn hoofd grijnzend naar hem toe. ‘Een beetje wel geloof ik.’
Geert schoof naar me toe en begon mijn rug te strelen.
‘Niet doen,’ zuchtte ik zachtjes en draaide me iets weg.
Geert hield meteen op. Hij zuchtte een keer. Ik opende mijn ogen half en keek hem aan.
‘Te moe?’ vroeg hij.
Ik haalde mijn schouders op. ‘Valt wel mee.’
‘Wat heb jij vandaag?’
‘Niks, waarom zou er wat zijn?’
‘Is het die Luc, die we vandaag gezien hebben?’
Ik zei niets, zuchtte alleen een keer.
‘Ja dus,’ concludeerde Geert.
Ik staarde naar het plafond. Hij had wel gelijk.
‘Vertel op.’
‘Wat zou ik moeten vertellen?’
‘Wat zit je dwars?’
Ik dacht even na en haalde mijn schouders een keer op.
‘Nog verliefd op hem?’
‘Weet ik niet.’
‘Dat weet je volgens mij wel.’
Ik draaide mijn hoofd en keek hem weer aan. ‘Misschien wel.’
‘Misschien?’ Geert stootte een spottend lachje uit. ‘Ik weet het wel zeker.’
‘Hoe weet jij dat nou weer zo zeker?’ Hij had gelijk, maar ik had geen zin om het toe te geven.
‘Omdat ik je al langer ken dan vandaag, jongen. Ik zag het al aan de manier waarop je hem nakeek toen hij wegliep. Die blik in je ogen zei mij al genoeg.’
Ik gaf me gewonnen. ‘Maar erg gezellig deed hij niet.’
‘Nee. Maar je weet ook niet waarom dat was.’
‘Maar het was wel zo.’
‘Wat had je dan gewild? Dat hij je na al die jaren meteen zoenend om je nek gevlogen was? Effe reëel blijven, Maarten.’
‘Nou ja, maar hij deed wel erg koeltjes.’
‘En hij draaide zich nadat hij wegliep nog een keer om en glimlachte.’
‘Da’s waar.’ Dat maakte me inderdaad weer wat vrolijker.
‘Hij gaf je toch zijn nummer?’
‘Nadat ik hem tegenhield en er om vroeg, ja,’ zei ik sarcastisch.
‘Nou en?! Bellen jongen, gewoon bellen.’
Ik glimlachte. Dat was ik ook wel van plan.
‘De kans is groot dat hij nu gewoon een relatie heeft met iemand,’ zei ik.
‘Wat wil je nou?’
‘Gewoon weten hoe het met hem gaat.’
‘Niets meer? Niet stiekem hopen dat hij nog vrijgezel is?’
Ik glimlachte. ‘Beetje wel.’
‘Als je belt dan weet je het.’
Ik haalde mijn schouders op. Het hele idee maakte me onzeker.
Geert gaf me een kus op mijn wang. ‘Als je nog steeds wat voor hem voelt, waarom zou je dat dan niet doen?’
Dat viel me mee van hem. Meestal was hij zo jaloers als de pest. Ik glimlachte.
‘Dat ik dat advies uitgerekend van jou moet krijgen.’
‘Ja, je had nooit bij me weg moeten gaan, maar als dat is wat je wilt,’ zei hij grijnzend.
Ik gaf hem een kus terug op zijn wang. ‘Dank je wel, Geert,’ fluisterde ik.
Geert deed het licht uit. ‘Slapen jij, dronkelap, morgen ga je bellen.’
Ik draaide me op mijn zij en deed mijn ogen weer dicht. De donkere kamer maakte plaats voor beelden van die dag. Luc was het laatste wat ik zag.
Ik werd wakker met de lucht van geroosterd brood. Ik deed mijn ogen open en zag dat Geert al opgestaan was. Ik hoorde hem rommelen in de keuken. Ik zocht wat kleren bij elkaar en kleedde me aan. Ik strompelde naar de keuken met een zware kop.
‘Zo, dat ziet er vrolijk uit,’ lachte hij.
Ik glimlachte flauwtjes en pakte een mok thee. We ploften in de bank met een mok en een bordje en zaten zwijgend te eten. Ik knapte er wel van op. Mijn gezicht stond al weer wat beter nadat ik wat gegeten had. Na de derde mok thee begon ik ook weer wat te praten.
‘Was een leuke dag gisteren,’ zei ik met een krakende stem.
‘Was een goed idee van je,’ zei Geert.
Ik glimlachte een keer. ‘Alleen de dag erna komt vaak zo hard aan.’
‘Dat is je eigen schuld.’ Hij grijnsde.
Geert griste de telefoon van tafel en gooide die naar me toe.
‘Nou, bellen,’ zei hij.
‘Nu?’
‘Waarom niet?’
‘Ik ga nu niet bellen hoor,’ zei ik.
‘Waarom niet?’
‘Dat staat zo wanhopig.’
‘Van uitstel komt afstel,’ zei Geert plagerig.
Daar had hij misschien wel gelijk in, maar ik zag het niet zitten om hem nu te gaan bellen. Ten eerste omdat Geert er bij zat, maar ik wilde er ook even een paar dagen mee wachten. Als Luc afstandelijk kon doen, dan ik ook. Ik had geen zin om wanhopig over te komen, al kon ik bijna niet wachten om zijn stem weer te horen. Geert had ook wel gelijk, eigenlijk durfde ik niet goed. Toch weer verlegen. Ik bracht het onderwerp snel op iets anders, geen haar op mijn hoofd die er aan dacht om hem nu al te gaan bellen. Geert trapte er in. Hoewel, hij had ook wel door dat het geen zin had om er over door te zeuren. Dat deed hij dan ook niet en liet me rustig van onderwerp veranderen. Toen hij halverwege de middag naar huis ging begon hij er natuurlijk toch weer over toen we afscheid namen bij de deur.
‘Je laat me wel weten hoe het afloopt he?’
Ik knikte een keer verveeld.
‘Kom op Maarten, gewoon doen. Ik weet hoe speciaal jullie relatie is geweest, je zou wel gek zijn als je daar nu niets mee deed.’
‘Ik zie wel.’
‘He, je weet dat ik je best graag terug zou willen, maar ik weet ook dat dat er niet meer inzit. Dat is mijn probleem, ik ben wel zo nuchter om dat te zien. Maar ik wil wel dat het goed met je gaat. En als die Luc je dat misschien kan geven, dan moet je er voor gaan. Beloofd?’
Ik knikte weer, iets meer overtuigd deze keer. Geert sloeg een keer tegen mijn schouder.
‘Kop op, jongen, niet geschoten is altijd mis.’
Ik gaf hem een kus op zijn wang. ‘Dank je wel,’ fluisterde ik.
Nadat Geert weg was ben ik op mijn balkon gaan zitten en heb een hele tijd over het parkje heen zitten staren. Geert had wel gelijk, ik zou wel gek zijn als ik hem niet belde. Dat wilde ik ook wel, maar het idee alleen al maakte me nerveus. Ik zag Luc’s gezicht weer voor me. Hij had verbaasd gekeken, een beetje geschrokken leek het wel alsof het hem niet uitkwam dat hij me weer tegenkwam. Maar hij had me toch zijn nummer gegeven. Ik zuchtte een keer. Hij hoefde mijn nummer niet te hebben. Kwam dat omdat hij haast had, omdat zijn vrienden al door liepen? Had hij er vertrouwen in dat ik toch wel zou bellen? Of maakte het hem helemaal niets uit? Ik twijfelde weer veel te veel, ik kon het weer niet laten flink te piekeren. Ik trok de rugleuning van mijn stoel achterover en sloot mijn ogen. Ik zag hem weer voor me. Zijn ogen, zijn glimlach. Hij was geen steek veranderd. Nog steeds even mooi. Ik voelde de knoop in mijn buik weer die ik zo vaak bij hem gevoeld had. Langzaam zakte ik weg in een lichte slaap.
Ik werd aan het eind van de middag wakker gebeld door de telefoon. Esther.
‘Zin om even bij ons in de tuin te komen zitten?’
Ik glimlachte. Ze wist dat Geert was blijven slapen en wilde natuurlijk weer alle details weten. Ik stemde er mee in en sprak af dat ik nog wat zou eten en daarna naar hun toe zou komen. Ik liep de keuken in en maakte wat te eten klaar. Ik dacht aan haar gezicht dat ze zou opzetten als ze hoorde dat ik Luc was tegengekomen. Natuurlijk ging ik dat haar vertellen. Dat zou ik voor haar nooit verborgen kunnen houden. Ik stapte op mijn fiets en fietste naar hun huis. Ik plofte in een stoel en Erik bekeek me met een grijns op zijn gezicht.
‘Genoeg gezopen gisteren, zie ik?’
Ik glimlachte. ‘Het was er de ideale omgeving voor,’ lachte ik.
‘Nog leuke dingen gebeurd?’ vroeg Esther veelbetekenend.
‘Met Geert? Natuurlijk niet. Al zou hij dat wel willen.’ Ik zei het vrij kortaf.
‘Zou toch kunnen,’ zei ze verontschuldigend.
‘Nee, je weet hoe ik daar over denk, met hem nooit meer.’
‘Hoe was het verder?’
‘Leuke bands, gezellig sfeertje, ik ben Tom nog tegen gekomen.’
‘Hoe was het met hem?’
‘Goed hoor, hij keek er van op dat je in verwachting was.’
Esther glunderde.
‘Ik ben nog iemand tegen gekomen,’ zei ik.
‘Wie?’
‘Luc.’
Esther’s ogen werden groter. ‘Dat meen je niet.’
Ik knikte. ‘Hij stond ineens vlak naast me.’
‘Hoe reageerde hij?’
‘Verbaasd. We hebben maar heel even staan praten, hij was met anderen en moest weer verder.’
‘Hoe was het met hem?’ vroeg Erik.
‘Niet echt denderend, geloof ik, maar daar zei hij verder niets over.’
‘En toen was hij weer weg?’ vroeg Esther.
‘Yep. Maar ik heb zijn nummer,’ zei ik glunderend.
‘Die blik in jouw ogen bevallen me eigenlijk helemaal niet,’ grijnsde Esther.
Ik zei niets, glimlachte alleen maar.
‘Heb je hem al gebeld?’
‘Nee, dat doe ik deze week wel een keer denk ik.’
Esther keek me veelbetekenend aan. ‘Dat betekent dus morgen, dat zie ik aan je.’
‘Zou best een kunnen,’ grijnsde ik.
Het werd de volgende dag. Ik had de hele dag op mijn werk aan hem zitten denken en besloten dat ik hem die avond zou gaan bellen. Nadat ik gegeten had thuis ben ik onderuit in de bank gaan zitten met het papiertje waarop hij zijn nummer had geschreven. Ik heb er een half uur over gedaan voor ik eindelijk zijn nummer ingetoetst had. De telefoon ging een paar keer over voor hij opnam.
‘Met Luc?’ klonk het vragend.
‘He, Luc, met Maarten.’
‘He, Maarten, hoe is het?’ Hij klonk vrolijk.
‘Goed hoor. Met jou?’
‘Gaat wel.’
‘Vertel.’
‘Dat is een heel verhaal, vertel ik je nog wel eens.’
Mijn hoofd draaide overuren. Hoe kon ik dit gesprek goed laten verlopen?
‘Heb je zin om eens een keer wat te gaan drinken samen?’ Viel ik nou niet meteen teveel met de deur in huis?
‘Lijkt me leuk, maar ik heb het een beetje druk de komende tijd. Vind je het erg als ik je daar binnenkort een keer over bel?’
‘Ja hoor,’ zei ik, ‘is goed. Wat jij wilt.’
‘Ik heb je nummer nu in mijn schermpje staan, dus dat komt wel goed. Bel ik je binnenkort een keer terug.’
‘Is goed,’ zei ik, een beetje uit het veld geslagen.
‘Spreken we elkaar binnenkort een keer wat langer.’
‘Oké’ zei ik licht teleurgesteld.
‘Tot binnenkort dan,’ zei Luc en hing op.
Ik zuchtte. Aan de ene kant werd ik weer rustig, ik had hem gebeld, maar aan de andere kant draaide mijn kop om. Hij had het wel erg snel afgekapt, en ik vroeg me serieus af of hij me nog wel terug zou bellen. Ik probeerde mezelf moed in te praten met de gedachte dat hij het misschien wel erg druk had. Zo kende ik hem ook niet. Dit was Luc niet. Een kwartier later was ik een stuk minder vrolijk. Ik moest hem maar uit mijn hoofd zetten, Luc zag het gewoon niet zitten om weer contact met me te hebben. Onrustig ging ik die avond naar bed en sliep pas laat. De klootzak.
Twee dagen later kwam Erik mijn kantoor binnenlopen.
‘En, heb je hem al weer eens gebeld?’
Ik knikte en ging ondertussen door met mijn werk.
‘Hmm, ging niet erg goed zie ik?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Hij had het druk, hij heeft nu mijn nummer en zou me nog een keer terug bellen.’
‘Daar hoor je dus niets meer van,’ zei Erik.
Ik voelde de aandrang om Luc te verdedigen, dat hij het waarschijnlijk druk had, maar zei niets. Het zag er ook wel naar uit dat Erik gelijk had. Maar diep van binnen hoopte ik dat er een verklaring voor was waarom Luc zo raar deed. Want raar was het allemaal wel. Zo was hij niet.
Erik haalde nog een keer zijn schouders op. ‘Zet hem uit je hoofd, Lau, doe dit jezelf niet aan. Wijze raad, ook van Esther.’
Ik haalde een keer mijn schouders op. Erik ging weer verder en ik boog me weer over een rapport dat ik diezelfde dag nog af moest hebben. Niet dat me dat echt goed lukte, ik dwaalde geregeld af met mijn gedachten.
Drie weken later op een vrijdagavond belde hij me op. Ik was er toch wel door verrast, ik had niet gedacht dat ik nog iets van hem zou horen. Ik had al verschillende plannen door mijn hoofd laten gaan. Ik had al een paar keer met de telefoon in mijn handen gezeten om hem nog eens te bellen maar wilde hem niet teveel onder druk zetten. Ik was gelukkig al weer zo ver dat ik niet meer meteen hoopte zijn stem te horen als de telefoon ging. Diep van binnen was ik toch bezig om mezelf er toe te zetten om hem te vergeten. Dat idee was nu helemaal naar de achtergrond toen ik zijn stem hoorde aan de andere kant van de lijn. De knoop was er weer in mijn buik.
‘Zin om morgen iets te gaan drinken op een terras?’
‘Morgen? Mij best,’ zei ik zo neutraal mogelijk. Ik wilde niet te gretig overkomen.
‘Zeg maar waar.’
‘Hier beneden?’
‘Hier beneden? Waar woon je dan tegenwoordig?’
‘Midden in het centrum,’ lachte ik.
‘Dan geef me je adres maar, kom ik je wel ophalen,’ zei Luc.
Ik gaf hem mijn adres en we spraken een tijd af. Nadat we opgehangen hadden maakte mijn hart een klein sprongetje en ik begon meteen met mijn appartement op te ruimen. Luc kwam morgen! Even schoot het idee door me heen Esther te bellen, maar ik besloot daar nog maar even mee te wachten. Ik wist zelf ook niet wat ik er van moest denken. Maar het was een goed teken dat hij me toch gebeld had en iets met me wilde gaan drinken. Ik nam me voor niet teveel te hopen en bedacht dat het gewoon een gezellige dag moest worden, gewoon even bijpraten en verder niets. Maar ik zweefde wel de rest van de avond.
De volgende middag zat ik al een half uur voor de tijd dat we afgesproken hadden klaar in de bank. Ik had mijn balkondeur opengezet en liet de frisse wind binnenwaaien. De zon scheen en dat maakte mijn humeur alleen maar beter. De bel ging en ik hoorde zijn stem krakend in de intercom. Ik liet hem binnen in de hal beneden. Ik liep naar de voordeur en hoorde hem de trap in de hal oplopen. Mijn hart klopte in mijn keel. Hij kwam de hoek om met een pak in zijn handen. Plant nummer twee van een ex, dacht ik meteen. Ik grijnsde.
‘Alsjeblieft,’ zei hij met gestrekte armen, ‘voor je nieuwe huis.’
‘Dank je, kom binnen,’ zei ik en liep voor hem naar de woonkamer. Hij liep achter me aan nadat hij de voordeur had dicht gedaan.
‘Je woont hier leuk,’ zei hij toen hij de kamer had rond gekeken.
‘Gaaf he? Dit had ik ook niet gedacht een paar maanden geleden. Koffie?’
‘Lekker,’ zei hij en ging in de bank zitten.
Ik stond alleen in de keuken en zuchtte. Ik pakte twee mokken en schonk koffie in. Terug in de kamer zette ik de mokken op tafel en ging in een stoel zitten.
‘Hoe ben je hier weer terecht gekomen,’ vroeg Luc, ‘heimwee?’
Ik glimlachte. ‘Misschien een beetje. Ik had een baan in Rotterdam nadat ik klaar was met studeren, maar daar werd ik bij een reorganisatie buiten geknikkerd.’
‘En hier toevallig weer iets gevonden?’
‘Nou, toevallig was het niet. Gericht gezocht hier in de buurt. Ik had het gehad daar.’
Luc glimlachte. ‘Groot gelijk.’
‘En jij? Waar hang jij uit tegenwoordig?’
‘Op dit moment bij vrienden in Eindhoven, maar daar wil ik weer zo snel mogelijk weg.’
Ik keek hem vragend aan.
‘Ik woonde samen, maar ik kwam er achter dat ze vreemd ging, al een langere tijd.’
‘Goh, dat gevoel ken ik,’ onderbrak ik hem. Ik kon het niet nalaten het te zeggen.
Luc grijnsde. ‘Eén nul voor jou. Affijn, ik heb haar buiten gezet, meteen. Was achteraf niet zo slim, het was het oude huis van haar ouders. Dus kort daarna kon ik gaan.’
‘Niet zo lang geleden allemaal?’
‘Toen met het festival had ik net die vrijdag en die zaterdagochtend mijn spullen overgezet. Het was een puinhoop.’
‘Kan ik me iets bij voorstellen.’
‘Maar nu ben ik dus hard op zoek naar iets anders.’
‘Woonden jullie al lang samen?’
‘Paar jaar, tijdens mijn studie al, haar ouders hebben financieel meegeholpen met dat huis.’
‘Lullig.’
‘Best wel, de eerste weken wilde ik ook zo weinig mensen zien.’
‘Wist ze dat je bi was?’
Luc knikte. ‘In het begin niet, maar later wel.’
Het gesprek viel even stil. Ik merkte wel dat Luc het er verder niet over wilde hebben.
‘Was een leuk festival weer dit jaar, vond je ook niet?’ vroeg hij ineens.
‘Ik heb genoten in ieder geval,’ zei ik, ‘maar iets teveel gedronken.’
Luc schoot in de lach. ‘Bekend probleem.’
Ik schonk nog een keer koffie in. Luc staarde in zijn mok toen hij roerde.
‘Zie jij de rest nog wel eens?’ vroeg hij.
‘Regelmatig, vooral nu ik weer hier woon. Esther is in verwachting, van Erik, en Marieke woont samen met een nieuwe vriend.’
‘Niet met Maarten?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Dat ging op een gegeven moment toch weer uit. Maarten is toen voor een jaar naar Australië vertrokken en heeft daar nu werk. Die blijft daar de komende jaren, als ie ooit nog terugkomt.’
‘Toch jammer dat dat zo uit elkaar gevallen is.’
‘Dat heb je voor een groot gedeelte ook zelf gedaan, Luc.’
‘Weet ik ook wel. Maar ik kon ze niet meer onder ogen komen, nadat ik jou die streek geleverd had.’
Ik keek hem verbaasd aan.
‘Kom op, Maarten, het was niet netjes van me, en dan druk ik me nog voorzichtig uit. Erik was laaiend in die tijd. En hij had gelijk.’
‘Kom op, Luc, het lag ook wel aan mij en aan de situatie toen. Ik was weken weg, bleef weekenden in Amsterdam omdat ik zo nodig alles mee moest maken daar, we zagen elkaar maar weinig meer in die tijd.’
‘Kan wel zijn, maar dan was het nog niet netjes van mij. Ik durfde mijn gezicht niet meer te laten zien. Ik vond dat ik je verraden had, en de rest er bij. Erik had helemaal gelijk toen hij kwaad werd.’
‘Die denkt er ondertussen ook wel wat milder over.’
‘Gelukkig maar. Eerlijk gezegd schrok ik wel toen jij me aansprak ineens, ik had je niet gezien. Het verbaasde me dat je mijn nummer wilde hebben.’
‘Ik wilde gewoon weten hoe het met je ging. Wat is daar nou raar aan?’
‘Nou ja, vooruit, verbaasd dat je nog met me wilde spreken na al die jaren.’
‘Het is al zo lang geleden, Luc. Waarom niet?’
‘Ik heb volgens mij nooit sorry gezegd.’
‘Ik ook niet. Jij had het er al een paar keer met me over gehad dat ik zo vaak wegbleef en daar trok ik me toen ook niets van aan.’
‘Ach ja, we waren jong en wild,’ besloot Luc lachend en rekte zich een keer uit.
‘Wil je nog een terras zoeken of trekken we hier een fles open?’
‘Doe mij maar wat fris, ik ben met de auto. Heb je stoelen op je balkon?’
Ik knikte en liep naar de keuken. ‘Klap er maar twee uit als je wilt.’
Ik kwam terug de kamer in met een glas cola en een fles bier. Luc zat al op het balkon en keek uit over het parkje. Ik gaf hem zijn glas en proostte met hem.
‘Op vroeger?’
‘Op vroeger,’ lachte hij, ‘en op mijn toekomst.’
‘Hoe is het met je ouders en Sven?’ vroeg ik.
‘Goed hoor, mijn ouders zijn een paar jaar geleden verhuisd naar een dorpje verderop, groot vrijstaand huis, het gaat goed met pa op de zaak. Sven is getrouwd, heeft een zoontje sinds anderhalf jaar.’
‘Oom Luc,’ lachte ik.
Luc glimlachte terwijl hij een slok nam. ‘Is leuk, zo’n klein mannetje.’
‘Een trotse oom ook nog,’ spotte ik.
Hij knikte. ‘Zeker weten. En hoe gaat het bij jou thuis?’
‘Alles zijn gangetje, ze wonen nog steeds in hetzelfde huis, er is niet veel veranderd. Ik heb toen ik terug kwam uit Rotterdam nog een maandje of twee thuis gewoond in mijn oude kamer.’
Hij fronste zijn wenkbrauwen. “Werkte dat?’
‘Ging wel. We liepen elkaar niet in de weg. Maar het had niet veel langer moeten duren. Opeens weer op tijd thuis moeten zijn voor het eten en zo.’
We schoten in de lach.
‘En, met de relaties?’ Hij keek me grijnzend aan.
‘Leeg, helemaal leeg. Die jongen die bij me was op dat festival was mijn laatste.’
‘Wordt ook nooit meer wat?’
‘Nee,’ zei ik resoluut. ‘Hij wil volgens mij nog wel, maar hij heeft wel door dat het er niet meer inzit. En jij? Al weer iets nieuws op het oog?’ Ik moest het weten, ik kon het niet laten om het te vragen.
‘Nee.’ Ook dat kwam er bij hem heel beslist uit. ‘De komende tijd wil ik absoluut geen relatie meer. Ik heb er even genoeg van.’
Dat kwam harder aan bij mij dan ik had gedacht.
‘Ik kan het me voorstellen,’ kon ik er nog net uitbrengen.
Luc keek me even schuin aan. Had hij de teleurstelling in mijn stem gehoord? Ik keek voor me uit over het parkje.
‘Weet je wat ik me wel eens afvraag?’
Ik keek vragend naar hem.
‘Of die Rick en Leo nog bij elkaar zijn.’
Ik schoot in de lach. ‘Geen idee.’
‘Apart stel was dat,’ grinnikte Luc.
‘Zeg dat wel. Dat schoolfeest vergeet ik nooit meer.’
‘Zou die Karin ondertussen al vastzitten aan een vent? Dat gezicht van haar zie ik nog zo voor me,’ schaterde Luc.
We lachten. Het werd een gezellige middag vol met ophalen van herinneringen aan onze schooltijd samen. Het voelde vertrouwd, een beetje te vertrouwd. Alsof al die jaren ertussen niet bestaan hadden. Ik ging nog wat te drinken halen. Ik moest wel uitkijken, rustig aan blijven doen. Dit voelde te goed. Ik begon overmoedig te worden.
Aan het eind van de middag ging hij weer. Voor mij veel te vroeg, ik had hem graag langer om me heen gehad. Ik had nog voorgesteld om iets te gaan eten, maar hij moest weer weg. Hij stond alweer bij de deur, de middag was voorbij gevlogen.
‘Moeten we gauw nog een keer doen,’ zei ik.
‘Zeker,’ lachte hij. ‘Als ik eindelijk weer eigen woonruimte heb laat ik het je weten.’
Hij deed de deur open en stapte naar buiten. Mijn hoofd tolde. Zo wilde ik niet dat hij weg ging. Dan maar te snel. Dan verknalde ik alles maar. Ik pakte zijn arm en bewoog mijn gezicht naar hem toe. Voor hij het wist gaf ik hem een kus op zijn wang.
‘Bedankt voor de plant, het was gezellig,’ zei ik iets te zacht.
Hij glimlachte wat en keek me even aan. Ik had zijn arm nog steeds vast. We keken elkaar in de ogen en hij zag wat ik dacht. Zachtjes trok hij zijn arm los. Hij zei niets. Ik stapte iets achteruit en leunde met mijn schouder tegen het deurkozijn. Ik keek even naar zijn schoenen en sloeg mijn ogen weer op. Zijn heldere blauwe ogen keken betekenisvol terug. Knoop in mijn buik. Tintel in mijn kop.
‘Niet doen, Maarten,’ zei hij toen zacht, ‘laten we het gezellig houden. Daar staat mijn kop helemaal niet naar.’
‘Sorry,’ fluisterde ik.
Hij haalde zijn schouders een keer verontschuldigend op.
‘Laat me maar weten wanneer je verhuisd bent.’
Hij glimlachte. ‘Doe ik.’ Hij gaf me een klop tegen mijn schouder. ‘Doe de rest de groeten.’
‘Doe ik,’ zei ik.
Hij liep naar de trap en draaide zich nog een keer om. Hij wees een keer glimlachend naar me en liep toen door. Ik sloot de deur en liet mezelf in de bank vallen. Ik was leeg. Ik sloot mijn ogen en zuchtte een keer. Het gaf me bijna hetzelfde gevoel als die keer dat ik hoorde dat hij een ander had. Ik vroeg me af wat erger voelde.
Ik heb wat te eten gehaald beneden in het centrum en belde Esther.
‘Thuis vanavond?’
‘Ja hoor,’ zei ze vrolijk, ‘maar Erik is wel weg vanavond, die is bij zijn ouders aan het helpen, er moet een boom uit de tuin.’
‘Mooi,’ zei ik.
‘Is er iets? Moet Lau zijn hart luchten?’ Ze vroeg het spottend.
‘Lach maar, je hoort het straks wel.’
Ze hing grinnikend op. Na een half uur stond ik al voor hun deur. Ik moest het van me af praten. Ze deed open en liep meteen weer naar de keuken.
‘Ga maar zitten, even de vaatwasser volgooien.’
Binnen een paar minuten kwam ze de kamer in.
‘Vertel het eens, jongen, wat is er?’ Ze keek me lachend aan toen ze het zei.
‘Lach maar. Je krijgt de groeten trouwens.’
‘Van wie?’
‘Raad maar.’
‘Weet ik veel. Doe niet zo flauw.’
‘Van Luc.’
‘Heb je hem weer gezien?’ vroeg ze enthousiast.
Ik knikte.
‘Waar?’
‘Bij mij thuis.’ Ik keek haar veelbetekenend aan.
‘Bij jou thuis? Had ie gebeld dan?’
‘Gisteren. Hij stelde voor om een terrasje te pakken, maar toen ik vertelde waar ik woonde kwam hij bij mij thuis langs.’
‘En? Hoe was het?’
‘Gezellig,’ zei ik kort.
‘Nou, dat komt er inderdaad gezellig uit.’
‘Nee, zonder gekheid, het was heel gezellig. Veel gelachen, herinneringen opgehaald en zo. Hij is net weer vrijgezel, hij woont nu zolang bij vrienden in, hij moest het huis uit.’
‘Vandaar dat hij het zo druk had?’
Ik knikte.
‘En? Verder?’
‘Niets.’
‘En dat vind jij jammer, merk ik?’
Ik knikte terwijl ik voor me uitstaarde. ‘Hij wil de komende tijd absoluut geen relatie.’
‘Kan ik me wel iets bij voorstellen, Lau.’
‘Ik ook wel. Maar stiekem van binnen…’
Esther glimlachte.
‘Hij is geen steek veranderd, Esther. Hij kijkt nog net zo, hij lacht nog net zo.’ Het kwam er zuchtend uit.
Ze stond op en aaide een keer door mijn haar. ‘Maar je hebt toch weer gewoon contact, dat is toch ook weer wat?’
Ik glimlachte. ‘Dat is me ook heel wat waard.’
‘Nou dan. En je kunt het hem verder ook niet kwalijk nemen. Zou je zelf ook wel willen, even rust als je net weer vrijgezel bent na zo’n lange tijd.’
Ze liep naar de keuken en kwam terug met twee mokken koffie. Ze aaide me nog een keer door mijn haar voor ze ging zitten. Toen ze weer zat keek ze me lachend aan.
‘Lau, Lau toch.’ Ze keek me aan over de rand van haar mok toen ze een slok nam. Ik grijnsde terug.
‘Als ik jou was zou ik het maar uit mijn hoofd zetten. Daar bespaar je jezelf een hoop pijn mee.’
‘Ik ben bang van wel. Maar dat is niet makkelijk.’
‘Waar hebben jullie het nog meer over gehad?’
‘Hij begon over Rick en Leo, hij vroeg zich af of die nog bij elkaar zouden zijn.’
Esther schoot in de lach. ‘Mooi stel was dat. Ik heb eigenlijk geen idee. Moeten we eens aan Erik vragen, die ziet veel meer mensen uit die tijd dan ik.’
‘En toen kregen we het over dat schoolfeest en over het verbaasde gezicht van Karin.’
We schoten samen weer in de lach.
‘Hij vroeg zich af of die ondertussen eindelijk aan een vent vast zou zitten.’
‘Ik hoop het voor haar van wel,’ zei Ester, ‘een tijdje geleden zag ik haar fietsen met een kindje achterop.’
Ik trok mijn wenkbrauwen onhoog. ‘Je meent het. Wie zou daar ingetrapt zijn?’
‘Nou, Lau, beetje aardiger mag wel. Maar ik heb geen idee.’
Even later kwam Erik weer terug. Hij zag zwart.
‘Hee, Lau, mijn vrouw gezelschap aan het houden?’ Hij gaf Esther een kus. ‘Effe douchen, tot zo.’
‘Hulp nodig?’ vroeg ik.
‘Hmm, ik dacht dat je het nooit zou vragen,’ grijnsde hij. ‘Na al die jaren, eindelijk.’
We schoten in de lach toen hij de kamer uitliep naar boven. Erik en ik maakten wel vaker van dat soort grappen, eigenlijk was Esther er ooit eens mee begonnen. Even later kwam hij de kamer in met een fles bier.
‘Dat heb ik wel verdiend, wat een klotewerk was dat. Maar hij ligt plat. Pa mag hem verder in mootjes zagen. Proost, Lau.’
‘We krijgen de groeten,’ zei Esther.
‘Van wie?’
‘Luc,’ zei Esther, ‘meneer hier heeft hem vanmiddag op bezoek gehad zonder ons te bellen.’
‘Wou je hem weer meteen voor jezelf houden, Lau?’ grinnikte Erik.
‘Ikke wel, wat dacht je dan?’
‘En, hoe was het met hem?’
‘Ging wel, hij woont nu even bij vrienden in Eindhoven, hij heeft samengewoond maar dat is ontploft.’
‘En zij heeft het huis? Dat heeft ie dan slecht geregeld,’ grinnikte Erik.
‘Het was het oude huis van haar ouders.’
‘Hmm, dan kun je maar beter zelf gaan, ja.’
‘En? Komt hij nu ook weer hier in de buurt wonen?’ vroeg Esther.
‘Geen idee,’ zei ik, ‘volgens mij maakt het hem niet zoveel uit, als ie maar woonruimte heeft.’
‘Luc vroeg zich af of die Rick en Leo nog bij elkaar zouden zijn,’ zei Esther.
‘Geen idee,’ zei Erik. ‘Ik heb gehoord dat ze wel zijn gaan samenwonen, maar dat is al lang geleden.’
‘En we hebben het over Karin gehad,’ grinnikte ik.
‘Die had toch een kind?’ vroeg Erik terwijl hij Esther aankeek. ‘Die had jij een keer zien fietsen toch?’ Hij schoot in de lach. ‘Is het haar uiteindelijk toch nog gelukt.’
We lachten alle drie. Veel mensen uit die tijd gingen over tafel. Af en toe roddelen over mensen uit de oude schooltijd kan erg leuk zijn. Erik en ik dronken stevig door. Het kon me ook geen bal schelen. Ik zat nog steeds met Luc in mijn hoofd. Toen ik door de frisse avond naar huis liep dacht ik aan de afgelopen dag terug. Zijn wang was nog net zo zacht al vroeger. Ik dook toen ik thuiskwam meteen mijn bed in. Genoeg gehad vandaag.
De eerste paar dagen heb ik als een dwaas op mijn werk rond gelopen. Mijn gedachten dwaalden steeds af naar het afgelopen weekend, en het bezoek van Luc. Dat ging niet goed. Ik moest hem van me af zetten, maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Na een week vond ik dat ik iets moest doen. Ik pakte mijn mobiele telefoon en stuurde hem een sms. ‘Het was gezellig.’ Nietszeggend natuurlijk, maar ik wilde er ook niet meer inzetten. Na een dag kreeg ik er eentje terug. ‘Zeker. Ik heb misschien woning. Je hoort het nog.’ Daarna hoorde ik weer twee weken niets meer van hem. Ik stuurde hem nog een berichtje met de vraag hoe het met zijn huizenjacht ging maar ik kreeg alleen maar terug dat het niets geworden was. Hij was weer op afstand en dat hield hij zo prima in stand. Ik was een beetje ten einde raad. Meer kon ik niet doen. Het moest toch echt van hem af komen. Ik begon mezelf er toe te zetten dat ik hem, wat dat betreft dan, moest vergeten. Ik begon me serieus af te vragen of ik hem nog wel wilde zien. Ik kende mezelf. Als ik hem weer zou zien zou ik toch weer voor hem smelten, en dat zou alleen maar meer zeer doen. Hij wilde alleen blijven, dus ik hoefde er niet op te rekenen dat het meer zou worden. Mijn laatste poging was nog een berichtje om hem succes te wensen met de zoektocht naar huizen. ‘Schiet het al een beetje op? Succes! xxx’ Die drie kruisjes kon ik toch niet laten. Ik kreeg al snel iets terug. ‘Misschien. Bedankt! xxx’ Daar maakte mijn hart toch wel een sprong van, ik kreeg drie kussen terug. Meteen dreef ik weer weg in die hoop. Waarop ik de paar weken die volgden weer niets van hem hoorde.
Ik was er bijna doorheen. Er waren dagen dat ik zelfs niet aan hem dacht. En dat beviel me prima. Ik had weer rust in mijn kop. Totdat er opeens een envelop in mijn brievenbus lag toen ik thuis kwam van mijn werk. Ik herkende zijn handschrift meteen. Ik maakte de envelop open met de gedachte een adreswijziging van hem te vinden maar er zat alleen een kaartje in met een klein briefje. Het kaartje was een kaartje voor een concert van de band waar hij me toen een Cd van gegeven had, jaren geleden met mijn verjaardag. Op het briefje erbij had hij maar een paar korte zinnen geschreven. Maar door die paar zinnen begon ik wel meteen weer te zweven.
‘Gewoon, wij samen, lekker concertje, net als vroeger?
Heb wel slaapplaats nodig voor die avond.
Laat me even weten of je wel kunt.
xxx Luc’
© 2004 Oliver Kjelsson