Jacht (deel 7)

23:30 Ik staarde naar mijn computerscherm. Van schrik had ik msn uitgezet. Ik voelde me niet op mijn gemak. Wie was dit? Was het een flauwe grap van iemand? 23:42 Ik deed het licht uit en trok het dekbed strak om me heen. Er spookte van alles door mijn hoofd. Wie zou het kunnen zijn? Ik zat te denken aan zijn naam; RuiterEmmen. Zou het iemand zijn die kon paardrijden? Als je naar zijn naam keek moest dat haast wel. Ik kon zo niemand bedenken die dat deed. 23:57 Zou het wel een flauwe grap zijn? Kon eigenlijk niet, hij had me toevallig gevonden. Als het iemand was die me kende zou hij wel net zo verrast zijn als ik. 00:03 Ik voelde me schuldig. Ik had hem zonder pardon weggeklikt, hij zou wel denken. Hij was misschien net zo nerveus als ik. 00:05 Ik deed het licht weer aan en ging achter mijn computer zitten. Ongeduldig wachtte ik tot alles opgestart was. Hij was niet meer online. Shit. Ik liet het nog even aanstaan maar hij was echt weg. Ik baalde. 00:25 Het was al weer donker in mijn kamer en ik staarde de duisternis in. Ik had nog steeds geen idee wie het zou zijn. Zou iemand me voor de gek houden? Arnoud bijvoorbeeld? Nee, die zou dat niet doen. 00:32 Marco? Zou het Marco zijn? Zou hij zo contact zoeken? Zou hij dan toch…?

Het liet me niet los. De volgende dag heb ik regelmatig gekeken, maar Ruiter kwam niet meer online. Ik baalde. Het voelde als een gemiste kans, al kwam ook regelmatig het idee boven dat er een grap met me werd uitgehaald. Ik ging maandag met gemengde gevoelens naar school. Niemand die me daar raar aankeek, geen opmerkingen waar ik uit op kon maken dat iemand wist van die chat met Ruiter. Marco was ook niet anders als anders. Hij ontweek me nog steeds. Stiekem had ik de hoop dat hij het zou zijn. Het kon haast niet. Ik zou me wel heel erg vergissen. Arnoud moest er wel om lachen. Hij kon zich ook niet voorstellen dat het Marco was, al had hij het spottend wel als eerste optie gegeven. Maaike liet ik er buiten. Dat hoefde ze nog even niet te weten. Die zou toch alleen maar bij iedereen gaan vissen. Voor ik het wist zou iedereen er van af weten, en daar had ik absoluut geen zin in. Arnoud gaf me daar ook groot gelijk in. Hij vond Maaike op zich een aardige meid, maar ze praatte teveel, zoals hij dat afkeurend kon zeggen. Arnoud was nieuwsgierig, net als ik.

Diezelfde avond moest ik even kijken of hij weer online was. Niet dus. In het begin dan. Net toen ik de hoop had opgegeven kwam hij online. Ik kreeg het warm en wist eigenlijk niet goed wat ik moest doen. De standaard openingszin dan maar.
‘Hey,’ typte ik met nerveuze vingers.
‘Hey, ben je er weer? Je was zaterdag ineens weg.’
‘Ik schrok dat je me kende.’
‘Geeft niks. Vertrouw je me niet?’
‘Na dat hele gedoe op school weet ik niet meer wie ik wel of niet kan vertrouwen.’
‘Snap ik.’
‘Wie ben je dan?’
‘Geen idee?’
‘Nee, ik heb echt geen idee.’
‘Dit houden we onder ons, hoop ik?’
‘Tuurlijk, wat dacht je dan?’
Ik werd gek. Nogmaals probeerde ik na te denken wie het zou kunnen zijn. Ik had echt geen idee. Het bleef stil.
‘Ruiter?’ probeerde ik.
‘Ja?’
‘Ik heb echt geen idee wie je bent. Ik probeer sinds zaterdag te bedenken wie je zou kunnen zijn, maar ik ken niemand die paard rijdt.’
‘Dat doe ik ook niet.’
‘??’
‘Leg ik je nog wel een keer uit.’
Het was wel duidelijk dat hij er moeite mee had om zich bekend te maken.
‘Waarom heb je me aangesproken op msn?’ vroeg ik. Op deze manier dan maar.
‘Ik zit al lang met mijn gevoel in de knoop. Ik dacht echt dat ik de enige was hier in dit kutdorp. Toen hoorde ik de verhalen over jou rondgaan.’
‘Je bent dus niet de enige.’
‘Ik geloofde het eerst niet. Tot ik het van verschillende kanten hoorde. Ik geef toe, het was niet helemaal toevallig dat ik je gevonden heb. Ik heb op goed geluk gekeken of ik je tussen profielen op homosite’s kon vinden.’
‘Misschien stom van mij om gewoon mijn eigen naam te gebruiken.’
‘Gelukkig maar, anders had ik je nooit gevonden.’
‘Da’s waar.’
‘Kunnen we niet ergens een keer afspreken?’
‘Mag ik dan eerst weten wie je bent? Ik heb weinig zin om in een hinderlaag te lopen. Dit is voor mij net zo spannend als voor jou.’
‘Ik zit hier te zweten, dat wil je niet weten.’
‘Anders ik wel.’
‘Ik heb het verhaal van mijn broer.’
Ik snapte er niets meer van.
‘Zit jouw broer bij mij op school?’
‘Ja.’
Ik zat te denken. Het konden er verschillende zijn. Geen idee.
‘Zeg, Ruiter, als je meer tijd wil hebben mag dat van mij hoor.’
‘Nee, het moet er uit.’
‘Dwing jezelf niet.’
‘Zit je?’
‘Ja, hoor.’
‘Zit je stevig?’
Die was tijd aan het rekken, of moed aan het verzamelen.
‘Ha ha, ik zit stevig.’
‘Zeker weten?’
‘Zeker weten. Verbaas me!’
Het bleef even stil. Toen zag ik dat hij iets aan het typen was.
‘Michiel.’
‘Michiel?!’
‘Yep.’
Ik bleef even stil zitten. Uitgerekend Michiel. Jazeker, de broer van. Uit het hol van de leeuw.
‘Weet Marco hier van?’
‘Nee, natuurlijk niet. Ik heb hem niets verteld. Ik heb hem uitgehoord over hoe het gegaan is tussen jullie, hij liet niet veel los maar het werd me allemaal wel duidelijk. We waren hier thuis erg verbaasd dat je ineens nooit meer langs kwam. Tot ik de verhalen hoorde. Toen ging er bij mij een lampje branden.’
Ik staarde naar het scherm en wist even niets meer te zeggen. Michiel, broer van Marco. Hoe kon het zo zijn.
‘Wat zei Marco er van dat ik nooit meer kom?’
‘Weinig, hij laat er niet veel over los. Maar was het de reden waarom jullie elkaar nooit meer zien, of niet?’
‘Ja. Michiel?’
‘Ja?’
‘Kunnen we ergens afspreken deze week? Ik wil met je praten.’
‘Ik ook. Vanavond nog?’
‘Kan het morgen? Het is al laat.’
‘Zeg maar waar en hoe laat.’
‘Rond zeven uur?’
‘Mij best. Waar kunnen we afspreken zonder dat mensen ons zien?’
Ik dacht na. Ik kon zo snel even niets bedenken.
‘Weet ik veel, jij een idee?’ typte ik.
‘Ergens tussen hier en Emmen?’
Ik glimlachte. ‘Terrasje pikken daar?’
‘Zien we wel. Om 7 uur bij het kruispunt net buiten het dorp?’
‘Mij best. Zie ik je om 7 uur daar.’
‘Ik moet nu gaan. Ik zie je morgen.’
Voor ik iets kon zeggen was hij al weg. Ik zuchtte. Even flitste door me heen dat dit allemaal flauwekul was. Ik kon het me ook nog steeds niet voorstellen. Michiel? Marco’s oudere broer? Raar eigenlijk, ik had hem zo vaak gezien bij Marco thuis, we konden het ook goed met elkaar vinden. Allebei dezelfde gevoelens en nooit van elkaar geweten. Maf.

‘Ik weet wie het is,’ zei ik de volgende ochtend tegen Arnoud.
Hij fietste naast me richting school. Hij keek me met een vragend en lachend gezicht aan.
‘Vertel, ken ik hem?’
‘Ik denk het niet.’ Ik hield mijn mond verder maar.
‘Is hij leuk?’
Zo had ik het nog niet eens bekeken. Hij was gewoon “de broer van”, nooit over nagedacht. Nu ook niet. Ik wilde gewoon met hem praten. Eindelijk iemand die ik kende, die ook nog eens met hetzelfde zat als ik.
‘Gewoon,’ zei ik droog.
‘Nou, wie weet,’ lachte Arnoud.
‘Voor mij even niet, Arnoud, eerst alles weer wat rustiger in mijn kop.’
Hij glimlachte veelbetekenend naar me.

Tijdens de lessen kon ik het niet laten Marco in de gaten te houden. Hij moest eens weten. Arnoud zag het en grijnsde.
‘Hij heeft concurrentie zonder dat ie het weet.’
Ik glimlachte. Als ik Arnoud vertelde hoe het echt in elkaar zat kwam hij helemaal niet meer bij van het lachen. Ik hield het nog even voor me, ik wilde eerst weten wat Michiel te vertellen had. Eigenlijk vond ik het wel grappig. Een mooie wraak op alles, zonder dat ik er zelf iets voor hoefde te doen.
‘Wat heb jij vandaag?’ Maaike keek me vragend aan in de pauze.
‘Hoezo?’ probeerde ik zo onschuldig mogelijk te doen.
‘Je hebt een vreemde blik in je ogen,’ zei ze.
‘Ik?’
‘Ja, jij! Verliefd?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Vertel ik je nog wel een keer.’
Dat had ik beter niet kunnen zeggen. Vanaf dat moment was Maaike zo nieuwsgierig als het maar zijn kon en bleef ze vragen stellen. Arnoud keek hoofdschuddend en spottend naar me. Hij had gelijk, ik had het er zelf naar gemaakt. Ik had gewoon mijn mond moeten houden maar ik zat er te vol mee.

Daar stond hij al. Hij was nog vroeger dan ik. Ik had thuis geen rust en had besloten alvast te gaan. Hij dus ook. Onderweg had ik weer getwijfeld. Wat nou als het toch een flauwe grap was? Hij lachte toen hij me aan zag komen.
‘Ik ben blij dat je gekomen bent. Ik zat me de hele dag zorgen te maken of je wel zou komen.’
‘Natuurlijk kom ik,’ zei ik.
‘Even een stukje door rijden?’
Ik knikte. ‘Is goed.’
We reden zwijgend naast elkaar verder. Zonder doel.
‘Ik was verbaasd toen ik de verhalen over jou hoorde,’ begon hij ineens.
‘Ik anders ook over jou, toen je het mij vertelde.’
‘Hoe lang geleden heb jij het ontdekt bij jezelf?’
‘Geen idee, tijdje geleden al. En jij?’
‘Paar jaar geleden. Ik heb het alleen altijd verborgen gehouden.’
‘Nog nooit iets met een jongen gehad?’
‘Nee, wat dat betreft ben je al een stuk verder dan ik.’
‘Dat valt wel mee denk ik.’
‘En die nieuwe jongen bij jullie in de klas dan?’
‘Daar heb ik niets mee, die is gewoon hetero, al roddelen ze er wel over.’
‘O, dat dacht ik, sorry.’
‘Hij kwam als nieuwe naast me te zitten en heeft me gesteund toen de roddels begonnen. Dan komen de rest van de verhalen vanzelf.’
‘Hoe zijn die roddels begonnen dan?’
‘Heel verhaal. Je kent Irene neem ik aan?’
‘Maf wijf. Is een paar keer bij ons thuis geweest. Blij dat dat weer uit is.’
Ik lachte. ‘Ik heb Marco vlak voor de vakantie verteld wat ik voor hem voelde. Kort daarna had hij ineens iets met Irene. Zij heeft het van Marco en daarna op school rond verteld.’
Michiel vloekte. ‘Daar gaat Marco voor boeten!’
‘Michiel, laat maar. Alsjeblieft. Je draait er toch niets mee terug.’
‘Weten jouw ouders het?’
‘Wat denk je? Als het hele dorp het weet?’
‘Hoe reageerden ze?’
‘Goed. Echt. Als ik dat had geweten had ik het wel eerder verteld.’
‘Ik vraag me af hoe ze bij mij zouden reageren. Over mijn broer wil ik het al helemaal niet hebben.’
Ik grijnsde. We waren ondertussen al omgedraaid en fietsten weer terug. Op de plek waar we afgesproken hadden om elkaar te zien stopten we nog even.
‘Ik ben blij dat ik je gezien heb,’ zei Michiel.
‘Ik ook,’ glimlachte ik.
‘Vooral nu ik weet wat er tussen jou en Marco gebeurd is. Daar is hij nog niet mee klaar.’
‘Michiel, je laat het.’
Hij haalde zijn schouders op en staarde wat voor zich uit.
‘Ik moet zo weer terug,’ zei ik.
Hij knikte. Hij treuzelde om te gaan. Alsof hij nog iets wilde zeggen. Maar hij zei verder niets.
‘We houden contact,’ zei ik.
‘Ja,’ zei hij afwezig.
Ik wilde wegfietsen toen hij me weer een keer aankeek.
‘Kas?’
Ik keek hem aan.
‘Bedankt.’
Ik glimlachte. Hij raakte mijn arm aan en hield die even vast. Daarna liet hij me los. Ik reed weg en dacht terug aan Marco. Wat zou die denken als Michiel het thuis zou vertellen?

Arnoud wilde de volgende ochtend meteen weten hoe het gegaan was. Ik vertelde dat we goed hebben kunnen praten. Gewoon, lotgenoten. Niemand die het van ons wist in het dorp. Arnoud nodigde me uit om bij hem thuis nog even te gaan zwemmen na school. Daar had ik zin in. Ik kende mezelf, ik moest ook wel mijn verhaal kwijt, maar niet op school. Dat vertelde ik hem wel als we alleen waren. Ik had de hele avond aan Michiel liggen denken, wist eigenlijk ook niet goed wat ik er mee moest.
‘Hee, dromer, kom je nog?’
Arnoud dreef voor me op zijn rug in het water en lachte. Ik trok mijn boxer uit en dook naakt naast hem het water in.
‘Is hij zo leuk, dat je zo afwezig bent vandaag?’
‘Nee, dat is het niet. Ik was gewoon verbaasd dat hij het was. Nooit gedacht.’
‘Ken je hem al lang?’
‘Al jaren. Kan me niet herinneren dat ik hem niet kende.’
‘Schept een band, toch? Dat komt wel goed tussen jullie.’ Arnoud lachte spottend.
‘Hou op, dat is het niet.’
‘Schei toch uit, het straalt van je gezicht af.’
‘Kun je een geheim bewaren?’
‘Tuurlijk. Ken ik hem dus toch?’
‘Nee, maar zijn broer wel.’
Arnoud keek me vragend aan.
‘Het is de broer van Marco.’
Hij gooide zichzelf achterover en keek me lachend aan.
‘Dat meen je niet! Lachen man!’
Ik grijnsde. ‘Je houdt je mond he?’
‘Wat dacht je dan. Gisteren dus veel over Marco gepraat zeker?’
Ik knikte. ‘Hij wilde weten hoe dat gegaan was tussen ons. Hij ging door het lint toen hij hoorde dat het via Marco uitgelekt was over mij.’
‘En nu?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘We houden contact. Van hem weet echt niemand het nog. Hij dacht ook dat wij iets met elkaar hadden.’
Arnoud sloeg zijn arm om me heen en gaf me een kus.
‘Is toch ook zo?’ zei hij grijnzend.
Ik lachte.
‘Je hebt hem toch niet verteld wat hier gebeurd is, hoop ik?’
‘Alle details, nou goed?’ Ik lachte. ‘Nee, natuurlijk niet. Ik ben niet gek.’
‘Toch is het goed nieuws, Kas.’
‘Vind ik ook.’
‘Heb ik ook nog leuk nieuws.’
‘Wat dan?’
‘Vera komt dit weekend hierheen.’
‘Wat?!’
Arnoud glunderde. ‘We hebben gisteravond drie uur aan de telefoon gezeten.’
‘Had je haar gebeld?’
‘Nee, zij mij. We hebben heel serieus zitten praten.’
‘Klinkt goed, Arnoud. Gaat weer wat worden tussen jullie?’
‘Misschien,’ zei hij mysterieus.
‘Vertel op, hoe komt dat zo ineens?’
‘We hebben van alles uitgepraat. Waarom dat het toen niet liep. Waarom er altijd een afstand tussen ons bleef staan. Ik heb haar verteld over die neef van mij, en mijn twijfels.’
We hingen met onze armen op de rand van het bad. Ik keek hem aan en liet hem praten.
‘Ze was eigenlijk kwaad, dat ik haar dat nooit verteld had. Alles viel op zijn plaats gisteren. Ik snapte nu ook ineens zelf dat het toen allemaal aan mij gelegen heeft. Door die twijfels in mijn kop heb ik mezelf nooit helemaal opengesteld aan haar. Die afstand bleef. Snapte ze ook helemaal. Ze wilde ook weten hoe het nu met me ging. Of ik nog steeds twijfelde over wat ik was.’
Hij keek me aan en grijnsde.
‘Ik heb haar over jou verteld.’
‘Over mij?’
Hij knikte. ‘Ik heb haar verteld wat ik met je gedaan heb.’
‘Dat meen je niet.’
‘Jawel. Ik vond dat ik helemaal eerlijk moest zijn. Ik heb uitgelegd dat ik het gewoon uit moest proberen om te weten hoe het zat. Dat ik nu begreep wat het is om iemand te kunnen vertrouwen. Dat ik nu zeker wist dat ik gewoon hetero was. Dat ik nu begreep wat vriendschap was.’
Arnoud keek me aan en gaf me een kus.
‘Bedankt, Kas. Je weet niet half hoe je me geholpen hebt.’
Ik staarde wat verlegen voor me uit.
‘Ze wil je wel ontmoeten komend weekend.’
‘Mij?’
Hij lachte. ‘Ze vond je wel speciaal geloof ik. We gaan gewoon een terrasje pikken of zo.’
‘Raar idee hoor. Als ze alles weet van ons.’
Hij sloeg tegen mijn schouder. ‘Komt helemaal goed, bovendien wil ik je ook heel graag voorstellen aan haar. Je moet haar gewoon zien.’
Hij klom het bad uit en pakte een handdoek.
‘Even douchen?’
Ik pakte mijn handdoek en knikte. Samen doken we onder de douche. We zeepten elkaar in maar verder gebeurde er niets. Aan de ene kant baalde ik er van. Ik gleed nog even met mijn hand over zijn rug naar zijn kruis maar hij hield me tegen toen ik hem net vast had.
‘Jij hebt nu de broer van Marco, dat kun je niet maken.’ Hij lachte.
Ik prikte met mijn vinger in zijn zij. Hij sprong achteruit en kwam met zijn rug tegen de tegels. We lachten en stoeiden nog wat. Helemaal koud liet het ons niet. Ik tikte met mijn hand zachte tegen zijn halfharde pik.
‘En jij hebt Vera,’ grinnikte ik.
Hij pakte me vast en trok me tegen zich aan. Ik voelde zijn huid tegen die van mij, zijn paal tegen mijn been. Die van mij kroop langs zijn been omhoog. Hij kuste me.
‘Bedankt, Kas, echt waar.’

Ik keek uit naar het weekend. Ik was ook wel nieuwsgierig naar Vera. Donderdagavond vond ik Chef weer op msn. Ik vertelde hem over Arnoud en Vera. Ik was blij voor hem, het gaf me echt een goed gevoel. Chef vond het geweldig, maar jammer voor mij. Ik kon er niet mee zitten. Hoewel, toch wel een beetje. Al wist ik dat het nooit echt iets zou kunnen worden tussen ons, ik had hem graag nog even voor mezelf gehad. Ik besefte wel dat het zo beter was, beter nu dan pas na een lange tijd. Dan had ik er veel meer moeite mee gehad dat ik hem los zou moeten laten. Ik zat wat rond te kijken op het forum en typte af en toe wat naar Chef. Ineens kwam Michiel online. RuiterEmmen.
‘Hey, daar ben je.’
Ik stuurde een knipoog terug.
‘Alles goed?’
‘Ja hoor. Met jou ook?’
‘Gaat wel. Veel na zitten denken.’
‘Niet teveel piekeren hoor.’
‘Doe ik ook niet.’
‘Je moet me trouwens nog uitleggen waar dat Ruiter vandaan komt.’
‘Ha ha. Sla je geschiedenisboek nog maar eens open.’
‘Huh?’
‘Nooit van Michiel de Ruyter gehoord? Het is flauw en ver gezocht, ik weet het.’
Ik glimlachte en stuurde een smiley terug. Het bleef even stil. Ik zag dat hij wat typte en weer wegveegde. Dat gebeurde een paar keer tot er eindelijk tekst verscheen.
‘Heb je zin om vrijdag naar de film te gaan?’
Er schoot een warme gloed door me heen.
‘Leuk. Weet je welke er draait?’
‘Geen idee, zien we daar wel. Maakt ook niet uit, toch?’
We spraken een tijd af en spraken af elkaar weer net buiten het dorp te zien, net als de vorige keer.
‘Gewoon, even bijpraten nog.’
‘Doen we,’ typte ik.
Daarna was hij weg.

‘Naar de film? Goed idee, kon ik vrijdag ook wel eens gaan doen met Vera.’ Arnoud grijnsde de volgende ochtend op weg naar school toen ik het hem vertelde.
‘Waag het eens,’ zei ik gespeeld kwaad. Ik wist ook wel dat hij dat niet zou doen.
‘Vertel eens wat meer over hem.’
‘Michiel? Tsja, hij is de broer van Marco.’
‘Ja, dat weet ik ook nog wel. Verder.’
‘Hij is anderhalf jaar ouder dan Marco, en jaar ouder dan ik zeg maar.’
‘Leuk, Kas, leuk.’ Hij keek me grijnzend aan.
‘Grappig Arnoud, grappig.’
‘Hoe ziet hij er uit. Lijkt hij op Marco?’
‘Sommige trekken in zijn gezicht. Blond, ongeveer even groot.’
‘Je gaat me zaterdag alles vertellen,’ lachte hij.
‘We gaan gewoon naar de film, Arnoud, even bijpraten nog.’
‘Tuurlijk, Kas, tuurlijk.’
We lachten terwijl we de fietsen in de stalling zetten. Maaike keek me weer onderzoekend aan. Die moest maar even wachten, dat kon ik haar altijd nog wel vertellen.

Ik nerveus? Welnee, ik was gewoon een half uur te vroeg. Michiel nerveus? Vast niet, hij stond er gewoon al. We reden verder en besloten nog even wat te drinken. De film begon pas over een uur. Ik zocht een tafeltje achter in de kroeg, Michiel kwam net van de bar aanlopen met twee glazen. Hij zette ze op tafel en ging zitten. Hij tilde zijn glas op en tikte er mee tegen die van mij.
‘Op de toekomst.’
‘Op de toekomst,’ zei ik.
Het bleef even stil, af en toe keken we elkaar aan. Michiel was zenuwachtig, dat kon ik wel merken. Ik dronk mijn glas leeg en stond op.
‘Jij nog een?’
‘Lekker,’ glimlachte hij.
Ik stond bij de bar te wachten op twee nieuwe en keek een keer naar Michiel. Hij zat met zijn rug naar me toe en hij staarde voor zich uit. Hij schrok op toen ik zijn glas voor hem neerzette.
‘Hoe gaat het met Marco,’ probeerde ik het ijs te breken.
‘Goed wel, volgens mij. Beetje stil de laatste tijd. Heb jij wel eens een keer afgesproken met iemand via Internet?’ Hij viel ineens met de deur in huis.
‘Nee. Laatst heb ik wel iemand ontmoet die ik ken via een forum. Hij vertelde dat hij hier naar de dierentuin ging en toen ben ik ook gegaan zonder dat hij het wist.’
Michiel lachte. ‘En?’
‘Hij was verbaasd me te zien.’
‘Was dat niet raar, om hem in het echt te zien?’
‘Beetje.’
‘Waarom ben je hem op gaan zoeken?’
‘Weet ik niet. Het klikte wel op msn. Kan goed met hem praten. Hij is leuk. Ik wilde hem een keer zien.’
‘Leuk? Stiekem niet meer?’ Michiel lachte. Hij begon los te komen.
Ik haalde mijn schouders op.
‘Nog iets gebeurd tussen jullie die dag?’
Ik voelde me rood worden. Michiel lachte weer.
‘Ja, dus.’
‘We hebben gezoend op het station.’
‘Zie je hem nog wel eens?’
‘Af en toe op msn. Verder niet.’
‘Waarom wordt het verder niets tussen jullie?’
‘Hij is al in de dertig, Michiel. Schiet niet echt op.’
‘Wat?’
Ik grijnsde. ‘Ik weet het, waanzin.’
Hij haalde zijn schouders een keer op. ‘Waarom zou dat?’
‘Het is gewoon raar. Maar ik miste wat. Zocht armen om me heen. Ik werd verliefd op alles wat bewoog geloof ik.’
‘Ik ken het.’
‘Zoveel leuks loopt er anders niet rond in het dorp,’ lachte ik.
Hij glimlachte een keer en keek op zijn horloge.
‘We moeten zo eens gaan,’ zei hij.
Ik knikte en dronk mijn glas verder leeg. We stonden op en liepen naar de bioscoop. Mijn zenuwachtigheid was weg. Ik voelde me op mijn gemak. Nou kende ik Michiel ook al jaren natuurlijk, maar apart was het wel. We zochten twee plaatsen achter in de bioscoop en installeerden ons met wat te drinken en nootjes. De film begon en we hielden op met praten. Af en toe keek ik opzij en zag zijn gezicht in het licht van de film. Ik vroeg me af wat er verder nog in zijn hoofd omging. Ik kon wel raden dat hij nadacht over de reactie van zijn ouders en niet in de laatste plaats van zijn broer. Hij keek een keer naar mij en glimlachte. Ik voelde me betrapt dat ik hem zo zat te bekijken. Zijn elleboog raakte die van mij en ik trok mijn arm een stukje terug. Ik voelde spanning. Ik bleef naar de film staren. Veel onthield ik er niet van. Ik glimlachte. Wat een situatie. Zat ik mooi in de bioscoop met de homobroer van de heterojongen waar ik tot over mijn oren verliefd op was geweest. Vlak bij het station waar ik met een man van in de dertig heb staan zoenen. Hetzelfde station waar een vriend van mij op dit moment zijn ex-vriendin op had gehaald, de vriend waar ik de weken ervoor naakt mee had gezwommen, mee had gezoend, die ik had afgetrokken in bad. Kon er wel eens iets normaal gaan?

Ik trok mijn jas dicht. Het werd koud buiten. We doken nog een kroeg in en zochten weer een tafeltje achteraan in een hoek. Michiel zette weer een glas voor me neer en ging zitten. We keken elkaar aan en glimlachten. Ik dreef langzaam weg, zoveel dronk ik anders nooit. Het interesseerde me ook geen bal. Ik genoot van deze avond, van mij mocht dit wel even blijven duren. Zonder iets te zeggen begrepen we elkaar. Lotgenoten. Stiekeme lol om de mensen om ons heen, ze moesten eens weten. In de bioscoop hadden onze armen weer tegen elkaar aan gelegen, de tweede keer had ik mijn arm niet terug getrokken. Michiel raakte per ongeluk met zijn voet die van mij en nam nonchalant nog een slok van zijn glas. Hij trok hem meteen terug maar ik volgde. Af en toe drukte de zijkant van zijn voet tegen mijn schoen, waarop ik meteen tegendruk gaf. Aftasten, prooi onderzoeken. Jagen. Daar ging ik weer. Er bewoog weer wat voor me en ik smolt alweer. Kon ik het tegenhouden? Stomme vraag. Natuurlijk kon ik dat. Maar wilde ik dat ook?

Na nog een glas werd het me wel duidelijk dat Michiel mij ook uit zat te dagen. Af en toe plagen met een voet, diep in mijn ogen kijken.
‘Jij hebt toch ook nog nooit een relatie gehad met een jongen,’ vroeg hij.
Ik schudde mijn hoofd.
‘Wat verwacht jij van zoiets?’
‘Weet ik veel. Hetzelfde als bij een vriendin. Gewoon, net zoals anderen.’
Hij glimlachte.
‘Jij niet dan?’ vroeg ik.
‘Jawel, hetzelfde denk ik.’
Het gesprek viel weer stil. Glazen leeg, jas aan. Terug naar huis. Zwijgend fietsen naast elkaar. Deze avond had me meer gegeven dan ik had gedacht. We kwamen voorbij het kruispunt waar we hadden afgesproken. Ik remde af en stond stil. Michiel remde en draaide om.
‘Waarom stop je?’
‘Ik wil nog niet naar huis,’ zei ik zacht.
‘Wat is er?’ Hij klonk bezorgd.
‘Niks,’ lachte ik. ‘Ik wil gewoon nog niet naar huis. Ik heb een te gekke avond gehad, ik wil nog niet dat die ophoudt.’
‘Ik ook niet.’
We stonden tegenover elkaar, voorband tegen voorband. Ik duwde, hij duwde terug. En andersom.
‘Nog een stukje door rijden dan?’ Hij keek me schuin aan toen hij het vroeg.
‘Is goed.’
Zwijgend reden we door. Het was een verlaten weggetje net buiten het dorp. Het liep achter het huis van Arnoud door, hier kwam bijna nooit iemand, dat wist ik. Ik remde weer en stopte. Michiel stopte naast me. Ik stapte af, zette mijn fiets tegen een boom en ging op een omgevallen stronk zitten. Michiel deed hetzelfde. Naast elkaar staarden we over het weiland voor ons. Het was bijna volle maan, heldere lucht. Langzaam liet ik mijn schouder tegen die van hem hangen. Michiel bleef voor zich uitkijken en speelde met een takje tussen zijn vingers. Ik wilde nog lang niet naar huis. Ik schoof wat dichterbij, zat nu helemaal tegen hem aan. Michiel deed niets, het takje wiebelde snel tussen zijn vingers. Ik keek naar hem. Hij keek stug voor zich uit naar zijn handen. Het takje knakte. Hij gooide de twee helften voor zich op de grond en draaide zijn hoofd. We keken elkaar aan en glimlachten. Ik kuste hem voorzichtig op zijn wang. Zijn ogen boorden zich door die van mij heen. Ik boog me weer naar hem toe, legde mijn hand op zijn rug en kuste hem weer. Zijn lippen waren fris en zacht, ik smolt. Ik voelde zijn hand op mijn rug en hij trok me naar zich toe. Hij kuste me en ik hield mijn lippen op zijn mond. Mijn tong zocht een weg naar die van hem, hij liet me meteen toe. Hij kreunde zacht toen onze tongen elkaar raakten. Terwijl we zoenden gleed ik met mijn hand door zijn haar. Hij streelde me onder mijn jas. Ik zuchtte en liet zijn lippen even los. We gniffelden en zoenden weer verder. Hij voelde lekker, ik zweefde. Langzaam werden we rustiger. We keken weer naast elkaar over het weiland heen. Ik keek even naar hem en stond op. Ik trok hem omhoog en meteen naar me toe. Ik wilde hem tegen me aan hebben. Hij kuste me en ik voelde het puntje van zijn tong tegen mijn lippen. Ik beantwoordde hem meteen. Mijn hand gleed over zijn jas naar beneden en kneep zachtjes in zijn billen. Ik duwde hem dicht tegen me aan. Door zijn spijkerbroek heen voelde ik zijn harde kruis tegen die van mij. We kreunden allebei tegelijk. Hij zoende wild, zijn kruis tegen me aanduwend. Dat voelde goed. Die wilde ik nog wel eens zien en vasthouden. Vanavond niet meer, maar ik wist dat het zou gebeuren een keer. Zijn hand had zich onder mijn shirt gewoeld en kneep in de huid van mijn rug. Ik trok zijn shirt uit zijn broek en streelde zijn naakte buik, verder omhoog.
‘Kas?’
‘Hmm?’
‘Ik doe dit niet zomaar voor een keer.’
‘Ik ook niet Michiel, ik ook niet.’
? 2005 Oliver Kjelsson