Hallo,
De vakantie in Griekenland was leuk, lekker weer, fijn zwembad.
Morgen weer naar school.
Daan
Ik was er af. Kon niet meer normaal denken. De hele vakantie was een waas. Ik dacht alleen maar aan Koen en wat er tussen ons gebeurd was. Ik kon nog steeds niet geloven dat we dat gedaan hadden. Het had me blij moeten maken. Dat deed het ook wel maar het maakte me ook gruwelijk onzeker. Wat had ik gedaan? Ik was bang dat mijn geheim nu in de openbaarheid lag, wat moest hij nu wel niet van mij denken? Hij deed het voor de grap, nieuwsgierigheid. Die balorige blik had ik wel gezien. En de rest. Dat beeld raakte ik nooit meer kwijt. Daar dacht ik nog iedere dag aan. En nu moest ik weer naar school.
Ik maakte me zorgen. Zou hij iets tegen de rest zeggen? Ik had er buikpijn van, voelde me niet goed. Ik heb hem ook niet meer gebeld toen ik terug was van vakantie. Dat durfde ik niet. We hadden elkaar gewoon niet meer gezien of gesproken nadat het gebeurd was. Ik zuchtte. Ik was laat op school de eerste dag en stiekem kwam me dat wel goed uit. Ik hoopte dat hij op me zou wachten bij de fietsenstalling of zo, zeggen dat het oké was allemaal. Of nog beter, dat hij zou zeggen dat hij het fijn had gevonden, dat hij misschien… Ik moest me niets in mijn hoofd halen, dat laatste was onmogelijk. Er stond niemand bij de fietsenstalling. Tenminste, niemand die ik kende. Toen ik mijn fiets had weggezet en door liep kwam ik Paul tegen. Die praatte honderduit. Leidde me af. Ik zag Koen wel staan, bij Marc en Monique en Noor. Hij keek even kort en draaide toen zijn gezicht weg. Duidelijk. Zonder er bij na te denken volgde ik Paul, verder bij ze vandaan. Volgens mij keek hij opgelucht. Ik wist het nu zeker. Ik had het verknald. Compleet. En ik was bang voor de gevolgen.
Gek genoeg gebeurde er eigenlijk niets. Erger nog, er gebeurde echt helemaal niets. Hij zei niets, kwam niet naar me toe. Af en toe naar elkaar kijken, dat was het. En die blikken waren niet gewoon. Beetje gespannen. Ik wist echt niet wat ik moest doen. Paul hielp me wel, hij bleef maar tegen me aan lullen. Ik heb alle details van zijn vakantie aangehoord. In ieder geval de speciale dingen en dat was nog steeds een hele hoop, hoe ontzettend gaaf het allemaal wel niet geweest was. Zelden zo’n toffe vakantie gehad. Ene oor in, andere oor uit, ogen richting Koen. Die stond wel erg vaak met zijn rug naar me toe in de pauze.
En toen was daar Elmar. Ik kwam naast hem te zitten in het lokaal. Ik kende hem eigenlijk alleen van gezicht, nooit echt contact mee gehad. Dat was ook niet zo moeilijk, Elmar zei nooit zoveel. Stille jongen, verlegen ook volgens mij. Meer dan een “hoi” zeiden we niet tegen elkaar toen we gingen zitten. Niet dat ik daar zin in had, om veel te zeggen, ik had mijn eigen maalstroom in mijn hoofd. Koen zat drie lokalen verderop wist ik. Wat zou hij nou denken?
Ik fietste die eerste dag alleen naar huis. Nadat ik Paul van me afgeschud had. Man, wat een waterval was hij de hele tijd. Stond die jongen ooit wel eens stil? Ik trapte lusteloos naar huis. Koen had ik niet meer gezien. Ik ging thuis naar mijn kamer, keek naar de stapel boeken die ik uit mijn rugzak had gehaald. Nog één jaar. Spannend ook wel, maar aan de andere kant maakte ik me ook weer niet heel veel zorgen over dat hele eindexamen. Het zou wel heel gek moeten lopen als ik dat niet ging halen. Het eindexamen dan, maar de rest van het jaar? Ik ging aan het werk, dan had ik dat tenminste gehad. Daarna naar zolder. Even mijn hoofd leeg. Ik staarde naar de baan, liet alles rondrijden. Mijn oog viel op de twee huisjes die ik samen met Koen gemaakt had. Ik zuchtte. Niks hoofd leeg.
In een pauze kwam ik Monique tegen.
‘Hey Daan, hoe is het?’
‘Druk.’
‘Veel te doen?’
‘Nee, gewoon drukke klas.’
‘Ja, met Paul erbij…’
Ik glimlachte. ‘Dat sowieso. Maar de hele klas is druk.’
‘Op Elmar na dan.’
‘Ja. Ken je hem?’
‘Eerste klas bij hem in de klas gezeten. Beetje stille jongen.’ Ze lachte kort. ‘Beetje een geek.’
‘Hij is wel aardig. Denk ik.’
‘O, zeker, doet geen vlieg kwaad. Maar er zit niet veel in.’
‘En bij jullie?’ vroeg ik voorzichtig.
‘Goed hoor, leuke groep wel weer.’
‘Mooi.’
‘We missen jullie wel een beetje hoor.’
Ik glimlachte.
Ze lachte. ‘Nou ja, Paul niet echt. Maar als je tijd hebt, kom er gewoon weer bij zitten.’
‘Doe ik,’ glimlachte ik weer.
Ik keek haar na, toen ze weer verder liep. Ze deed gewoon. Alsof er niets aan de hand was. En dat zei me één ding: Koen had waarschijnlijk niets gezegd. Ze wist waarschijnlijk ook gewoon niet dat er iets aan de hand was. Dat gaf me moed.
Zoveel moed dat ik gewoon reageerde toen Monique weer tegen me begon te praten in de pauze. Noor kwam er bij staan. Daarna Mark. Gewoon leuk, ze vroegen naar mijn vakantie. Terwijl ik stond te vertellen gebeurde waar ik al zenuwachtig over was. Koen. Hij kwam er bij staan, bleef in de buurt van Mark. Korte glimlach toen ik iets leuk vertelde, maar meer niet. Heel even keken we elkaar aan en daar kreeg ik het warm van. Of dat nou kwam door mijn angst voor de situatie of omdat ik nog steeds wel verliefd op hem was, dat wist ik niet. Ik kreeg het benauwd, mijn verhaal viel stil. De rest redde de situatie vanzelf, Noor praatte gelukkig gewoon door, ook Mark had genoeg te vertellen. Koen bleef stil. Korte blikken af en toe. Hij was nog steeds mooi maar anders dan anders. Hij was gespannen. Net zoals ik. Ik ben nog nooit zo blij geweest dat de pauze weer voorbij was. Terug naar binnen, terug naar mijn eigen veilige cocon.
Toen ik die avond in bed lag staarde ik op mijn rug naar het plafond. Handen achter mijn hoofd. Nadenken. Dat deed ik vaker de laatste tijd. Er was veel gebeurd die dag. Eigenlijk was ik daar Monique wel dankbaar voor. En om eerlijk te zijn, ik was ook wel blij dat Koen er bij was komen te staan. Dat was raar, maar het gaf me wel meer duidelijkheid. Hij vond het allemaal net zo ongemakkelijk als ik. Hij wist zich ook geen houding te geven. Er was iets gebeurd tussen ons waardoor het nooit meer normaal zou zijn. Of zou kunnen worden. Dat zou ik zelf ook niet kunnen. Nadat we dat samen gedaan hadden was er teveel veranderd. Ik was nog steeds verliefd op hem en dat zat sowieso in de weg om nog normaal te doen, alsof er niets gebeurd was. Ik kon toch moeilijk zeggen “het was lekker, fijn en ik ben verliefd op je dus als het aan mij ligt doen we dit iedere dag maar dat kan niet dus we gaan doen alsof er niets gebeurd is” en dan over tot de orde van de dag. Ik denk dat als ik Koen gewoon een keer verteld had dat ik op jongens val dat hij daar zeker goed op gereageerd zou hebben. Maar vertellen dat ik verliefd op hem ben zou een stap teveel zijn. Awkward. Ongemakkelijke situatie. Maar dat had nog gekund misschien. Maar niet nu we samen seks hebben gehad. Want het was wel wat meer dan alleen samen rukken. Als ik hem nu zou vertellen dat ik verliefd op hem ben dan zou hij zich gebruikt voelen. En nog niet eens onterecht. Waarschijnlijk dacht hij dat nu ook. Ik kon niet peilen of hij ook echt boos was of niet. Maar er was nu wel één ding echt zeker waar ik blij mee was. Hij had de rest helemaal niets verteld. En daar was ik hem dankbaar voor. Heel dankbaar. Respect.
Er gebeurde altijd veel in onze klas, drukke bende. Ik bekeek het van een afstandje, kom me er niet toe zetten me met alles te bemoeien. Elmar dacht er precies hetzelfde over. Toch gebeurde er wat waar we allebei van opkeken. Paul zat al een tijdje interessant te doen tegen Lois. Daar moest ze niet veel van hebben. Als hij weer eens tegen haar had staan praten op zijn eigen manier en daarna weer wegliep herkende ik de blik van Monique in haar als ze hem nakeek. “Sukkel.” Ik kon er wel om lachen, die leerde het nooit. Maar nu ineens hadden ze verkering. En niet te zuinig. Klef, altijd bij elkaar in de pauze. Ik was verbaasd.
‘Hoe kan dit?’ vroeg ik toen Elmar en ik in de pauze naar ze zaten te kijken.
‘Geen idee.’
‘Ze moest niets van hem hebben en nu dit.’
‘Raar.’
‘Nogal. En hoe hij doet ook. Overdreven sukkel. Dat ze dat leuk vindt.’
‘Ik dacht in het begin dat hij een vriend van je was.’
‘Paul? Nah… We hebben de afgelopen jaren bij elkaar in de klas gezeten, dat is het. Ik zie hem nooit buiten school.’
‘O.’
‘Vorig jaar heeft hij nog een keer iets geprobeerd bij een meisje uit onze klas. En dat ging best ver. Was op het schoolfeest.’
‘Monique?’
‘Ja.’
‘Dat heb ik gezien toen. Jij en die andere jongens sprongen er bijna tussen. Ik dacht even dat het vechten zou worden toen.’
‘Volgens mij scheelde dat ook niet veel.’
Ik keek hem aan, hij glimlachte.
‘Jullie hebben toch een tijdje verkering gehad?’
‘Ja, niet zo lang.’
‘Monique is wel aardig.’
‘Zeker. Zij heeft ons toen ook tegen gehouden op dat feest. En hij heeft naderhand ook excuses aangeboden.’
‘Netjes. Hij ging toen best ver ja.’
‘Jij hebt toen alles gezien, of niet?’
‘Ja. Ik vond het zo gek. Jij had toen nog verkering met haar, of niet?’
‘Nee, dat was toen al een tijdje uit.’
‘Jammer?’
‘Nee. Het was leuk, voor even. Ik ben wel blij dat we daarna gewoon met elkaar om konden blijven gaan.’
Elmar glimlachte weer. ‘Dat is goed toch?’
‘Ik vind van wel,’ zei ik terwijl ik naar Paul en Lois keek.
‘Ik snap het ook niet. Zij is zo rustig en hij is zo overdreven druk.’
‘Ik zag dit niet aankomen.’
‘Opposites attrack, zeggen ze wel eens.’
‘Lois is echt heel aardig.’
Ik keek hem aan naast me, met opgetrokken wenkbrauwen en grijnsde.
‘Echt!’
‘Jaloers?’
‘Nee,’ zei hij net iets te snel. Met rode wangen.
‘Elmar?’ lachte ik half vragend.
Hij hakkelde, stotterde bijna. ‘Nee. Nou ja… Ze is leuk.’
‘Leuk leuk?’ treiterde ik.
‘Ze ziet me toch niet staan. Ik ben niets voor haar, ze is heel populair.’
‘Nah, kom op, dat zegt niets.’
‘Jawel. Maar laat maar. Wordt niets.’
In de verte gaf Paul haar een kus. Kon dat in de kantine?
‘Nee, nu in ieder geval niet,’ zei ik droog.
‘Nee. Dus. Daarom.’
Ik keek hem aan, had medelijden met hem. Ik zag aan zijn gezicht dat hij er van baalde. En het er verder niet over wou hebben.
‘Hoe ging dat toen met Monique?’ vroeg hij.
‘Wat?’
‘Verkering. Heb je haar moeten vragen?’
‘Nee,’ zei ik terwijl ik nadacht. ‘Nou je het zo zegt, nee. Ging eigenlijk vanzelf.’
‘Vanzelf?’
‘Ja. Nou ja, Paul had zich er mee bemoeid.’
‘Paul?’ vroeg hij verbaasd.
‘Ja, die kwam naar me toe en vertelde dat ze mij leuk vond. En toen ben ik op haar gaan letten. En ze was zeker leuk. Op het schoolfeest gebeurde het eigenlijk gewoon. Beetje praten, een keer dansen. Elkaar daardoor vast houden. En toen ze naar huis ging stonden we ineens te zoenen tussen de jassen.’
Hij lachte met me mee.
‘Zo klinkt het wel heel simpel.’
‘Was het ook wel. Is niet altijd zo hoor.’
‘Nee.’
Dat kwam er wel heel veelbetekenend uit.
‘Bijna weekend,’ rekte ik mezelf uit.
Ander onderwerp, dat was nodig merkte ik.
‘Ja, naar Berlijn.’
‘Berlijn? Wat moet je daar doen? Weekendje weg?’
‘Beurs. Ga ik met mijn vader heen, hij gaat vanwege zijn werk. Supergroot. We vertrekken morgenochtend al vroeg, we blijven in een hotel. Zondag ook nog naar de beurs en dan weer naar huis.’
‘Klinkt goed. Waarvan?’
‘Innotrans. Treinen. Ben echt benieuwd.’
‘Treinen?’
‘Ja, alle nieuwe dingen staan daar. Niet alleen treinen, ook trams en bussen. OV.’
‘Modeltreinen en zo?’
‘Nee, echte.’
‘Vet.’
‘Vind je?’ vroeg hij verbaasd.
‘Ja.’
‘Meesten vinden het nogal nerd-achtig.’
‘Waarom. Het is misschien wat kleiner dan echte, maar ik heb een modelbaan thuis.’
‘Echt?!’ vroeg hij enthousiast. ‘Ik ook!’
‘Serieus?’
‘Ja. Je moet eens komen kijken.’
‘Kom ik zeker doen. Leuk.’
Hij brabbelde maar door, ik begreep al snel dat zijn baan groter was dan die van mij. Toen we aan het einde van de pauze weer terug naar het lokaal liepen was het me al duidelijk, ik ging nog veel meer met hem optrekken.
Ik stond buiten, Koen stond verderop met Mark en Monique. Noor was er ook en nog wat anderen. Paul kwam voorbij lopen, hand in hand met Lois. Lieten die twee elkaar ooit nog wel eens los? Ik zag Monique kijken, ze staarde ze na. Tot ze mij zag, ze grijnsde naar me en knipoogde. Ze wenkte me. De rest zag dat ook, ik kon niet omdraaien.
‘Wat is dat?’ vroeg ze me toen ik bij haar was.
‘Geen idee, niemand snapt dit.’
‘Ze houden het al een paar dagen vol ook.’
‘Onze klas was ook half in shock leek het wel. Eerst moest ze niets van hem hebben, en nu ineens zijn ze als secondelijm.’
‘Echt raar.’
Ik lachte.
‘Ik moet er niet aan denken.’
‘Nee joh.’
‘Dan nog eerder weer met jou,’ grinnikte ze spottend.
‘Hebben we geprobeerd Monique. Gaat niet meer gebeuren.’
‘Nee,’ hoorde ik haar lachend zeggen terwijl ik Koen zag kijken.
Die wist wel waarom niet.
‘Holy sh..’ zei ik verbaasd toen ik bij Elmar thuis was.
Ik staarde naar zijn modelbaan. Dat was minimaal twee keer zo groot als die van mij. Hij lachte voorzichtig.
‘Mooi?’
‘Mooi? Dit is te gek man. Veel groter dan die van mij.’
Waar ik alleen een paar treinen had, had hij ook een tram rijden. Er reden zelfs bussen en auto’s.
‘Dat is een werk geweest,’ zei ik bewonderend.
‘Steeds een stukje erbij, maar dat zul jij wel weten.’
‘Ja,’ lachte ik. ‘Het is nooit klaar gelukkig.’
‘Die bussen en auto’s was een hoop gedoe, om dat allemaal op elkaar aan te laten sluiten.’
‘Zal vast wel eens fout zijn gegaan.’
‘Vaak genoeg. Ik ben blij dat ik niet in die auto’s of bussen heb gezeten toen.’
Ik lachte. ‘Echt vet dit man.’
‘Ik moet hem eigenlijk nog verder aankleden, maar daar heb ik vaak minder zin in. De techniek is veel leuker.’
Hij had gelijk, hier en daar was het nog best een kale bedoeling. Maar wat gebeurde er een hoop. Daar had ik dan weer geen geduld voor. En de kennis niet. Elmar pakte een stoel, keek rond hoe alles door elkaar bewoog. Ik ging naast hem zitten, nog steeds met half open mond. Hier en daar stonden wel een paar dingen, zoals een stationsgebouw, maar verder niet veel. Ik zag ook wel aan de manier hoe het in elkaar gezet was dat het niet echt zijn ding was. Drie mensen stonden scheef op de trein te wachten. Maar twee auto’s stopten netjes op tijd voor de overweg, nadat een trein voorbij was gereden trokken ze weer op. Ik zag Elmar meekijken, geconcentreerde blik bijna. Ik moest even aan Koen denken, hoe hij op dezelfde manier bij mijn baan kon zitten. Ik miste hem. Ineens stond Elmar op.
‘Kut.’
Verderop stond een vrachtwagen half naast de weg. Hij pakte hem op, zette hem voorbij de bocht weer op zijn plek en keek hoe het ding weer verder reed.
‘Die bocht is eigenlijk net te krap voor dat ding. Vaak gaat het net goed, maar soms schiet hij eraf. Moet ik nog aanpassen.’
‘Bocht verleggen?’
‘Ja, maar dat is best veel werk. Nieuwe sleuf maken, draad verleggen.’
Hij zei het alsof hij zich verontschuldigde dat het niet helemaal goed ging. Nergens voor nodig, ik vond het al meer dan knap wat hij gebouwd had.
‘En jouw baan?’ vroeg hij ineens.
‘De helft van dit,’ lachte ik. ‘De baan zelf is wel zo’n beetje klaar, daar doe ik niet al te veel meer aan eigenlijk. Ik ben veel meer bezig met gebouwen de laatste tijd.’
‘Ook mooi.’
‘Leuk vooral,’ glimlachte ik.
De vrachtwagen had ondertussen dezelfde bocht gewoon weer genomen en reed door.
Twee dagen later was hij bij mij. Hij was vol complimenten en dat deed wat met me.
‘Dit is veel mooier dan bij mij,’ zei hij voor zich uit.
‘Let op,’ zei ik.
Ik trok het rolgordijn voor het zolderraam dicht en deed het licht op zolder uit.
‘Wow,’ zei hij.
Zijn gezicht was zichtbaar door de vele lichtjes op de baan. Ik glimlachte.
‘Dit is echt mooi.’
‘Qua techniek een stuk saaier.’
‘Ja, oké. Maar dit is gewoon af.’
Ik knikte naar de tafel. Er stond een doos op waar ik nog een paar huizen uit moest bouwen.
‘Genoeg te doen,’ lachte ik.
‘Waar ga je ze zetten?’
‘Daarachter,’ wees ik.
Er stond een kraan, cementauto, busje van een bouwbedrijf erbij. Er lag een bultje zand naast.
Elmar lachte. ‘Die heb je daar speciaal neergezet?’
‘Uhu. En als het klaar is zet ik ze weer op een andere plek waar iets anders komt te staan.’
‘Ik vind het echt mooi, Daan.’
‘Jouw baan ook hoor.’
Hij glimlachte. Daarna keek hij serieus.
‘Lois zou dit dus nooit snappen.’
‘Misschien niet. Moet dat dan? Mijn moeder komt hier ook nooit, dit is ook echt iets van mijn vader en mij.’
We zaten weer naast elkaar, rond te kijken.
‘Kan wel,’ zei hij terwijl hij rond bleef kijken, ‘maar ik ben er wel heel veel mee bezig. Teveel misschien wel.’
‘Kun je toch ook gewoon tijd voor vrijmaken?’
‘Jawel…’ zei hij twijfelend.
‘Nou dan.’
Hij keek me even aan en glimlachte flauw vlak naast me.
‘Die twee huisjes naast elkaar zijn leuk,’ zei hij daarna.
Ik knikte en slikte. ‘Ja.’
© 2024 Oliver
Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op de link en laat eens een berichtje achter op het forum of facebook!