Jeumig (deel 5)

Ik werd wakker omdat Peter dat werd. Hij bewoog traag, ik voelde zijn huid langs die van mij glijden. Ik kreunde zachtjes toen hij mijn schouder kuste.
‘Hoe laat is het?’
‘Vroeg, we hoeven er nog niet uit.’
Ik zuchtte, draaide me om en kroop weer tegen hem aan. Ik sloot mijn ogen weer, wilde nog niet bewegen. Ik lag lekker, zeker omdat ik tegen hem aan lag. Het was koud in de caravan en hij was lekker warm. Onze voeten speelden met elkaar. Ik sloeg mijn arm om hem heen en streelde de achterkant van zijn hoofd. Hij glimlachte met dikke ogen van de laatste slaap. We kusten.
‘Lekker geslapen?’
Ik knikte glimlachend. ‘Zeker. Jij ook?’
‘Super.’
Langzaam vielen we weer half in slaap. Zachtjes strelende vingers, wrijvende neuzen tegen elkaar. Zijn heldere ogen, die blik. Hij gaf me nog een kus en draaide zich toen op zijn rug.
‘Opstaan.’
Ik rekte me nog een keer uit. Hij pakte twee handdoeken en keek naar me.
‘Kom.’
Ik keek naar hem, hij stond naakt in de deuropening terug te kijken. Ik glimlachte, hij lachte terug. Ik gooide het dekbed van me af, kroop uit bed en volgde hem. Ik rilde, het was koud. Ik keek naar zijn rug toen hij de kraan open draaide. Hij wachtte even, ging er toen onder staan. Hij wenkte me. Ik schoof de deur achter me dicht, het paste maar net. We stonden dicht tegen elkaar, meer ruimte was er niet, maar dat vonden we niet echt erg. Binnen een paar tellen was de cabine vol met stoom van het warme water. Ik drukte mijn kruis tegen die van hem, bewoog mijn heupen heen en weer. Hij lachte. Ik had geen zin om hem los te laten, maar dat moest toch. We douchten snel, buiten de cabine sloeg hij een handdoek om me heen en hield me vast. We zoenden.
‘Het wordt een mooie dag vandaag,’ zei hij zacht.
Ik knikte. Hij liet me los, liep de douche uit terug naar de slaapkamer. Hij was zich aan het aankleden toen ik daar binnenkwam. Ik zocht mijn kleren, trok ze aan. Ineens pakte hij me vast en gooide me op bed. Hij kwam op me liggen en kuste me wild. Ik liet het gebeuren, lachte om zijn plotselinge actie. Hij leunde op zijn gestrekte armen, staarde in mijn ogen. Ik duwde mijn heupen wat omhoog, voelde de bult van zijn kruis vaag door de stof van onze broeken heen.
‘Straks,’ zei hij, ‘boven,’ en maakte een zwaaigebaar met zijn hoofd richting de bergen.
Ik lachte, was benieuwd wat hij allemaal van plan was. Hij ging van mij af, ging op de rand van het bed zitten en trok zijn schoenen aan.
‘We gaan ontbijten.’

In de keuken achter de bar aten we, Peter maakte nog een hoop meer dat hij inpakte, voor onderweg. Even was hij weg, daarna kwam hij terug met twee rugzakken. Eentje zat al vol, de andere werd gevuld met het eten en een thermosfles.
‘Klaar?’
Ik knikte. Zijn moeder wenste ons veel plezier en zei dat we voorzichtig moesten zijn. Peter lachte en ging naar buiten. Hij wees naar een pad achter op de camping. Die kende ik nog. Naast elkaar liepen we de bossen in, daarna ging het al snel steil omhoog. Hij volgde een ander pad dan naar het bergbeekje waar ik hem voor het eerst helemaal had gezien. Ik glimlachte om de herinnering terwijl hij voor me liep op het smalle pad. Ineens stopte hij. Ik keek achterom en zag een fantastisch uitzicht op het dorp beneden.
‘Mooi,’ zei ik starend.
‘Wordt nog veel mooier,’ zei hij lachend en liep weer door.
Gestaag stegen we verder. Ik was nu al blij dat de terugweg naar beneden was. Af en toe stopten we, namen een slok water en keken vooral rond. Ik dan, hij keek ook wel maar wees veel en vertelde er wat bij. Hij vertelde met trots, vaak zijn schouder achter tegen die van mij, zijn arm vlak langs mijn gezicht met een wijzende vinger naar de verte, zijn stem vlak bij mijn oor. Ik hing vaak wat achterover, tegen hem aan. Hij legde dan zijn andere hand even tegen mijn rug, maakte zijn verhaal af en liep dan weer door. Hij liep steeds voorop, keek af en toe achterom of het goed met me ging en glimlachte dan. We waren bijna boven, leek het. Peter verliet het pad, ging tussen bomen door. Hij keek weer achterom, zei dat ik nu voorzichtig moest zijn met waar ik liep. Ik schudde lachend mijn hoofd. Waar ging hij naar toe? Het was fris tussen de bomen, maar dat vond ik niet erg. Ik had het warm genoeg van die wandeling. Iets verderop kwam weer meer licht tussen de bomen door. Daar stopte hij. Voor ons lag een stuk gras, met rotsen. Een meter of tien verder hield dat ineens op, ik wilde niet weten hoe diep het daar was.
‘Mooie plek voor de lunch?’ grijnsde hij.
Ik keek even rond. Het uitzicht was groots.
‘Schitterend,’ zei ik.
Hij glimlachte, was blij dat ik het mooi vond. Hij zette zijn rugzak op de grond, strekte zijn arm om die van mij aan te pakken. Die deed hij open, trok er een plaid uit en spreidde die uit op een vlak stuk. Hij ging zitten, klopte naast hem dat ik moest gaan zitten en haalde ondertussen de andere rugzak leeg. We aten en dronken wat terwijl ik zwijgend rond zat te kijken.
‘Hier komt eigenlijk niemand.’
‘Hoe heb je dit ontdekt?’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Toevallig, veel rondlopen.’
Ik veegde met de mouw van mijn shirt langs mijn voorhoofd. Hij lachte.
‘Moe?’
‘Beetje.’
Ik nam mijn laatste hap en dronk nog wat van de thee die hij bij zich had. Daarna ging ik achterover liggen. Peter stopte alles weer terug in zijn rugzak.
‘Wil je al weer verder?’ vroeg ik.
‘Nee,’ schudde hij zijn hoofd. ‘Niet meteen. We hebben alle tijd. Het is nog een half uurtje naar de top, hoger kun je niet. Dat moet je zien. Naar beneden gaat een stuk sneller.’
Ik lachte. ‘Gelukkig.’
Ik wilde het niet toegeven, maar ik zat er redelijk doorheen. Hij was dit misschien gewend, maar ik dus echt niet. Het was zwaar geweest, vond ik. Ik voelde iedere spier in mijn benen. Ik probeerde me te ontspannen, sloot mijn ogen, mijn handen achter mijn hoofd als kussentje. Peter zat naast me, zijn armen om zijn opgetrokken benen. Hij staarde in de verte. Langzaam kwam de rust terug in mijn benen en tot mijn verbazing ook in mijn rug. Ik was echt moe. Geen idee of ik geslapen had, volgens mij niet, maar ineens was ik me er weer van bewust waar ik was. Zijn hand streelde over mijn buik. Ik glimlachte maar hield mijn ogen dicht. Ik voelde zijn handen aan mijn schoenveters trekken, mijn schoenen gingen uit en hij masseerde mijn voeten. Dat was lekker. Daarna waren mijn benen aan de beurt maar hij ging al snel hoger. Ik lachte toen hij mij broek losmaakte. Ik deed mijn ogen open en keek naar hem. Hij keek terug.
‘Hier komt niemand,’ zei hij zacht.
Ik sloot mijn ogen weer en liet hem zijn gang gaan. Mijn broek gleed langs mijn benen, daarna verdwenen zijn handen onder mijn shirt die hij opstroopte. Ik kwam omhoog, liet hem uittrekken. Daarna was hij aan de beurt. Zittend op de grond kleedde hij zich uit, kwam daarna snel tegen me aan liggen. Ik plukte aan zijn boxershort, die moest uit. Hij snapte me, wurmde hem snel naar zijn enkels, tegelijk met mij. Daarna trok ik hem tegen me aan en rolde door tot hij op me lag. We zoenden, keken elkaar even tevreden aan en zoenden toen verder. Ik kneep in zijn billen, voelde alles wat ik wilde voelen. Hij bewoog heen en weer, al snel gleden ze langs elkaar. Hij ademde zwaar door zijn neus. Zijn armen lagen naast mijn hoofd, zijn handen in mijn haar. Onze benen verstrengelden terwijl hij door bleef glijden. Het werd steeds vochtiger tussen ons in. Ik trok hem steeds steviger tegen me aan, hij duwde harder. Even keek hij me aan, staarde in mijn ogen met half open mond en zoende me toen weer wild. Ik kreunde weer een keer, zo lang en uitgebreid hadden we het nog nooit gedaan. Zijn handen grepen mijn schouders, hij draaide ons om. Ik lag nu op hem, nam zijn bewegingen over, liet ze langs elkaar glijden. Hij drukte zijn vingers in mijn rug, sloeg zijn benen om die van mij. Ik bewoog traag, ik wilde dit zo lang mogelijk laten duren. Af en toe stopte ik, lag stil, zoende hem alleen maar, zijn hoofd in mijn handen. Hij duwde mijn bovenlichaam wat van zich af, hield mijn benen stevig vast met die van hem. Ik zette mijn handen naast zijn schouders, strekte ze en kwam omhoog met holle rug. Hij keek, ik keek. Eerst naar elkaar, daarna naar beneden. Ik ging weer heen en weer, zag ze glimmend tussen ons in. Ik hijgde, hij kneep met zijn handen in mijn zij, bewoog ze zodat ik sneller ging. Even hield ik nog een keer stil, keek hem aan, zakte door mijn armen en kuste hem. Daarna strekte ik ze weer en keek tussen ons in. Hij probeerde heen en weer te bewegen onder me, ik nam het over. Bij iedere opwaartse beweging duwde ik wat harder. Ik versnelde niet, liet het lang duren. Het begon te tintelen. Of ik wilde of niet, ik moest sneller bewegen. Peter kreunde goedkeurend. Ik voelde het opkomen, ging weer wat langzamer maar duwde bij iedere beweging harder. Ik keek hem weer aan, hij staarde strak terug. Met een laatste duw explodeerde ik. Ik hijgde zwaar, duwde nog een keer. Dat deed het bij hem, met een kreun holde hij zijn rug, leunde op zijn billen en zijn achterhoofd, ik voelde hem komen tegen mijn buik. Even bleef hij zo liggen, daarna ontspande hij. Ik liet mijn armen buigen en zakte. Hij sloeg zijn armen om me heen, kuste me zachtjes op mijn mond. Hij glimlachte, wiegde me even heen en weer. Zijn voeten gleden langs mijn benen naar beneden, zijn tenen speelden even met die van mij. Ik werd zwaar voor hem, we draaiden op onze zij. Zijn hoofd leunde op zijn hand, hij keek schuin naar beneden naar mij terwijl ik op mijn rug lag. Hij streelde met een vinger over mijn gezicht, kuste me en ging daarna zitten. Ik keek naar hem terwijl hij wat in zijn rugzak zocht. Hij pakte er een handdoek uit en wreef mijn buik eerst schoon, daarna die van hem. Hij bleef naast me zitten, zijn armen weer om zijn opgetrokken benen. Ik draaide op mijn zij, streelde de bocht van zijn heup. Hij keek opzij en lachte. Ik ging zitten, naast hem, schouder tegen schouder. Hij stond ineens op, liep van me weg en verdween achter een boom. Ik kon het wel raden, dat moest ik straks ook. Even later kwam hij terug gelopen, keek naar me en bleef staan. Naast me greep ik in mijn broek naar mijn telefoon. Hij grijnsde, maar hield me niet tegen. Hij zette een paar stappen opzij, ging in het zonlicht staan en liet me een foto maken. Hij kwam lachend naast me zitten, griste de telefoon uit mijn handen en bekeek hem. Hij schudde lachend zijn hoofd. Ik stond op, verdween achter een andere boom. Ik wist wel wat er ging gebeuren als ik terug kwam. Toen ik klaar was liep ik door de zon terug. Hij zat al klaar met mijn telefoon, brede grijns op zijn gezicht. Ik lachte terwijl ik naar hem toe liep. Hij liet hem me zien toen ik weer naast hem zat.
‘Die wil ik hebben,’ zei hij.
Ik lachte. ‘Natuurlijk.’
‘We moeten zo weer verder, als je de top nog wilt zien.’
Ik knikte. Hij stond op, stond vlak voor me. Ik sloeg mijn armen om zijn benen, hoorde hem lachen boven me. Mijn neus drukte tussen zijn bovenbenen, zijn kruis tegen mijn voorhoofd. Ik rekte mijn rug, kuste hem. Meteen graaiden zijn handen in mijn haar, ik hoorde hem lucht happen. Ik kuste nog een keer, sloot even mijn lippen er omheen. Daarna stond ik op, kuste zijn lippen. We hielden elkaar kort vast, keken elkaar aan en glimlachten. Hij liet me los, keek naast hem naar zijn kleren. Hij had gelijk, we moesten verder. Ik keek naar hem terwijl hij zijn kleren aantrok, zijn kruis was wat gegroeid door mijn kus. Toen ik de veters van mijn schoenen strikte klopte hij de plaid uit en vouwde hem weer op. Hij propte alles in de rugzak, hing die van hem weer om zijn schouders. Ik stond op, rekte me uit en deed de rugzak om. Hij lachte om me, pakte me nog even vast en gaf me een kus. Daarna gingen we verder. In een roes liep ik weer achter hem aan. Tussen de bomen door, daarna het pad verder naar boven. Hij had gelijk, na een half uur waren we er. Ik had het zeker niet willen missen. Euforistisch gevoel. Er waren nog meer mensen, die moesten allemaal langs hetzelfde pad gelopen zijn. Raar idee dat ze langs ons af gelopen zijn zonder dat ze er erg in hadden. We zaten op een kleine rots, Peter nam een slok water uit zijn drinkfles en gaf hem daarna aan mij. Ik genoot. Van het uitzicht, van hem. Hij knikte naar het pad, na een half uur.
‘Naar beneden?’
‘Is goed.’
Hij sloeg tegen mijn arm, stond op en strekte zijn hand naar me uit. Ik pakte hem vast, liet me omhoog trekken. Even viel ik tegen hem aan, voelde zijn arm om me heen. De andere mensen hadden niets in de gaten. Hij grinnikte, liep voor me uit naar beneden. Dat was een stuk eenvoudiger, maar ik voelde mijn benen genoeg toen we twee uur later de camping weer op liepen. Ik was blij dat we er waren. Zijn moeder zag ons aan komen en zwaaide. Even later zaten we in de keuken, met een groot glas fris. We vertelden over wat we gezien hadden. Af en toe keek ik naar Peter en zag hem weer voor me in de zon, onder me toen hij klaarkwam. Ik voelde zijn zachte vlees weer tussen mijn lippen. Ik keek naar hem en volgens mij dacht en voelde hij hetzelfde. Met de achterkant van mijn hand veegde ik langs mijn voorhoofd.
‘Over een uur gaan we eten. Fris je nog even lekker op,’ zei ze tegen ons.
We knikten. Peter stond op, ruimde eerst de rugzakken op. Ik liep met hem mee, zag dat hij de handdoek ergens tussen de rest van de was van het pension in de waszak propte. Hij zag me kijken en knipoogde. Daarna gingen we terug naar de caravan.
‘Ga je in de caravan douchen?’ vroeg zijn moeder vlak voor de deur uit gingen.
Peter keek me even betrapt aan.
‘Daar heb ik schone kleren liggen,’ zei ik onschuldig, gespeeld verbaasd.
Ze keek even naar Peter, die snapte dat het voor hem misschien niet helemaal logisch was.
‘Ik zie je zo wel,’ zei hij.
Ik knikte en vertrok. Ik liet de deur van de caravan van het slot, legde schone kleren klaar op het bed, en trok mijn bezwete kleren van mijn lijf. Ik dook onder de douche, liet het warme water mijn spieren verwennen. Ik zuchtte. Ik voelde me al snel een stuk frisser, maar bleef nog even onder het warme water staan. Ik hoorde de deur van de caravan.
‘Hey,’ hoorde ik zijn stem.
‘Hey,’ riep ik terug en draaide de kraan dicht. Ik droogde me af, sloeg de handdoek om me heen en ging de douche uit. Geen Peter. Ik deed de deur van de slaapkamer open en zag hem op het bed zitten.
‘Sorry,’ zei hij, ‘ik moest wel gewoon thuis douchen.’
‘Snap ik,’ zei ik lachend en kwam voor hem staan.
Ik aaide een keer door zijn haar, kuste hem boven op zijn hoofd. Hij trok mijn handdoek los, liet hem op de grond vallen en trok me tegen zich aan. Hij begroef zijn gezicht in mijn kruis. Ik voelde een kus, daarna zijn tong. Hij sloot zijn lippen eromheen en zoog me naar binnen. Ik kreunde, snapte meteen waarom hij die middag naar lucht hapte toen ik dat bij hem deed. Ik voelde zijn tong er even omheen draaien, daarna gleed hij weer tussen zijn lippen uit. Ik keek naar beneden en keek in zijn glunderende ogen. Ik hoorde voetstappen op het grind. Peter stond op, verdween de kamer uit. Ik trok snel mijn kleren aan en zei even later onschuldig hallo tegen Ulrike. Ze had niets in de gaten. Ze was alleen wel erg blij dat ze me zag, of verbeeldde ik me dat nou? We vertelden waar we geweest waren, ze zoog alle informatie in zich op. Af en toe keek ze naar me. Het zou toch niet? Leuk dat iedereen thuis dacht dat ik hier voor haar was, maar het moest niet gekker worden. Even later ging ze weer. Het werd ook tijd om terug te gaan.

Na het eten was ik echt moe. Laat is het niet geworden. Ik viel bijna meteen in slaap toen ik in bed lag. Peter lachte er alleen maar om, liet me in slaap vallen, met zijn armen om me heen. De dag erna moesten we er tenslotte op tijd uit. Werk aan de winkel. Dat viel me nog mee, vergeleken met die bergwandeling. Ik had een poloshirt gekregen, met het logo van het pension, waar ik Peter ook al zo vaak in had gezien. De hele ochtend waren we bezig met een gemotoriseerde heggenschaar. Nooit geweten dat die camping zoveel heggen had. Halverwege de dag liet Peter mij er mee alleen, hij ging met de grasmaaier rondrijden. Ondertussen keken we veel naar elkaar met een brede grijns. De dag vloog op deze manier wel voorbij. Voor mijn gevoel waren we pas net bezig toen we alles al weer opruimden en gingen eten. Het was lekker weer geweest, mijn gezicht was flink verkleurd. Zijn ouders bekeken het lachend. Na het eten gingen we naar zijn kamer, speelden wat games op zijn computer.
‘Ik wil terug naar de caravan,’ zei Peter ineens.
‘Dan moet ik wel mee,’ lachte ik.
Hij lachte, sloot zijn pc af en ging naar beneden. We groetten zijn ouders en liepen naar buiten. Peter keek omhoog, het was al donker.
‘Sterren, heldere hemel. Wordt weer koud vannacht.’
Ik liep net iets te ver door, duwde tegen zijn rug. ‘Ik hou je wel warm.’
Hij lachte, deed de deur van het slot en liet me binnen. Hij sloot de deur weer meteen af, en deed licht aan.
‘Nog iets drinken, of wil je meteen gaan slapen?’
‘Ik lust nog wel iets.’
Hij trok de koelkast open en gaf me een flesje cola. We ploften op de bank, die niet echt makkelijk zat. Peter zette een kussen in de hoek achter zijn rug, deed zijn benen uit elkaar en klopte er tussen op de bank. Ik ging zitten, leunde tegen hem aan.
‘Ik ben blij dat je deze week hier bent,’ zei hij toen serieus.
‘Ik ook. Ik heb je zo gemist.’
Hij nam een slok en sloeg een arm om mijn middel. Zijn vingers streelden mij zij, mijn hand lag op zijn onderarm, met mijn duim wreef ik over zijn huid. Ik staarde voor me uit, dronk wat.
‘Ik zie er nou al tegenop dat je er volgende week niet bent.’
Ik slikte. ‘Daar wil ik nog niet aan denken.’
Hij lachte zacht. ‘Ik ook niet.’
Ik bewoog even, schuurde met mijn rug tegen hem aan.
‘Morgen gaan we caravans wassen,’ zei hij ineens enthousiast.
Ik was blij dat hij ergens anders over begon. Ik begon er triest van te worden.
‘Lijkt me lachen.’
Hij grinnikte. ‘Watergevecht.’
Ik nam nog een slok, keek even om. ‘Kijk maar uit.’
Hij lachte en gaf me een kus. Hij dronk het laatste uit het flesje en keek me aan.
‘Zullen we gaan slapen?’
‘Is goed,’ zei ik.
Ik stond op, deed mijn dingen aan de wastafel in de douchecel en liet daarna Peter zijn gang gaan. Toen hij de slaapkamer binnenkwam lag ik al in bed. Ik keek hoe hij zich uitkleedde en hoe hij naast me kroop. Hij deed het licht uit en pakte me in het donker vast. Ik voelde zijn neus, zijn mond. Zijn hand lag op mijn rug, ik streelde zijn buik terwijl we zoenden. Hij kuste mijn wang, dook daarna met zijn gezicht in mijn nek. Zo bleef hij minstens een paar minuten liggen. Ik dacht even dat hij sliep. Ineens bewoog hij weer, keek me aan, ik zag alleen wat twinkelen in zijn ogen in het flauwe licht dat door de gordijnen van buiten kwam, en kuste me. Hij dook met zijn hoofd onder het dekbed en kuste mijn buik. Daarna voelde ik zijn zachte lippen op mijn kruis. Hij hapte een keer met zijn lippen, kuste daarna meteen het topje. Ik zuchtte, voelde hoe hij me in zijn mond nam. Mijn buik ging op en neer door mijn ademhaling. Ik draaide in bed, probeerde die van hem te bereiken. Hij was nog zacht, mijn lippen speelden met zijn huid. Langzaam groeide hij. Ik likte langs de lengte, zoog hem daarna naar binnen. Daar voelde ik hem harder worden. Hij kreunde. We imiteerden het bewegen van elkaar. Ik had het warm, maar of dat kwam door wat hij deed of omdat we onder het dekbed lagen wist ik niet. Peter waarschuwde me als eerste, zijn kreun kriebelde. Ik haalde hem uit mijn mond en trok hem verder. Ik voelde zijn lippen van die van mij glijden en zijn hand die hem vastpakte. Hij kwam omhoog, draaide op zijn rug en trok me op hem. Ik ging op mijn knieën zitten, liet hem verder gaan met zijn hand. Hij kreunde toen ik zachtjes kneep terwijl ik verder trok. Zijn hand ging sneller, daardoor die van mij ook. Ik voelde zijn hand schokken, voelde zijn zaad langs mijn hand lopen. Daarna kwam ik. Ik bleef zitten, keek naar zijn silhouet op het witte laken. Zijn hand zocht naar een handdoek, ik pakte hem aan en wreef hem droog. Ik liet hem naast het bed vallen, trok het dekbed over mijn rug en liet me voorover vallen. Meteen kwamen zijn armen om me heen en kuste hij mijn nek. Hij wilde weer tegen mijn rug aan liggen, maar deze keer draaide ik het om. Met Peter in mijn armen, zijn hand in die van mij en dicht tegen zijn rug aan viel ik in slaap.

‘Kijk uit?’
Peter riep maar het was al te laat. De slang schoot uit mijn handen en draaide rond. Ik was meteen kletsnat. Hij lachte. In de verte zag ik zijn vader staan kijken en lachen. We hadden al drie caravans gedaan, na deze was alleen die van ons nog aan de beurt. Voor Peter er erg in had spoot ik zijn richting op maar ik miste hem net. Hij lachte nu nog harder. Hij draaide de kraan dicht en kwam naar me toe.
‘Wil je iets droogs aan?’
‘Nee, het valt wel mee, dat droogt wel weer.’
Hij lachte nog een keer en liep naar onze caravan. Hij kwam terug naar buiten met twee flesjes cola en gooide er eentje naar mij. Op het trapje zittend draaiden we ze open en namen een slok. Mijn telefoon piepte in mijn broekzak. Ik pakte hem eruit en klikte het berichtje aan.

Hoop dat alles goed gaat daar. Ik mis je, ik verveel me kapot. Er gebeurt hier geen jeumig in dit zeikdorp. Jelle.

Ik lachte. Voor ik het kon wegklikken keek Peter over mijn schouder. Ik liet het hem zien en vertaalde het voor hem. Hij glimlachte. Ik stuurde snel terug dat alles goed was hier en dat ik zaterdag weer terug zou zijn.
‘Goede vriend van je?’
‘Beste die ik heb,’ glimlachte ik. ‘Ik ken hem al heel lang, hij zit ook bij mij in de klas.’
‘Maar hij weet het niet, van ons.’
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee, dat niet.’
Ik keek even naar hem, hij keek terug. Ik glimlachte maar even, sloeg hem op zijn been.
‘Verder gaan?’
Hij lachte. ‘Is goed.’
Het werd snel laat, we hadden dan ook flink lopen kloten met die waterslangen. Nadat we alles opgeruimd hadden waren we behoorlijk nat. We gingen onze caravan in.
‘Geef me jouw kleren maar mee, dan hang ik ze binnen te drogen. Ga ik meteen ook douchen, zie ik je straks in de keuken.’
‘Is goed,’ zei ik en begon me uit te kleden.
‘Hier kan ik uren naar blijven kijken,’ grijnsde hij.
Ik lachte, trok als laatste mijn boxer uit terwijl hij de rest al onder zijn arm had. Ik pakte een handdoek en kuste hem. Hij kneep een keer, hield hem iets langer vast. Het begon te groeien waarna hij grijnzend naar buiten ging.

Peter was de volgende ochtend met zijn vader aan het overleggen. We konden die dag lekker iets voor onszelf doen of we konden het werk eerst afmaken. Peter vond dat we het beter maar af konden werken, het was nu nog droog, voor donderdag en vrijdag was dat nog niet zeker. Daar gaf zijn vader hem gelijk in. Het werd schilderwerk. Achter tegen het pension stond een gebouwtje met douches en toiletten voor de camping. Het was van steen, er zat zelfs verwarming in, maar aan de buitenkant was het betimmerd met hout. Peter had het voor ik kwam al geschuurd. Wij hoefden het alleen maar opnieuw in de beits te zetten. Das was op zich wel simpel, maar het was wel erg veel. Toch moest het in een dag te doen zijn. Ik had een oud shirt en een oude broek van Peter aan. In het begin waren we nog wel voorzichtig maar dat werd al snel anders. Mijn kleren, mijn handen en armen zaten na die ochtend al helemaal onder. We besloten buiten te eten tussen de middag, we hadden geen zin om iets anders aan te trekken en met die kleren kwamen we de keuken niet in om aan tafel te gaan zitten. De zon scheen, dus zo erg was het niet. Er waren wel meer wolken dan de dagen ervoor.
‘Morgen regen,’ zei Peter, ‘let maar op.’
‘Je hebt er verstand van.’
‘Nee,’ zei hij balorig, ‘ik heb de weersvoorspellingen gelezen.’
Ik lachte, gaf hem een duw. Peter duwde terug en stond op. Tijd om verder te gaan. We waren pas aan het einde van de middag klaar. De huid van mijn armen trok van de beits die ik geknoeid had. Ik keek er een keer naar toen we in de keuken stonden.
‘Hebben we speciale zeep voor,’ zei Peter, ‘ik geef het je wel mee.’
‘Je kunt het beste in bad gaan zitten, dan weekt het wat los,’ zei zijn moeder.
‘Dat ga ik ook doen,’ zei Peter.
‘Ik had het tegen Mark,’ zei ze waarna ze meteen lachte toen ze doorhad dat hij dat expres zo zei.
‘Dat halen we nooit meer voor het eten,’ zei Peter, ‘dat duurt even voor dat er af is.’ Hij keek naar me. ‘Tenzij je het niet erg vindt om tegelijk met mij in bad te gaan.’
‘Kun je ook doen,’ zei zijn moeder, ‘als je dat niet erg vindt, Mark.’
Ik haalde mijn schouders op. ‘Maakt mij niet zoveel uit.’
‘Haal even schone kleren uit de caravan,’ zei Peter, ‘dan gaan we meteen, anders moeten we haasten.’
Eenmaal buiten haalde ik mijn gezicht uit de plooi. Ik had bijna mijn lach niet kunnen houden. Ik pakte snel wat ik nodig had en rende weer terug.
‘Peter is al naar boven,’ zei zijn moeder. ‘Leg die kleren maar op de gang buiten de badkamer dan ruim ik het zo wel op.’
Ik liep de trap op, legde mijn schone kleren naast die van Peter op zijn bed en trok de oude uit. Ik legde ze op de gang bij de deur op die van hem. Ik kwam de badkamer binnen in mijn boxershort, Peter zat al tot zijn nek in het schuim te lachen. Ik liet mijn boxer zakken en liep naar hem toe. Hij knikte naar de deur.
‘Doe even op slot.’
Ik grijnsde, draaide de knop om en liet me bij hem in het water zakken. Hij had een blok zeep vast en begon meteen mijn armen in te smeren.
‘Even laten inwerken,’ zei hij met zijn armen boven water.
Ik hield mijn armen boven water en kuste hem, ging tegen hem aan zitten. Hij leunde met zijn ellebogen op de rand van het bad, duwde zijn kruis tegen mijn billen. Ik draaide me om, probeerde op hem te gaan liggen, wat niet echt lukte zonder armen. Hij schudde toen hij lachte, duwde zich omhoog. We stonden allebei op onze knieën, de helft van onze benen boven water. Armen naast ons omhoog. Hij kuste me weer, duwde zijn kruis tegen die van mij. We wreven ze tegen elkaar en schoten weer in de lach.
‘Armloze sex,’ fluisterde hij.
‘Dit gaat nooit lukken.’
‘Natuurlijk wel,’ zei hij en bukte voorover. Hij blies het schuim er van af en nam hem toen in zijn mond. Ik zag zijn hoofd voor me op en neer gaan, ik zag mezelf in en uit zijn mond glijden. Ik moest mezelf tegenhouden om zijn haren te pakken.
‘Peter,’ zuchtte ik, ‘dit hou ik niet lang.’
‘Hmm,’ hoorde ik terwijl hij gewoon doorging.
Ik bleef kijken hoe ik zijn mond weer ingleed, ik voelde zijn tong er omheen draaien.
‘Peter,’ fluisterde ik behoorlijk dringend.
Als antwoord zoog hij nog wat harder. Dat deed het hem, met een zucht kwam ik in zijn mond. Traag en terwijl hij nog zoog liet hij me uit zijn mond glijden. Hij liet het in het water vallen en kuste me. Hij ging demonstratief voor me staan.
‘Als je dit wilt hoor.’
Ik knikte. Ik wilde niet anders. Ik likte er langs en liet toen mijn lippen er overheen glijden. Mijn tong draaide langs de rand, wat een hoop gehijg boven me veroorzaakte. Lang duurde het niet meer bij hem. Hij waarschuwde me maar ik gaf dezelfde reactie, ik zoog hem nog wat verder naar binnen. Hij kreunde zo zacht mogelijk, ik voelde zijn warme zaad tegen mijn tong komen. Mijn oren suisden. Ik likte nog een keer, trok toen terug en liet alles uit mijn mond in het water vallen. Ik keek weer naar hem en kuste hem lang. Zijn tong gleed even langs die van mij. Gladder dan anders. Daarna ging hij tegenover me zitten en grijnsde.
‘Hoe lang moet dit inwerken eigenlijk?’ vroeg ik.
Hij haalde zijn schouders op. ‘Minuutje of twee, hooguit,’ zei hij lachend waarna hij zijn armen onder water stopte en begon te schrobben met een spons.
‘Dat zeg je nou pas. Jij bent echt gek,’ lachte ik en nam de spons van hem over.

Donderdag regende het, vrijdag was het gelukkig wat beter. Ik wilde nog een keer de bergen in. Zeker na een dag met alleen maar computerspellen. Met twee rugzakken vertrokken we, regenjas binnen handbereik. Die hadden we nodig ook. Compleet doorweekt kwamen we terug. Die speciale plek hebben we niet eens gehaald. Na het eten zei ik dat ik vroeg naar bed wilde, ik moest de volgende ochtend vroeg op om mijn trein te halen. Onzin, ik kon ook in de trein wel slapen, maar ik wilde nog zolang mogelijk alleen met Peter zijn. Hij ook wist ik, hij gaf me ook meteen gelijk dat ik op tijd wilde gaan slapen. Terug in de caravan doken we meteen het bed in, licht uit.
‘Week is veel te snel voorbij,’ zei Peter zuchtend.
‘Kun je niet een keer naar Nederland komen?’
‘De eerstvolgende vakantie is met de kerst en dan is het hier razend druk. Dan laten ze me nooit gaan.’
‘Jammer.’
‘Bovendien, hoe krijg jij uitgelegd dat ik kom en niet Ulrike? Dan zul je wel wat moeten vertellen van tevoren.’
‘Dat heb ik er wel voor over,’ kuste ik hem.
‘Meen je dat?’ vroeg hij verbaasd.
Ik knikte met mijn neus tegen de zijne. ‘Als ik je daarmee naar Nederland kan krijgen, dan moet dat maar, wat ze ook zeggen.’
Peter was even stil, pakte me daarna ineens stevig vast en begon me wild te zoenen. Ik deed gretig mee.
‘Maar het gaat toch niet,’ zei hij even later voor zich uit. ‘Kun je niet hier naar toe komen?’
‘Dat vinden ze nooit goed denk ik. Met kerst willen ze me vast thuis hebben.’
‘Is ook wel logisch. In februari dan, dan hebben jullie ook een week vakantie. Is het altijd helemaal vol hier. Kan ik je leren skiën. Of kun je al skiën?’
‘Nog nooit gedaan.’
‘Is nog vier maanden,’ zei hij toen.
‘Dat is nog lang.’
‘Veel te lang eigenlijk,’ zuchtte hij.
‘Hebben we wat om naar uit te kijken,’ grinnikte ik.
Hij gniffelde, kneep even met zijn armen om me heen. Mijn telefoon piepte ver weg, ergens in mijn broekzak. Peter tilde zijn hoofd op.
‘Moet je niet even kijken?’
‘Morgen,’ zei ik. ‘Ik ben vroeg gaan slapen, weet je nog?’
Hij lachte, draaide zich op me. Ik zag zijn gezicht voor me in de schemer.
‘Af en toe baal ik er wel eens van dat ik het niet gewoon kan vertellen over ons,’ zei hij zuchtend.
‘Dan was ik hier nu waarschijnlijk niet geweest, als je dat had gedaan,’ zei ik.
‘Je snapt best wat ik bedoel. Jij hebt ook een of andere smoes moeten verzinnen bij jouw vrienden. Jij bent de enige waarmee ik erover kan praten.’
‘Stel nou dat jij een meisje was geweest, of ik. Dan hadden we nu echt niet bij elkaar gelegen. Hadden we misschien stiekem midden in de nacht naar elkaars kamer moeten sluipen.’
Hij lachte. ‘Daar heb je gelijk in.’
Hij kuste me weer, daarna zeiden we niets meer. We dachten alleen nog maar aan alles wat we die week gedaan hadden. En het meeste ervan herhaalden we.

Ik zat dan ook met dikke ogen aan de ontbijttafel de volgende ochtend. Peter was ook niet echt wakker. Er werd in het begin niet veel gezegd. Ik had mijn tas al ingepakt, die stond in de hoek te wachten. Peters vader gaf me een poloshirt mee.
‘Hij is schoon hoor,’ lachte hij. ‘En als ze in Nederland vragen hoe je aan dat shirt komt dan zeg maar dat het een superpension is en geef je ons telefoonnummer maar.’
Ik bedankte hem en lachte. ‘Doe ik.’
‘Ik ga hem in februari leren skiën,’ zei Peter.
‘Leuk,’ zei zijn moeder gemeend. ‘En we hebben extra hulp, altijd handig,’ knipoogde ze naar me.
‘Je bent altijd welkom,’ zei zijn vader. ‘En je hebt ons mooi geholpen deze dagen.’
‘Het was super,’ zei ik. ‘Bedankt.’
Het werd tijd om te vertrekken. Zijn moeder zou me naar het station brengen, Peter ging uiteraard mee. Ik gaf zijn vader een hand, kreeg nog een kus op mijn wang van Ulrike. Die had ik maar erg weinig gezien. Ze was veel met haar vriendinnen weg, wist ik. Maar dan nog. Ik moest een goed verhaal bedenken voor thuis over haar. Onderweg tijd genoeg voor. Ik zette mijn tas achter in de auto, stapte in. Peter ging achterin zitten. Zijn vader en Ulrike zwaaiden ons uit, daarna reden we weg. Er werd niet veel gezegd onderweg. Ik had ook geen zin om te praten. Ik wilde niet weg, maar als het dan toch moest dan ook nu maar zo snel mogelijk. We waren ruim op tijd op het station. We stonden met zijn drieën op het perron. Peter en ik drentelden een beetje. Hij had me in de caravan al theatraal een kus gegeven. “Dat kan straks niet,” had hij gezegd. We keken naar elkaar met een blik van verstandhouding. “Nou niet gaan janken,” schoot door me heen. De trein kwam piepend tot stilstand. Zijn moeder gaf me een hand, Peter pakte me even stevig vast. Net kameraadschappelijk genoeg. Maar met mijn kus onopvallend in zijn nek. Ik sleepte mijn tas de trein in en bleef staan.
‘Ik bel je als ik thuis ben,’ zei ik.
Peter stak nog net zijn duim op toen de deuren al weer dicht gingen. Ik zwaaide tot ik ze niet meer zag. Ik ging de coupe in en liet me met een zucht in de bank vallen. Jeumig, jankte ik toch nog. Ik staarde naar buiten, pakte mijn telefoon en stuurde Peter een berichtje. Ik miste hem nu al. Ineens zag ik het berichtje nog van de avond ervoor. Het was van Marloes, zag ik.

Goede reis morgen. Jeffrey is een lul. Kus?

“Muts,” dacht ik. “Kom je ook op tijd achter.” Ik hoorde het morgen of maandag wel. Ik had wel even wat anders aan mijn hoofd. Ik wilde wakker blijven, was bang dat ik in Basel niet wakker zou worden. Ik was blij toen ik in de internationale trein zat en mijn ogen dicht kon doen. Mijn telefoon piepte weer. “Welkom in Duitsland.” Jeumig. Daar zat ik niet op te wachten deze keer. Meteen daarna nog eentje. Die was van Peter.

Ik jou ook.

Hij was nu allang weer thuis, rekende ik uit. Ik glimlachte, terwijl ik mijn ogen weer voelde branden. Dichtdoen nu. Slapen. Ik had voor de zekerheid mijn telefoon op alarm gezet, voor het geval dat. Toen ik net sliep maakte de conducteur me weer wakker. Hij excuseerde zich met een lach, beloofde me dat ik tot Nederland verder mocht slapen. Ik glimlachte maar naar hem, deed daarna meteen mijn ogen dicht. Na een uur of drie werd ik weer wakker. Mooi op tijd. Mijn telefoon piepte weer. Peter wist ik zeker. Zonder echt te kijken van wie het was opende ik het. Ik schrok. Dat was niet van Peter maar van Jelle.

Toffe week gehad met veel seks? Ik hoop het voor je. Hier is het zwaar jeumig met peren. Bereid je maar vast voor, er hangt een rare sfeer in het dorp.
Hendrik heeft zich vannacht doodgereden op zijn motor.

© 2007 Oliver Kjelsson