Zwart (deel 12, slot)

‘Blijf je slapen?’ vroeg Owen.
‘Vrijdag? Denk het wel. Anders moet ik wel heel snel weer weg, met de laatste trein.’
‘Even kijken hoe we dat gaan regelen, Daan vroeg het ook al.’
‘Als ik een matrasje mee moet nemen, dan hoor ik het wel.’
‘Komt goed, zei je morgen.’
Sem stond te wachten, Ik sprong achterop. Hij liep daarna mee naar mijn perron. Sem nam voortaan zijn fiets mee, als ik weg was nam hij de trap aan de achterkant, dan was hij zo thuis. We hadden een lange dag gehad. Mijn maag rammelde. Ik pakte een koekreep uit mijn tas.
‘Even wat eten hoor, ik rammel.’
‘Mijn moeder vraagt steeds of je blijft eten, je moet nog zo’n eind naar huis.’
Ik lachte. ‘Het klinkt aantrekkelijk. Maar ik heb beloofd vandaag thuis te gaan eten.’
‘Andere keer dan?’
‘Is goed, die onthoud ik.’
We keken elkaar aan, glimlachten.
‘Na dat feest bij Owen blijf je daar slapen?’
‘Ja. Ik ben daar vaker blijven slapen sinds ik verhuisd ben. Alleen deze keer blijft Daan ook slapen. Even kijken hoe we dat gaan doen. Moet ik nog wel iets van een matrasje regelen of zo. Jij komt toch ook?’
‘Ja,’ reageerde hij enthousiast.
Natuurlijk had Owen hem ook uitgenodigd voor zijn verjaardag. Sem had er om geglunderd.
‘Zal ik je dan oppikken van het station? Kun je meerijden, en jij weet waar het is.’
‘Ow, super. Goed idee.’
Hij glimlachte, aarzelde.
‘Als het bij Owen slapen lastig is, kan ik wel vragen of je bij mij kunt slapen?’
‘Ja,’ zei ik twijfelend, ‘kan ook.’
Ik zag hem kijken, het betekende wat voor hem als ik dat deed zag ik. Ik twijfelde, ik ging steeds meer voor hem voelen, dat kon flink ongemakkelijk worden. Wilde ik dat? Kon ik dat maken? Stiekem naar hem kijken, stiekem toch flink opgewonden worden van hem, terwijl hij er nietsvermoedend bij was, op zijn eigen kamer? Nog erger, kon ik me dan wel inhouden? Ik moest niet zeiken, dingen niet groter maken dan ze waren.
‘Eigenlijk wel handig,’ zei ik, ‘ben ik zaterdag meteen dicht bij het station.’
Hij glimlachte. ‘Is goed.’
Ik dacht er nog aan toen hij vrolijk zwaaide nadat de deuren dicht waren en ik langzaam wegreed. Wat nou als hij stiekem ook wat voor mij voelde? Dan moest ik zeker blijven slapen. Ik glimlachte. Als dat waar was… Ik kon er maar op één manier achter komen. Ik moest blijven slapen.

Abel had me berichtjes zitten sturen, daarna stond hij me op te wachten bij het station. Eigenlijk had ik dat ook wel verwacht. Ik grijnsde.
‘Hey.’
‘Hey. Hoe is het?’
‘Goed,’ zei ik vrolijk. ‘Met jou?’
We reden naast elkaar naar huis.
‘Goed. Compliment gekregen over dat opstel.’
‘Mooi.’
‘Schouten vroeg of ik je nog wel eens sprak.’
Ik lachte.
‘Ik moest je de groeten doen. Ze vroeg of je nog eens langs wilde komen.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik heb het eigenlijk wel afgesloten,’ zei ik. ‘Alles.’
Abel keek voor zich uit, dacht na.
‘Had John nog iets?’
‘Hij heeft de pik op me, ik kan niets meer goed doen. Aan de andere kant laat hij me wel met rust. Alsof hij een soort respect heeft voor me, dat ik mijn bek open trok.’
‘Of hij is bang voor je.’
Abel lachte. ‘Dat zou wat zijn.’
‘En de rest?’
‘Hm.’
‘Wat?’
‘Half om half. Niet iedereen hangt meer om hem heen, maar iedereen houdt nog rekening met hem. Hij heeft nog steeds invloed op alles.’
‘Triest.’
‘Hij doet zijn best maar. We zitten niet meer bij hem aan tafel. Alleen zijn vaste clubje nog.’
Ik grijnsde.
‘Raar sfeertje. Alsof iedereen de ander niet vertrouwd. We hebben het niet over hem, niemand maakt grappen over hem. Alsof je steeds verwacht dat iemand het doorlult naar hem, als je iets over hem zegt.’
‘Nou ja, het is iets.’
‘Beetje.’
‘Hoe is het met Liam?’
‘Gaat wel. John was al snel zijn interesse weer kwijt op een of andere manier.’
‘Wat dat betreft heeft jouw klap wel geholpen.’
‘Denk het. Maar hij blijft onberekenbaar. Iedereen kijkt nog steeds uit voor hem.’
‘Misschien wel het meest haalbare.’
‘Ontwijken. En hij zit niet meer aan tafel, dus eigenlijk hebben we niets meer met hem te maken. Vrij van al dat geouwehoer van hem.’
Ik lachte. ‘Dat is al heel wat.’
Abel keek opzij en grijnsde naar me.
‘Hoe is het met die jongen bij jou op school, die ook homo is?’
‘Goed.’
‘Gaat nog wat worden?’
Ik grijnsde. ‘Geen idee.’
Abel lachte. ‘Stiekem showtje weggeven onder de douche zeker?’
Ik lachte. ‘Mwoh…’ Alsof er niets aan de hand was.
‘Geniet er van,’ grinnikte hij. ‘Ik zie je.’
En weg was hij, zijn straat in. Ik keek hem na, stuurde toen de hoek om. Ik lachte.

Maar dat gebeurde dus wel. Al een tijdje. Sem stond altijd vlak bij mij, iedereen had zo’n beetje zijn vaste plek onder de douches, en hij had die naast mij veroverd. Ik klaagde niet. Hij ook niet. Geen schaamte meer, kijken en laten kijken. Ik vond het niet erg. Helemaal niet erg zelfs. Mooie jongen. In het begin voelde ik me ongemakkelijk, het deed me teveel denken aan Jordy, en alles wat daar bij hoorde. Het stiekeme, de angst ontdekt te worden. Maar Sem deed het ook niet zo opzichtig, alsof er eigenlijk niets gebeurde. Maar het gebeurde wel. Soms een balorige blik van verstandhouding, maar meer ook niet. Maatjes onder elkaar. Toch?

Ik had een flinke tas bij me, bij hem achter op de fiets, maar het ging. We zetten het meteen op zijn kamer, hij had al een matrasje en een dekbed klaargelegd. Met een plof viel mijn tas naast het matras op de grond, ik ging op zijn bed zitten. Sem pakte zijn stoel, glimlachte. Aandoenlijk bijna, en dat maakte het er allemaal niet makkelijker op.
‘Heb je Abel nog gezien?’
‘Kort,’ antwoordde ik. ‘Hij heeft een compliment gekregen over dat opstel over zinloos geweld. Onze vertrouwenspersoon daar vroeg of hij me nog wel eens zag. Ze vroeg of ik nog een langs wilde komen.’
Hij glimlachte.
‘Zou jij dat doen?’ vroeg ik.
Sem haalde zijn schouders op.
‘Aan de ene kant wil ik dat wel,’ zei ik, ‘maar aan de andere kant… Wat heeft het voor nut? Er verandert toch niets, dat heb ik wel door. Iedereen kijkt nog steeds uit voor die John. En ik heb nou eenmaal de keuze gemaakt om weg te gaan, dus waarom zou ik weer terug willen gaan om gezellig te doen? Zo lang ben ik daar nou ook weer niet geweest.’
‘Ik wil er niemand meer van zien,’ zei Sem ineens resoluut.
‘Kan ik me voorstellen.’
‘Soms zie ik nog wel eens iemand in de stad, maar dan loop ik gewoon door. Ik voel me er ook niet meer ongemakkelijk bij.’
Ik glimlachte.
‘En jij?’
Ik haalde mijn schouders op. Zweeg. Sem deed iets liefs. Hij stond op, legde zijn hand even op mijn schouder en kneep.

Sem en ik waren vroeg. We hadden nog wat tv zitten kijken, tot zijn ouders bijna thuis kwamen. Toen waren we samen al bezig eten te maken. Nu zaten we bij Owen, Daphne was er ook al, kort na ons druppelde de rest binnen. Het was gezellig, Sem lachte mee, had het naar zijn zin. Daphne zag het en knipoogde. Er kwamen hapjes voorbij, ik rook de frituurpan al eerder. Owen pakte er twee tegelijk, stopte ze in zijn mond.
‘Varken,’ grijnsde ik.
‘Homo.’
‘Bek dicht, je bent gewoon een varken,’ zei ik.
‘Sem? Jij zit er naast, sla hem even tegen zijn kop, wil je?’
Sem lachte, een stuk minder verlegen. Ik voelde een klap tegen mijn achterhoofd.
‘Ey!’ protesteerde ik.
‘Dank je Sem.’
‘Jullie zijn erg,’ mopperde ik.
Sem lachte, wreef een keer over mijn rug. ‘Sorry Duco.’
Ik keek opzij en grijnsde. Hij kneep in mijn schouder, liet zijn hand even liggen, wreef kort, en stond toen op, naar de keuken. Daphne stootte me aan, terwijl ze hem na keek.
‘Wereld van verschil. Niets meer van de Sem van een tijdje geleden.’
‘Goed hé?’
‘Goed gedaan Duuk.’
‘Jullie allemaal. En hijzelf.’
‘We moeten er maar eens over ophouden.’
‘Waarover?’
‘Sem. Analyseren. Volgens mij is het wel klaar.’
‘Hij is hoe hij echt is. Hoe hij wil zijn.’
Ze glimlachte. ‘Leuke jongen.’
‘Zeker.’
Ze keek me vragend aan, grijnsde.
‘Daf, stop.’
‘Je blijft ook bij hem slapen…’
‘Hou op.’
‘Dit is je kans Duuk. Als je nou niets doet, weet je het nooit.’
‘Ja, ja…’
Ze lachte, keek naar Sem die weer terug kwam. Hij plofte naast me op de bank, schuurde met zijn arm tegen me aan. Misschien wel het eerste feestje dat hij zo meemaakte. Ja, hij had het naar zijn zin.

‘Daf,’ zei ik nog net op tijd.
Ik kwam haar tegen in de keuken toen ik van het toilet kwam, ze wilde net terug de kamer in gaan. Ze keek om, zag mijn gezicht en keek toen vragend.
‘Vind je mij laf?’
Ze grijnsde. ‘Dat je geen stappen zet met Sem? Ja.’
‘Daf… Nee. Ik ben gisteren Abel tegengekomen, en die had een vraag waar ik mee zit.’
Ze lachte, maar keek toen meteen weer serieus.
‘Nee, geen seks,’ raadde ik grijnzend haar gedachten.
Ze glimlachte. ‘Wat dan?’
Die vertrouwenspersoon weet dat hij me nog wel eens ziet, ze vroeg of ik nog eens langs wilde komen.’
‘En?’
‘Dat wil ik niet.’
‘Niet doen dan.’
‘Maar… Het voelt alsof John zo wint. Alsof ik gevlucht ben.’
Ze keek verbaasd.
‘Misschien had ik toen meer moeten doen.’
‘Dat heb je geprobeerd en dat lukte niet. Niemand die je hielp. Sorry, zelfs die school niet.’
‘Nee.’
‘Weet je, ik heb wel eens zitten denken wat ik zou doen, maar dat weet ik ook niet. En je was hier net weg, dus teruggaan zou ook bij mij het eerste zijn geweest wat in me op kwam. Fock it. Als je naar een kroeg gaat waar niet jouw sfeer hangt ga je ook ergens anders kijken. En kom op, niemand die je hielp. Abel trok zijn bek open toen je al lang weg was. Tegen jou, zelfs niet op school toen je in de shit zat daar. Ja, maanden later. Uit schuldgevoel waarschijnlijk,’ schamperde ze. ‘Nadat je allang weg was is hij pas na gaan denken.’
‘Ja.’
‘En dan nog. Hij heeft zijn bek open getrokken toen die andere jongen gepest werd. Lekker safe, met die jongen is verder niets aan de hand. Jij was toch de homo waar niemand mee gezien wilde worden. Dat durfde hij ook niet.’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Dus je bent niet laf. Je bent rechtop gaan staan, bent niet lekker makkelijk meegegaan in de sfeer en achter die John aan. Je hebt je bek opengetrokken zelfs. Dat je het niet hebt kunnen veranderen, dat ligt aan de groep, niet aan jou. Zij waren laf, niet jij.’
Ze zei het bijna boos. Ik knikte, staarde in gedachten langs haar af. Toen pas zag ik dat Sem zat te kijken. Nieuwsgierig. De hele tijd waarschijnlijk al. Even een korte blik van verstandhouding. Een knipoog van mij, om te laten zien dat alles wel oké was.
‘Knipoog jij nu naar Sem?’
Ik keek meteen weer terug naar Daphne.
‘Doe iets, lafaard.’
Ze lachte, gaf me snel een kus op mijn wang. Ik lachte mee, liep terug de kamer in en ging weer naast Sem zitten. Hij keek naar me.
‘Alles goed?’
Ik knikte. ‘We hadden het over mijn vorige school, om nog eens terug te gaan.’
Hij glimlachte duwde met zijn schouder. Ik duwde terug. Even opzij kijken. Dat deed hij ook. Ogen even vlak bij elkaar, maar ik keek er meters diep in. Ik voelde zijn knie tegen die van mij. En die bleef. Ook toen we verder praatten met de rest. Daphne had alleen maar een flinke grijns.

Het was al laat toen we naar zijn huis fietsten. We lachten, hij slingerde af en toe expres. Hij was uitgelaten. Dichter bij zijn huis werd hij weer wat rustiger. Stiller.
‘Zouden ze het van mij doorhebben?’ vroeg hij ineens vanuit het niets.
‘Wat?’
‘Dat ik homo ben.’
‘Geen idee. Denk het niet.’
‘Misschien denken ze wel dat ik het ben, dat wij daarom zo veel met elkaar optrekken.’
‘Nah… Gek. Dat je omgaat met een homo wil toch niet zeggen dat je dat zelf ook bent? Dan zou Owen het ook moeten zijn.’
Hij giechelde. ‘Misschien denken ze wel dat wij iets hebben met elkaar.’
Ik lachte. ‘Lekker laten denken. Van mij mogen ze het denken.’
‘Echt?’
‘Ze mogen denken wat ze willen.’
‘Van mij ook,’ zei hij ineens zelfverzekerd.

Het huis was donker, we slopen stil de trap op.
‘Wil je nog douchen of zo?’
‘Neuh, mijn tanden poetsen. Ik stink uit mijn bek na die frikandellen en vlammetjes.’
We stonden naast elkaar aan de dubbele wastafel. Dikke grijns met tandpasta. Hij glimlachte, de verlegen Sem was er weer. Op zijn kamer trok ik mijn kleren uit, naast het dunne matrasje op de grond met een dekbed erop. Ik kroop eronder, in mijn boxer. Sem stond nog, ik lag te kijken, zag hem in zijn bed stappen. Mijn telefoon piepte. Ik keek en lachte.
‘Owen zit foto’s door te sturen van vanavond.’
Sem lachte.
‘Leuk gehad?’ vroeg ik.
‘Zeker.’
De foto’s bleven binnen stromen. Ik lachte.
‘Er zitten erge bij zeg, niet normaal. Ik stuur ze wel door.’
Sem keek naar zijn telefoon, die hij aan de andere kant van zijn kamer op tafel had gelegd, aan de oplader. Ik ging rechtop zitten.
‘Kijk,’ zei ik, terwijl ik dichter bij zijn bed ging zitten.
Ik zat met mijn rug tegen de rand, hij lag op zijn zij, zijn hoofd vlak naast die van mij. Ik bladerde door de foto’s heen, hij lachte vlak bij mijn oor. Ik kreeg kippenvel. Het was ook koud, alleen in mijn boxer op de grond. Ik bladerde verder, Sem keek mee. Ik hing achterover, zag hem, keek hij nou af en toe naar mijn boxer? Ik rilde.
‘Sem, je woont in een mooi huis, maar hebben jullie hier geen verwarming? Het is hier steenkoud.’
‘Jawel, maar ik slaap altijd met het raam open.’
‘Ik merk het,’ mopperde ik lachend.
‘Mijn bed is lekker warm,’ zei hij terwijl we de volgende foto’s bekeken.
Ik keek opzij. ‘Pas op hè?’ lachte ik. ‘Je vraagt erom.’
Hij grijnsde nerveus.
‘Dit is de laatste,’ zei ik.
Sem boog nog wat voorover om te kijken. Zijn schouder tegen die van mij. Huid tegen huid.
‘Owen is een varken,’ lachte ik naar mijn telefoon, met de foto van Owen met een volle mond en bolle wangen.
Sem sloeg me tegen mijn achterhoofd. Ik voelde de warmte onder zijn dekbed vandaan komen.
‘Zeg!’
Sem lachte, hing nog steeds voorover. Ik sloeg hem terug, zachtjes. Zijn hand lag op mijn schouder. Ik keek weer opzij, zag zijn ogen dichtbij. Weer dat nerveuze lachje. Ik glimlachte terug, net zo nerveus. Ik rilde weer. Hij lachte me uit. Uit protest trok ik een stuk van zijn dekbed naar me toe, deed het om me heen. Ik sloot mijn telefoon af, gooide hem op mijn matrasje. Sem probeerde zijn dekbed terug te trekken. Ik kroop mee, langzaam zijn bed op. Hij keek me aan, trilde.
‘Koud?’
‘Nee.’
Hij schoof wat opzij, duidelijk om mij ruimte te geven. Ik ging naast hem liggen, trok het dekbed over ons heen. Hij was nu echt nerveus.
‘Niet zo trillen,’ fluisterde ik.
‘Ja, nou…’
Ik keek hem aan, glimlachte. Sloeg mijn arm om hem heen, gleed over zijn rug, streelde zijn wang met mijn vingertoppen. Hij sidderde. Zijn vingers tintelden op mijn zij, ze bewogen langzaam. Ik keek in zijn ogen, maar hij deed ze uit verlegenheid dicht. Hij zag mijn kus niet aankomen, maar toen hij mijn lippen op zijn mond voelde sperde hij zijn ogen weer open. Ik glimlachte.
‘Wat was dat?’
‘Dat was een kus,’ antwoordde ik droog.
‘Maar…’
‘Nog eentje?’
Hij keek alleen maar verbaasd. Ik kuste hem nog een keer, iets langer nu. Nog steeds die verbaasde blik.
‘Niet goed?’
Ik maakte me zorgen. Had ik het nou verkeerd ingeschat? Had ik alle signalen nou verkeerd begrepen? Ik hoopte toch van niet. Sem was leuk, en werd steeds mooier. Die lach van hem, die ogen erbij als hij een grap maakte. Ik dacht toch echt genoeg signalen bij hem te zien dat ik deze stap durfde.
‘Jawel,’ stotterde hij.
Ik kuste hem weer, half opgelucht.
‘Maar…’
‘Sem,’ kuste ik. ‘Je bent oké. Je bent leuk.’
‘Jij ook.’
Dat raakte me. Nog een kus.
‘Maar… Ik dacht echt dat jij… Die Abel… Dat ik geen kans maakte.’
Ik grijnsde. ‘Hou op, die ben ik allang vergeten, dat weet je. Het heeft even geduurd voor ik er achter kwam maar ik heb hem wel leren kennen, hoe hij is. Jij bent leuker. Zeker hoe je de laatste tijd… Je hebt me zitten te versieren vanavond, of niet?’
Hij glimlachte verlegen. Ik keek naar hem, trok hem dichter tegen me aan, hield hem vast. Zijn wang tegen die van mij, mijn mond tegen zijn hals. Ik voelde een kus in mijn nek. En nog eentje. Ik wreef over zijn rug. Ik trok mijn been wat op, mijn knie gleed tussen zijn benen. Ik draaide iets op mijn rug, hij liet me niet los.
‘Slapen?’
‘Hm,’ kreunde hij zachtjes, goedkeurend.
‘Het duurde even, maar je hebt me wakker gekregen.’
Sem keek op, leunde half op me. ‘Wat bedoel je?’
‘Sem? Ben je verliefd?’ Ik wachtte zijn verlegen blik niet af. ‘Ik wel.’
Ik tilde mijn hoofd op, kuste hem. Hij glunderde. Daarna verbaasde hij me. Hij nam het over. Hij zakte, kuste me en liet niet meer los. We zoenden kort. Daarna verdween zijn gezicht weer in mijn nek. Ik kuste zijn hoofd.
‘Slapen,’ fluisterde ik. ‘Kan ik hier blijven liggen, of moet ik daar op de grond slapen?’ Ik draaide ons op onze zij, verborg mijn hoofd in zijn nek, dicht tegen hem aan. ‘Ik wil hier blijven liggen.’
Hij gniffelde.
‘Kunnen jouw ouders binnen komen hier?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Doen ze nooit.’
Ik pakte hem nog wat steviger vast. ‘Mooi.’

We werden wakker van ze. Ik eerst, ik hoorde een deur ergens op de gang. Vreemd huis, vreemde geluiden, vroeg wakker. Doordat ik bewoog deed Sem langzaam zijn ogen open. Hij lag half tegen me aan en glimlachte. Ik gaf hem een kus op zijn voorhoofd, knuffelde. Hij liet het tevreden over zich heenkomen.
‘Zullen we opstaan?’
‘Het is nog vroeg. Het is pas half acht,’ kreunde ik.
‘Ik ontbijt altijd met ze.’
‘Zo vroeg?’
‘Ze hebben een eigen winkel, die gaat om negen uur open.’
‘Oké, ontbijtje.’
Hij glimlachte, twijfelde. Ik keek hem vragend aan.
‘Wat?’
‘Niks.’
‘Sem… Wat?’
Hij glimlachte, gaf me toen een kus.
‘Dat.’
Ik grijnsde, gaf hem een kus terug en stond toen op. Sem lachte, sloeg het dekbed opzij en zette zijn voeten op de grond. Ik pakte hem even vast, wilde zoenen. Tegen elkaar aan. Daarna lieten we elkaar los, we hoorden iemand op de gang. Ik pakte mijn broek en kleedde me aan. Ik rekte me uit, schrok van zijn vinger in mijn buik. Hij lachte.

‘Hoorde ik het toch goed,’ zei zijn moeder vriendelijk. ‘Ik leg er nog wat broodjes bij in de oven.’
‘Goedemorgen,’ zei ik met een nog half krakende stem.
‘Jij ook melk, Duco?’ vroeg ze.
‘Thee alstublieft.’
Zijn vader kwam de kamer in, wenste ons goedemorgen. Vrolijke vent. Raar dit. Ik voelde me opgelaten. Sem vulde een mok voor mij met kokend water. Ik zag zijn rug, zijn billen in zijn spijkerbroek. Ik wist hoe ze voelde, stevig, kneedbaar. Ik voelde me schuldig, zo bij het ontbijt. Zijn ouders moesten eens weten. Ik was nog niet heel erg wakker toen we zaten te eten, Sem was ook niet echt spraakzaam.
‘Ik had jullie niet zo vroeg aan het ontbijt verwacht,’ lachte zijn vader. ‘Zeker niet na een feestje. Hoe laat waren jullie thuis?’
‘Weet ik niet,’ zei Sem. Hij keek vragend naar mij. ‘Half twee? Twee uur?’
‘Zoiets,’ antwoordde ik.
Zijn vader schudde zijn hoofd. ‘En dan alweer zo vroeg op.’
‘Was het leuk?’ vroeg zijn moeder.
Sem knikte met zijn mond vol. ‘Ja.’
‘Mooi,’ zei ze tevreden.
Het was rustig aan tafel, maar wel gezellig. Kwart over acht waren ze weg. Sem en ik ruimden de tafel af. Hij keek afwachtend.
‘Moet je nog ergens naar toe vandaag?’
‘Nee, ik heb de hele dag.’ Ik grijnsde. ‘Wou je nog even gaan slapen?’
‘Ik ben klaarwakker.’
‘Ik ook eigenlijk wel.’
Hij glimlachte. ‘Nog een mok thee?’
Ik knikte. Hij stond weer bij het aanrecht. Mooie kont. Wat met zijn ouders erbij niet kon, kon nu wel. Ik ging achter hem staan, kuste zijn nek, kneedde zijn billen. Hij glimlachte. Draaide zich om en gaf mij mijn mok.
‘Lekker,’ zei ik.

Op zijn kamer ruimden we mijn bed op. Ik pakte mijn tas, keek er in.
‘Kan ik even douchen?’
‘Tuurlijk. Ik pak een handdoek voor je. Nu?’
Ik knikte slaperig. ‘Even verder wakker worden.’
Hij trok een kast open, ik trok mijn trui weer over mijn hoofd. Ik maakte mijn broek los. Hij draaide zich om, had me zo niet verwacht. Ik bukte, stond in mijn boxer. Hij glimlachte. Ik pakte hem vast, trok aan zijn shirt.
‘Ga mee,’ fluisterde ik.

Zijn haren zaten leuk, toen ze nog nat waren. Ik kon er niet van afblijven, ook niet na het douchen. Lachend kleedden we ons aan. Ik zag mijn telefoon op mijn tas liggen, gleed met mijn vinger over het schermpje. Berichtje van Daphne.
‘Zo, er is er eentje ook vroeg wakker.’
‘Wie?’ vroeg hij zittend op zijn bed, terwijl hij zijn sokken aantrok.
‘Daphne.’ Ik las. ‘Of ik al wakker ben en of ik zin heb te gaan shoppen vandaag.’ Ik keek Sem vragend aan. ‘Zin?’
‘Als jij met Daphne wil gaan shoppen, moet je dat doen.’
‘Heb je zin om te gaan shoppen met Daphne vroeg ik. Anders gaan we wat anders doen.’
‘O. Ja hoor, goed.’
‘Eerlijk?’
‘Ja, leuk,’ lachte hij, ‘gezellig.’
Ik ging vlak voor hem staan.
‘Sem, cijfer jezelf niet weg hè? Vandaag blijft onze dag.’
Hij glimlachte. ‘Ja.’
Ik legde mijn handen tegen zijn wangen, kuste zijn haar. ‘Hou er wel rekening mee dat ze dan meteen doorheeft dat wij wat hebben samen.’
‘Geeft niet. Is oké zelfs.’
Ik glimlachte, liet hem los, propte de laatste dingen in mijn tas en ritste hem dicht.

‘Gaan we lunchen?’ vroeg ik meteen toen we haar zagen.
‘Heb je nou alweer honger?’
‘Daf, we zaten om half 8 al aan het ontbijt met zijn ouders.’
‘Echt?’ Ze keek naar Sem. ‘Heeft hij zich wel netjes gedragen?’
‘Ja hoor. Hij was heel lief.’
Ik bloosde, of ik wilde of niet. Daphne zag het en begon te grijzen.
‘Jongens?’
Sem en ik lachten. Sem hing even tegen mijn schouder. Daphne knikte.
‘Gaaf. Eindelijk.’
Ze gaf Sem een kus, daarna mij, vlak bij mijn oor.
‘Zie je nou wel dat je niet laf bent?’

© 2016 Oliver Kjelsson

Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op deze link en laat eens een berichtje achter op het forum!