Voorbeeld (deel 11)
Stijn! Het was al middernacht. Kut. Ik kon niet meer naar hem toe. Mijn ouders zouden dat nooit goedvinden. Bovendien wist ik niet of hij in het park zou slapen of thuis. ‘Wat is er?’ vroeg mijn moeder verbaasd. ‘Heel verhaal. Ik weet waar mijn kleren zijn. Die zou ik vanmiddag ophalen, maar dat moet morgen dan maar.’ ‘Ophalen?’ ‘Ja, iemand zou ze voor me wassen.’ ‘Voor je wassen? Iemand?’ Ik zuchtte. ‘Ik trok veel op met een jongen die ik ken van school, die [ verder lezen ]