Hallo,
Vandaag was een leuke dag. Naar de film geweest met Koen. Dat is die nieuwe jongen in onze klas. In het begin vond ik hem een beetje raar, bekakt. Maar hij is heel aardig. We fietsen nu ook iedere dag samen naar school, hij woont twee straten hier vandaan. En nu zijn we naar de film geweest. Was een leuke film, veel gelachen.
Daan
Hij reed vrolijk naast me, had het weer over de film die we de dag ervoor gezien hadden. We lachten. We reden de straat in bij school, stopten bij de fietsenstalling. Hij wachtte op me, liep met me mee naar de rest. Hij was nog steeds een beetje afwachtend, ik kende ze allemaal al minstens een paar jaar en hij pas net twee weken. Maar hij vond zijn plek wel. Vrienden van mij stonden bij elkaar, hij hoorde er al gewoon bij. Niets geks aan.
‘Nog iets leuks gedaan dit weekend?’ vroeg Mark, een van de jongens.
‘Naar de film geweest,’ zei ik.
‘Was leuk?’
‘Ja, glimlachte ik. ‘Was een goede film.’
Ik keek naar Koen, die glimlachte. Mark zag het.
‘Zijn jullie samen geweest?’
Ik knikte.
‘Leuk.’
‘En jij?’ vroeg ik.
‘Basketbal,’ zei hij kort.
‘En?’
‘Verloren.’
‘Kut.’
‘Ja.’
Ik lachte. Koen stond er maar een beetje bij, half in gedachten leek het wel. Paul kwam er bij staan. Hij begon meteen tegen Koen te praten. Ik zuchtte van binnen. Met zijn overdreven praatjes. Superblij met zichzelf. Ik geloofde altijd maar de helft van wat hij vertelde. Koen lachte. Die geloofde hem wel. Hij kwam er nog wel achter. Ik volgde niet helemaal wat Paul allemaal vertelde. Ineens ging hij ook weer. Hij sloeg Koen tegen zijn schouder, Koen lachte terug.
We reden samen naar huis.
‘Wat is die Paul eigenlijk voor iemand?’ vroeg hij.
‘Vrienden met iedereen,’ hield ik me op de vlakte.
‘Hij praat in ieder geval genoeg.’
Ik lachte. ‘Dat is Paul ja.’
Koen keek me even aan. ‘Ik geloof er maar de helft van.’
Nu lachte ik oprecht. ‘Ik ook niet.’
Koen grijnsde. ‘Die Mark is wel oké, of niet?’
Ik knikte. ‘Rustige gast.’
‘Kom je wat drinken bij mij thuis?’
‘O, ja, is goed.’
‘Als je kunt?’
‘Ik heb wel tijd.’
Hij glimlachte. Nam me mee, wees naar zijn huis. Flink huis. Ik keek er een beetje verbaasd naar. Het verklaarde wel een hoop. Ik vond hem in het begin al een beetje bekakt, hoe hij praatte ook. Niets mis mee, maar het viel een beetje op. Hij nam me mee naar binnen.
‘Hoi mam. Dit is Daan, waar ik mee naar de film ben geweest.’
Ze gaf me een hand. Ze zag er, ik weet niet, strak uit. Netjes. Ik merkte dat ik me anders ging gedragen. Nog beleefder dan anders. Koen pakte twee glazen en een fles cola en knikte naar de deur.
‘Moet ik wat dragen?’
‘Kun je mijn rugzak meenemen?’
Ik pakte zijn rugtas en volgde hem.
‘Koen?’ hoorde ik achter me. ‘Neem je straks die glazen weer mee naar beneden?’
‘Ja…’ antwoorde hij half verveeld.
Ik hoorde haar lachen achter me. Hij ging voor me de trap op, liep zijn kamer binnen en zette de glazen op zijn bureau. Hij wees ernaast.
‘Zet daar maar neer.’
Ik zette zijn tas neer, liet de mijne ernaast vallen. Ik keek rond. Ruime kamer, beetje steriel. Hij woonde er ook nog niet zo lang, wist ik.
‘Nou, mijn kamer. Beetje kaal nog.’
Ik lachte.
‘Komt nog wel. Ik wil wat nieuwe dingen aan de muur, maar ik weet nog niet wat.’
‘Snap ik.’
‘Dus ja. Belangrijkste is er. Bed, bureau met computer, boekenplank.’
‘Lees je veel?’
‘Alles wat er op staat heb ik gelezen ja.’
Ik zag een flinke rij boeken.
‘Ja, je leest dus veel.’
‘Zul je wel saai vinden,’ kwam er een beetje onzeker uit.
‘O, nee hoor.’
‘Iedereen heeft een gebrek,’ grinnikte hij.
‘Ik heb een modeltrein,’ zei ik, ‘dat is veel kinderachtiger.’
‘Echt? Cool.’
‘Je moet maar eens komen kijken.’
‘Kom ik zeker doen,’ glimlachte hij.
En dat deed hij. De volgende dag reed hij met mij mee, ik nam wat te drinken mee naar mijn kamer maar hij wilde meteen naar zolder. Hij floot tussen zijn tanden toen ik de deur van de zolderkamer open deed.
‘Gaaf!’
‘Vind je?’
‘Daan, dit is echt groot.’
Ik haalde mijn schouders op. Ik zette hem aan, verschillende treintjes begonnen te rijden.
‘Die stopt ineens. Heb je dat geautomatiseerd?’
‘Voor een groot deel.’
‘Vet!’
Hij stond met open mond te kijken. Ik glimlachte, ik vertelde er nooit zoveel over aan vrienden, het was naar mijn idee een beetje kinderachtig om te spelen met speelgoedtreintjes. Ik had hem ook al lang, al was het toen ik klein was nog een stuk kleiner. Ik liep naar het grote zolderraam en trok de verduistering dicht.
‘Moet je opletten,’ zei ik.
Het was schemerig, behoorlijk donker. Ik liep bijna tegen hem aan, schuurde met mijn schouder langs die van hem. Ik drukte op wat knopjes. In verschillende huisjes ging verlichting aan, de koplampen van de locomotiefjes en treintjes waren nu ook zichtbaar. Wagonnetjes met binnenverlichting volgden in hun rondjes. Koen lachte.
‘Kicken dit. Daan, dit is echt mooi.’
Hij bleef bijna verbaasd kijken.
‘Dit heb je helemaal zelf gebouwd?’
‘Nee, samen met mijn vader. En niet alles ineens. Langzaam uitbreiden iedere keer. Huisje erbij, soms een andere trein.’
‘Die zijn toch best duur?’
Ik knikte. ‘Dus dat doen we niet vaak. Er is er eentje die ik nog wil. Ik ben naar Parijs geweest met de trein. Maar die kost nogal wat. Dus ooit.’
Hij lachte. ‘Ik vind dit echt vet.’
Het verbaasde me. Maar ik vond het wel leuk dat hij het leuk vond. Sommige jongens op school wisten hier wel van, maar verder vonden ze het niet interessant.
Door die trein was Koen vaker bij mij dan ik bij hem. Hij hielp me mee als ik iets ging veranderen, kwam af en toe zelf met ideeën. Ik was voorzichtig met die hele baan, maar ik zag al snel dat ik hem kon vertrouwen in wat hij deed. Hij was rustig, serieus, geconcentreerd ook als hij iets deed. Net zoals ik.
We kregen daardoor een steeds stevigere band. We bespraken ook steeds persoonlijkere dingen met elkaar. Iedereen ging er vanuit dat hij advocaat wilde worden, net als zijn vader. Maar hijzelf wist dat allemaal nog niet zo zeker. Vond het raar dat iedereen dat dacht. Ik snapte hem wel. Alsof ik al wist wat ik wilde gaan doen later. Ik vond scheikunde wel leuk, maar of ik daar in verder wilde? Geen idee. Ik had ook helemaal geen zin om daar al over na te denken. Maar we bespraken veel, vaak bij mij op zolder. Ook toen Paul weer eens grappig probeerde te zijn.
In de pauze kwam hij naar me toe. Ik had net met Monique staan praten, dat deden we wel vaker.
‘Zo, Daan,’ lachte hij toen ze net weg was, ‘leuke vriendin.’
‘Ga weg, Paul,’ zei ik feller dan ik wilde. ‘We hebben niets.’
‘Wat niet is kan nog komen.’
‘Nee Paul.’
Ik zag Koen kijken. Die zag meteen aan mijn gezicht dat ik er niet om kon lachen.
‘Volgens mij vindt ze jou wel leuk hoor.’
‘Paul, echt niet.’
‘Ik weet het wel zeker.’
‘Schei uit.’
‘Heb ik gehoord.’
‘Paul, kappen.’
Hij grijnsde, liep weer weg. Koen keek naar me, glimlachte op een serieuze manier. Ik kon het van zijn gezicht aflezen: “laat gaan die gek”. Hij kwam er op weg naar huis wel op terug. Hij mopperde bijna.
‘Paul met zijn onzinverhalen altijd.’
‘Af en toe gaat hij ver,’ beaamde ik.
‘Lekker laten ouwehoeren.’
‘Doe ik ook wel,’ zei ik.
Hij remde af. ‘Ik zie je morgen!’
Ik lachte. ‘Zie je morgen.’
Toch bleek Paul meer te weten en hij bleek gelijk te hebben. Ik begon het te merken aan Monique. Even twijfelde ik, dacht ik dingen te zien alleen omdat Paul het gezegd had. Maar toen ze me vroeg of ik ook naar het schoolfeest kwam… Het was de manier waarop ze het vroeg. Ik kreeg het er warm van. Koen had het ook gezien.
‘Gast, die ziet jou echt wel zitten,’ lachte hij toen we op mijn zolder zaten.
‘Ik denk het.’
Koen lachte. ‘Hoe jij het zegt ook. Alsof het je jou geen bal interesseert.’
‘Dat doet het wel,’ zei ik onzeker.
‘Maar?’
‘Ze is wel leuk.’
‘Wel leuk? Daan, ze is heel erg leuk. Is echt een compliment hoor, als zij jou leuk vindt.’
‘Ja.’
‘En?’
‘Wat?’
‘Zou jij met haar…?’
‘Weet ik niet.’
Ik wist het ook echt niet. Ze was zeker leuk. Maar op een of andere manier maakte het me onzeker. Gewoon vrienden op school blijven kon toch ook? Wat zag zij in mij? Ze kon zoveel beter krijgen. Of dacht ik nu te slecht over mezelf? Ik vond mezelf helemaal niet speciaal, veel te gewoon. Met een zolder met speelgoedtreintjes. Ik staarde wat voor me uit.
‘Daan? Hallo?’
‘Wat?’
‘Je staart,’ grinnikte hij.
‘Ik weet niet wat ik er mee moet.’
‘Gewoon naar dat schoolfeest gaan en zien wat er van komt.’
‘Hoe pak ik zoiets aan?’
‘Hé, het hoeft niet hè? Gewoon naar dat feest en als zij jou echt leuk vindt dan komt ze zelf echt wel. En als dat niet zo is, dan is dat ook goed toch?’
‘Uhu.’
‘Tenzij jij haar wel ziet zitten, dan moet je wat doen,’ grinnikte hij.
Ik liet me achterover in de bank vallen die in de hoek van de zolder stond. Ik keek boven me door het dakraam naar de lucht. Ik wist het echt niet. Koen zat naast me en keek me spottend aan.
‘Daan, relax. Niets moet hè? Als Paul iets zegt betekent dat niet dat het ook zo moet gebeuren. Laat lullen die gast man.’
Ik keek weer voor me uit. ‘Weet ik ook wel.’
‘Maar even serieus. We gaan gewoon naar dat feest en we zien wel. En als jij Monique gewoon leuk vindt, maar niet “leuk” leuk, dan heeft ze pech.’
Het was in een zaaltje in een buurthuis, niet ver van school. Het zag er nog best gezellig uit zelfs. Iedereen was er dus we maakten het sowieso wel gezellig, daar hadden we niet veel voor nodig. Koen en ik waren er samen naar toe gereden. Ik zag Mark net naar binnen gaan. Ik riep hem.
‘Wacht even!’
Hij keek om en glimlachte. Met zijn drieën liepen we naar binnen. Jas ophangen, colaatje halen, rondkijken. Monique was er al zag ik. Ze zwaaide. Ik glimlachte terug en liet het daar bij. Koen stond naast me, zag het gebeuren. Hij grijnsde. Hij zag er strak uit, dat wel. Mooi overhemd, leuke schoenen, terwijl ik gewoon in een spijkerbroek en T-shirt was gegaan. Koen zag me kijken.
‘Wat?’
‘Chique.’
‘Gewoon toch?’
Mark grinnikte. ‘Uitslover.’
Koen lachte. ‘Nah, zeg.’
‘Mooi hoor, maar uitslover.’
Ik lachte.
‘Wie probeer je te versieren?’
‘Niemand,’ protesteerde Koen.
Mark keek veelbetekenend. ‘Tuurlijk.’
‘Hou op. Bovendien, Daan hier moet indruk maken, niet ik.’
‘O ja. Monique. Wat zijn de plannen Daan?’
‘Geen plan,’ mokte ik.
Geen zin in deze verkeerde aandacht. Er kwamen meer jongens bij staan. Ik keek nog eens rond, het leek wel een gewone middagpauze. Dezelfde groepjes zoals altijd stonden bij elkaar. De sfeer moest nog een beetje loskomen, dat wist ik ook wel. Het liep langzaam vol, waardoor de dansvloer veel minder opviel. Daar bleken mensen op gewacht te hebben. Het begon voorzichtig, maar langzaam aan werd het losser. En begonnen groepjes zich te mengen. Ineens stonden er meisjes tussen ons in. Een vriendin van Monique begon tegen Mark te praten. Koen stond er bij en lachte.
‘Hey, leuk feest hè?’ hoorde ik ineens naast me.
Ik draaide me half naar haar toe en glimlachte. ‘Zeker.’
Monique keek nog een rond en keek me toen weer aan. Voor ze iets kon zeggen stond Paul bij ons.
‘Hey, Daan. Leuk hier toch?’
Ik knikte.
‘Gaat een leuke avond worden,’ grijnsde hij.
Hij draaide zich weer om, Monique keek me half zuchtend, half spottend aan. Ze boog een beetje naar me toe.
‘Die gast is zòò druk…’
Ik lachte. ‘Kun je wel zeggen ja.’
Ik voelde kort haar hand tegen mij zij.
‘Vermoeiend zelfs af en toe.’
‘Ik spreek hem niet zo vaak.’
Ze lachte. ‘Moet je mij toch eens uitleggen hoe je dát voor elkaar krijgt.’
Ik grijnsde, voelde haar hand weer. Voelde nog niet eens verkeerd. Zonder dat ik er erg in had draaide ik iets meer naar haar toe en lag mijn hand tegen haar heup. Ik had geen erg meer in wie er nog meer om ons heen stond. Vlak naast me was de rug van Koen, dat zag ik wel.
‘Ik ga nog wat te drinken halen,’ zei Monique. ‘Jij ook nog iets?’
Ik schudde mijn hoofd, hield mijn halfvolle glas omhoog. ‘Heb nog.’
Ze glimlachte, liep weg en keek nog een keertje om. Nog een glimlach. Ik nam een slok en zuchtte. Ze werd verderop aan de praat gehouden door een paar vriendinnen zag ik. Ik stond even alleen maar dat vond ik niet erg. Nog een slok. Ik keek naar haar. Oké, ze was leuk. Altijd al geweest. Maar verder? Geen idee. Ik vond het zo ook wel prima. Hoewel, als zij een hele goede vriendin zou worden zou ik dat niet erg vinden. We konden het echt goed met elkaar vinden. En zou het dan erg zijn als het wat meer zou zijn? Misschien moest ik dat maar eens proberen, anders kwam ik daar nooit achter. Ik zag Mark en Koen praten, lachen, twee meisjes erbij. Eentje stond wel heel dicht bij Koen. Zouden ze…? Zou ik dan jaloers zijn? Hij wel en ik niet? Ja, dat zou ik zijn. Ik ging nog maar eens wat te drinken halen.
Halverwege kwam ik Monique weer tegen. Ze had een leeg glas vast.
‘Jij nog wat?’ vroeg ik.
‘Ja, lekker.’
Ze liep met me mee. En dus stonden we alleen, naar de dansvloer te kijken. Ik dronk snel, beetje zenuwen waarschijnlijk. Het licht werd wat gedimd, er begon een langzame plaat. Ze keek me aan, glimlachte.
‘Kom,’ zei ze, ‘deze moet.’
Voor ik het wist had ze mijn hand gepakt en naar het midden van de vloer getrokken. Daar pakte ze me vast, armen om mijn schouders. Ik pakte haar zij vast en keek haar aan. Daar werd ze verlegen van, ze legde haar voorhoofd tegen mijn schouder waardoor we nog dichter tegen elkaar aan stonden. Haar haar tegen mijn wang, ze trok me even strak tegen zich aan. Ik voelde een korte kus in mijn nek. En nee, dat voelde niet verkeerd. Ik wist alleen even niet wat ik moest doen. Ja, haar net zo stevig vasthouden, dat wel. Maar haar haren kussen leek me geen goed idee. Sowieso, gaan zoenen midden op de dansvloer? Dat was een duidelijke no go, als je tenminste niet iedereen lachend om je heen wilde hebben staan. Dus schuifelden we door, ook toen het tweede langzame nummer begon. Nog een kus in mijn nek. Daarna keek ze even omhoog, glimlachte naar me waarna ze haar hoofd weer tegen mijn schouder legde. In mijn ooghoek zag ik Koen voorbij komen. Heel kort, maar ook hij had een meisje vast. Dikke prima.
Niet veel later stonden we weer gewoon met een groepje bij elkaar. Waar Koen was wist ik niet. Ik keek nog even rond, zag hem weer bij Mark staan, met nog een stel om hun heen. Ze lachten. Monique stond dicht tegen me aan, af en toe haar arm losjes om me heen. We praatten met de mensen om ons heen, alsof het de gewoonste zaak van de wereld was. Ik had een leuke avond, ontspannen op een of andere manier. Tot ze naar huis moest. Ze ging samen met een vriendin weg. Was dat het meisje waar ik Koen mee had gezien? Ik wist dat ik mee naar de garderobe moest lopen. Niet mee naar buiten, de vader van haar vriendin zou hen op komen halen. Ik kwam Koen tegen in de gaderobe, hij praatte met de vriendin van Monique. Monique zocht haar jas, stond dicht bij me toen ze haar jas aan trok. Ik wist niet meer wat ik moest zeggen. Ze stak haar arm door de mouw, liet haar jas open. Ze keek naar me, glimlachte. Ineens duwde ze me naar achteren. Ik had alleen nog maar jassen om me heen. Met Monique dicht tegen me aan. Ze had me weer vast, hoofd tegen mijn schouder, kus in mijn nek. Ze keek me aan, glimlachte. Toen kuste ik haar en zij kuste me terug. Ik verdween nog verder tussen de jassen. We zoenden. Langzaam, traag. Haar hand duwde tegen mijn achterhoofd, ik kneep in haar heup, sloeg toen mijn armen om haar heen. Dichter tegen elkaar konden we niet zijn. Geen idee hoelang we daar zo stonden. In ieder geval tot haar vriendin begon te roepen.
‘Monique, kom op, mijn vader staat buiten te wachten.’
Ze keek me aan. ‘Ik moet gaan.’
‘Ja,’ zei ik maar.
Ze kuste me nog een keer, geen zin om los te laten. Nog even kort zoenen. Daarna werd ze naar achter getrokken. Ze lachte. Ik kwam langzaam tevoorschijn uit de kluwen van jassen. Ze kuste me nog een keer.
‘Doei.’
‘Doei,’ glimlachte ik.
Daarna was ze weg, de hoek om. De enige die er nog stond was Koen. Grijnsde hij nou? Was hij verbaasd? Wat was er ondertussen met hem en die vriendin van Monique gebeurd? Ik had geen idee.
‘Zo ook eens gaan?’ vroeg hij lachend.
‘Eerst nog wat drinken,’ zei ik, nog half van de wereld.
© 2024 Oliver
Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op de link en laat eens een berichtje achter op het forum of facebook!