Zwart (deel 5)

Ik kon ook gewoon niet ontkennen. Er stonden genoeg dingen op mijn Facebook pagina waaruit je kon opmaken dat het zo was. Ik had expres de laatste tijd niets meer “opvallends” gepost, ook de foto’s van het afgelopen weekend niet, maar die van vorig jaar stonden er nog gewoon op.
‘Zegt John dat? Heeft hij me na zitten zoeken? Hij heeft een flink stuk naar beneden zitten scrollen dan.’
Abel haalde zijn schouders op.
‘En waarom zoekt hij me ineens? Omdat ik het misschien wel voor Jordy opneem?’
Abel was nog duidelijk bezig met de vraag of ik nou homo was of niet.
‘Nee, echt Abel. Het staat gewoon op Facebook, niemand heeft het ooit gezien. Ik heb net in de gang een kleine discussie over het hele verhaal om Jordy en ineens komt hij op de proppen met mijn Facebookgeschiedenis.’
‘Ik zei nog dat je uit moest kijken met de gast.’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Maar je bent dus…?’
‘Ik weet niet of je zelf hebt zitten kijken? Maar dat kan ik niet ontkennen, nee.’
‘John heeft het net laten zien.’
‘De hele tafel in rep en roer?’
‘We zijn wel verbaasd ja.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Ik kan het niet veranderen voor je.’
Hij wilde weer naar binnen zag ik. Mijn hoofd schatte de situatie in. Hoe dan ook, ik moest ze toch weer onder ogen komen.

Alles van mijn eerste coming out kwam weer boven. Zenuwen. Klamme handen. Alle scenario’s waren toen door mijn kop gegaan. Afwijzing, flauwe grappen, zelfs klappen krijgen was door mijn hoofd gegaan. Ik was allang blij dat ik het toen eerst mijn ouders verteld had. Die stonden achter me, ik had ook niet anders verwacht. Ik had het Daphne eerst verteld, dat durfde ik wel. Eigenlijk wist ze het al wel, net als mijn ouders. Mijn hints en flauwe grappen waren niet onopgemerkt gebleven. Maar de rest van de school… Owen was mijn eerste echte test. Goede vriend, maar het was toch een jongen die je ging vertellen dat je verliefd werd op jongens. Oké, hij vond het raar in het begin, had het ook helemaal niet zien aankomen. Nooit over nagedacht. Hij was er snel relaxed over. Vanaf toen vriend voor het leven. Toen ik Thijs leerde kennen werd het wel tijd om de rest van de klas het te vertellen. Geen zin om dat te verstoppen. Dat ging ook moeilijk, hij zat dan wel niet bij ons op school, maar een paar klasgenoten kenden hem wel van zijn volleybal. Ik was bloednerveus geweest, maar eigenlijk was dat nergens voor nodig. Iedereen vond het wel oké, deed er absoluut niet moeilijk over. Dat was een hele opluchting geweest toen. Eigenlijk heeft dat moment veel voor me bepaald, ik heb me er nooit meer ongemakkelijk over gevoeld, nergens. Maar nu? Ik had dezelfde klamme handen weer, onrust.

Ik keek Abel na, hij was al bijna bij de deur.
‘Abel!’
Hij keek om. Ik stond op en liep snel naar hem toe.
‘Wacht even, ik loop met je mee naar binnen.’
De rest zag ons binnen komen, Abel ging zitten, ik pakte mijn stoel. Ik deed alsof er niets aan de hand was. Aan het einde van de tafel zag ik John kijken. Rare grijns op zijn gezicht. Twee jongens naast hem hadden dezelfde blik. Zijn trouwste volgelingen. Ik nam een slok water, het laatste, mijn flesje was leeg. Hans keek naar me, Abel staarde. Benieuwd wat ik zou gaan doen. Niets dus. Wat zou ik moeten doen? Zij wisten er duidelijk ook geen houding bij te hebben. Ongemakkelijke sfeer aan tafel.
Hans rekte zich uit een gaapte. ‘Saai, zo’n tussenuur.’
‘Geen paniek, je mag zo weer,’ zei ik.
Hij lachte. ‘Nog saaier. Wat hebben we eigenlijk?’
‘Engels.’
‘Gay.’
Meteen keek hij me half verschrikt aan. Ik grijnsde.

Aan het eind van de lessen stond mevrouw Schouten op me te wachten.
‘Duco, heb je even?’
Ik keek om naar Abel en Hans, maar die liepen al door. Ze hadden alle lessen niet veel meer gezegd, normaal was dat wel anders. Ik keek ze even na en draaide toen weer terug.
‘Is goed.’
Ik liep naast haar naar haar lokaal, ze liet me als eerste binnen en deed de deur dicht.
‘Duco.’
Ik ging zitten.
‘Waar ik je voor nodig heb… Nee, als eerste, je had een stevig gesprek met John?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Mwoh…’
‘Je nam het voor Jordy op.’
‘Ja.’
‘Had je veel contact met hem?’
‘ Nee. Niemand. Nou ja… Ik misschien nog wel het meeste van allemaal.’ Ik keek haar aan en zuchtte. ‘Oké, ik wist een geheim van hem. Waar iedereen al grappen over maakte. Hij is homo.’ Ik schrok. ‘Was,’ zei ik zachtjes.
Ik zag haar wenkbrauwen omhooggaan.
‘Hij was afgelopen weekend op die Gay Pride, kwam hem daar tegen.’
‘Ben je zelf ook…?’
‘Ja. Waar ze vandaag ook achter gekomen zijn. Na mijn discussie met John heeft hij mijn Facebook uit zitten pluizen. Dan is het wel snel duidelijk,’ grijnsde ik voorzichtig.
‘Dat weet nu iedereen?’
‘Ga daar maar van uit. John houdt dat niet stil. Maar het schepte wel een band tussen Jordy en mij. Afgesproken dat we er beide onze mond over zouden houden, daar was hij wel blij mee.’
‘Zei hij dat?’
‘Nee, hij lachte.’ Ik keek voor me, zag zijn lach weer.
‘Duco, gaat het?’
‘Huh?’ Ik keek op. ‘Jawel. Jordy zorgde vaak dat hij naast mij stond bij het douchen na het sporten. Dan lieten ze hem een beetje met rust. En omdat we het van elkaar wisten… Nou ja, laat maar. Hij keek, als u snapt wat ik bedoel. En dat heeft de rest gezien. U hebt die foto gezien op Facebook? Dat kwam daardoor. Ze hebben in de gang zijn tas afgepakt, doorzocht. Daar kwam een bandje uit, zo’n rubber polsding, roze. Die deelden ze uit op dat feest afgelopen weekend. Toen ging het helemaal los. Zijn tas vloog door de gang, hij heeft alles bij elkaar geraapt en toen was hij weg.’
Ik slikte, ze zag het en legde even haar hand op mijn knie.
‘Ze maakten echt flauwe grappen, waarschuwden me, dat Jordy naar me stond te kijken.’
‘Wat zei jij toen?’
‘Dat het me niet uitmaakte. Als hij wilde kijken dan keek hij maar. Ze vonden me een rare. Nu helemaal waarschijnlijk.’
‘Was er iets tussen jullie?’
‘Wie?’
‘Jij en Jordy? Na afgelopen weekend.’
‘Hoe bedoelt u? Relatie of zoiets? Nee…’
‘Maar?’
‘Het zit me dwars. Ik weet wat het is om in de kast te zitten. Mijn vorige school, al was dat nergens voor nodig. Op een gegeven moment wisten ze het van mij en iedereen vond het prima. Hier was ik toch even voorzichtig, en na die grappen over Jordy hield ik het maar even zo.’ Ik keek haar aan. ‘Ik had meer moeten doen.’
‘Meer?’
‘Voor Jordy. Ik had hem moeten helpen. Dat wilde ik ook wel, maar toen ze hem maandag zo treiterden deed ik niets.’
‘In die setting, je beschermde ook jezelf Duco.’
‘Maar toch. Al was ik hem maar gaan helpen zijn tas weer in te laden. Hij zat met hetzelfde als ik eigenlijk. En ik liet hem alleen. Iedereen ging toen ook al het lokaal in.’
Ik zat ondertussen met mijn benen gestrekt voor me uit, staarde naar mijn schoenen.
‘Dat soort dingen gaan dan zo snel, Duco.’
‘Dan nog. Ik had me voorgenomen met hem te gaan praten, te helpen. Hij zat nog zo in de kast, volgens mij had hij het zelf nog niet eens geaccepteerd. Daar had ik hem toch mee kunnen helpen.’ Ik zuchtte. ‘Ik had nog zoveel willen zeggen tegen hem.’
‘Ik snap wat je denkt.’
‘Maar ik heb er niets aan nu.’
‘Er moet al veel gebeurd zijn, dat weten we allemaal niet Duco. Er moet veel zijn geweest, anders doe je zoiets niet, dat is echt een laatste wanhoopsdaad. Dat heeft niemand aan zien komen.’
De manier waarop ze dat zei… Ik keek haar aan.
‘Hij is hier nooit geweest hè? Om over zijn shit te praten.’
Ze schudde zuchtend haar hoofd. ‘Nee.’
‘Jezus.’
‘We zagen wel dat hij wat buiten de groep lag, maar stille jongens heb je altijd wel. Maar dat er meer speelde… Die foto daar schrokken wij ook van.’
‘Er is veel meer, als je terugzoekt op die pagina.’
‘Iemand had ons getipt over die foto. Daarvoor hadden we geen signalen.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Waarom praatte hij nooit?’
‘Bang dat het dan alleen maar erger zou worden. Dat denken veel kinderen die gepest worden. Dat ze afgerekend worden als ze dat doen.’
‘Ik had misschien zelf moeten komen hier,’ zei ik. ‘Ik had echt meer moeten doen.’
‘Jongen, je weet niet wat er allemaal meer gespeeld heeft.’
‘Nee.’
‘Daarom. Ik heb nog een vraag voor je. Ik heb vanmiddag contact gehad met de ouders. Ze vragen of er iemand is van school die iets zou willen zeggen op de begrafenis.’
Ik keek verschrikt op. ‘O nee.’
Ze glimlachte. ‘Het is maar een vraag.’
‘Nee. Echt niet. Ik zou niet weten wat ik zou moeten zeggen.’
‘Misschien wat je al gezegd hebt.’
‘Hoe bedoelt u?’
‘Dat je nieuw bent hier, hem niet echt kende. Dat je niet wist wat er allemaal speelde, de onwerkelijkheid van het bericht dat hij er niet meer is.’
‘Nee.’ Ik slikte. ‘Dat trek ik niet denk ik.’
‘Te dichtbij?’
Ik keek op, mijn ogen prikten. Ik veegde met de mouw van mijn trui langs mijn ogen.
‘Ja. Beetje wel.’
‘Het zit je echt dwars hè?’
Ik knikte, keek weer naar mijn schoenen. Ze legde haar hand tegen mijn schouder.
‘Denk er maar even over na. Het hoeft niet.’
Ik knikte.
‘Gaat het?’
‘Jawel.’
‘Zie ik je hier nog een keer terug? Ik wil wel blijven weten hoe het met je gaat.’
‘Is goed.’
‘Dank je wel.’
Ze stond op. Ik liep naar de deur en gaf haar een hand.
‘Denk er nog eens over na. Het zou wel mooi zijn. Ik kan je er wel mee helpen als je wil.’
Ik haalde mijn schouders op.
‘Je zei net dat je nog zoveel wilde zeggen tegen hem. Dit is je kans.’
Ze keek uitdagend, ik keek wanhopig terug waardoor ze begon te lachen.
‘Het hoeft niet, Duco. Als je er maar goed over nagedacht hebt.’
Toen deed ze iets wat ik niet verwacht had. Ze pakte me even vast, hele kleine korte knuffel. Dat raakte me.
‘Dank u wel. Tot morgen.’

‘Hoe is het?’ vroeg mijn moeder toen ik binnen kwam.
Ik haalde mijn schouders op.
‘Werd er nog wat gezegd?’
‘Genoeg,’ zuchtte ik. Ik keek haar aan. ‘Ik ben uit de kast daar.’
Ze keek glimlachend. ‘Knap.’
‘Het was niet mijn idee,’ zei ik kortaf. Ik trok de koelkast open. ‘Ik heb een discussie met een jongen gehad over Jordy, en die gast is mijn Facebook gaan uitpluizen.’ Ik deed de deur weer dicht en keek haar aan. ‘Dan is het niet moeilijk meer.’
‘Je hebt er ook nooit moeilijk over gedaan.’
‘Nee, maar op deze school waar mensen erom gepest worden dat ze voor de trein springen had ik het nog even voor me willen houden.’
Ze pakte me vast. ‘Daar sta jij boven jongen, dat weet je zelf ook. En je weet niet wat er allemaal bij die jongen gespeeld heeft.’
Ik ging aan de eettafel zitten, glas voor mijn neus. Ze snapte wat ik wilde, ze kwam tegenover me zitten.
‘Ik weet niet of je daar boven kunt staan. Niet met die gasten.’
‘Je kiest zelf je vrienden, Duco.’
‘Die had ik.’
‘Die heb je nog.’
‘Maar die wonen een eind weg. En die vrienden die ik hier leerde kennen… Ik weet niet wat ze gaan doen. Ze zijn er wel even van geschrokken.’
Ze lachte. ‘Ik kan me Owen nog herinneren toen je het hem verteld had. Die heb ik toen meer dan een week niet gezien.’
Oké, ik lachte mee. Hij was er ook wel even door uit het veld geslagen. Hij wist zich echt even geen houding te geven.
‘Maar hij is wel gebleven,’ zei ik.
‘Daar had ik ook het volste vertrouwen in. Die Abel is toch ook wel een geschikte jongen?’
‘Jawel…’
‘En Hans. Geef ze even de tijd, Duco.’

Oké, ik stond best vrolijk op. Waarom zou het anders gaan met Abel en Hans dan met Owen? Natuurlijk moesten ze er even over nadenken. Het zou wel goed komen allemaal. Ik reed de straat uit en zag Abel in de verte rijden. Duidelijk, die wachtte anders altijd wel. Ik zuchtte. Ik dacht meteen aan Owen. Geen paniek nu. Toen ik mijn fiets in het rek zette twijfelde ik. Wat moest ik nu doen? Bij de rest gaan staan, zoals altijd? Natuurlijk, als ik dat niet deed dan sloot ik me meteen buiten. Ik was nerveus, had geen idee wat ik kon verwachten. Ik hing mijn rugzak over mijn schouder, liep naar ze toe.
‘Goeiemorgen,’ zei ik zo normaal mogelijk.
‘Hey,’ hoorde ik.
Dat waren er minstens drie die dat zeiden. Hans praatte gewoon door, de rest luisterde en lachte. Ook Abel. Even een schuine blik. Ik zag hem denken, maar wist niet wat. Ik zette mijn focus op Hans, dat deed tenslotte iedereen. Ik volgde niet waar hij het over had, het ging over tennis. Ik hield toch de rest in de gaten. John keek even terug, zag hij dat ik me ongemakkelijk voelde? Ik wilde het niet laten merken. Zelfverzekerd zijn. Er gebeurde in ieder geval niets, Hans zijn verhaal won het van alles. Ik ging ook gewoon naast hem zitten in het lokaal. Hij zei niet veel, de les begon gelukkig snel genoeg.

Mevrouw Schouten hield me tegen in de gang, toen ik naar de aula wilde voor de pauze.
‘Duco, heb je even?’
Ik keek naar de rest, die voor me liep. Ik wilde eigenlijk mee, kijken hoe de sfeer zou zijn. Ik wilde ze in de gaten houden.
‘Even maar,’ zei ze toen ze mijn twijfel merkte.
Ik volgde haar, wat kon ik anders?
‘Duco,’ zei ze nadat ze de deur dicht had gedaan.
Ik ging tegen de rand van een tafel zitten.
‘Pak even een stoel. Ik heb vandaag met de ouders van Jordy gesproken.’
‘Ik weet nog niet wat ik moet zeggen hoor. Ik weet nog niet of ik het ga doen.’
Ze glimlachte even, maar keek daarna serieus. ‘Het hoeft ook niet. Jordy heeft een brief achtergelaten.’
Ik keek haar met open mond aan.
‘Ik heb hem zelf niet gelezen, maar hij vertelt daarin over het gepest worden hier op school. Ze waren daar zo verbaasd over dat ze er voor kiezen de begrafenis besloten te houden, zonder leerlingen.’
‘Verbaasd?’
‘Ja, verbaasd.’
‘Die wisten dus ook van niets?’
Ze dacht even na. ‘Nee, blijkbaar.’
‘Jezus,’ zuchtte ik.
‘Duco…’
‘Hij heeft jullie niets verteld, zijn ouders niet… Hij hield alles voor zichzelf. Ik had echt met hem moeten gaan praten.’
‘Verwijt jezelf niets, jongen.’
‘Hij had niemand,’ mokte ik. ‘Ik…’
‘We hadden allemaal iets moeten doen jongen, moeten zien, moeten merken. Hij had aan de bel moeten trekken.’
‘Maar ze willen niemand van school erbij hebben?’
Ze schudde haar hoofd. ‘Niemand.’
Dat klonk zuur. Waarschijnlijk ook geen leraren dus. Ik stond weer op.
‘Het is zoals het is,’ zei ze. ‘We denken er over na of we hier op school iets willen doen voor hem.’
‘Doe geen moeite,’ mokte ik. ‘Volgens mij zijn ze hem al vergeten.’

Ik was net op tijd voor de volgende les. Ik nam nog snel een slok uit mijn waterflesje en liep met de rest het lokaal in.
‘Over jouw problemen praten, Duco?’
Ik keek, zag John grijnzen. Ik dacht al dat hij het was die dat zei. Ik keek vernietigend terug. Er was over mij gepraat in de pauze, dat was wel duidelijk. Hans zat zwijgend naast me, ik keek naar Abel maar die keek niet terug. Ik hoorde John nog iets zeggen, maar kon niet horen wat. Ik zag grinnikende gezichten. Het werd stil toen de directeur binnen kwam, samen met mevrouw Schouten. Nou gingen we het krijgen.
‘Ga zitten,’ zei hij weer, terwijl iedereen al zat.
Mevrouw Schouten keek even rond, keek mij iets langer aan dan de rest.
‘We hebben vandaag contact gehad met de ouders van Jordy. Zij kiezen er voor de uitvaart in besloten kring te houden. Dat betekent dat wij er niet bij kunnen zijn.’
Geroezemoes.
‘Ik weet niet wie van jullie er naar toe hadden willen gaan, maar we moeten die wens van zijn ouders respecteren.’
Ik keek naar John, hij draaide zijn hoofd naar iemand, die grijnsde kort.
‘Om hem toch te kunnen herdenken zullen wij als school iets organiseren, dat laten we jullie nog weten.’
Nog wat geroezemoes.
‘Ik snap dat dit even raar nieuws is. Als jullie met vragen zitten dan zijn we er voor jullie.’
Hij keek rond, maar niemand zei wat. Hij knikte een keer naar de leraar en liep toen het lokaal uit, gevolgd door mevrouw Schouten.
‘Wat de fuck…,’ mompelde ik.
Hans keek me verbaasd aan. Ik keek terug, schudde mijn hoofd. Wat dit alles? Ze wisten nu van het pest probleem en daar werd verder niets over gezegd? Dit kon niet waar zijn. Lieten ze alles en iedereen er zo mee weg komen? Ik werd onrustig, kwaad.
‘Wat heb jij?’ vroeg Hans niet veel later. ‘Doe es rustig man.’
Ik keek even kort opzij, haalde een keer mijn schouders op. Ik haalde diep adem, maar dat maakte het er niet beter op. Ik wilde naar de pauze. Ik wilde Schouten nog een keer spreken.

‘Duco,’ zei ze vriendelijk toen ik haar lokaal binnen liep.
Ik wachtte tot de laatste leerlingen het lokaal uit waren, deed toen zelf de deur dicht.
‘Waarom is er niets gezegd over die afscheidsbrief en wat er in stond?’ vroeg ik meteen.
Ze zuchtte. ‘We willen eerst met zijn ouders praten, hopelijk ook die brief lezen. We willen weten wat er precies over in stond, namen misschien wel. Maar dat kan nu nog even niet, dat heeft tijd nodig, zijn ouders hebben nu wel wat anders aan hun hoofd.’
‘Er zaten net mensen om te lachen hoor,’ zei ik kwaad met een wijzende vinger in de richting van het lokaal waar we net zaten.
‘Dat heb ik ook gezien.’
‘En niemand die iets doet.’
‘We zijn er mee bezig, Duco. En degenen die zaten te lachen kunnen vandaag of morgen nog langs komen, geloof me.’
‘Mooi,’ antwoordde ik stuurs.
‘Het spijt me dat het allemaal zo moet lopen, Duco, echt. Ik snap jouw frustratie en jouw woede.’
Ik zuchtte.

Mijn gezicht stond nog op onweer toen ik de kantine binnen kwam. Normaal doen nu. Ik griste een stoel weg bij een tafel en schoof die naar onze tafel. Het ging niet van harte, maar ze maakten plaats voor me. Ik klapte mijn broodtrommel op tafel en begon te eten.
‘Weer bij Schouten geweest?’ vroeg John.
Ik negeerde hem, mond vol.
‘Heb je alsnog geregeld dat jij wel naar de begrafenis van jouw vriendje kunt gaan?’
Abel keek strak, onderzoekend naar mij, benieuwd wat ik zou doen. Iedereen trouwens.
‘Nee,’ zei ik. ‘Niemand van hier mag gaan toch?’
‘Misschien jij wel,’ treiterde hij verder.
‘John,’ zei ik terwijl ik wat rechter ging zitten, ‘hou je bek. Beetje respect misschien?’
Hij grinnikte. Het haalde het bloed onder mijn nagels vandaan.
‘Wat lach je nou?’ vroeg ik vijandig.
Hij klonk ineens heel serieus en begripvol. ‘Je was toch zijn vriendje? Ik kan me voorstellen dat ze jou er wel bij laten zijn.’
‘Dat was ik niet. Dus nee, ik kan er ook niet naar toe.’
Ik pakte een nieuwe boterham, keek niet meer naar hem. Discussie gesloten. Het was stil aan tafel, zelfs Hans zei even niets meer. Nadat ik gegeten had stond ik op. Met mijn tas over mijn schouder liep ik naar de toiletten. Ik sloot me op, zuchtte een keer diep. Ik wist niet meer wat ik moest denken. Ik was kwaad, op alles. Op John, op de rest die niets zei, op de school. Op mezelf. Op Jordy. Waarom had hij niemand toegelaten? Waarom had hij alles op zitten vreten, zonder eens te praten, zonder hulp te zoeken? Ik wou dat ik alles terug kon draaien, naar afgelopen zaterdag. Ik had hem mee moeten sleuren, naar dat feest op het plein. Ik had op school meer tegen hem moeten zeggen. Ik spoelde zuchtend door, waste mijn handen. Op de gang liep ik meteen tegen John op.
‘Is de kust veilig?’
‘Ik denk het wel,’ zei ik onverschillig.
Met een grijns ging hij de toiletten binnen. Ik liep terug en zag dat de tafel leeg was. Iedereen was naar buiten. Ik zag ze staan, het hele groepje bij elkaar. Ik slenterde er heen, merkte dat de sfeer gelukkig weer normaal was. Er werd weer gepraat, gelachen. John kwam er niet veel later weer bij staan. Hij grijnsde nog steeds. Het laaide weer op van binnen.
‘Wat was dat net eigenlijk?’ vroeg ik voor ik er zelf erg in had.
‘Wat?’
‘Dat je wilde weten of de kust veilig was.’
Hij lachte. ‘Geen gluurders.’
De rest van de groep viel stil.
‘Gluurders?’ vroeg ik verbaasd.
‘Ja, net als Jordy onder de douche. Gluren.’
‘Wie wil die piemel van jou nou zien?’ vroeg ik uitdagend.
John’s ogen schoten vuur.
‘Ja, serieus. Is dat waar je bang voor bent? Dat er af en toe iemand naar je piemeltje kijkt?’
‘Wel als het een homo is en achteraf er op gaat zitten rukken ja.’
Ik lachte. ‘Maak je geen zorgen John. Ik zal het niet doen. Maar even serieus, iedereen rukt. Dus al die meiden hier moeten zich ongemakkelijk voelen omdat er ergens wel een jongen is die aan haar staat te denken als ie thuis onder de douche staat? Hou toch op man.’
‘Dat is anders.’
‘Anders? Echt?’
‘Ik hou er niet van als er iemand sneaky na het sporten staat te gluren.’
‘Sneaky?’
‘Sneaky.’
‘Omdat je het niets wist van Jordy, dat ie homo was?’
‘Ja.’
‘Is dat het? Dus eigenlijk is het geen probleem als iemand homo is, als jij het maar weet? Zodat jij weet wanneer je met jouw piemeltje weg kunt draaien. Is dat het?’
Hij wilde wat zeggen maar moest nadenken.
‘En hoe had je dat gewild? Brandmerken? Groot bord om de nek?’ Ik bukte en pakte mijn tas. ‘Ik weet het goed gemaakt met je. Doen we.’ Ik ritste het zijvakje open, pakte het rubber bandje eruit.
‘Zo,’ zei ik terwijl ik het om mijn pols deed, ‘nu is het zichtbaar en lekker duidelijk. Zijn we dan nu klaar? Nog iets?’
Hij keek me vernietigend aan. ‘Ik wil gewoon dat jij uit mijn buurt blijft.’
‘Maak je geen zorgen John, dat was ook precies mijn plan.’
Ik draaide me om en liep naar binnen. Flesje water vullen. Ik zweette me kapot.
© 2015 Oliver Kjelsson
Ik ben altijd nieuwsgierig naar jullie reacties. Klik op deze link en laat eens een berichtje achter op het forum!