Dagboek (deel 10)

Noor leidde me af door meer vragen te stellen. Ik draaide mijn blik weer naar haar.
‘En je had al die tijd niets door?’
‘Nee. We woonden ook nog niet samen. Vergevorderde plannen, dat wel. Hij was ook vaak weg voor zijn werk. Zei hij toen. Maar wat daar van klopte vraag ik me nu nog af.’
‘Jezus.’
Monique keek begripvol naar me. Mark ook.
‘Nooit geweten dat jij op mannen viel,’ zei Noor.
‘Tsja,’ zei ik.
Paul keek glimlachend naar me. Geruststellende blik bijna. Maar ik zie hem denken.
‘Wist je dat op school ook al?’ ging Noor verder.
‘Laatste tijd ervan,’ zei ik.
Ik kon het niet laten, ik keek naar Monique met een grijns.
‘Na jou,’ lachte ik. ‘En het kwam niet door jou.’
Ze lachte. ‘Dan nog. Wat maakt dat nou weer uit.’
Ik durfde even niet naar Koen te kijken. Hij zei ook niets.
‘Was je daarom zo stil het laatste jaar?’ vroeg Paul.
Die vraag verraste me. Hij had het dus toch gezien en gemerkt toen.
‘Ook.’
‘Ik zeg het je eerlijk, toen ik jou op dat podium zag staan dacht ik nog: “die is weer flink bijgedraaid na school”. Echt waar.’
Ik glimlachte. Ik kon het hem ook niet kwalijk nemen dat hij er dieper op in ging, hij had net zelf zijn hele hebben en houden op tafel gegooid. Speciale avond dit. Ik was blij dat ik gegaan was. Al had ik niet alles verteld.
‘Goed gezien.’
Paul knikte.
‘Spreek jij Elmar nog wel eens?’ vroeg ik hem. ‘Jij bent toen met hem naar dezelfde opleiding gegaan.’
‘Nee, nooit meer. Maar Elmar bleef Elmar. Ook daar. Eigen wereldje.’ Paul keek naar me. ‘Wacht! Nee! Heb jij iets met hem gehad? Jullie trokken toen ineens heel veel met elkaar op.’
Ik zag de onderzoekende blik van Koen.
‘Nee joh!’ lachte ik. ‘Hoe kom je daar bij. Alsjeblieft zeg. Wat je zegt, hij was wel heel apart. Maar we kwamen er van elkaar achter dat we allebei een modeltrein hadden, dus daarom zagen we elkaar veel.’
‘Had jij een modelbaan?’ vroeg Monique verbaasd.
‘Was een hele mooie,’ viel Koen bij.
‘Nog steeds, al zeg ik het zelf.’ zei ik. ‘Begonnen als hobby van mijn vader en mij. De helft staat nu bij mij op zolder, sinds ik verhuisd ben en er weer ruimte voor heb.’ Ik lachte. ‘Pa is een keer opnieuw begonnen.’
Koen glimlachte en knikte.

Het werd later. En het bleef gezellig. Koen was wat stil na alle serieuze gesprekken, maar dat ontdooide langzaam weer. Af en toe wisselden we een korte blik. Wij wisten waarom. Veel nieuws zat er voor hem niet tussen tenslotte. Maar wij wisten iets dat de rest niet hoefde te weten.
Veel andere klasgenoten kwamen voorbij. Geroddel vooral. Met een hoop lachsalvo’s.
Later dan gedacht braken we op. Iedereen ruimde nog even mee op, daarna gingen we.
‘Wacht,’ zei Paul, ‘hier moeten we een foto van hebben.’
Hij pakte binnen een selfiestick, we groepten tegen elkaar en lachten. Dezelfde rij, arm om Koen zijn schouders, hij bij mij.
‘Ik maak een appgroepje aan als jullie dat goed vinden, stuur hem zo wel even door.’
We keken naar zijn telefoon.
‘Leuke foto,’ zei Monique. ‘Mooi dit.’
Ik keek naar Koen en mij op de foto. Dezelfde houding, dezelfde lach. Ja, mooi dit.
Ik had mijn jas aan, stond al buiten. Knuffel voor Monique.
‘We moeten nu wel contact blijven houden,’ zei ze.
‘Doen we,’ zei ik. ‘Leuk dit.’
‘Ik gun je een leuke eerlijke nieuwe vriend,’ zei ze met een kus op mijn wang.
‘Zeker weten,’ zei Paul.
Ik glimlachte.

Langzaam liep ik naar de auto, nadat ik iedereen gedag had gezegd, met een hand of een arm over de schouder. Ik was ook wel weer blij dat het voorbij was. Even alles verwerken, alles op een ritje zetten. Door de appgroep had ik Koen zijn nummer. Even goed nadenken hoe ik dat moest aanpakken. Maar ik wilde nog een keer echt sorry tegen hem zeggen.

Bij de auto hoorde ik Koen achter me.
‘Daan.’
Ik draaide me om. ‘Hey.’
‘Ik… Deed je het daarom die avond? Voelde jij toen iets voor mij?’
Ik keek hem aan, haalde een beetje verbaasd mijn schouders op.
‘Ik dacht dat je dat wel door had toen.’
‘Jezus, Daan.’ Hij zuchtte. ‘Kut.’
‘Sorry.’
‘Nee, geen sorry.’
‘Ik voelde me schuldig Koen. Nog steeds eigenlijk. Had echt het gevoel je gebruikt te hebben toen.’
‘Waarom dacht je dat ik het deed?’
‘Huh?’
Hij zuchtte. ‘Ik zat zo in de kast toen. Ik wist echt niet wat ik moest doen.’
‘Wacht. Jij?’
Hij keek me aan, knikte.
‘Maar…’
‘O, man. Ik weet dat het al laat is, maar heb je nog tijd?’
‘Ik heb morgen niks bijzonders, ik kan uitslapen.’
‘Rij achter me aan. Ik wil dit nu uitgepraat hebben.’

Verdwaasd reed ik achter hem aan. Hij had een bovenwoning in de binnenstad. Dat werd nog even zoeken naar een parkeerplaats. Hij kwam al naar me toegelopen toen ik uitstapte. We liepen samen verder, Hij wees naar de overkant van de straat.
‘Daar.’
Hij keek strak, zorgelijk bijna.
We liepen de trap op, hij deed een deur van het slot en liet me voorgaan.
‘Leuk,’ zei ik terwijl ik rondkeek.
‘Ja, maar klein en parkeren is een ramp. Eerst de studieschuld verder afbouwen, dan ga ik iets normaals zoeken. Met een eigen parkeerplek,’ lachte hij. ‘Wat drink je?’
‘Koffie?’
‘Goed idee. Ga zitten.’
Hij wees naar een tafel met stoelen. Ik ging zitten en keek nog even rond, ik kreeg een mok voor mij op tafel.
‘Jezus, Daan. Hoe heeft dit zo fout kunnen gaan?’
‘Ik snap het niet meer.’
‘Waarom bleef jij ineens uit mijn buurt?’
‘Omdat… Koen, ik vond je al een hele tijd leuk. Na die avond was je stil, bleef je afstand houden. Wat ik wel snapte. Ik was te ver gegaan, jij had me door dacht ik en daarom bleef je uit mijn buurt. Ik heb best een tijd gedacht dat je boos op me was.’
Koen zuchtte, staarde even naar het plafond.
‘Wat dacht je van mij? Ik dacht precies het omgekeerde.’
‘Nee…’
Hij staarde me aan en knikte. Daarna glimlachte hij.
‘Wat een puinhoop. Toen ook. Ik vond je al langer leuk. Leuk leuk, zoals we vaak zeiden. Die avond… Ik kon het niet laten. Ik was zo gek van je.’
‘Ik ook, ik ging best ver. Maar waarom had je niets door van mij dan?’
‘Om dezelfde reden dat jij het van mij niet doorhad?’ vroeg hij spottend.
Ik glimlachte.
‘Daan, jij was gewoon niet zo, vond ik. Nee, dat wist ik zeker. Hallo, je had verkering gehad met Monique! Dat was wel duidelijk toch?’
‘Maar nadat ik op die matrasjes deed wat ik deed…’
‘Ik begon hè? Ik liet hem tegen mijn buik vallen. Ik daagde je uit om je shirt uit te trekken. Ik trok je op me toen we tegen elkaar lagen. Ik begon te zoenen.’
‘Die nacht vergeet ik nooit meer,’ glimlachte ik.
‘Ik ook niet. Maar de volgend ochtend was zo awkward. Ik voelde het ongemak. Ik moest weg. Op vakantie heb ik nog veel nagedacht en had gruwelijke spijt. Ik was echt te ver gegaan vond ik.’
Ik staarde naar mijn mok en schudde mijn hoofd.
‘Ik zat nog zo in de kast, ik was echt verliefd op je.’
Ik keek weer omhoog. ‘Hoe lang al?’
‘Weet ik niet. Ik vond je al meteen interessant. Maar toen jij iets met Monique had denk ik. Of toen het uit ging. Ik weet nog wel dat ik blij was dat ik je als vriend niet kwijt ging raken.’
‘Ik had hetzelfde. Toen begon het bij mij ook. Ik snapte ineens waarom dat was.’
‘Rare tijd Daan. Ik wist ook niet wat me overkwam eigenlijk. Ik kon nog amper tegen mezelf zeggen dat ik homo was zonder in paniek te raken. Laat staan dat ik het tegen jou kon zeggen.’
‘Had maar gedaan.’
Koen lachte. ‘Ja.’
Ik keek op, ineens viel mijn oog op twee huisjes, op een plank.
‘Heb jij nou…’
Hij grijnsde. ‘Zo diep zat het.’
Bloosde ik nou?
‘Ik heb ze ook nog. Prominente plek op de baan.’
Hij glimlachte. ‘Daan, Daan… Wat hebben we gedaan?’
‘Dom.’
‘Misschien. Maar in die omstandigheden… Het kon misschien wel niet anders.’
‘Ik vond het spannend om naar de reünie te gaan toen ik wist dat jij er ook zou zijn.’
‘Anders ik wel.’
‘Wat dacht je toen ik vertelde dat ik een vriend had gehad?’
‘Ik was even de kluts kwijt. Zwaar zwaar zwaar verbaasd. En ik vloekte van binnen. Hoewel, ik vroeg me af vanaf wanneer dat je op mannen viel. Misschien wel veel later na mij. Even dacht ik nog dat het misschien door die nacht kwam.’
‘Nee, toen was ik me al heel bewust van je, en van wat ik voor je voelde.’
‘Ik ben blij dat ik het verteld heb.’
‘Ik ook, dat we het nu eindelijk van elkaar weten hoe we dat beleefd hebben.’
‘Ja, dat.’
Ik keek op mijn telefoon.
‘Zo, het is al drie uur.’
Koen rekte zich uit. Ik wilde eigenlijk gewoon weg nu. Even alles op een rijtje zetten.
‘Ik moet zo eens gaan.’
‘Ja.’
‘Ik wil nog wel verder met je praten.’
‘Ik ook. Volgende keer bij jou? Ik wil die nieuwe baan wel eens zien.’
Ik glimlachte. ‘Deal.’

Ik lag nog lang wakker. Bekeek de foto van die avond keer en keer opnieuw. Koen. Mijn god. Ik wilde zeker nog met hem verder praten. Als we toen toch eens geweten hadden wat we nu wisten. Hoe zou dan alles gelopen zijn? De volgende ochtend was ik brak. Pas in de middag was ik weer een beetje bij mijn positieven. Mijn hoofd nog steeds een wervelwind.

Dat bleef zo de rest van de week. Ik had een paar keer met het idee gelopen om hem te bellen. Iets hield me tegen. Het was raar, ik had hetzelfde gevoel als toen. Ik durfde gewoon niet. Hij maakte me onhandig, hij gaf me hetzelfde onzekere gevoel. Kwetsbaar. Bang om weer opnieuw op mijn bek te gaan. Het dagboek had ik weer opnieuw uit de doos gehaald. Selectief dingen terug lezen. Ik zat weer helemaal in diezelfde molen als toen.

Dit moest ophouden. Mijn collega op kantoor had al eens met half opgetrokken wenkbrauw naar me zitten kijken. Ik was mezelf niet af en toe. Ik begon te twijfelen of ik hem überhaupt nog moest bellen. Gewoon laten gaan, dat was misschien nog wel de beste optie. Achter me laten, opnieuw.

Tot Paul me belde.

‘Hey,’ lachte hij toen ik opgenomen had na wat twijfel.
‘Paul,’ antwoordde ik zo vrolijk mogelijk.
‘Hoe gaat ie? Was leuk, die reünie.’
‘Zeker.’
‘Monique is ook nog steeds enthousiast.’
Ik lachte. ‘Het was leuk haar weer eens te zien.’
‘Vond zij ook.’
‘Zei ze dat?’
Hij lachte. ‘Zeker wel. Eerste liefde vergeet je niet snel toch?’
‘Kun jij over meepraten. Jij bent er mee samen gaan wonen.’
‘Zeker weten. Beste keus.’
‘Goed voor elkaar Paul, serieus, heb je goed gedaan.’
Dat raakte hem, merkte ik.
‘We hebben het nog over jou gehad.’
‘Jij en Lois?’
‘Ook. Maar Monique en ik.’
Ik keek er van op. Moest ik hier blij mee zijn?
‘We waren even verbaasd, dat jij op mannen valt. En ook weer niet verbaasd.’
Ik glimlachte. ‘Ja… Maar hoezo niet verbaasd?’
‘Allemaal achteraf gelul natuurlijk. Op dat moment hadden we het niet door.’
‘Ik hield het ook goed verborgen.’
‘Maar daar bel ik niet voor. Monique vroeg zich af of je nog eens zin hebt in een bak koffie. Lijkt ons allebei heel leuk.’
Mijn hoofd kraakte. Had ik daar zin in? Zo kwam ik er nooit van los.
‘Ja,’ zei ik vrolijker dan de bedoeling was.
‘Tof!’
‘Maar ik heb het de komende tijd wel erg druk,’ herpakte ik me.
‘Komt goed, laat maar weten.’
‘Doe ik Paul, doe ik.’

Daar ging ik nog even mee wachten. Ik was er nog even niet aan toe. Toen ik na de diploma uitreiking wegliep van die school had ik één hele grote beslissing genomen: “dit was het”. Weg. Afsluiten. Klaar. Het gaf me rust. Natuurlijk heb ik nog vaak aan Koen teruggedacht, zeker in het begin. Maar ik hoefde er niets meer mee te doen. Het ongemak was weg. Zolang ik maar niemand meer uit die tijd tegenkwam. Terugdenkend, toen ik Paul tegen kwam op dat symposium voelde ik toch weer iets van paniek. Ik schaamde me nog steeds voor alles wat er toen gebeurd was. En ik had geen zin meer in dat gevoel. Achter me laten.

Dat lukte dus niet. Ik had niet meer gebeld, maar ik kwam Paul toch weer tegen. Ik had hem eerst niet gezien, maar op een beurs stond hij ineens achter me.
‘Je zou nog bellen.’
Ik draaide me om, had zijn stem meteen herkend. Hij lachte.
‘Ja,’ verontschuldigde ik me, ‘je weet hoe die dingen gaan.’
Ik kreeg een hand op mijn schouder. ‘Snap ik.’
Ik haalde even mijn schouders op.
‘Heb jij al geluncht?’
‘Nee.’
‘Zin?’
Hier kon ik geen nee tegen zeggen.
‘Of moet je verder?’ Hij lachte. ‘Heb je nog een presentatie te doen?’
‘Hier? Alsjeblieft niet zeg. Jij?’
Hij keek bijna verschrikt. ‘Nee.’
‘Jammer, had je talenten wel eens willen zien.’
‘Kun je lang wachten. Kom.’

Buffet, dienbladje, lekker dingen. Lange wachtrijen. Na een tijdje zaten we aan een tafeltje.
‘Leuk je weer te zien man.’
Ik glimlachte. ‘Zeker.’
‘Staan jullie hier ook met een stand?’
‘Nee, jullie?’
Paul schudde zijn hoofd.
‘Dus ook gewoon een dagje uit op kosten van de baas?’
Hij grijnsde. ‘Vooral dat.’
Ik zocht naar woorden, wist niet wat ik moest zeggen.
‘Monique gaat lachen als ze hoort dat ik je weer tegen gekomen ben.’
Ik glimlachte. ‘Doe haar de groeten.’
‘Zou je zelf moeten doen. Echt. Zou ze echt heel leuk vinden.’
Ik knikte.
‘Trek je agenda. Ik zou deze week nog mailen, maar dat kan meteen nu.’
Ik keek op van mijn bord dat ondertussen leeg was.
‘Ik zag Mark vorige week, die speelt over twee weken met zijn bandje in de stad, dat muziekfestival. Straatoptredens. Ik heb hem beloofd iedereen te mobiliseren.’
‘Leuk.’
‘Ja, het leek hem leuk om iedereen weer even te zien. En zo had hij ook nog wat publiek, zei hij.’
We lachten.
‘Zo erg kan het toch niet zijn?’
‘Geen idee, maar het leek ons wel gezellig.’
‘Wanneer is het?’
‘De 20ste, ze spelen om 3 uur.’
Ik pakte mijn telefoon, bladerde door mijn agenda. Ging ik dit doen?
‘Ik kan.’
‘Vastleggen, hier kom je niet onderuit.’
Ik glimlachte betrapt.
‘Zei Monique ook.’
Ik schudde grijnzend mijn hoofd. ‘Ja, ja.’
‘Ik zal Koen mailen, hij moet er ook zijn.’
‘Heb je hem nog gesproken?’ vroeg ik voorzichtig.
‘Nee, niets meer van gehoord. Jij?’
Ik schudde mijn hoofd. Paul keek me verbaasd aan.
‘Raar.’
‘Tsja,’ hield ik me op de vlakte.
‘Ik dacht even dat jullie nog wel contact zouden houden. Jullie hebben bij de reünie nog een tijdje bij de auto staan praten, zag ik.’
‘Nee, geen contact meer gehad.’
Had hij nou iets door?

© 2024 Oliver

Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op de link en laat eens een berichtje achter op het forum of facebook!