Zwart (deel 12, slot)
‘Blijf je slapen?’ vroeg Owen. ‘Vrijdag? Denk het wel. Anders moet ik wel heel snel weer weg, met de laatste trein.’ ‘Even kijken hoe we dat gaan regelen, Daan vroeg het ook al.’ ‘Als ik een matrasje mee moet nemen, dan hoor ik het wel.’ ‘Komt goed, zei je morgen.’ Sem stond te wachten, Ik sprong achterop. Hij liep daarna mee naar mijn perron. Sem nam voortaan zijn fiets mee, als ik weg was nam hij de trap aan de achterkant, dan was hij zo [ verder lezen ]