‘Jeroen,’ probeerde ik, ‘ik wil naar huis. Ik heb koppijn.’
‘Wat flik jij nou man?’ Hij was echt kwaad.
Ik wilde wat zeggen maar daar gaf hij me de kans niet voor.
‘Als jij ooit uit laat lekken dat Colin homo is, sla ik je helemaal verrot.’
‘Wat?’ Mijn mond viel open. ‘Weet jij dat?’
Jeroen knikte. ‘Al jaren. En dat was niet makkelijk voor hem.’
‘Weten Jan en Joris dat ook?’
‘Nee. Niemand. Behalve ik.’ Hij keek me strak aan. ‘Valt me van je tegen, Remco, echt.’ Hij schudde zijn hoofd. ‘Colin dacht dat hij het je wel kon vertellen, omdat je die Kaj ook kende.’
‘Ja,’ zei ik schamper, ‘Kaj.’
‘Wat bedoel je?’
‘Laat maar.’
‘Laat ik je één ding zeggen Remco. Eén verkeerd woord en je hebt met mij te maken.’
‘Remco houdt zijn mond wel,’ hoorde ik.
Jeroen en ik keken tegelijk opzij. Roos kwam bij ons staan.
‘Of niet, Rem?’
Ik knikte.
‘Dank je, Roos,’ zei Jeroen. ‘Zeker na wat ik je net vertelde.’
Ze grijnsde. ‘Heb je het hem verteld?’
‘Dat ik al een hele tijd weet dat Colin homo is? Ja, dat heb ik hem net verteld.’ Hij zei het nadrukkelijk, tegen Roos.
‘En dat andere?’
‘Genoeg Roos.’
‘Nee. Niet genoeg.’ Ze keek nu naar mij. ‘Ik had je het in een onbewaakt ogenblik willen vertellen, maar je was te snel weg.’
‘Roos!’ Jeroen klonk nu heel dringend.
Ze keek naar hem, daarna even naar mij.
‘Oké,’ zei ze tegen hem. ‘Maar Remco, jij zet je fiets op slot en gaat weer mee terug naar binnen. En je gaat met Colin praten.’
Jeroen glimlachte.
‘Hij denkt nu dat je weg bent gelopen omdat hij homo is,’ zei Roos met uitgestoken vinger naar mij. ‘Dus je gaat nu mee en voor je weg gaat heb je het van jezelf verteld.’
Jeroen’s mond viel open. ‘Wat?!’
‘Ja, dat was wat ik je wilde vertellen net, maar toen kwam Ankie er bij staan.’
Jeroen schudde zijn hoofd. Roos lachte en trok me mee. Jeroen volgde. Voor we bij de deur waren hield hij me tegen.
‘We komen er zo aan,’ zei hij tegen Roos. ‘Zeg maar tegen Colin dat het allemaal oké is en dat we er zo zijn.’
Roos stak haar duim op, Jeroen pakte mijn arm vast. ‘Leg uit, ik snap het niet meer. Jij bent homo?’
Ik knikte.
‘Wat is dat met die Kaj?’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Rare gast.’
‘Heb je iets met hem gehad?’
‘Nee. Hij heeft een vriend.’
Jeroen zuchtte. ‘Nee hè?’
‘Voelt Colin wat voor hem?’
Jeroen haalde zijn schouders op. ‘Het is de eerste jongen die hij tegen komt. Ik weet niet hoe diep het zit. Volgens mij niet.’
‘Mooi,’ zei ik, ‘dat ie dat zou houdt.’
‘Goed,’ zei hij, ‘ik ga je nu wat vertellen en je mag niet laten merken dat je het weet. Colin vond je al vanaf het begin leuk. Doe er mee wat je wil, maar alsjeblieft, doe voorzichtig met hem. Hij is al wankel genoeg op dat gebied.’
Het vlamde door me heen.
‘Echt?’ vroeg ik.
Jeroen keek naar mijn gezicht en grijnsde.
Ik glimlachte en liep naar de deur toe. ‘Ik doe voorzichtig.’
Ik liep langs verbaasde gezichten, mensen die ik een kwartier ervoor aangestoten had omdat ik zo snel naar buiten wilde. Nog meer verbaasde gezichten van Freek en Joris, die me terug zagen komen. Colin zat in de vensterbank, strak voor zich uit te kijken. Roos zat naast hem. Ik keek en glimlachte voorzichtig. Ik deed mijn jas uit en gooide die weer op de hoop. Ik bukte, hield mijn gezicht vlak naast die van hem.
‘Sorry. Ik kan het je allemaal uitleggen. Wat drinken?’
Hij keek vijandig. ‘Goed. Doe maar een biertje.’
Ik keek naar hem en wenkte met mijn hoofd. Met enige tegenzin stond hij op en volgde me. Ik keek nog even snel naar Roos, maar die knipoogde alleen maar. Geen grijns, serieuze blik. Ze wenste me sterkte zag ik. Dat had ik ook wel nodig. Ik bestelde twee bier, gaf er eentje aan Colin en keek rond. Ik stootte hem aan en nam hem mee naar een hoekje achterin, daar was het wat rustiger. Ik zag Freek kijken maar Jeroen deed een geweldige taak door iedereen af te leiden. Niemand keek meer. Freek zou er vast nog naar vragen, maar daar verzon ik nog wel wat op. Colin keek naar me. Ik zuchtte.
‘Sorry,’ begon ik. ‘Ik liep net niet weg omdat je homo bent.’
‘Niet?’
Ik schudde mijn hoofd. Daarna grijnsde ik als vanzelf.
‘Zou ook wel gek zijn, ik ben het zelf.’
Colin keek me met grote ogen aan. Daarna kwam er een glimlach op zijn gezicht, zijn mond ging wat open. Het blonk.
‘Maar… Waarom liep je dan ineens weg?’
Ik zuchtte. ‘Ik weet niet of ik dat wel kan uitleggen. Paniek denk ik.’
‘Wat heb jij met Kaj?’
‘Niets.’
‘Ook nooit gehad?’
Ik schudde mijn hoofd.
‘Vind je het erg dat hij iets met mij wil afspreken? Ben je jaloers?’
‘Hij weet het van mij ook. Sinds kort.’
‘Dat heeft hij me niet verteld.’
‘Nee. Snap ik ook wel misschien. Zoiets verraadt je niet zonder vooraf te vragen.’
Colin keek een stuk vrolijker gelukkig, maar hij snapte het allemaal nog niet zo.
‘Ingewikkeld verhaal,’ zei ik. ‘Laat maar. Vertel ik je nog wel een keer.’
Ik keek naar de rest.
‘Weet Roos dit van jou?’
‘Ja. Gouden vriendin, echt waar.’
Hij glimlachte. Ik keek weer naar hem en lachte.
‘Net zoals Jeroen voor jou.’
‘Ja,’ zei hij. Toen trok hij zijn wenkbrauwen op. ‘Hoe weet jij dat?’
‘Omdat hij me net terughaalde en me verrot schold. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om jou zo te laten staan nadat je het me verteld had. Als ik ooit iets door zou vertellen aan de rest dan zou hij me te grazen nemen.’
Colin bloosde.
‘Weet je,’ zei hij.
Ik onderbrak hem. ‘Je hoeft niet alles te vertellen als je dat niet wil. Dat kan altijd nog.’ Ik trok zijn lege glas uit zijn handen. ‘Nu wil ik er gewoon nog eentje op drinken.’
Hij glimlachte. ‘Is goed. Ik betaal.’
We bleven weer bij de bar hangen. Roos kwam naar ons toe.
‘Rem, ik wil zo gaan.’
‘O, ja, is goed. Ik drink deze nog even op en dan rij ik met je mee.’
Ze keek me spottend aan.
‘Wil jij al weg dan?’ vroeg ze met een grijns. ‘Ik rij met Ankie mee, die woont op de route. Dat laatste stukje is maar een paar straten.’
‘Weet je het zeker?’
Ze trok me tegen zich aan. ‘Hm,’ fluisterde ze in mijn oor. ‘Met jou mee of met Ankie… Moeilijke keus hoor.’
Ik lachte en hield haar stevig vast. ‘Veel plezier. Gewoon zoenen, en dan zien wat er gebeurt.’
‘Kan ik beter tegen jou zeggen. Ik bel je morgen.’ Ze liet me los en lachte. ‘Zie je Colin.’
‘Ja, zie je,’ zei hij.
Ze pakte hem even vast en knuffelde hem. ‘Doei.’
We keken haar en Ankie na toen ze naar buiten liepen. Colin glimlachte. Daarna keek hij op de grote klok achter de bar.
‘Ik moet zo ook eens gaan,’ zei hij.
‘Ja, ik ook.’
Samen dronken we onze glazen leeg en liepen naar de rest.
‘Ik ga,’ zei hij tegen Jeroen. Hij stak zijn hand naar me uit en pakte zijn jas aan die ik voor hem omhoog hield. Hij keek naar mijn jas die ik in mijn andere hand had.
‘Rij voorzichtig,’ zei Jeroen.
‘Ga je ook?’ vroeg Colin aan mij.
‘Ja, laat genoeg.’
Colin liep naar de deur, maar Jeroen hield me tegen. ‘En?’
‘Hij weet het. Verder niets.’
‘Het gaat me geen moer aan verder maar als hij over jou begint… Ik weet niet hoe jij over hem denkt, maar doe voorzichtig.’
‘Ja ja,’ zei ik half lachend.
‘Niet dat hij dat doet hoor. Ik ken hem lang genoeg. Die zegt niets. Maar laat niet merken dat je het weet.’
Ik knipoogde. ‘Komt goed.’
Ik stak mijn hand op naar de rest en ging naar buiten. Colin stond al buiten, te wachten.
‘Waar staat jouw fiets?’ vroeg ik.
Hij wees. ‘Daarachter.’
‘Wacht even dan, dan pak ik eerst die van mij.’
Hij glimlachte. ‘Is goed.’
Ik liep snel, wurmde mijn slot los en rukte de fiets uit het rek. Binnen een minuut was ik terug bij hem.
‘Ik loop wel even mee naar jouw fiets.’
Hij glimlachte en liep zwijgend naast me verder.
‘Rare avond,’ zei ik.
‘Ja, dat kun je wel zeggen.’
Hij pakte zijn fiets en bleef staan.
‘Sorry dat ik wegliep,’ zei ik weer. ‘Maar ik denk dat het toch goed af is gelopen.’
Colin glimlachte. ‘Ja. Achteraf ben ik blij dat ik het je verteld heb.’
Ik grijnsde. Ik moest doorpakken nu. Ik moest nu niets meer laten hangen. Ik moest het hem vertellen voordat hij Kaj weer zou spreken. Of nog erger: zien. Ik had het gevoel dat ik Kaj voor moest blijven.
‘Ik moet gaan,’ haalde hij me uit mijn gedachten.
‘Ik rij wel even mee,’ zei ik snel.
‘Hoeft niet.’
‘Jawel,’ zei ik. ‘Heb ik zin in.’
Samen reden we weg. Dit ging een flinke omweg worden. Dat was nog niet zo erg, maar ik was ook een flinke omweg aan het verzinnen om het hem te vertellen. Man, wat was dit moeilijk.
‘Wanneer heb je afgesproken met Kaj?’ vroeg ik.
‘Weet ik nog niet. Hij zou nog iets laten weten.’
‘Wat vind je van hem?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Weet ik niet. Leuke jongen hoor… Maar…’
O ja, een “maar”. Dat wilde ik horen!
‘Maar?’ drong ik aan.
‘Ik weet niet. Hij is er wel erg vrij in allemaal. Ik vond het leuk om er met hem over te praten, dat had ik nog nooit eerder kunnen doen.’
‘Nee, dat had ik ook.’
Hij keek naar me en glimlachte. ‘Verder weet ik het niet. Zo goed ken ik hem verder niet.’
Ik zweeg, kon niets zeggen.
‘Waarom vraag je dat?’
‘Gewoon.’
Hij glimlachte. ‘Had jij met hem af willen spreken?’
‘Ik ben niet jaloers, Colin. Echt niet.’
Lul! Waarom zei ik dat nou weer? Colin nam het van me aan. We trapten een heel eind door.
‘Hoe lang weet Roos het al van jou?’
‘Maandje of wat. Nog niet zo lang. Jeroen van jou al veel langer hè?’
‘Ja, al best wel een tijdje, meer dan een jaar.’
Hij zweeg verder, ik zag dat hij nadacht. Ik ging niet verder vragen, dat kwam misschien ooit nog wel eens.
‘Nu moet jij dat hele eind nog terug rijden,’ zei Colin. ‘Daar is mijn straat al.’
‘Geeft niet.’
Hij keek opzij en lachte. Op de hoek van de straat remde hij af. We bleven staan. Ik sloeg dicht, ik wilde wat zeggen maar wist niet hoe. Maar ik moest. Als ik nu niets deed dan kon er van alles gebeuren.
‘Heb je morgen tijd?’ vroeg ik.
‘Morgen?’
‘Ja. Zin om iets af te spreken? Stad in of zo?’
Hij glimlachte verlegen. ‘Leuk.’
‘Twee uur?’
‘Waar?’
‘Weet ik niet. Henk?’
‘Is goed. Zien we elkaar bij de fietsenrekken wel.’
Ik glimlachte. ‘Doen we.’
Hij zette zijn voet op het pedaal. ‘Tot morgen dan.’
Ik keek naar zijn bijna glunderende gezicht. ‘Tot morgen.’
Hij reed weg, ik keek hem na. Kut. Waarom durfde ik nou weer niet? Lamstraal dat ik was! Nou had ik het voor elkaar dat ik hem de dag erna weer zou zien, dat had ik handig geregeld. Maar het was een laf uitstel van executie. Als hij nu nog even op MSN ging kijken? En Kaj tegen zou komen?
‘Colin?’
Hij remde en keek om. Ik reed het korte stukje naar hem toe. Mijn hart bonkte, mijn kop tolde.
‘Nog iets… Wat ik wilde zeggen.’
Hij keek afwachtend, nieuwsgierig.
‘Wat ik net zei, dat ik niet jaloers was… Da’s niet waar.’
Hij wilde wat zeggen maar ik praatte snel door.
‘Dat ben ik wel. Maar niet omdat ik Kaj nou zo leuk vind.’
Die moest heel even doordringen. Daarna kwam er een glimlach op zijn gezicht die over ging in een brede lach.
‘Echt?’ vroeg hij vrolijk, hoopvol.
Ik glimlachte en knikte. Even bleven we zo staan. Ik reed mijn fiets vlak naast die van hem en keek naar zijn schaars verlichte gezicht. Ik stak mijn hand uit, liet mijn vingers zachtjes de zijkant van zijn jas aanraken en boog voorover. Ik kuste hem, zachtjes. Onze lippen raakten elkaar voor een tel of tien. Als je snel telde. Daarna liet ik hem los.
‘Ik zie je morgen,’ zei ik hees.
‘Ja,’ fluisterde hij bijna.
Daarna glimlachten we weer.
‘Ik moet nu echt gaan,’ zei hij, ‘anders krijg ik vragen.’
‘Ik ook. Ik ben al te laat.’
‘Zie je morgen, Remco.’
Zo bleven we staan, elkaar aankijkend. Ik ging op mijn zadel zitten en wilde wegrijden. Nog één kus, vond ik. Colin liet het gebeuren, zijn hand hield even mijn onderarm vast.
‘Morgen,’ zei ik nog maar een keer.
‘Ja,’ was het enige wat hij nog kon zeggen.
Daarna reed ik weg. Ik keek nog een keer om en zag dat hij hetzelfde deed. Die glimlach op zijn gezicht, die opluchting die er doorheen straalde. Keek ik zelf ook niet zo? Toen ik de hoek om was zette ik er de vaart in. Het was al veel te laat.
Ik kreeg een lichte uitbrander toen ik een half uur later dan normaal thuiskwam, maar dat kon me niet raken. Bovendien, toen ik uitlegde dat we nog even met zijn allen buiten bij de fietsen hadden staan praten en ik nog een stukje met iemand was meegefietst, vonden ze het prima. Ik had het alleen even moeten laten weten. Ik ging vrolijk naar mijn kamer. Snel trok ik mijn kleren uit en kroop mijn bed in. Ik was klaarwakker. Ik draaide me op mijn zij, hield Colin vast en kon niet in slaap komen. Ik voelde nog steeds zijn lippen tegen die van mij. Ik voelde zijn hand voorzichtig op mijn onderarm toen ik zijn zij vasthad en hem kuste. Die glimlach van hem. Die glunderende ogen. Ik draaide me nog een paar keer om. Wat een avond. Ik had niet weg moeten lopen. Waarom dacht ik daar nog aan? Ik was terug gegaan, ik had met hem gepraat. En ik heb hem alles gezegd wat ik wilde zeggen. Ik had hem gekust en hij mij. Dat was wat telde. Morgen Roos bellen. Dit moest ze weten. Morgenavond, na de middag. Ik keek op mijn wekker. Nog elf uur, dan zag ik hem weer. Andere zij. Slapen nu. Colin had zijn hand op mijn schouder liggen, zijn duim wreef zachtjes. Ik sloot mijn ogen en staarde in die van hem. Glunderend. Dicht tegen hem aan nu, niet meer loslaten. Slapen.
Ja, ik was nerveus. Ik zat op mijn fiets, veel te vroeg. Het was koud. Gelukkig hadden mijn ouders weinig vragen. Roos des te meer. Ik had haar alles verteld maar ze bleef maar vragen stellen. Ik had opgehangen toen ik vond dat ik al weg moest. Stom van mij, ik had helemaal niet gevraagd hoe het met Ankie was gegaan. Helemaal niet aan gedacht. Dat moest morgen dan maar. Colin was er nog niet. Ik reed door tot het einde van het plein, naar de hoek van de straat waar hij uit moest komen. Ik keek in de verte, kon niet langer wachten. Daar kwam hij aan. Toen hij me zag staan ging hij wat harder fietsen. Op het einde liet hij zijn fiets uitdrijven en kwam glimlachend bij mij tot stilstand. Onwennig. Op een “hoi” na zeiden we niets, keken alleen maar. Wilde ik eigenlijk wel naar Henk? Wilde ik niet gewoon weg hier? Samen met hem ergens anders heen. Niet naar de kroeg, niet naar een plek waar andere mensen waren.
‘Naar Henk?’ vroeg Colin.
Ik haalde mijn schouders op.
‘Geen zin?’ Dat klonk onzeker.
Ik keek hem aan en glimlachte. ‘Nee.’
Het stelde hem nog niet gerust zag ik.
‘Teveel mensen,’ zei ik er achteraan.
Hij glimlachte. ‘Wat dan?’
Weer haalde ik mijn schouders op. Diep van binnen wilde ik maar één ding. Hem mee naar huis nemen, vasthouden, niet meer loslaten. En wat allemaal nog niet meer? Ik wist dat ik het zo niet moest aanpakken. Ik moest voorzichtig zijn met hem. Colin keek me vragend aan. Hij had het stuur van zijn fiets vast en trok hem de andere kant op.
‘Ga je mee?’
‘Waarheen?’
‘Weet ik niet. Zien we wel.’
Ik grijnsde en reed met hem mee.
‘Ja,’ zei ik tevreden, ‘gewoon samen een eindje fietsen.’
Dat toverde een glimlach op zijn gezicht. Hij leidde de weg, tot mijn verbazing. Hij had even meer daadkracht dan ik. We zeiden alleen nog steeds niets. Was dat ook niet gewoon genoeg voor het moment?. Mijn kop maalde en tegelijkertijd probeerde ik met mijn gedachten bij Colin te blijven, die naast me reed. Volgens mij ging hij op de automatische piloot, want hij reed gewoon de route naar huis. Ik moest iets zeggen, maar wat?
‘Jij nog iets van Kaj gehoord?’ vroeg ik vanuit het niets.
‘Vanmorgen. Op MSN.’
‘O.’
‘Ik heb hem verteld dat we afgesproken hebben vandaag.’
‘En? Wat zei hij?’
‘Hij reageerde een beetje raar. Hij vond het leuk geloof ik, maar daarna zei hij niets meer.’
Ik voelde euforie. Ongemerkt grijnsde ik. Ik had van hem gewonnen, zo voelde het.
‘Wat lach je?’
Ik keek voor me uit, we reden zijn wijk al in. ‘Waar rijden we naar toe?’
‘Weet ik niet,’ zei Colin, ‘maar we zijn bijna bij mijn huis.’
Ik keek naar hem en glimlachte.
‘Mijn ouders zijn niet thuis,’ zei hij op de meest normale manier die je je kon voorstellen. ‘Wil je iets drinken?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Mij best.’
‘Waarom lachte je net?’ vroeg hij weer toen we binnen waren.
Ik keek naar het glas voor me op de bar die tussen de keuken en de woonkamer stond.
‘Zomaar.’
‘Kaj is raar.’
Ik lachte.
‘Volgens mij wou hij meer met mij.’
‘Kan,’ zei ik.
Colin glimlachte.
‘Maar daarom hoeft hij toch niet raar te zijn?’
‘Nee, maar de manier waarop. Hij heeft jou helemaal niets verteld.’
‘Nee.’
Colin haalde zijn schouders op. ‘Nou ja. Zijn probleem.’
Ik grijnsde en nam een slok. Daar stonden we. Onwennig, ongemakkelijk. Af en toe naar elkaar kijken, glimlachen. Maar we zeiden niets. Om me een houding te geven keek ik een keer de kamer rond. Colin zuchtte. Die voelde zich nog ongemakkelijker dan ik. Ik had hetzelfde gevoel als bij Kaj. Ik wist niet wat ik moest doen. Ik wist niet wat Colin wel of niet wilde en wilde hem niet afschrikken. Dit was moeilijk. Thuis, alleen, leek het allemaal zo gemakkelijk. Maar ik moest iets. Colin had de eerste stap gezet door me mee te nemen naar zijn huis.
‘Over gisteravond,’ begon ik.
Colin’s ogen werden groter.
‘Vond je het erg dat ik dat deed?’
‘Dat je ineens weg liep?’
‘Nee, hier op de hoek van de straat.’
Hij glimlachte. ‘Nee.’
Ik voelde dat ik ging blozen. Maar ik kon geen woord meer uitbrengen. Ineens stonden we een stuk dichter bij elkaar. Deed hij dat, of was ik onopgemerkt dichterbij geschoven? Ik zag weer dezelfde ogen als de avond ervoor. Blinkend, glunderend, afwachtend. Ik glimlachte, hij glimlachte terug. Mijn vingers gleden van mijn glas op de bar. Mijn gezicht was al een heel stuk dichterbij toen ik zijn mouw aanraakte. Ik kuste hem, op dezelfde manier als de avond ervoor. Hij kuste me terug, ik voelde zijn hand tegen mijn zij. Hij kuste mij nu, merkte ik. Mijn hand kneep, hij trok me dichterbij en kuste me weer. Onze lippen lieten elkaar niet meer los. Ik voelde zijn tong langs mijn lippen glijden. Kort, uitproberen. Mijn lichaam werd warmer, het gloeide bijna. Daarna ging het als vanzelf. We zoenden, langzaam, voorzichtig. Totdat zijn lichaam zich tegen dat van mij drukte. Hij had me nu stevig vast en zijn zoenen werd wilder. Ik wist niet wat ik voelde. Met Kaj was leuk en spannend, maar nu voelde ik er ook van alles bij. Ineens stopte hij, onze lippen gingen van elkaar. Met zijn mond een beetje open keek hij me diep in mijn ogen. Hij grijnsde en hijgde zachtjes tegelijk. Mijn ademhaling ging snel en ik kon mijn ogen niet van hem los krijgen. Zijn handen hadden me nog steeds vast. Ik wilde meer. Mijn armen trokken hem weer tegen me aan. Ik hoefde niets te doen, hij kwam als vanzelf, zijn mond opende zich weer, mijn tong raakte die van hem bijna voor onze lippen. Ik voelde zijn adem door zijn neus tegen mijn wang. Het ging wild, zijn beugel stootte tegen mijn mond. Mij maakte het allemaal niet uit. Dit was Colin. Hij verbaasde me, maar daar kon ik alleen maar van genieten. Zijn mond gleed weer langzaam los.
‘Kom,’ zei hij.
Ik wist waar hij heen wilde. Zijn kamer.
‘Kijk,’ zei hij even later alsof er niets gebeurd was, ‘dit is mijn kamer.’
‘Leuk,’ zei ik onnozel.
Hij glimlachte. ‘TV aanzetten?’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Is goed.’
Hij pakte een afstandsbediening en twee tellen later sprong het beeld aan op een flinke flatscreen. Ik wou dat we beneden gebleven waren. Er was ineens weer een ongemakkelijke afstand tussen ons die opnieuw overbrugd moest worden. Colin zette zijn glas op een tafeltje en ging zitten. Klein tweepersoons bankje. Ik kon maar één ding doen, en dat was niet de losse stoel die er haaks tegenaan stond. Ik zette mijn glas naast de zijne en ging naast hem zitten. Colin zapte door de kanalen totdat hij een flauwe familiefilm tegenkwam.
‘We vallen halverwege het verhaal binnen,’ zei ik.
‘Maakt dat wat uit?’ grinnikte hij.
Ik lachte. ‘Nee, niet echt.’
Colin keek opzij. Ik kon niet anders dan terug kijken. Langzaam ging hij schuin zitten tot zijn schouder tegen die van mij leunde. Ik haalde mijn arm tussen ons uit en legde die om zijn schouder. Nu nestelde hij zich echt tegen me aan. Onmogelijke positie om te zoenen, maar dat maakte me niet uit. Ik kuste zijn hoofd. Hij wurmde zich nog makkelijker tegen me aan en keek toen schuin omhoog naar me. Zijn hand lag op mijn bovenbeen. Ik liet mijn hand door zijn haar strijken en duwde zijn gezicht dichter naar me toe. Hij ging wat rechter zitten en kuste me voordat ik zelf de kans kreeg. We zoenden weer, hij hing zwaar tegen me aan. Niet veel later schoof ik onderuit, mijn rug tegen de armleuning, Colin half op me. Hij maakte ruimte, de leuning duwde tegen mijn nek toen ik nog verder ging liggen. Zijn onderarm steunde op de bank, zijn hand streek door mijn haar. Zijn zoen werd wilder, zijn lichaam zakte traag woordoor we steeds meer contact maakten. Mijn gedachten waren steeds bij de volgende stap, wat moest ik doen? Ik dacht aan dingen waarvan ik wist dat ik het niet moest doen, dat zou te snel voor hem gaan. Waar maakte ik me zorgen om? Ik zou wel zien wat er gebeurde. Ik hoefde me ook geen zorgen te maken, Colin had allang de leiding genomen, zonder dat ik er erg in had. Hij lag al half op me. Hij trok zijn been wat verder omhoog, over me heen. Ik voelde zijn bovenbeen op mijn kruis liggen. Ik zat klem. Letterlijk en figuurlijk. Alsof hij ineens doorhad wat hij voelde, duwde hij zijn bekken naar voren. Zijn erectie zat tegen mijn heup, overduidelijk. Het knetterde in mijn hoofd. Hij tilde zijn hoofd op en keek me aan. Met opengesperde ogen glimlachte ik terug. Zijn hand gleed naar voren, door mijn nek, over mijn wang.
‘Ik vind je lief,’ fluisterde hij.
Ik grinnikte.
‘Sorry, dat klonk gek.’
‘Nee,’ zei ik, ‘dat klonk leuk.’
Hij kuste me en keek me daarna weer aan. Zijn hand ging verder, over mijn schouder, mijn borst en mijn buik. Nog een kus. Mijn shirt was door al dat gedoe in dat kleine bankje omhoog geschoten, zijn hand gleed over mijn huid, van mijn buik omhoog en weer terug. En verder. Met zijn vingers een stukje onder de rand wreef hij zachtjes langs mijn broek. Ik trok mijn buik in, automatisch. Dat gaf hem ruimte waar hij meteen gebruik van maakte. Ging hij nou…? Ja, dat deed hij. Mijn ademhaling ging sneller, zeker toen zijn vingertoppen over mijn boxer langs mijn pik gleden en hij een keer zachtjes kneep. Niet eens knijpen, hij pakte hem gewoon zachtjes vast. En al die tijd keek hij me aan, zijn mond een stukje open. Ik sloot mijn ogen en sidderde. Hij trok zijn hand weer terug.
‘Sorry,’ zei hij.
‘Nee, geeft niet.’
Hij glimlachte, mijn hand zat klem tussen de bank en zijn rug.
‘Het enige waar ik van baal is dat ik er bij jou niet bij kan,’ grinnikte ik.
Hij glimlachte, kuste me en ging toen weer rechtop zitten. Ik lag nog onderuit, mijn benen hingen over die van hem. Hij streelde ze, dacht even na en duwde ze toen van hem af. Hij stond op en pakte mijn hand. Ik liet me omhoog trekken en ging tegen hem aan hangen, mijn handen op zijn billen. We zoenden. Langzaam bewoog hij richting zijn bed. Ik wist waar dit op uit ging draaiden en was zenuwachtig. Ik moest doorzetten, dit was het moment. Maar ik kon bijna niet meer bewegen. Mijn hand trilde toen ik zijn rug streelde. Colin kuste mijn nek. Hij trok aan mijn shirt. Ik rilde een beetje van zijn handen die over mijn huid naar boven schoven. Ik liet hem los, strekte mijn armen naar boven. Ik zag mijn shirt op de grond vallen, maar toen was ik al bezig met dat van hem. Hij hielp mee, gretig bijna. Hij was meer gehaast dan ik. Mijn handen gleden over zijn naakte borst en rug. We stonden tegen elkaar en zoenden. Tussen ons in worstelde zijn hand met mijn riem. Het ging toch echt gebeuren. Ik was bang ter plekke klaar te komen. Mijn boxer was vochtig van mijn voorvocht. Het hield hem niet tegen merkte ik. Met trillende vingers maakte ik zijn knoop los, zocht zijn rits. Colin liet me los, duwde zijn eigen broek naar beneden. Ik deed hetzelfde. Colin keek, nieuwsgierig. Ik deed hetzelfde. Dit was de eerste keer dat ik het zo van een ander zag. Hij was hard, net als ik. Als in een automatisme gingen we op bed zitten en lieten we onze broeken bij de T-shirts op de grond vallen. Colin pakte me vast en ging samen met mij liggen. We zoenden. Ik wist niet meer wat ik moest doen. Ik voelde alles tegelijk. Zijn kus in mijn nek, zijn handen om me heen, zijn glijdende vingers, zijn voorzichtige grip toen hij hem vastpakte. De hardheid van hem in mijn eigen hand, zachte huid die soepel heen en weer gleed over zijn eikel. Rustig blijven nu, ik had dit al zo vaak gedaan in mijn gedachten. Samen trekken nu, rustig aan, wat uitstellen, samen klaarkomen straks. Het tintelde. Rustig aan, van genieten. Straks.
‘Colin,’ kreunde ik licht in pankiek, ‘ik kom al.’
Ik baalde toen ik ontlaadde, maar man wat was het lekker. Colin keek hoe ik spoot, glimlachte tevreden en kuste me. Mijn hand ging nog steeds heen en weer. Hij lag op zijn zij naast me, ik lag nog op mijn rug. Hij stootte mee in mijn hand, hij hijgde vlak naast mijn gezicht. Ik ging zitten, duwde hem op zijn rug en keek hoe mijn hand zijn werk deed. Ik bukte, kuste zijn schouder, zijn borst. Verder durfde ik niet te gaan. Zijn hand klauwde in het laken, zijn benen strekten. Hij kreunde en tegelijkertijd zag ik zijn zaad op zijn buik terechtkomen. Zijn buik ging snel op en neer. We keken elkaar aan, Colin pakte mijn arm en trok me naar zich toe. We zoenden, voorzichtig. Rust. Colin pakte een pakje papieren zakdoekjes uit een la. Dezelfde als ik. Hij gaf er eentje aan mij en grijnsde. Daarna kropen we tegen elkaar. Liggend op onze zij keken we elkaar aan. Mijn arm lag om hem heen. Hij had het allemaal gedaan, niet ik. Hij had meer lef dan ik. Ik kreeg langzaam mijn vertrouwen weer een beetje terug. Ik trok hem naar me toe en draaide op mijn rug. Colin lag op me, ik voelde zijn zacht geworden penis op mijn buik. Hij leunde op zijn ellebogen en kuste me.
‘Dit wilde ik al na de eerste keer dat ik je zag,’ fluisterde hij.
© 2010 Oliver Kjelsson