Zwart (deel 9)

‘Was het lekker?’
Ik keek die maandagochtend Khalid aan. ‘Wat?’
‘Die gast waarmee je weg ging vrijdag.’
Ik lachte. ‘Doe normaal gek.’
‘Ik dacht al, beetje oud.’
‘Dat was het probleem niet,’ zei ik serieus.
Nu keek hij nieuwsgierig.
‘Dat was een neef van die jongen die op mijn vorige school… Wilde ik even mee praten.’
‘Djeez. Ik snap het. Sorry.’
‘Laat maar, dank je. Ik ben een stuk wijzer nu.’
‘Da’s mooi. Toch?’
‘Zeker, maar het verandert er geen zak aan.’
‘Hoe gaat het nu met jou?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Goed. Komt wel goed.’
Ik zag Sem binnen komen, hij liep meteen de gang in, buiten mijn gezichtsveld. Khalid volgde mijn blik, maar had hem niet gezien. Ik gaapte.
‘Zwaar weekend gehad?’
Ik glimlachte. ‘Nee, gewoon vroeg op.’
‘Knap dat je dat iedere dag doet.’
‘Welnee joh. Daan daar doet iedere dag ruim een half uur op de fiets. Zie je hem ooit gapen?’
‘Nee…’
‘Ik kan lekker warm in de trein zitten. Ik moet niet zeiken, ik ben gewoon een watje,’ grijnsde ik.
‘Tsja, homo hè?’
Ik lachte en gaf hem een duw. ‘Bedankt Khalid.’
‘Mietje.’
‘Kutmarokkaan.’
Khalid grijnsde.

Sem zat als een schaduw in de klas. Er werd gelachen, vlak voor de les begon, maar hij lachte niet mee. Om zich een houding te geven bladerde hij alvast door het boek heen. Volgens mij zat hij door dat bladeren al hoofdstukken verder vooruit dan waar we waren. Ik zat naast Daphne, zoals bijna altijd. Ze zag me kijken.
‘Vind je hem aantrekkelijk?’ vroeg ze ineens.
‘Wat?’ Ze haalde me uit mijn gedachten.
‘Of je hem aantrekkelijk vindt?’
‘Wie?’
‘Duh… Sem. Je zit de hele tijd te kijken.’
‘Ik zat aan Jordy te denken.’
Ze glimlachte. ‘Houdt het je nog bezig, dat gesprek van vrijdag?’
‘Beetje. Het valt langzaam op zijn plaats.’
‘Da’s mooi.’ Ze glimlachte. ‘Nou, vind je hem aantrekkelijk?’
‘Sem?’ Ik haalde mijn schouders op. ‘Gewone jongen. Niets speciaals. Jij?’
‘Ik?’
‘Ja, jij. Vertel op.’
‘Hij is niet echt lelijk Duuk, moet je toegeven. Als hij niet zo moeilijk zou kijken zou dat een hoop schelen denk ik.’
‘Uhu.’
‘Gewoontjes dus, net als jij.’
Ik keek overdreven beledigd en lachte. ‘Ik ben gewoontjes?’
‘Neej, ik denk er hetzelfde over als jij.’
‘Ik wou al zeggen…’
Daphne grinnikte. ‘Verwaande trut.’
We lachten toen Sem even omkeek, naar ons. Hij zag ons kijken en lachen. Zijn gezicht vertrok. Kut.

De laatste les viel uit. Kwam me eigenlijk wel goed uit. Lekker op tijd naar huis, Ik liep een beetje achter, huiswerk genoeg. Het afgelopen weekend had ik niet veel gedaan. Het gesprek met Justin had genoeg indruk gemaakt, ik had er nog lang over na liggen denken. Owen en Khalid wilden de stad in, maar ik wilde naar huis. Bij de poort kwam ik Sem tegen.
‘Hey,’ zei ik toen hij aan kwam fietsen, ‘tot morgen.’
‘Tot morgen.’
‘Mag ik mee naar het station?’ vroeg ik.
Hij keek moeilijk. Duidelijk, eigenlijk wilde hij het niet, maar hij kon geen nee zeggen. Hij haalde een keer zijn schouders op, schuchter.
‘Thanx,’ lachte ik en ging al achter zijn fiets staan.
Hij begon te rijden, Ik keek naar zijn rug, zijn iele benen die ons vooruit trapten. Zijn bovenlichaam schokte bij iedere trap, hij had het zwaar volgens mij. Bij het station remde hij, liet me afstappen.
‘Bedankt Sem,’ zei ik joviaal. ‘Zin om nog wat te drinken?’
‘Nee, ik moet naar huis.’
‘Je bent een uur te vroeg man,’ lachte ik. ‘Tijd zat. Kom op, ik trakteer, voor het fietsen.’
‘Nee, maar…’
‘Kom op, ik betaal. Is toch gezellig?’
‘Ik moet nu echt door. Volgende keer misschien.’
Ik grijnsde. ‘Hou ik je aan. Tot morgen.’
‘Ja, tot morgen,’ zei hij zachtjes.
Hij wilde wegrijden, ik liep naar de ingang.
‘Bedankt hè?’ riep ik.
Hij keek even om en glimlachte flauw. Hij zwaaide. Ik zwaaide terug en draaide me om. Ik liep snel door, ik had nog een paar minuten. Inchecken, trein in, plekje zoeken. Het was nog vroeg, plaats genoeg. Ik pakte mijn boek, proefwerk de volgende dag. Ik kon het maar gehad hebben. Mijn telefoon trilde. Ik keek, zag een foto van Owen en Khalid en glimlachte.
“Je mist een mooie middag sukkel!”
Ze stonden op de foto met twee meisjes die ik niet kende. Ik schudde mijn hoofd, stuurde een kort berichtje terug. Stelletje mafketels. Ik pakte mijn boek weer, maar mijn telefoon trilde opnieuw. Ik glimlachte, die gingen niet meer ophouden. Toch keek ik.
“Hey, hoe gaat het daar?”
Ik schrok er half van. Abel. Ik typte snel iets terug.
“Goed. Nu in de trein naar huis. Hoe gaat het daar?”
“Zijn gangetje. Had je anders verwacht?”
Ik glimlachte. “Nee. Sterkte ermee.”
“Ha ha ha.”
Dat was het, daar bleef het bij. Mijn boek maar weer. Niet dat ik mijn gedachten er bij kon houden. Abel had me zomaar gevraagd hoe het ging. Ik bleef een zwak voor hem houden. Mooie jongen, lief ook. Als ik die nog eens… Ik schudde mijn hoofd, klapte mijn boek dicht. Nog tien minuten, dat had toch geen nut meer.

Ik stapte uit de trein, liep naar de fietsenstalling naast het station. Hij zag mij eerder dan ik hem. Hij glimlachte, ik stak verbaasd mijn hand op toen ik hem zag staan.
‘Hey, Abel,’ zei ik toen ik bij hem stond.
‘Hey.’
‘Wacht je op iemand?’
‘Ik was in de buurt. Ik dacht, ik rij met je mee naar huis.’
‘Oké… Even mijn fiets pakken.’
Ik liep tussen de rekken, mijn hoofd een draaimolen. Wat wilde die ineens? Aangename verrassing. Een beetje nerveus peddelde ik naar hem toe, we reden naast elkaar weg.
‘Hoe is het op school?’ vroeg ik.
‘Hetzelfde.’
‘Hebben ze nog iets gezegd, toen ik weg was?’
‘Niet echt. John niet, die vindt het allemaal wel best. Ik heb Hans wel ingelicht dat je weer terug ging, meteen de dag nadat ik je gesproken heb.’
‘Hm.’
Ik keek even naar Abel, hij keek kort terug en glimlachte toen kort.
‘Maar het gaat goed daar dus?’
‘Zeker. Mijn oude vrienden weer terug, alles weer normaal.’
‘Weten zij het van jou?’
‘Wat?’
‘Dat je…’
‘Homo ben? Ja hoor, allang.’
‘Cool.’
‘Zeker. Niemand doet daar moeilijk over.’
We reden de wijk in, de overweg hadden we al gehad, zonder er echt bij na te denken. Alles went blijkbaar.
‘Zin om wat te drinken?’ vroeg ik.
‘Best.’
Dat had ik niet verwacht. Ik zei het eigenlijk alleen maar om hem uit te dagen.
‘Ik zet even mijn fiets thuis neer.’
‘Is goed, zie ik je zo.’
Thuis gooide ik mijn tas in de hoek, mijn ouders waren er nog niet. Ik pakte mijn tas weer, ging naar boven, even mijn kamer checken. Klein beetje opruimen. Bed recht trekken. Van mij mocht hij er in gaan liggen. Ik zuchtte. Waarom deed ik dit? Hij was hetero, vergeten die optie. Maar ik zou het wel willen. De deurbel ging. Ik snelde de trap af, liet hem binnen.
‘Wat wil je drinken?’
‘Maakt niet uit.’
Beetje ongemakkelijke sfeer. Ik wenkte hem mee naar boven, klapte op mijn kamer mijn laptop open en zette muziek aan. Hij ging in een stoel zitten. Niet op mijn bed helaas. Hij keek even rond.
‘Je bent de eerste die vraagt hoe het daar nu gaat,’ zei ik. ‘Sowieso de eerste die ik weer spreek sinds ik weg ben.’
‘Sorry.’
‘Geeft niet. Klaar ermee, zei ik je al.’
Hij glimlachte, keek even rond.
‘Heb jij een foto van Jordy?’
‘Ja, van Schouten gekregen. Ik wilde er eentje hebben.’
‘Had jij iets met hem?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee.’
‘Jij wist het al langer van hem toch?’
‘Kort voor die maandag pas echt. Ik was hem tegen gekomen op dat feest. Dan is het wel duidelijk. Hij dus ook van mij.’
‘Kom op. Dat wisten jullie al langer. Dat showtje dat jullie af en toe weggaven voor elkaar onder de douche…’
Ik kleurde. ‘Heb je dat gezien?’
Hij grijnsde. ‘Zeker wel.’
‘Dan hield jij ons ook goed in de gaten,’ kaatste ik half lachend terug.
Hij deed iets wat ik niet verwachtte, hij bloosde lichtjes.
‘Zolang John het maar niet gezien heeft,’ zei ik.
‘Nee, dan had je dat wel gemerkt.’
‘Wat een lul. Ik snap nog niet waarom jullie hem zijn gang laten gaan.’
‘Hij heeft teveel vrienden. Hij staat niet alleen. Ook al zijn het meelopers, die laten hem niet vallen.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Ik snap wel waarom Jordy niet uit de kast kwam.’
‘Ik ook. Volgens mij was hij verliefd op je.’
Ik knikte. ‘Denk ik ook.’
Hij keek weer naar de foto.
‘Ik ben zijn neef nog tegen gekomen,’ zei ik. ‘Ik snap nu een hoop dingen meer.’
‘Wat dan?’
‘Hoe Jordy was, hoe het thuis was. Laat maar. Het had nooit zo ver moeten komen.’
Hij nam een slok. ‘Ik vond het sterk van je dat je zo ineens uit de kast kwam. Zeker tegenover John.’
‘Het was niet vrijwillig.’
‘Nee, maar je ontkende niet, je ging wel de confrontatie aan.’
Ik glimlachte, half verlegen.
‘Had ik nooit gedurfd.’
‘Jij hoefde het ook niet te doen.’
‘Nee. Nou…’
Mijn mond viel open. ‘Wat bedoel je?’
Het vlamde door me heen. Dit ging niet waar zijn! Mijn god, als dit waar was…
‘Nee, niets. Ik heb een tijdje wel getwijfeld, wat ik nou was.’
‘Doen er veel.’
‘Daarom. Ik weet nu wel dat het niet zo is.’
‘Jammer,’ onderbrak ik hem.
Hij grijnsde, bloosde weer.
‘Ga verder.’
‘Ik was bang voor de school, als het toch zo zou zijn. Hans heeft me ook wel eens gevraagd toen wat er was, maar ik heb mooi mijn mond gehouden.’
Ik lachte. ‘Was je verliefd?’
‘Geen idee of ik dat was.’
‘Op Hans?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Misschien, ik weet het niet.’
Ik kreeg een beeld voor me, van Abel met Hans. Geil en jaloers tegelijk.
‘Maar Hans is zo hetero als het maar zijn kan, dat weet jij ook wel.’
Ik grinnikte. ‘En als het niet zo is dan weet hij het goed te verbergen.’
‘Heb jij het ooit van mij gedacht?’
‘Nee.’ Ik lachte. ‘Gehoopt misschien.’
Hij glimlachte.
‘Misschien een beetje getwijfeld, ik heb je wel eens expres laten kijken in de kleedkamer, toen je naast Hans zat. Je hebt me zitten checken, en niet te zuinig. Geef toe.’
Nu werd hij echt rood.
‘Hoe lang heb je getwijfeld? Wanneer was dat eigenlijk?’
‘Tijdje voordat jij in de klas kwam.’
‘Twijfelde je toen weer?’
‘Klein beetje misschien.’
Het vlamde. Ik had hem aan het twijfelen gebracht. Weer opnieuw.
‘Maar ik wist wel meteen dat het dat niet was.’
Jammer. Ik zei het maar niet nog een keer hardop.
‘Wat dacht je toen ze Jordy zo zaten te pesten over dat roze bandje?’
‘Belachelijk, ik was best kwaad eigenlijk.’
‘Maar je deed niets.’
‘Hé! Wat dan?’
‘Schijt hebben aan John.’
‘Het is niet alleen John, Duco. Als ik dat had gedaan dan had ik de hele groep achter me aan gehad.’
‘Ik had je gesteund. Hans ook.’
‘Hans? Ik denk het niet. Die kijkt nog meer uit dan ik. Ik loop tenminste nog het risico door met je mee te fietsen van het station. Als iemand dat ziet dan weet ik nu de grappen al. Hans doet er alles voor om in die groep te blijven. Die gaat dat echt niet op het spel zetten.’
‘Zelfs niet als jij…?’
‘Ik reken er niet op.’
‘Jezus, het is nog erger dan ik dacht eigenlijk.’
Hij haalde zijn schouders op.
‘Maar het is zo nou eenmaal,’ zei ik spottend.
Abel keek me aan en knikte. Ik hoorde mijn ouders thuiskomen. Ik riep naar beneden, mijn moeder riep terug. Abel keek op zijn telefoon.
‘Is het al zo laat? Ik moet zo eens naar huis.’
‘Is goed,’ zei ik.
Ik liep achter hem aan naar beneden. Mooie nek, mooie kont.
‘Leuk je gesproken te hebben,’ zei ik bij de deur.
‘Zeker,’ zei hij vrolijk, ‘vond ik ook.’
‘We spreken elkaar nog wel een keer. Doe ze de groeten van mij.’
Hij lachte. ‘Daar meen jij geen flikker van.’
Ik grijnsde. ‘Nee. Ey, mocht je nog eens twijfelen, of het gewoon een keer willen proberen, je hebt mijn nummer.’
Hij keek me verbaasd aan, maar toen hij mijn lachende gezicht zag lachte hij mee.
‘Vergeet het Duco. Zie je.’
‘Zie je.’
Ik sloot de deur, dacht er aan hoe dat er uit gezien moet hebben. Het wond me op. Ik had het graag gedaan. Heel graag zelfs. Ik had het gevoel dat het misschien helemaal niet zo onmogelijk had kunnen zijn toen. Misschien nog wel niet. Hoe groot was zijn twijfel nog? Die lach van hem toen hij net wegging… Ik wist het allemaal nog niet zo zeker.

Sem zat weer alleen. Het begon me te irriteren. We hadden net een les achter de rug waar ik geen bal van snapte. Hij zat al buiten op zijn vaste plekje, Ik liet de rest achter en liep door naar hem.
‘Hey,’ zei ik, ‘snapte jij die les net?’
Hij keek schuin omhoog, haalde zijn schouders op. ‘Beetje.’
Dat betekende waarschijnlijk: “ja hoor, makkie”.
‘Kun jij het me uitleggen?’
Schouders. Ik ging naast hem zitten, maakte mijn rugzak open en trok het boek eruit.
‘Please…’ vroeg ik zielig.
Hij glimlachte om mijn lach.
‘Kijk,’ zei ik, ‘dat hoofdstuk. Wat bedoelde die vent?’
Hij keek naar het boek op mijn schoot en begon het nog eens uit te leggen. Ik snapte het ook nog. Langzaam raakte hij op zijn gemak, bleef rustig uitleggen, hing zelfs even tegen me aan om wat aan te wijzen.
‘Mooi,’ zei ik even later terwijl ik het boek weer opborg, ‘ik ga er thuis mee verder. Thanx.’
‘Oké.’
‘Sinas op het station als dank?’
Hij glimlachte alleen maar, begon zich ongemakkelijk te voelen.
‘Ik ga naar de rest, even eten. Ga je mee, of blijf je zitten?’
‘Eh…’
Ik glimlachte begripvol, stond op. ‘Vanmiddag, station. Ik fiets wel als je wil.’
Ik liep tevreden terug naar de rest, Daphne knipoogde.
‘Volgens mij vind je hem wel leuk.’
‘Daphne, hou op.’
‘Oh nee, die Abel is weer in beeld.’
‘Hm, als ik die eens kon hebben… Damn.’
‘Ik ben toch wel benieuwd naar die jongen.’
‘Je blijft er af. Sodemieter op. Dat doe je me niet aan. Jij mag alleen een vriendje hebben die ik niet lekker vind, anders word ik gek.’
Daphne lachte hard. Sem keek weer. Hij glimlachte.

Ik had het niet verwacht, maar hij stond zelfs op me te wachten, leek het wel. Ik wilde fietsen, maar ik was een stukje langer dan hem, dat ging voor we de straat uit waren al fout op zijn fiets. Ik lachte, hij nam het toch maar over. Hij bleef voor het station staan toen ik afstapte.
‘Zet je fiets in het rek,’ zei ik, ‘gaan we even ergens zitten.’
Weer die twijfel, maar hij deed het wel.
‘Sinas, of iets anders?’ vroeg ik toen we binnen waren.
‘Lekker,’ zei hij.
Ik kocht twee flesjes, nam hem mee het perron op.
‘Mijn trein,’ zei ik.
‘Hoe laat gaat die?’
‘Over vijf minuten, de volgende een half uur later.’ Ik draaide het flesje open en tikte tegen die van hem. ‘Proost. Ik heb de tijd. Ik pak de volgende wel.’
Hij glimlachte, keek rond, hield te toegang in de gaten merkte ik. Wat was dat toch?
‘Woon je hier ver vandaan?’ vroeg ik.
‘Nee, niet echt. Achter het station eigenlijk, ik moet alleen een eindje verder de overweg over en weer terug.’
‘Er is hier een trap en tunnel toch, naar de andere kant?’
‘Ja, maar dat is lastig met een fiets.’
‘True. Waar heb je eerst op school gezeten? Het Stedelijk?’
Hij twijfelde even, knikte toen.
‘Hm, bij ons is het leuker denk ik.’
Hij glimlachte flauw.
‘Waarom ben je overgestapt?’
Hij zweeg, keek even weer naar de toegang naar het perron.
‘Was het daar zo kut?’
Hij staarde naar het flesje in zijn handen.
‘Net als mijn vorige school dus.’ Ik moest blijven praten wist ik, er ging niets vanzelf vanuit hem komen. ‘Kutschool. Raar sfeertje. Ik ben een tijdje geleden verhuisd, dus ook daar naar een nieuwe school. Ik ben blij dat ik weer terug ben. Daar liepen een paar mislukte macho’s rond… Niet normaal. Heb je hier bij ons tenminste geen last van.’
‘Ja…’
We zwegen weer, mijn volgende trein kwam al weer binnen. Eindpunt, klaar om weer om te draaien over een minuut of tien, kwartier.
‘Moet je niet instappen?’
Ik lachte. ‘Wil je me weg hebben?’
Hij schrok. ‘Nee… Maar je moet nog een eind en…’
‘Hij gaat over een minuut of tien pas.’ Ik dronk mijn flesje verder leeg. ‘Tijd zat.’
‘Oké.’
Zijn flesje was al leeg. Ik draaide de dop er weer op, stond op om hem weg te gooien. Ik strekte mijn hand naar hem uit, hij gaf mij die van hem. Ik mikte ze in de prullenbak en ging weer zitten.
‘Sem, ik ga eerlijk tegen je zijn.’
Hij keek verbaasd.
‘Ik weet niet wat er daar allemaal gebeurd is, maar je bent oké. Vind iedereen. Ze hebben van alles geprobeerd om je bij de klas te betrekken, maar dat moet je verder zelf weten.’
Ongemakkelijke blik.
‘Ik probeer het me voor te stellen, ik snap dat het lastig is, maar denk er eens over na. We zijn één gezellige klas. Je bent oké Sem. Je bent welkom. Heeft iemand je ooit gepest hier?’
‘Nee.’
‘Nou dan.’
‘Weet ik ook wel…’
‘Daarom.’
Het werd ongemakkelijk voor hem, dat merkte ik aan alles.
Ik stond op en glimlachte. ‘Mijn trein gaat zo.’
‘Ja.’
‘Bedankt voor het uitleggen vanmiddag. Echt.’
‘Graag gedaan.’
Ik stak mijn hand uit. ‘Zie je morgen.’
Hij pakte hem, schudde. Ik draaide me om, stapte in, bleef nog even staan. Hij ook, beetje twijfelend. Moest hij nu al weglopen of niet? Het fluitje ging, ik zette een stap achteruit.
‘Tot morgen.’
Hij stak kort zijn hand op. ‘Doei.’

Oké, het was maar een kleine stap. De volgende ochtend zei hij vanuit zichzelf hoi tegen mij, maar in de pauze hield hij toch afstand. Ik liet het een beetje aan hem zelf over. Stiekem was ik er ook wel een beetje klaar mee. Ik had hem laten merken dat we hem oké vonden, dat hij niets te vrezen had hier op school, in onze klas. Nu moest hij maar zelf komen. Bovendien, ik had genoeg aan mezelf. Ik had toch meer gehoopt dat ik Abel wat meer aan me kon binden dan het werkelijk was. Toch die verliefdheid. Ik had hem nog wat berichtjes gestuurd, maar hij had er een beetje lauw op gereageerd. Natuurlijk wist ik ook wel dat hij zijn eigen dingen had, zijn eigen vrienden. Het was ook maar een paar dagen geleden dat hij bij me was geweest, maar het had me stiekem veel meer gedaan dan ik dacht. Daphne zat me er al een paar dagen mee te plagen.
‘Jongen, morgen is het zaterdag, dan verveelt hij zich te pletter en komt hij met hangende pootjes naar je toe.’
Ik lachte. ‘Tuurlijk.’
‘Wilde seks, ik voorspel het je.’
‘Hou op. Niet aan denken.’
Ze lachte hard, Sem keek van een afstandje en glimlachte.
‘Gaan we vanmiddag de stad in, of moet je meteen naar Abel?’
‘Daf, hou op. Ik weet niet eens waar hij is.’
‘Dus je gaat mee?’
‘Duh…’
‘Nog twee lessen,’ hoorde ik Khalid zeggen.
Ik lachte naar hem, bijna weekend.

‘Sem!’ Ik riep hard, hij stopte.
Ik rende naar hem toe.
‘Ga je mee? We gaan nog wat drinken in de stad.’
Hij twijfelde, ik had niet anders verwacht. Ik gaf hem nog één kans.
‘Kom op man. Ga mee. Is leuk.’
‘Ja. Nou…’
‘Ze leer je ze nooit kennen. Desnoods blijf je bij mij in de buurt, gaan we daarna samen naar het station. Kom op.’
‘Eh…’
‘Je moet mee, anders moet ik lopen, ik wil achterop.’
Onzin, ik kon net zo goed bij Owen achterop maar hij glimlachte toen hij mijn spottende gezicht zag.
‘Oké…’
Ik was verbaasd. ‘Cool!’
Ik wenkte de rest. Daphne keek verbaasd, kwam meteen naar ons toegereden.
‘Ga je mee Sem?’
‘Ja,’ zei hij timide.
‘Leuk!’ Ze keek om. ‘Khalid! Schiet eens op man!’
‘Rustig Daf,’ grinnikte ik, ‘het is je vriendje niet.’ We keken elkaar aan. ‘Nog niet,’ zei ik er meteen achteraan.
‘Mond dicht,’ grijnsde ze.
We reden de stad in.
‘Waar gaan we heen?’ vroeg Sem aan mij.
‘Naar de snackcorner,’ zei Daphne, ‘we moeten Owen bijvoeren.’
Ik lachte. Khalid haalde ons in, remde op de hoek van het plein. Sem remde er naast. Ik sprong van zijn fiets af, rekte me uit.
‘Voeren!’ riep Khalid naar Owen.
‘Mooi!’ hoorde ik achter me.
We lachten, ik keek naar Sem, die glimlachte. Onhandig, maar hij vond het tot nu toe wel leuk geloof ik. We haalden wat te drinken, gingen aan een paar tafeltjes zitten.
‘Nou,’ zei Daphne tegen Sem, ‘hier zitten we iedere vrijdag.’
Hij glimlachte. Ik stond op, legde even mijn hand op zijn schouder en ging een kroket halen. Sem hoefde niets. Ik hield hem in de gaten, wou dat hij het leuk had, wat ontdooide. Dat deed hij ook wel. Hij zei niet veel, tenzij ze hem wat vroegen. Prima. Nog beter: iedereen snapte dat ze hem niet moesten vragen naar zijn oude school. Iedereen snapte ook wel wat daar gebeurd moest zijn. Sem ging een ongedwongen middagje tegemoet.

Daphne keek langs me af, in de verte. Ik draaide me om, wist meteen waar ze naar keek. Geen idee wie het was, nog nooit eerder gezien, maar het was een mooie jongen. Een hele mooie jongen. Ik bleef hem volgen draaide mijn hoofd mee naar waar hij liep.
‘Kijk het mooie er niet vanaf, Duco,’ lachte een jongen.
‘Homo…’
Ik zag Sem kijken, zijn gezicht vertrok. Hij dook een beetje ineen. Weg was zijn voorzichtig vrolijke gezicht.
‘Vergeet het Duco, die gast is hetero,’ zei de jongen naast Owen.
Ik keek nog een keer om en draaide weer terug. ‘Ken je hem dan?’
‘Vaag. Zijn vriendin woont bij ons in de straat.’
‘Hm, jammer.’
Ze lachten. Sem keek verbaasd. Ik keek even naar hem, knipoogde. Hij merkte dat ik de grappen van de rest prima vond, dat ik het kon hebben. Langzaam weer wel, maar dat hoefde hij niet te weten. Ik werd er vrolijk van, ik kon de grappen weer gewoon hebben. Hijzelf nog niet. Hij was nog stiller, zijn gezicht strakker. Absoluut niet op zijn gemak. Daphne zag het ook. Ze schoof wat dichterbij.
‘Mooie jongen Duuk,’ grijnsde ze. Ze zei het hard genoeg dat Sem het kon horen. ‘Maar je hoorde het, ik maak meer kans.’
‘Hij heeft een vriendin, muts,’ lachte ik, ‘dat heb je net zelf ook gehoord. Vergeet het maar.’
De rest was het voorval al lang weer vergeten. Sem stond op, ging nog wat te drinken halen. Hij kwam terug, met nog een flesje cola voor mij.
‘Dank je?’ zei ik verbaasd.
‘Voor de sinas van deze week.’
‘Doe normaal, gek,’ zei ik. ‘Dat was voor het meerijden.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik heb het nou toch al gekocht.’
Ik lachte. Hij zei het uitdagend. Ik was tevreden. Hij ontdooide. Langzaam. Owen had nog wat te eten gehaald. Er zat een flinke klodder mayonaise in zijn mondhoek.
‘Jezus, Owen…’ Ik lachte. ‘Eet eens normaal man.’
Owen grijnsde, bolle wangen.
‘Varken.’
Hij slikte, keek naar zijn broodje. ‘Sem? Sla hem even tegen zijn hoofd voor me, wil je?’
‘Niet doen Sem.’
‘Sem, hij noemde me een varken. Je mag slaan.’
Ik was benieuwd wat hij zou doen. Hij keek twijfelend.
‘Maar wel een lief varken,’ zei ik.
Owen keek moeilijk, protesterend. ‘Oké, laat maar Sem. Hij redt zich er mooi uit.’
Ik keek op mijn telefoon. ‘Ik ga zo eens jongens. Stukkie trein nog.’
Daan stond op. ‘Ja, ik ga ook eens fietsen.’
Sem dronk ineens snel.
‘Ga je ook?’ vroeg Khalid.
Hij knikte. We liepen samen naar zijn fiets.
‘Rij je mee?’
Ik knikte. ‘Is goed, dank je.’
Hij keek even, stuntelde wat.
‘Ik hou jouw flesje wel even vast.’
Die van mij zat in het zijvakje van mijn tas. Dat was mooi voor onderweg in de trein. Hij glimlachte, stapte op en wachtte tot ik achterop zat. We reden langs de rest.
‘Tot maandag!’
‘Doei Duuk.’ ‘Tot maandag Sem!’
Sem zwaaide, reed daarna richting het station. Hij trapte flink door.
‘Doe maar rustig,’ zei ik, ‘die ga ik toch missen.’
Hij ging iets minder snel trappen, maar de vaart bleef er goed in. Bij het station sprong ik van zijn fiets af, bleef bij hem staan. Ik gaf hem zijn flesje terug.
‘Hoe vond je het?’
‘Gezellig,’ antwoordde hij vrolijk.
‘Ga je nog even mee naar het perron, of moet je door?’
Hij treuzelde.
‘Je schrok van die opmerking net hè?’
‘Iedereen lachte.’
Ik grijnsde.
‘Maar… Het is ook echt zo?’
‘Ja.’
‘En dat weten ze ook gewoon?’
‘Ja.’
‘Hoe zijn ze daar dan achter gekomen?’
‘Zelf verteld. Ongeveer. Het was al snel geen geheim.’
‘Maar…’
‘Ze vinden het oké, hier is dat geen probleem.’
Hij dacht na, diep.
‘Was dat het, waarom ze je pestten?’
Hij knikte.
‘Zomaar, of is het ook zo?’
Hij zweeg, staarde een beetje moeilijk. Volgens mij wilde hij op zich best zijn verhaal kwijt.
‘Hé, ga nog even mee naar het perron, effe ouwehoeren nog. Mijn trein gaat net weg, anders zit ik daar alleen voor een half uur.’
Hij bewoog, stepte zijn fiets naar het rek. Mooi.

© 2015 Oliver Kjelsson

 
Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op deze link en laat eens een berichtje achter op het forum!