Kevin lag op de bank, zijn hoofd op mijn schoot. Ik boog voorover en pakte zijn koffie van tafel.
‘Hier, luiwammes.’
Hij gniffelde, nam een slok en zette de warme kop op mijn knie. Ik kietelde een keer achter zijn oor. Hij lachte.
‘Zin in vanavond?’
‘Hm, gaat wel. Ik hoop alleen dat Willem mijn fijne ex-collega niet heeft uitgenodigd.’
‘Ha, you wish. Die zal er vast zijn.’
‘Ik vrees het ook. Gaat hij weer zagen dat hij het zo jammer vind dat ik homo ben omdat ik zo goed bij zijn zus zou passen.’
‘Heb je ook meteen een leuke zwager.’
‘Doe me een lol, zeg, alleen daarom zie ik zijn zus al niet zitten.’
‘Wie weet is het wel een lekker ding, die zus.’
Hij draaide zijn hoofd en keek me aan.
‘Wil je mij kwijt of zo?’
‘Nee, nooit.’
‘Mooi zo,’ zei hij lachend. ‘Ik jou ook niet.’
‘Drink eens door, we moeten zo gaan.’
‘Ik moet niets. Om half 10 binnen vallen kan ook nog.’
‘Weet ik, maar het is al kwart over 9, Kevin.’
Hij tilde zijn hoofd op en dronk de laatste slok koffie. ‘Zo laat al?’
Hij stond op en nam de twee koppen mee naar de keuken. Hij kwam terug met zijn schoenen en trok die naast me op de bank aan.
‘Schiet eens op,’ zei hij, ‘het is al bijna half 10.’
Ik lachte en kneep hem in zijn zij. Hij kneep terug en duwde me achterover. Ik kuste hem, hij beantwoordde met een lange zoen. Ik kreunde tevreden.
‘Opstaan, geil ding,’ grinnikte hij, ‘dat kan vannacht ook nog.’
‘Hm, daar hou ik je aan.’
We liepen lachend de kamer bij Willem binnen. Onderweg in de auto hadden we nog wat gein zitten trappen over die laatste opmerking. Bart stond met de collega te praten en keek ons smekend aan.
‘Wat lachen jullie?’ vroeg hij.
‘Binnenpretje,’ zei Kevin.
De collega begon met Willem te praten, Bart draaide zich een beetje van hem af.
‘Waarom komen jullie altijd zo laat?’
‘Tijd een beetje vergeten,’ zei ik. ‘Sorry.’
‘Druk?’
‘Nee, Kevin lag gewoon te lamballen op de bank,’ grijnsde ik.
‘Jij zat net zo goed onderuit,’ protesteerde hij.
Bart lachte.
‘Als ik Marcel zijn zin had gegeven waren we hier nu nog niet geweest.’
Bart keek Kevin vragend aan.
‘Hij wou nog seks, maar ik vond dat we moesten gaan.’
Ik schoot in de lach. Bart schudde een keer met zijn hoofd.
‘Ik wil het niet weten, heren.’
‘Om eerlijk te zijn,’ zei Kevin, ‘had ik geen zin hem daar tegen te komen.’
Hij knikte naar de collega van Willem, die nog steeds met elkaar stonden te praten.
‘Nee, ik wel,’ zuchtte Bart.
We lachten, waardoor Willem en zijn collega omkeken.
‘He, Kevin, hoe gaat het?’
Willem liep naar de keuken, de collega kwam bij ons staan.
‘Goed hoor,’ zei Kevin, ‘lekker druk op het werk.’
‘Bij ons ook, jongen. Je zou eigenlijk terug moeten komen.’
‘Nee, laat maar, ik zit goed waar ik zit.’
‘Nog steeds bij elkaar zie ik?’ vroeg hij.
Ik wist dat hij het over ons had. Ik zuchtte een keer van binnen.
‘Tuurlijk,’ lachte Kevin, ‘wat dacht jij dan?’
‘Tsja, jammer dat je nog steeds voor de mannen bent, je zou goed bij mijn zus passen.’
‘Is die nog steeds niet aan een vent? Je loopt er al een hele tijd mee te leuren maar het wil nog steeds niet lukken merk ik. Wat is er mis mee? Lijkt ze op jou?’
Bart en ik lachten. De collega lachte mee alsof hij het een goede grap vond. Toch was het er gemeen uit gekomen bij Kevin. Dat moest hij gevoeld hebben. Hij lachte een beetje geforceerd. Bart schopte een keer tegen mijn enkel en liep van ons weg. In de opening naar de keuken keek hij me nog een keer grijnzend aan.
‘Dat bedoel ik nou,’ ging de collega onverstoord verder, ‘jij hebt humor. Je zou echt bij haar passen.’
‘Heeft ze net zoveel geld als Marcel?’
‘Dat denk ik niet,’ lachte de collega, ‘ze werkt bij ons op de zaak tegenwoordig.’
‘Dan wil ik er al helemáál niet over nadenken.’
‘Hij zit bij jou om het geld, dan weet je dat ook weer,’ zei de collega lachend tegen mij.
‘Vertel mij wat nieuws,’ zei ik serieus, ‘mijn salaris was het eerste waar hij naar vroeg toen we elkaar leerden kennen.’
‘Verdien jij zoveel dan?’
‘Nee, paar jaar geleden dikke erfenis.’
We lachten. Kevin gaf me even snel een knipoog.
‘Toch blijft het jammer,’ zei de collega weer.
Het begon Kevin te irriteren.
‘Ik leg het je nog één keer uit. Het is geen vent, die zus van jou. Dus vergeet het maar.’
‘Je weet niet wat je mist, je zou eens een vrouw uit moeten proberen, wil je nooit meer anders.’
‘Jij al eens een man uit geprobeerd? Dan weet je niet waar je het over hebt.’
De collega was even stil. Het was er ook wel erg fel uitgekomen bij Kevin. Ik keek hem een keer aan met een blik dat hij het maar zo moest laten. Kevin knipoogde een keer en liet het er bij. De collega van Willem niet.
‘Da’s heel wat anders.’
Bart was er weer bij komen staan en volgde de discussie met plezier.
Kevin zuchtte een keer en keek even naar het plafond.
‘Waarom zou dat wat anders zijn? Probeer het eens uit zou ik zeggen.’
De collega lachte weer een keer schamper. Niet op zijn gemak.
‘Zo gek krijg je me niet.’
‘Jammer,’ zei Kevin, ‘ik heb nog een broer die nodig weer eens aan de man moet.’
‘Zit dat bij jou in de familie?’
‘Kijk maar uit. Het is besmettelijk.’
Kevin nam grijnzend nog een slok toen hij dat laatste gezegd had. Bart keek me een keer onderzoekend aan. Hij had ook wel gemerkt dat Kevin er schoon genoeg van had. Willem kwam er weer bij staan en zijn collega greep dat meteen aan om zich van ons te verwijderen. Bart lachte.
‘Zo, die is uitgeluld.’
Kevin grijnsde. Ik kende die blik en dat was geen goede.
‘Meteen afstraffen,’ zei hij.
‘Sinds wanneer heb jij een broer?’
Kevin’s grijns vertrok nog wat meer.
‘Zo, lekkere discussie geloof ik?’
Marion was bij ons komen staan en stootte Kevin even kort aan toen ze het vroeg.
‘Wat een eikel,’ zei Kevin kort, maar lachend.
‘Nou weet je ook niet wat je mist natuurlijk, hij heeft wel gelijk.’ Ze zei het plagend.
‘Vind jij nou ook al dat ik het een keer uit moet proberen met een vrouw?’
‘Tuurlijk,’ zei ze spottend.
Kevin sloeg zijn arm om haar heem en keek naar Bart.
‘Ik leen haar vanavond, mag toch wel he?’
‘En ik dan?’
‘Ga maar met Marcel mee, die ken je. Dan is het niet helemaal vreemd om te doen.’
We lachten. Kevin was zijn frustratie weer kwijt.
‘Ik vind het toch zo’n enorme eikel,’ zuchtte hij in de auto naar huis.
Ik grinnikte een keer. ‘Laat toch gewoon ouwehoeren, man.’
‘Bij hem kan ik dat niet, het is de manier waarop. Hij is ook zo blij met zichzelf.’
Toen we stilstonden bij een stoplicht keek ik even naar hem. Zijn gezicht was door een enkele straatlantaren oranje verlicht. Hij keek dromerig voor zich uit. Ineens keek hij me aan, hij had door dat ik naar hem keek. Hij glimlachte. Ik boog me naar hem toe en gaf hem snel een kus. Hij kuste me terug en streek een keer door mijn haar. Hij lachte.
‘Wat?’ reageerde ik verbaasd.
Hij kuste me weer. ‘Het was net groen, maar het is ondertussen al weer rood.’
Thuis plofte Kevin, nadat hij zijn kleren uit had gedaan, op bed.
‘Ik heb teveel gedronken,’ zuchtte hij.
‘Zuipschuit,’ lachte ik en ging op de rand van het bed zitten.
Ik trok mijn sokken uit en gooide die op de stoel. Kevin sloeg zijn arm om me heen en trok me achterover tegen zich aan. Ik draaide me om en kuste hem. En lange zoen volgde. Ik wist dat we nog lang niet gingen slapen. Kevin draaide zich op me en hield niet op met zoenen. Hij had echt genoeg gedronken, dat kon ik wel merken. Ik sloeg mijn benen om hem heen, hij lag zwaar op me. Mijn vingers drukten in zijn rug. Ik voelde zijn harde kruis tegen die van mij. Langzaam gleed hij naar beneden en ik wist waar hij heen wilde. Hij stuurde bij met zijn hand en duwde zachtjes met zijn eikel tegen me aan. Ik zuchtte en ontspande. Langzaam gleed hij naar binnen, hij nam er de tijd voor. Mijn enkels op zijn schouders, zijn buik tegen mijn benen, zijn gezicht met gesloten ogen vlak voor me. Ik kuste hem zachtjes. Hij opende zijn ogen en glimlachte dronken. Zijn hoofd rustte op mijn schouder, traag bewoog hij in mij heen en weer. Zijn adem ging zwaar. Ik streelde zijn rug en genoot. Zijn handen steunden naast me op het matras. Hij opende zijn ogen en keek diep in die van mij. Ik verdronk. Af en toe lag hij stil. Ik trok mijn spieren even samen en hij gniffelde. Ik wist dat hij dat lekker vond. Hij bewoog weer en versnelde. Ik kneep nog een keer met mijn spieren. Hij kreunde. Hij ging steeds sneller tot hij even stopte. Met een lange beweging gleed hij diep in me en zuchtte. Ik voelde de ontlading diep in mij. Kort daarna lag hij stil op me en verborg zijn gezicht in mijn nek. Ik voelde hem zachter worden in me. Langzaam gleed hij er uit. Ik ontspande mijn benen en liet ze langs hem af glijden. We draaiden op onze zij. Hij kuste me in mijn nek en gleed al kussend via mijn borst naar mijn buik. Ik grinnikte, het kietelde. Zijn hand masseerde mijn ballen, zijn tong gleed lang mijn paal. Zijn lippen sloten zich rond mijn eikel en hij zoog me een stukje naar binnen. Ik graaide door zijn haar en kneep. Doordat hij me zo lang genomen had zat ik niet ver van mijn hoogtepunt. Dat had hij door. Af en toe stopte hij om het langer te laten duren. Niet dat het veel nut had. De tintelingen raasden door mijn lichaam. Ik zuchtte dat hij door moest gaan. Zijn vingers knepen in de basis van mijn paal en ik ademde zwaar. Hij zoog een keer zachtjes op mijn eikel en ik voelde mijn orgasme naar buiten razen. Hij zette zijn tong tegen het einde van mijn eikel. Mijn zaad spatte op zijn tong uiteen. Ik kreunde hard. Zijn tong bewoog steeds langzamer, tot we allebei tot rust waren gekomen.
‘En dit zou ik moeten ruilen voor zijn zus?’ gniffelde Kevin.
Hij nestelde zich in mijn armen, gaf me een kus en viel als een blok in slaap. Ik volgde vrij snel daarna.
De volgende middag zaten we bij zijn ouders. Kevin had kleine oogjes. Af en toe keek ik hem een keer schuin aan en grijnsde naar hem. Zijn moeder had niets in de gaten en ratelde gezellig door. Kevin keek een keer naar het plafond en zuchtte. Ze had in het begin van onze relatie haar bedenkingen gehad. Ze vond het toen maar niets, zo’n leeftijdsverschil. Zijn hele familie niet, trouwens. Behalve zijn zus. Na twee jaar was het wel bijgedraaid, maar af en toe herinnerde zijn moeder ons er wel aan. Ik haalde daar mijn schouders bij op maar Kevin irriteerde het. Zijn moeder begon over Kevin’s jongere zus, die was een paar maanden geleden getrouwd.
‘Ze zijn nu allemaal het huis uit, wat gaat het toch snel. Als de dag van gisteren dat ze hier alledrie rondkropen als peuter.’
Kevin was de middelste, hij had nog een oudere broer. Die woonde al een paar jaar samen met zijn vriendin en had een zoontje.
‘Kleine boompjes worden groot, ma,’ zei Kevin.
‘Leuk om te zien hoe ze terechtgekomen zijn,’ ging zijn moeder verder. ‘Vroeger hadden hij en zijn zus altijd de droom om een hoop van de wereld te zien voor ze zich zouden binden en kijk ze nu toch eens. Samenwonend en getrouwd, nog voor hun 25ste.’
Ze lachte weer. Kevin keek me een keer verveeld aan. Medelijden had ik niet. Had ie maar niet zoveel moeten drinken. Ik lachte terug.
‘Wat ben je stil, jongen?’ vroeg ze ineens bezorgd.
‘Feestje gehad,’ antwoordde hij kort.
‘Ik heb gereden,’ lachte ik.
‘Dat had ik al geraden,’ zei zijn vader geamuseerd.
Kevin was chagrijnig. En niet te zuinig. Dat was de laatste tijd wel vaker. Nou kon dit wel door de kater komen natuurlijk, maar hij had er wel vaker last van. Dat was ik niet van hem gewend. Gisteravond reageerde hij ook fel op die collega van Willem. Goed, hij had een hekel aan hem en vooral als het over zijn relatie met mij ging moest je geen commentaar hebben, maar toch. Af en toe vroeg ik me af of hem iets dwars zat. Onzin, dan zou hij me dat allang verteld hebben. Hij had het druk op zijn werk, dat wist ik ook wel. Mag hij dan af en toe een beetje moe zijn? Het zou wel over gaan.
Ik had op een vrijdagmiddag vrij genomen en had ons hele huis aan kant toen Kevin van zijn werk thuis kwam. Ik gaf hem een kus toen hij zijn jas uittrok. Ik kreeg een kus terug en hij mompelde wat.
‘Ik ga even douchen,’ zuchtte hij.
‘Druk gehad?’
‘Het was een puinhoop.’
‘Glaasje wijn zo meteen?’
Hij glimlachte. ‘Lekker.’
Ik hoorde het water stoppen met stromen in de douche en trok een fles wijn open. Ik schonk twee glazen in en wachtte tot hij de woonkamer in kwam. Hij was er van opgeknapt.
‘Weekend,’ lachte hij met twee omhoog gestoken armen.
Hij kwam naast me in de bank zitten, nam zijn glas van mij aan en gaf me een kus.
‘Het wordt lekker weer de komende dagen,’ zei ik.
‘Strand?’ vroeg hij terwijl hij tegen me aan kwam hangen.
‘Morgen of zondag?’
‘Morgen, heb ik zin in.’
Kevin liep uitgelaten naast me door het zand. Ik had hem de avond ervoor een schoudermassage gegeven op de bank waardoor hij in slaap gevallen was. Ik had hem even laten slapen totdat het gewicht van zijn lichaam tegen me aan te veel werd. Bovendien had ik dorst, en kon niet ongemerkt achter hem vandaan komen om op te staan uit de bank. We zijn vroeg naar bed gegaan omdat we op tijd op wilden staan om te vertrekken. Er stond niet veel wind en de zon scheen. Het was warm. Bij een strandtent gingen we zitten. Kevin bestelde weer een complete maaltijd waar ik om moest lachen. Hij grijnsde naar me, waarna hij naar buiten staarde.
‘Denk je aan?’
Hij draaide zijn hoofd en keek me even aan.
‘Werk,’ zei hij kort.
‘Het is weekend, gek.’
Hij keek weer naar buiten.
‘Strand doet je nadenken.’
‘Maar niet over je werk, dat komt maandag weer.’
‘Ik geloof dat ik een knoop heb doorgehakt.’
Hij keek me weer aan, ik keek vragend terug.
‘Ik ga ander werk zoeken.’
‘Dat meen je niet.’
‘Jawel. Ik heb er geen zin meer in daar.’
We maakten wat ruimte op tafel voor de ober die alles neerzette, het meeste voor Kevin zijn neus. Ik dacht even kort na over wat hij net gezegd had. Hij had wel gelijk, het was daar ook een zootje aan het worden. Hij kwam vaak pas laat thuis en vrolijker werd hij er ook niet van.
‘Ik kan het me wel voorstellen,’ zei ik.
‘Ik zie het de komende tijd niet beter worden, alleen maar slechter. Sinds we die nieuwe hoofd inkoop hebben wordt iedereen gek daar.’
Ik glimlachte. Hij had er al meer over verteld. Een lompe vent die alleen maar moeilijk kon doen.
‘Jij hebt toch zo wat anders.’
‘Zou je denken?’ Hij keek me vragend aan. Kevin de onzekere.
‘Niet zo bescheiden, jij,’ lachte ik. ‘Jij hebt zo iets nieuws. Met jouw kwaliteiten. En je ziet er nog eens goed uit ook, dat helpt bij sollicitatiegesprekken.’
Hij lachte en nam de laatste hap.
‘Zullen we zo weer eens gaan lopen?’ vroeg hij.
‘Lintworm weer gerust gesteld?’
Hij klopte een keer op zijn buik.
‘Helemaal.’
Lachend liepen we naar buiten. Lopend langs de vloedlijn sloeg hij een arm om me heen.
‘En als ik nou iets ander vind en het loopt niet? Als ik nou ineens zonder werk kom te zitten?’
‘Nou en? Die gok moet je nemen. Voor mijn part zit je een tijdje zonder, dat redden we wel. Ik heb er geen zin in dat je op een gegeven moment helemaal opbrandt waar je nu zit.’
‘Da’s waar,’ zei hij.
Ik kreeg een kus op mijn wang.
‘Ik hou van je, Marcel,’ fluisterde hij.
Dat zoeken naar een andere baan ging nog niet zo gemakkelijk als we hadden gedacht. Hij werd er een beetje wanhopig van. Als er weer een vriendelijke brief van een bedrijf binnenkwam waarin ze vertelden dat tot hun spijt hij niet helemaal aan hun profiel voldeed kon hij daar de hele avond goed dwars van zijn. Hij had het helemaal gehad. Hij wilde weg van waar hij zat. Bart had het door dat er wat was. Hij en Marion waren een avond bij ons op bezoek toen hij er over begon, op een moment dat Kevin even niet in de kamer was.
‘Gaat niet helemaal goed met Kevin, als ik het vragen mag?’
‘Zijn werk. Grote puinhoop, verkeerde mensen op de verkeerde plaats. Hij wil weg, hij is op zoek naar een andere baan. Maar dat wil nog niet echt lukken.’
‘Dan stopt hij toch? Jij verdient meer dan genoeg.’
Ik lachte. ‘Dan ken jij Kevin nog niet. Je denkt toch niet dat hij vrijwillig op mijn zak gaat teren? Hij wil zijn eigen inkomen hebben.’
‘Daar geef ik hem ook groot gelijk in, zou ik ook niet tegen kunnen,’ zei Marion.
‘Snap ik ook wel,’ zei ik, ‘maar van mij mag ie. Zo is hij ook niet te genieten af en toe.’
‘Komt vanzelf wel weer goed,’ zei Bart.
Hij hield verder zijn mond, Kevin kwam de kamer weer in. Hij schonk voor iedereen nog wat in.
‘Over mij aan het roddelen?’ vroeg hij lachend.
‘Een beetje,’ antwoordde Bart schuldig. ‘Op zoek naar ander werk, hoorde ik?’
‘Hm-m,’ knikte Kevin. ‘En als het kan ook heel snel.’
‘Jij vindt toch wel weer wat anders?’
‘Ik hoop het, Bart, ik hoop het. Tot nu toe schiet het niet echt op.’
Kevin zuchtte een keer. Bart voelde zich een beetje ongemakkelijk dat hij er over begonnen was.
Marion stond op om naar het toilet te gaan en streek Kevin een keer door zijn haar toen ze langs hem liep. Hij glimlachte.
Het gesprek ging gelukkig snel weer ergens anders over. Kevin dacht er even niet meer aan en praatte vrolijk mee. Zo kende ik hem weer.
Dat veranderde in de weken die volgden. Hij werd stiller, als hij wat zei was het met zo min mogelijk woorden. Ik had er genoeg van. Af en toe hadden we er ook woorden over. Eén keer was het al zo hoog opgelopen dat hij kwaad de kamer uit was gelopen en naar bed was gegaan zonder iets te zeggen. Dit kon zo niet langer doorgaan. Het begon ook op mij over te slaan. Op mijn werk was ik af en toe niet te genieten en dat was voor mijn collega’s iets nieuws. Ik had het erg goed naar mijn zin, we hadden een erg leuk team. Ik was op, de rek was er bij mij ook bijna uit. Op een avond stond ik de vaatwasser uit te ruimen, ik had weer alleen gegeten, Kevin zou pas laat thuis komen en had op zijn werk wat te eten laten komen. Ik hoorde de voordeur en keek op de klok. Half 10. Het werd steeds later tegenwoordig. Maar goed, het was vrijdag, we hadden het hele weekend voor onszelf. Hij riep iets wat ik niet kon verstaan en ik hoorde hem doorlopen naar boven. Even later hoorde ik de douche lopen. Ik zuchtte.
‘Hoi,’ mompelde hij toen hij weer beneden was en de kamer in kwam lopen.
Hij was er niet van opgeknapt, zijn gezicht stond nog steeds strak. Ik gaf hem een kus en haalde twee glazen.
‘Wijn?’
‘Nee, bier,’ mompelde hij en keek een keer door de post die op tafel lag.
Ik pakte twee flessen uit de koelkast en trok ze open. De wijnglazen bleven leeg op het aanrecht staan. Ik hoorde Kevin een envelop openscheuren. Hij vloekte.
Ik kwam achter hem staan en kuste zijn nek. Ik keek even over zijn schouder naar de brief.
‘Weer een afwijzing?’
‘Wat zou het anders zijn,’ mompelde hij.
Hij pakte de fles uit mijn hand en nam een grote slok.
‘Probeer het eens los te laten, Kevin,’ zei ik.
Hij was van me weg gelopen en plofte in de bank. Hij greep naar de afstandsbediening en zapte wat door de kanalen heen op tv.
‘Jij hebt makkelijk praten.’
‘Ondertussen niet meer.’
‘Hoe bedoel je dat?’
‘Ik heb er ondertussen net zoveel last van als jij, lijkt het wel.’
‘Je weet niet wat je zegt.’
‘Kom op nou, Kevin, je bent de laatste tijd niet meer te genieten.’
‘Vind je het gek?’
‘Nee, maar doe er dan wat aan.’
‘Ik solliciteer me gek. Je kunt veel zeggen, maar niet dat ik er niets aan doe.’
‘Ik heb het al vaker gezegd, zeg die baan toch op. Zien we daarna wel verder.’
‘Vergeet het. Ik ga niet werkloos thuis zitten en een beetje afhankelijk van jou zitten zijn.’
‘Nee, dit gaat lekker zo.’
Kevin zei niets meer en staarde stuurs naar de tv.
‘Je trekt het je ook wel een beetje teveel aan, als ik het mag zeggen.’
‘Hoezo?’
‘Je laat het voor geen moment meer los. Dat is niet gezond meer, Kevin. Niet normaal.’
‘Het is ook niet het enige, Marcel.’
Ik trok mijn wenkbrauwen vragend op en keek hem aan. Hij keek even naar me en draaide toen zijn gezicht weer naar de tv. Zijn gezicht vertrok.
‘Hee, Kev, wat is er?’
Ik wreef een keer over zijn rug.
‘Laat maar.’
‘Nee, nou praat je ook. Vertel op, wat is er?’
‘Ik weet het niet meer.’
‘Wat?’
Mijn gedachten vlogen alle kanten op. Ik zag aan hem dat er echt iets was waar hij mee zat. Dit was niet zomaar iets.
‘Is dit het nou?’
‘Dit?’
‘Ja, dit,’ zei hij en maakte een gebaar door de kamer.
Ik keek alleen nog maar verbaasd.
‘Mijn moeder had gelijk,’ zuchtte hij. ‘Ik wou alles van de wereld zien vroeger, en zie me nu eens.’
‘Zo gaan die dingen,’ zei ik.
‘Ja, zo gaan die dingen,’ zuchtte hij. ‘Maar onderhuids knaagt het wel. Alles gaat goed, dan gaat het kut op mijn werk en dan komt die droom toch weer boven.’
‘Wat wil je dan?’
‘Ik weet het niet. Weg, alles verbranden, de wereld in. Misschien wel nooit meer terugkomen. Maar ik wil jou ook niet kwijt.’
Ik was verbijsterd. Dit had ik niet gedacht. We hadden het wel eens over die droom gehad en er om gelachen. De dromen uit je jeugd, die bijna nooit uitkomen. Onuitvoerbaar. Het zat toch dieper dan ik dacht. Het overviel me volkomen en hem misschien nog wel meer. Alles werd me nu ineens wel een stuk duidelijker. Die neerslachtige buien van hem, dat afwezige dromen af en toe.
‘Ik jou ook niet,’ fluisterde ik.
Hij kwam tegen me aan hangen en kroop in mijn armen.
‘Jezus, Kev.’
Hij zei niets. Ik zweeg ook. Mijn hand streek heen en weer over zijn rug. Zijn vingers plukten aan het etiket van zijn flesje.
‘Hoe lang zit je hier al mee?’
Hij haalde zijn schouders op.
‘Tijdje.’
‘Wat is een tijdje?’
‘Misschien al wel vanaf het begin. Het heeft even door mijn hoofd gespeeld toen ik definitief bij je introk. Toen ik daar mijn huur opgezegd had. Ik vond het wel erg definitief, mijn eigen woonruimte weg, symbolisch gaf ik mijn onafhankelijkheid op.’
‘En je deed er zo onverschillig over.’
Hij lachte. ‘Home is where my heart is.’
‘Precies.’
‘Is ook wel zo, maar ik bond me wel onvoorwaardelijk aan je.’
‘Spijt van?’
‘Nee,’ zei hij heel beslist.
‘Maar?’
‘Het benauwt me. Alles gaat zijn gangetje, en dat blijft het ook doen. Ik zak langzaam in.’
‘Ik vind je een beetje te jong voor een midlifecrisis.’
‘Lach jij maar.’
‘Ik lach er niet om, Kevin.’
‘Wat moet ik nou?’
‘Gewoon een andere baan blijven zoeken. Je zult zien, als het daar een beetje loopt gaat alles beter.’
‘Ik weet het niet,’ zuchtte hij. ‘Misschien is het gedoe op mijn werk wel een teken, dat ik het nu moet doen, nu of nooit.’
Hij keek me even aan.
‘Ik wil naar bed, ik ben moe.’
Ik streek een keer door zijn haar.
‘Ik ga met je mee,’ zei ik.
We stonden op, deden de lichten uit. Ik liep nog even met de lege flesjes naar de keuken. Op het aanrecht stonden de twee lege wijnglazen. Ik zuchtte en voelde paniek. Er liep een traan langs mijn wangen. Kevin lag al in bed toen ik boven kwam. Ik kroop naast hem in bed en hield hem vast. Hij kuste mijn voorhoofd.
‘Ik wil je niet kwijt,’ zuchtte ik.
Toen begonnen er meer tranen te stromen.
De dagen erna waren onwezenlijk. Er ging geen dag voorbij of we hadden het er wel over. Kevin kon geen knoop doorhakken. Aan de ene kant wilde hij niet weg, aan de andere kant zat er de angst dat hij de rest van zijn leven spijt zou houden dat hij het nooit gedaan had. Langzaam begon ik aan de situatie te wennen. Ik toonde interesse in zijn ideeën, en dat deed hem zichtbaar goed. We praatten veel over hoe hij er vroeger over gedacht had. Zijn grootste droom was werk vinden op een of ander cruiseschip en zo de hele wereld rond te trekken. Ergens weer een ander baan vinden op de wal en daar een tijdje blijven. Verder trekken als hij zin had. Vrij zijn. Hij had me ook gevraagd of ik mee zou willen. Daar kwam toch het verschil tussen ons boven. Misschien toch het probleem van het verschil in leeftijd. Ik was nu bijna 40, ik wilde vooral samen gelukkig zijn, hij was zijn wilde haren nog niet kwijt. Hij wilde de wijde wereld in. Ik moest er niet aan denken om hier alles achter te laten. Dat zou wel het einde van onze relatie betekenen. Ik liet hem vrij in zijn keuze en heb hem dat ook verteld. Ik besefte dat ik hem zo niet hier kon houden. Hoe zeer dat ook zou doen. Wat hij ook zou besluiten, ik zou er achter staan. Al zou dat betekenen dat ik hem zou verliezen. Ik hield teveel van hem om hem ongelukkig te zien worden. Dan kon hij maar beter gaan, dat gunde ik hem ook. Dat juist mijn liefde voor hem ons uit elkaar kon drijven verbaasde me. Vrolijk werd ik er niet van. Het was een rare situatie. Soms waren we heel dicht bij elkaar, konden we elkaar ook niet loslaten en tegelijkertijd zaten we te kijken waar hij heen zou kunnen gaan. Af en toe werd het me teveel, liep ik jankend door het huis. Kevin troostte me dan weer. Stom dat ik het misschien zeg, maar de seks werd er alleen maar beter door. Minder vaak, dat wel. Langzaam dreven we al een stukje uit elkaar. Bart en Marion bekeken het van een afstandje. Ik had het ze verteld, al wilde Kevin het nog even stil houden. Hij begreep wel dat ik mijn verhaal ook kwijt moest. We deden meer dingen langs elkaar heen. Kevin was nog steeds druk op zoek naar een baan. Hij had nu zijn zinnen gezet op een schip dat vanuit Amerika verschillende exotische plaatsen bezocht. Hij had al gesprekken gehad met de rederij. Hij was daarvoor een paar dagen naar Engeland geweest en enthousiast terug gekomen. Ik zag het als het begin van het eind.
Op een middag kwam ik terug van mijn werk, Kevin was al thuis. Hij keek me aan met tranen op zijn wangen.
‘He, Kev,’ zei ik en sloeg een arm om hem heen, ‘wat is er?’
‘Ik weet even niet wat ik moet doen.’
Voor hem lag een brief van de rederij op tafel.
‘Afgewezen?’
Hij keek me een keer aan en huilde nu echt.
‘Nee, ze willen me hebben.’
© 2005 Oliver Kjelsson